dinsdag 23 januari 2024
Sneeuwloopdagen
dinsdag 16 januari 2024
Winterdingen
De vrouwen zitten 's ochtends in het winkeltje van Stefka, rond de kachel. Ze halen brood en blijven dan een tijdlang zitten. Je moet op hun voeten letten, in de winter. Daar zit het verschil. Hun schoenen zijn dezelfde als in de zomer, dun zijn ze, en van plastic.
Het is winter. En het is, meer dan vorig jaar vaak ijzig koud. De oude man die afgelopen zomer, na een ruzie met zijn broer met wie hij in één huis woonde, naar een bouwval aan de overkant van de straat verhuisde klaagt dat hij ziekig is en dat hij het koud heeft. Volgens Ralitsa, de ambtenaar van het dorp, heeft de man het geld dat hij kreeg van de gemeente om hout te kopen uitgegeven aan drank. Maar ze zou burgemeester Gosho vragen om eens bij hem langs te gaan.
De zoon van onze buren aan de rechterkant, Jordan en Duschka, werkt in Londen. Deeltijdbuurman Petar die een deel van het jaar links van ons woont werkte zelf in Italië. De zoon van Dancho die op de hoek van de straat woont werkt in Ierland. En dat is alleen de straat waar wij in wonen. De zoon van Anneta werkt als vrachtwagenchauffeur in Spanje, haar dochter is verpleegster in Engeland. Mustafa, die soms bij ons klust werkte, net als Ali de taxichauffeur een tijdlang in Duitsland. Een dochter van Mustafa werkt in een distributiecentrum in Nederland. Een zoon van de oude meneer die we laatst in de auto meenamen naar een etentje van de club van gepensioneerden in Popovo werkt in Nederland. Hij werd nog vrolijker dan hij al was toen hij begreep dat Annet en ik uit Nederland kwamen.
Voordat ik de poezen onderwerp aan hun dagelijkse cursus "De ontwikkeling van de gierende jazz in 3526 delen" luisteren Annet en ik tijdens het ontbijt naar de Nederlandse praatradio. Deze week hoorde ik de burgemeester van Hollands Kroon (Anna Paulowna, Breezand, Wieringen, een enorme lap grond zeg maar) zeggen dat haar gemeente nog nooit asielzoekers had opgevangen omdat ze geen plek hadden. We keken elkaar verbijsterd aan. Geen plek! Maar wel twee enorme, groene stroom slurpende datacentra neerzetten. Maar goed, even viel ook het woord "arbeidsmigrant". Want daar hadden ze er wel heel veel van. In Hollands Kroon. Het klonk alsof het een probleem was, de aanwezigheid van arbeidsmigranten.
Tegen de avond is de mooiste tijd op vliegveld Eindhoven. Uitgelaten en goed gekleed Nederland is op weg naar een vakantieplek. Het vliegveld wordt leger. De winkels gaan langzaam dicht. Om je heen hoor vrijwel alleen nog Pools, Roemeens, Bulgaars. Heen en weer migrerend Oost Europa. Grote, vierkante mannen met vermoeide ogen. Sommige met plastic tasjes van een blauwe supermarktketen als enige bagage.
Op wat ooit Twitter was las ik zinnen van iemand die leegliep over vluchtelingen. Want die waren helemaal niet op de vlucht. Ja, voor armoede. Maar verder voor niks.
Er waait een gure wind. De sneeuw is bijna weer verdwenen. Al valt er eind van de week geloof ik weer nieuwe.
maandag 8 januari 2024
Schumacher
"Nee. Nee, ik schrijf er geen blogje meer over. Dat heeft geen zin joh. En met zo'n blogtekst moet er een begin, een opbouw, een bepaalde logica zijn. En er is geen begin, geen opbouw, en al zeker helemaal geen logica. Dat is het nu net."
"Nee, met zo'n tekst op je blog moet je dan, tenminste dat denk ik dan weer, maar dan moet je weer helemaal uitleggen wat er gebeurde en dan zijn er altijd weer mensen die iets hebben van "Nou ja, zeg, het is maar een poes hoor". Of nog erger, die dan zeggen "Maar jullie hebben er nog vier toch?". Tenminste, nou ja, dat zeggen ze niet, of beter, dat hoor ik niet als ze het al zeggen. Maar ik denk wel dat ze het zeggen. Al kan dat natuurlijk aan mij liggen, dat ik dat denk".
"Dus nee, ik bel je gewoon even. Of ik doe alsof ik bel. Want ik heb echt helemaal niets met bellen. Maar als ik doe alsof kan ik dat hele logische gedoe van een getikte tekst overslaan. Denk ik. Misschien".
Nee, buiten dat het natuurlijk best ernstig dramatisch waardeloos is wanneer er een poes wordt doodgebeten waren we ook een paar dagen volledig hysterisch aan het opletten waar de andere poezen waren. Steeds maar kijken waar ze waren. Want een bijtend beest zit in een klein hoekje zeg maar. Dat opletten hebben we nog wel. Daar wordt je heel onrustig van, van het gevoel dat er steeds weer zoiets kan gebeuren. Maar gelukkig vriest het dus liggen ze allemaal binnen te slapen".
"Het heeft denk ik, misschien hoor, ook iets met het niet hebben, het niet kunnen hebben van controle te maken. Ik dacht een tijdje dat ik het hier wel begon te begrijpen. Maar dat is maar schijn hoor. Waarom al die Bulgaren, en een hoop buitenlanders trouwens ook, allemaal een enorm opgefokte hond moeten hebben, of meer dan één moeten hebben, mij ontgaat het. Als je naar Gagovo loopt, via het asfalt, zit er net voor het eind van het dorp een huis, er wonen twee oude mensen in. Daar kun je niet lopend langs zonder een stok waarmee je een tandenblootgrommende hond die naar je springt van je af te slaan. En aan castreren doen ze niet, te duur vinden ze, maar al dat bier drinken dat ze doen kost zeker niks? Dus die honden fokken zich allemaal een slag in de rondte".
