vrijdag 30 juli 2021

Gijs


Er liepen twee vossen in de tuin van de buren, in de ochtend dat Gijs verdween.

Een jaar of wat terug, toen we hier op vakantie waren verscheen eerst Lenie. Lenie is klein, sierlijk en helemaal grijs. Ze kwam een paar maal in de tuin zitten. Een meter of tien van ons af. Ze negeerde ons verder totaal. Alsof ze wilde laten weten dat het best was dat we hier even waren maar dat we niet meer dan onbeduidende voorbijgangers waren. Gijs kwam wat later. 

Gijs is, anders. Gijs is wit met veel grijs en heeft lange haren. Een prachtige pluimstaart en puntige oren. Hij loenst een beetje en zijn linker voorpoot hangt er wat zinloos bij. Waarschijnlijk is het ooit gebroken geweest. De haren van Gijs zitten altijd in de war en vaak hangen er meerdere stukken kleefkruid aan hem. Er hangt een flinke zweem van vertederende onhandigheid rond hem. En hij is een enthousiast liefhebber van mensen uit Nederland. En wij van hem.

Gijs en Lenie, waarvan we denken dat het broer en zus zijn want ze zijn altijd bij elkaar woonden toen twee tuinen verder, bij een man die we nooit spraken. 

Toen we op dinsdag 6 juli de poort van het huis openden kwam Gijs vrijwel onmiddellijk over het hek van de buren geklauterd en holde naar ons toe. 

Alles leek zoals het hoorde te zijn.

Maar in de harde en ingewikkelde wereld van de Bulgaarse katten waren in de tijd dat we hier niet waren dingen veranderd. Gijs schrok van elke plotse beweging en leek permanent op zijn hoede. Een deel van het haar op zijn buik was weg, er zat een wond bij zijn neus en hij zag er ook verder maar matig gezond uit. 

Naast Lenie en Gijs is er hier nog een derde kat. Tigger, die we als hij vriendelijk is Steve noemen. Tigger en Gijs zijn katers. En Tigger is waanzinnig dominant. En sterk. Gijs was ouder geworden en waarschijnlijk probeerde hij een echte kater te zijn. Ook al zit dat niet in hem. Onze tuin die eerst een vrolijk "alle katten welkom" paradijsje was was plots een te veroveren gebied geworden. En Gijs was aan de verliezende hand. Of had al verloren.

En toen verdween hij. 

En die ochtend zaten er twee vossen in de tuin van de buren. 

Toen Gijs weg bleef koppelden we die vossen aan zijn verdwijnen. Katten worden hier niet oud. 

Na vijf dagen hoorde ik een poes over het hek van de buren klimmen. Ik riep al "Ha Lenie", maar zag een sterk vermagerde Gijs naar me toe komen. Er zat een bloedende wond op het pootje dat hij toch al nooit kon gebruiken. Uitgehongerd en uitgedroogd. Hij at een schaal brokjes op en dronk een bak water leeg. En strompelde toen naar de tuin.

We hebben Gijs ondergebracht in wat wij de werkkamer noemen, ooit was het waarschijnlijk een kleine stal voor een koe of twee. Daar sliep hij, lang en permanent spinnend. Hij is nu twee keer naar de dierenarts geweest voor een infuus met vocht en antibiotica. Vrijdag over een week, als het tot die tijd goed gaat mag hij weer voor controle. Tot die tijd krijgt hij 3 pillen per dag. Die hij spinnend naar binnen werkt. De werkkamer ziet hij als veilig, hij gaat ook nog eens keurig op de bak. Een modelpoes.

Ik weet het, het is een standaard ongelukkige kat verhaal. Maar er zijn twee kleine rarigheden aan het verhaal.

Dit hangt op de deur van de man bij wie Gijs en Lenie woonden. Je ziet dit soort bekendmakingen op veel deuren hangen. Soms voor even, soms voor jaren. Op de dag dat wij aankwamen overleed de man die Gijs en Lenie eten gaf. 

In de dagen dat Gijs er niet was kwam Lenie om de haverklap naar ons toe. En maar 'praten'. Van die kleine miauwtjes, grommetjes. Of ze wist dat haar broer ergens dood lag te gaan en ons iets duidelijk wilde maken. Misschien is het een te romantische gedachte. Dat kan. Misschien krijg je die bij hardnekkige temperaturen van ver boven de dertig graden.

Of Gijs weer beter wordt, en hoe het daarna met hem verder gaat, het is onduidelijk. Maar voor nu geniet hij van zijn brokjes en de veiligheid. 



  

dinsdag 27 juli 2021

Een kapotte ufo op een kale berg

Je ziet het gebouw al van tientallen kilometers verder. Maar door bochtige bergweggetjes kan ik daar geen onbewogen bewijs van laten zien.

Buzludzha. Eigenlijk heet het gebouw Het Herdenkingshuis van de Bulgaarse Communistische Partij. Maar zeg nou zelf, dat bekt absoluut niet. Dus heeft iedereen het over het Buzludzha monument of nog korter, Buzludzha.

Met de bouw werd begonnen in 1974. De bouw werd betaald door donaties van het Bulgaarse volk, geheel vrijwillig, echt waar. In 1981 werd het geopend. En ik gok dat de dag daarna het ineenstorten al begon.

Misschien is het de combinatie van plek en gebouw die het monument, voor mij in ieder geval, zo mooi maakt. De combinatie van Brutalisme en ongenaakbare natuur. De, ik geef toe, makkelijke symboliek van afbrokkelende menselijke overmoed en onverzettelijke natuur. Maar misschien is het ook het ET phone home gevoel dat de steenklomp oproept. Of er een ufo in de Bulgaarse bergen is geland en daar door motorpech nooit meer is weggegaan. 

Het mooiste van het gebouw schijnen de zwaar revolutionaire mozaïeken te zijn. Maar die zitten aan de binnenkant en sinds het dak begint in te storten mag je niet meer naar binnen. Toch reden we met plezier meer dan 3 uur om het gebouw alleen aan de buitenkant te zien. Want zo zeg, het is me wel een imposante ruïne in wording, prachtig.

Dichtbij Buzludzha kwamen we langs het Shipka monument. Daar gaat elke Bulgaar een keer naar toe. Waarschijnlijk is dat een overdreven opmerking maar we zagen er schoolkinderen, stelletjes, stoere "born to be wild" motorrijders en veel anderen die wellicht iets minder koolhydraten tot zich moeten nemen.

Bij Shipka werd in 1876 (ja, men neemt de historie serieus hier) een beslissende slag uitgevochten tussen Russen en Bulgaren aan de ene kant en de Ottomanen aan de andere kant. De Ottomanen waren met echt veel meer maar verloren door de koene dan wel nobele volharding van de Russen en de Bulgaren de slag vrij verpletterend. Dit verlies was het begin van het einde voor de Ottomanen en voor de Bulgaren het begin van een zelfstandig Bulgarije.

Waar ik Buzludzha mateloos indrukwekkend vond leek me het monument bij Shipka vooral, nou ja, het was er, het was groot, en verder, nou ja, meer niet. Het leukste waren de 800 traptreden er naar toe.

Mocht je ooit in de buurt komen, er loopt een weg van Shipka naar Buzludzha. Neem die weg nooit! Ik plak er voor de zekerheid even een onschuldige foto van bij. Het ziet er toch uit als slecht aangelegd fietspad. Maar, in ieder geval, neem deze weg nooit. Het is niet meer dan het idee van een weg, een concept misschien, een gevoel. De weg duurt 12 kilometer en gemiddeld doen mensen die de weg voor het eerst rijden daar een half uur over. Maar een uur is ook een voorkomende reistijd. Misschien denk je, "Voor mij geldt dat niet". Maar dat is niet zo. Heus, het is beter voor je auto, je levenslust, je relatie en zelfs de wereldvrede om een flink stuk om te rijden.

donderdag 22 juli 2021

Verblijfspasje

Ik zou kunnen beginnen met "Dat het met Bulgarije niet fantastisch gaat zie je meteen als je de lange, en chaotische rij voor het migratiebureau ziet. Elke dag staan er vreselijk veel mensen langdurig in de rij om een paspoort of id-kaart te bemachtigen. Daarmee kunnen ze dan naar het buitenland. Voor het loket "verblijfsvergunningen" staan echter maar twee mensen te wachten."