"Ja. Nou en, ik hoef toch niet alles hier leuk te vinden? Er is best vaak wat hoor. Die ellende met Ollie, daarvoor Gijs die bijna dood was, Lies die verdween. De auto waarvan af en toen een deel lostrilt en en het oog van Annet dat bijna stuk was. Nee, dat oog is wel weer goed. Al heeft ze er wel staar in, dat is met zo'n operatie bijna altijd het resultaat. Maar ik heb dan plots weer staar in twee ogen en ik heb helemaal geen operatie gehad! Dus ja, er is best vaak wat ja".
"Ach nee, soms zit het gewoon allemaal wat tegen. Het is hier ook maar gewoon leven hoor. Vanmorgen nog, Nelly van de post stuurde een berichtje dat er post was. Een bekeuring! Vorige week was er ook al een bekeuring. We stonden bij haar loketje te wachten toen burgemeester Gosho langs liep. Hij lachen. Mij noemt hij om onduidelijke redenen Van Basten. Dus hij wees naar me en zei "You van Basten. Annet Schumacher!".
"Ja, ok, dat was ook best grappig van hem. Zie je. Soms kun je beter geen blogje schrijven maar gewoon doen alsof je belt".
vrijdag 29 december 2023
Ollie is er niet meer
Vlak naast onze tuin is een verwilderde tuin, of eigenlijk zijn het er twee. Ze horen bij twee bouwvallen. In die tuinen zat Ollie vaak. Soms, als ik terugkwam van een stukje lopen riep ik wel eens "Ollie, Ollie" en na een tijdje kwam hij dan aangehold. Vaak deed hij dan een wat pieperig miauwtje. Ollie had een kleine miauw. Hij was dan helemaal blij en liep, zich half om mijn been strengelend mee naar huis.
Ollie was de meest avontuurlijke van onze poezen. Hij kwam het verst. Te ver.
Ollie was het kind van Lenie en Steve (die eigenlijk Tigger heet) en werd zo'n beetje geboren toen wij hier kwamen wonen. Hij woonde eerst onder wat ijzeren platen die tegen het buitentoilet van onze deeltijdbuurman Petar stonden. Maar al vlug frommelde hij zich onder een hek door en was grote delen van de dag bij ons. Niet dat hij echt bij ons was, in de buurt komen mochten we eerst niet. Hoe aandoenlijk klein hij ook was, hij blies naar ons. Ollie was alleen van zijn moeder. De hele dag sjouwde hij achter haar aan, steeds op zoek naar haar staart om daar dan mee te spelen. Langzaam wende hij aan ons. En dat was maar goed ook want Lenie liet hem van de ene op de andere dag bruut in de steek.
De eerste winter sliep Ollie eerst in een soort iglo op de veranda. Maar toen het echt koud werd kwam hij op, en later in bed terecht. Och, zo'n klein poesje, helemaal onder de dekens.
Ollie was onze enige normale poes. De rest heeft allemaal afwijkingen, van autisme tot verlatingsangst. Maar Ollie was een echte, normale poes. Gek op eten, gek op kleine stukjes kaas, liefst Nederlandse kaas. Gek ook op de dieetbrokjes die Gijs krijgt. Dan liep hij weer eens quasi nonchalant naar binnen "Nee, ik ga gewoon even een beetje water drinken hoor", en dan vlug de peperdure brokjes van Gijs wegwerken.
Ollie was vaak buiten, vaak 's nachts ook. Als ik dan 's ochtends de slaapkamerdeur opendeed stond hij daar al. Helemaal enthousiast liep hij dan heel erg in de weg de trap af. En ondertussen maar kopjes geven. Nadat hij gegeten had ging hij dan slapen. Op een goeie stoel, met daarop een wollig kleedje. Uren slapen deed hij dan. Als je hem aaide begon hij luid te spinnen. Van opbeuren, knuffelen of schootzitten hield hij niet. Ollie was een stoere poes. Hij speelde ook nooit lang met een touwtje, te kinderachtig. Ollie tikte gewoon met speels gemak een vlinder uit de lucht. Ollie kon ook prachtig soepel hollen en met speels gemak een boom inlopen.
Ollie was de enige poes die het met alle andere poezen goed kon vinden. Zelfs met Gijs. Als Ollie Gijs tegenkwam draaide hij soms zijn staart om de staart van Gijs heen. En daarna vochten ze een beetje speels. Hij holde met Wim door de tuin en samen verkenden ze de tuinen naast die van ons. Maar waar Wim dan weer terugging, ging Ollie juist verder. Te ver.
Misschien zijn er wel mensen die denken dat ik, dat we, onze poezen teveel vermenselijken.
"Maar liever dat nog, dan het bord voor zijn kop van de zakenman, want daar wordt hij alleen maar slechter van".
Gisteren zag Annet Ollie om een uur of tien in de ochtend. Daarna kwam hij niet om te slapen, en ook niet om te eten. Nu was hij vaak langere tijd weg maar het is 's nachts best koud.
Annet vond Ollie vanmorgen, bij het elektriciteitshuisje aan de rand van het dorp. Doodgebeten door een hond, een vos, een jakhals, iets.
Ollie had een prachtig mooi poezenleven. Maar het duurde veel te kort.