Een vooroordeel is makkelijk gevormd en nog vlugger bevestigd. Toen ik de rij voor het eerst zag dacht ik bovenstaande zinnen. Maar het is hier ook gewoon vakantie en veel Turkse Bulgaren gaan naar hun familie over de grens. En die hebben gewoon papieren nodig. Zoals overal.

Wie langer dan 3 maanden in Bulgarije (of een willekeurig ander land wil blijven) dient een verblijfsvergunning voor de lange termijn te bemachtigen. Optimistisch en bekend met de nobele kunst van de bureaucratie had ik in mijn hoofd de tijd tussen aanvragen en verkrijgen van de verblijfsvergunning op een week of zes tot acht gezet. 

Toen ik de chaos voor het migratiekantoor zag telde ik er een paar weken bij.

Wie hier een verblijfsvergunning wil krijgen moet 1 een woning hebben, 2 een ziektekostenverzekering en 3 een bankrekening met minimaal € 500,-. En je moet iemand hebben die weet hoe het aanvragen werkt. Anders wordt je waarschijnlijk geheel wanhopig. Wij huurden Gemma in. Die woont hier al een jaar of 14 en spreekt vloeiend Bulgaars. Zij wist dat, omdat het huis alleen op mijn naam staat er bij de notaris een verklaring moest worden opgesteld dat ik het goed vond dat zij op het adres van mijn huis (het staat er wat cru maar zo denken bureaucraten) een aanvraag indiende. Daarna kopieerden we allerlei papier, vulde Gemma allerlei formulieren in en gingen op donderdag 15 juli voor het eerst naar het migratiebureau in Targovishte. Waar we lang wachten, vaak onze handtekening zetten en daarna weer gingen. Dinsdag stonden we opnieuw voor het loket. Maar toen mochten we naar binnen. Er moesten foto's worden genomen. En we kregen een tijdelijk pasje. Vandaag 22 juli zijn we het officiële pasje op gaan halen dat de bij de verblijfsvergunning hoort. 

Een week! Geregeld in één week. En de uitreikende mevrouw lachte er zelfs vriendelijk bij.

Mocht u trouwens ooit in Targovishte uw verblijfsvergunning op moeten halen. Er staat dat het loket om 8.30 opengaat maar dat is onzin. Tussen 8.30 en 10.00 kletst de loketmevrouw met een wel erg breedgeschouderde meneer die ondertussen door allerlei stapels papier naar iets zoekt dat hij nooit zal vinden. De man is of een stagair op anabolen of een politieagent die iemand(en) te hard heeft aangepakt en nu straf heeft.

Vrolijk reden we over de weg zonder gaten naar wat we nu "thuis" noemen. De bomen in het dorp, waarvan de takken elektriciteitsdraden kunnen raken worden deze week onder handen genomen. De elektriciteitsmaatschappij die dit kortwieken doet was duidelijk bij onze straat aangekomen. Overal lagen grote tot zeer forse takken, vooral voor de poort. Gelukkig heeft de buurman een motorzaag, anders stonden we nu nog voor een versperde deur. 



vrijdag 16 juli 2021

De honden van Gagovo

Dit had een stukje ongegeneerde omgevingspromotie moeten worden.

Vanuit Palamartsa kun je een mooi rondje van een uur of drie, vier lopen. Over glooiende velden met zonnebloemen of koolzaad. Langs Gagovo en nog meer zonnebloemen. Je komt dan langs een Thracische tombe. Het lijkt een boerenschuur maar dat is alleen het roestige dak dat er op gezet is. In de zomer kun je er niet naar binnen, de begroeiing is dan veel te hoog maar toch, een Tracische tombe gewoon in de achtertuin. Je gaat daarna een watertje over en loopt langs velden terug naar Gagovo. Daar zit een leuke ooievaar en in het "centrum" is een bibliotheek. Die heb ik nog nooit open gezien maar dat zal aan mij liggen. Er is een winkeltje, een kroegje en een vrij groot monument ter herinnering aan de opstand van 1923.

In 1923 waren er twee opstanden tegen de fascistoïde regering van Stankov. De eerste opstand was een ongeorganiseerde bende en was voorbij voor hij begonnen was. De tweede, in het najaar werd na langdurig aandringen van Moskou begonnen, duurde wat langer, was even succesvol maar eindigde met duizenden doden aan de kant van de opstandelingen. Tenminste, volgens de hagiografische geschiedenis van de communisten waren het duizenden doden. Het schijnen er veel minder geweest te zijn maar in ieder geval is de opstand later, toen de communisten na de tweede wereldoorlog de macht grepen vaak gebruikt als propagandading. Zo is ook in 1955 het vrij grote monument in Gagovo terecht gekomen. Ik geloof niet dat er nu verder nog veel naar om wordt gekeken. 

Na Gagovo loop je langs een meer. En daar kwamen we één van de problemen van Bulgarije tegen.

De staat functioneert in Bulgarije matig. De infrastructuur, eigenlijk is dat een te mooi woord voor wegen waar ik, als navigator vaak dingen roep als "Gat!" of "Enorm gat links!". Eigenlijk is tankgracht vaak een beter woord dan weg of straat. Maar, daarnaast is er het probleem van ... de honden.

Er zijn er veel. Heel veel. Te veel. Bulgarije is een armig land en er worden er op het platteland nauwelijks honden gecastreerd of gesteriliseerd. Het fokt als de ziekte zeg maar. Iedereen lijkt ook een hond te hebben, of meer dan één. Drie of vier is best normaal. En die dieren worden niet vriendelijk opgevoed. Ik geloof niet dat het fenomeen puppycursus hier al is doorgedrongen. 

En ik heb niks tegen honden. Sommige van mijn beste gesprekken ooit waren met honden. Liefst zijn ze wat ouder, met een grijze snuit en een diep wijze blik. Maar hier ...

Vooral groepjes honden zijn erg. Groepjes honden van herders zijn het ergst. Ja, herders. Die heb je hier veel. Reuze fotogeniek hoor maar hun honden zijn vaak chagrijnige duivels. Ooit werden we al eens aangevallen door een zo'n groepje en alleen de nog net op tijd gegooide stok van de wakker geworden herder zorgde ervoor dat we niet echt werden besprongen. 

Maar, deze keer was het eerst één hond. Wat verder kwam er een tweede en daarna nog één. En toen was het niet leuk meer. Hard blaffen, heel dichtbij komen, omcirkelen, tanden bloot. We liepen omhoog naar een heuvelrug maar voor ze ons met rust lieten beet er één nog in het been van Annet. Niet door, niet heel hard maar een stevige blauwe plek werd het later wel. 

We hoorden laatst al van een vrouw die een startpistool heeft aangeschaft tegen opdringerige honden. Een ultrasoon fluitje is ook populair. Wij nemen voortaan maar een grote stok mee. En we laten het meertje bij Gagovo maar even wat maanden voor wat het is.



maandag 12 juli 2021

Het dorp

Gorsko Ablonovo, Opaka, Gagovo, Popovo, dat zijn namen. En wat ik de mooiste vind, Razgrad. Bij die naam voel je de poolwind je botten al vastgrijpen. Maar goed, het huis staat in Palamartsa. Wat klinkt als een niet helemaal afgebouwde wijk van Benidorm. Maar je kunt niet alles hebben.

Omdat het dorp in de komende tijd vast een rol gaat spelen maar wat algemene dingen. Voor zover ze bekend zijn. En misschien veranderen ze nog. Dat heb je hier met bekende dingen. 

Palamartsa ligt in het noordoosten van Bulgarije. Het ligt in de heuvels, hierna begint het Balkangebergte. Het dorp duikt voor het eerst op in de 15e eeuw en hoort bij de gemeente Popovo (daar waar de echte winkels zijn). In de hele gemeente wonen zo'n 15.000 mensen (in 2000 waren het er nog zo'n 36.000). In Palamartsa wonen nu tussen de 300 en 400 mensen. Het meest opmerkelijke aan het dorp is dat er rond de 75 niet-Bulgaren wonen. De meeste zijn Engels, er is een enkele Rus, wat Duitsers en er gaan hardnekkige geruchten dat er ook iemand uit België woont. 

Het is hier één uur later dan in Nederland.

Een vraag die ik in Nederland vaak kreeg was, "zijn er ook winkels in dat dorp". Er zijn er zelfs twee. We wisten van één maar er blijkt er nog één te zijn. Beide hebben hetzelfde assortiment. Brood, witte kaas, eieren, vlees, een enkele pot jam, frisdrank, bier, basisdingen dus (ja, bier is hier voor velen een basisding, dat komt vast nog wel eens terug). Waar je winkelt, als je het zo kunt noemen hangt van je loyaliteit af. Wij doen dat bij Stefka, die woont aan de overkant van het grasveld en de andere winkel is van de oud burgemeester en die heeft een uiterst gemene rottweiler. Bovendien is die winkel ook een kroeg waar veel fors drinkende Engelsen rondhangen dus dat is niks. 

Ik doe even een foto van de winkel. 

De winkel is beneden, boven staat leeg. Nee, aantrekkelijk ziet het er niet echt uit. Gebouwd in 1969. Dat jaartal zie je veel op dit soort lelijke gebouwen (elk dorp heeft er één) en op waterputten in het veld en langs de weg. 

Ik gok dat een derde van de huizen in het dorp leeg staan. Bulgarije loopt leeg. Het land heeft (uniek, uniek) een negatieve bevolkingsgroei. 

Is er stromend water? Ja, of je het ook kunt drinken is onduidelijk. Het stinkt naar chloor. Dat wel.

Is er riolering? Nee. De meeste huizen hier hebben nog een buitentoilet/douche. Ons huis gelukkig niet. Vanuit het huis loopt een pijp naar een put in de tuin. Als die put vol is moet er een nieuwe put gegraven worden.

Is er elektriciteit? Ja zeg, het is geen ontwikkelingsland. De stroom valt weleens uit. Vooral in de winter. Ik kom daar dus waarschijnlijk nog op terug. Als de stroom het weer doet. 

Gas? In van die grote gele "flessen". Er loopt een prachtige Russische pijpleiding door het land maar in de dorpen doen ze er niets mee. Koken en verwarming gaat het meest met hout. 

Internet? Razend snel. Al zijn sommige muren en vloeren van het huis zo dik dat het signaal vrij afwezig is. Al denk ik dat we die dikke muren in de winter wel gaan waarderen.

En het klimaat? In de winter kan het hier dus bar koud zijn. En in de zomer heeft Bulgarije nogal last van de klimaatverandering. Het is hier warm. Pufwarm. Vorige week zijn we ergens rond 5 uur 's ochtends een eind gaan lopen. Als je later weggaat is het echt niet meer te doen. Maar maakt dat wat uit? 


Je komt urenlang niemand tegen. Echt niemand. Er zijn geen gekleurde routepaaltjes, er is eigenlijk ook niet echt een route. Het is meer van "ik wil van hier naar daar en terug naar hier". Ok, een machete was op sommige stukken handig geweest maar dat is dan ook echt alles.

donderdag 8 juli 2021

Roadtrip

"Kijk daar nou, daar gaat een vrouw op een elektrische step".            "Misschien gaat ze kijken hoever het nog is?".                            Rechts van ons perst een grote, witte vrachtwagen zich langzaam over de vluchtstrook naar  ergens verder weg.                                "Het is wel te hopen dat de chauffeur haar ziet steppen".                  "Ik denk niet dat dat hem nu nog wat kan schelen eigenlijk".

Verzinnen dat je in Bulgarije gaat wonen is makkelijk. Het ook echt doen is lastiger. Al vorige jaar spraken we met Dirk, de mythische Belgische transporteur af dat hij eind mei onze spullen op zou halen in Den Helder. Via Facebook. Er zijn verschillende meningen over wat er nu waar verkeerd ging maar in ieder geval, mei werd het niet. En de afspraak daarna ook niet. Dirk's auto ging grondig kapot. De derde keer lukte het. In een busje waar eerst volgens mij nog geen klein hondenhok in paste gingen de spullen van Annet en mij naar Bulgarije. Wij zouden met de auto gaan. Omdat een auto In Bulgarije best handig is en bovendien, zo zouden we Mika meenemen. Helaas kon dat niet meer. Toch hielden we, kleine dwangneurootjes die we zijn vast aan de oorspronkelijke planning. In vier dagen en nog wat naar Bulgarije. Zoeven over de Duitse autobahn, besneeuwde bergtoppen in Oostenrijk, eindelijk eens zien hoe Hongarije er uit zag, de enorme bossen met groepjes beren in Roemenië. We hadden zin in de roadtrip.

In Cowgirl zit een gitaarbreak. Al het andere geluid valt weg, er is de gitaar en dan komt plots de dreun weer terug. Puffend en met een blik die al een uur of wat leeg is draait Annet de volumeknop van de autostereo op bijna maximaal. Het moet tot ergens bij de grens, waar die ook moge zijn, gehoord zijn. We zijn even vrolijk maar de gezichten in de andere auto's, waarvan door de idiote hitte ook alle raampjes van open staan geven geen enkele blijk van leven meer. Iedereen staat al uren praktisch stil. Het is heet, het is saai en niemand weet hoe lang het nog gaat duren.

Van Duitsland herinner ik me eigenlijk alleen de verstikkende files. Van de 14 uur in de auto stonden we er 7 stil. Oostenrijk zal besneeuwde bergtoppen hebben maar ik zag ze niet. Mooi verder hoor maar zodra er een rijtje van 3 auto's ietsje langzamer ging reden schoten we al in de "Nee, alweer een file!" modus. Hongarije bleek het perfecte Schengenland, de hokjes van de grenswachten waren onbemand. Verder zag ik 3 paarden (op 1 veld), 3 mensen op een fiets (niet in 1 veld) en wat vogels. Erg stil land en bijna net zo vlak als Nederland. In Roemenië zagen we natuurlijk geen beren maar wel erg veel vrachtwagens. Die allemaal harder wilden rijden dan wij deden en dat is lastig op een tweebaans weg door de bergen. 

"Kijk nou! Kijk nou!"                                                                    "Nee!"                                                                                                "Echt, nee, dat kan toch niet!"                                                      "Wat een (voeg redelijk erge scheldwoorden met, naar believen verwijzingen naar de dubieuze houding van veel Oostenrijkers in de Tweede Wereldoorlog toe)!"

Na 3 uur wachten bereikten we eindelijk de Oostenrijkse grens. Daar bleek dat de grenswachters alle auto's uit Duitsland (en dat waren er heel erg veel op de dag dat veel Duitsers met Turkse achtergrond naar Turkije vertrokken) door 1 nauwe ingang persten. Werd er gecontroleerd? Welnee, de heren stonden gezellig met elkaar te kletsen in een hokje.

De grens tussen Roemenië en Bulgarije is de Donau. Je gaat daar over een brug. Zo één uit een oude spionagefilm. Nog aan de Roemeense kant stonden we weer een tijdje stil voor een man in een hokje. Toen we eindelijk aan de beurt waren gaven we hem het stapeltje met paspoorten, gele boekjes en vaccinatiebewijzen. We werden gecontroleerd! Hij keek verwonderd naar het stapeltje en vroeg om 3 euro tol voor het gebruik van de brug. Hij glimlachte er wel bij.