maandag 30 juli 2012
Nog wat jazz voor Hennie
Nee, ik ga je zeker niet elke week een muziekje laten horen. Dat is niet de bedoeling, dan wordt het voorspelbaar. Maar, omdat je er zelf ook gast was dacht ik dat je misschien gisteravond naar Zomergasten had gekeken, naar Mischa Wertheim.
Ik keek in ieder geval wel. Nou ja, stukjes dan. Ik merkte dat ik op een onverklaarbare manier altijd een beetje mentaal instort na een tijd kijken maar daar gaat het nu even niet om.
Nee, ik laat nu even alweer van me horen omdat die Wertheim gisteren, net als jij ook een stukje jazz liet zien. Nou ja, het was meer iets waarin gepraat werd over jazz dan dat je echt iets zag. Maar toch, ik dacht meteen, morgen Hennie even schrijven. Het ging namelijk over "free jazz" en Ornette Coleman. Daar gaat m'n didactische opbouw dacht ik meteen. Doe ik een leuk liedje met een meetikbare beat, stoot Wertheim meteen door naar iets waarmee alle vooroordelen over jazz bevestigd worden. Een beetje schijnbaar langs elkaar heen spelen, bakken herrie, piep piep knor enzo. Niet dat ik nu denk dat jij alleen van een beetje makkelijk te volgen muziek zou houden hoor. Begrijp me niet verkeerd. Zelf had je in je uitzending nog een stukje Eskimo mevrouwen die iets raars met keelklanken deden dacht ik.
O, even tussendoor, ik keek net eens wat die kaarten kosten. Voor dat Symphonica in het rood gedoe dat jullie doen in die betonnen bak in Arnehem. Nou zeg. Het is maar goed dat jullie het niet voor het geld doen hoor. Ik zag iets van €124 euro voor vak 1. Geen idee hoe groot dat vak 1 is maar als jullie het wel voor het geld zouden doen was het waarschijnlijk wel €223 euro geweest. Krijgen jullie voor die optredens trouwens nog adviezen van collega's als Nick & Simon die eerder zo'n rode symfonie deden?
Maar, terug naar de jazz. Ga nou niet vanochtend naar een stukje free jazz zitten luisteren he. Laten we nou eerst nog wat gewonere liedjes doen. Free jazz is het leukst als je al veel gehoord hebt en het nodig is om je hersenen weer wat op te ruimen. Of misschien als je vergaderd met Nick & Simon.
Ik weet eigenlijk niet of je het liedje van vorige keer wat vond. Misschien was het toch een beetje te wuft, te lollig. Dat kan. Maar de bedoeling is nu eenmaal om wat jazz van levende mensen te laten horen. Vandaag wat anders, iets wat ook beter past bij de regen die nu valt.
Brad Mehldau. En dan moet ik nu zeker iets van context doen of zo? Daar ben ik niet zo heel goed in. Mehldau speelt piano. Niet raar of zo. Hij heeft wel een heel herkenbare stijl, al ken ik niet genoeg termen om die stijl te omschrijven. Ik noem wat hij doet soms "een beetje tegen de melodie aanduwen", maar dat zegt ook niet veel.
Ik zag hem jaren terug voor het eerst, in Den Haag. Toen zoemde zijn naam al rond. Het was in ieder geval heel erg druk voor de deur. Een dikkerig mevrouwtje probeerde voor me te dringen terwijl ze riep dat ze "All the way from New York" was gekomen om "Braaaad" te zien. Ik vond van Den Helder helemaal naar Den Haag ver genoeg om haar terug te duwen. Kijven deed ze. Vreselijk. Binnen speelde Mehldau twee sets. De bedoeling was dat je dan na één set plaats maakte voor andere belangstellenden. We hebben ons diep in de stoelen weg laten zakken en ons heel stil gehouden, zodat we die tweede set ook nog konden zien. Zo mooi was het.
Even nog een waarschuwing. Mehldau speelt erg geconcentreerd, en dat zie je aan hem. Het ziet er soms een beetje geconstipeerd uit eigenlijk. Ik heb tijdens een concert eens naast zijn vrouw gezeten en die zei daar, nee, laat ook maar. Dan wordt het roddelen en je lijkt me niet iemand die daar mee bezig is.
Zoals veel "nieuwere" jazzmuzikanten mag Mehldau graag een popliedje coveren. Vandaag doen we "Riverman", oorspronkelijk van Nick Drake. Vrolijk is het niet. Mooi waarschijnlijk wel.
donderdag 26 juli 2012
De hamster meneer en de proefballon
"Zeg jongen. Maar waar kan ik dat ding nou kopen?".
"Sorry? Ah, goedemiddag. U bent er weer. Ik begon u al te missen".
"Na dat stukje dat je over me schreef dacht ik, ik kom even niet meer. Moest dat nou zo jongen? Hamster meneer? Dat zeg je toch niet?".
"Oh. Dat. Ja. Sorry. Vond u het erg vervelend? Het heeft anders wel geholpen geloof ik. Het woord uitleenfabriek heb ik daarna niet meer gelezen".
"Vervelend, och. Alleen die naam he. Ik noem jou toch ook niet "De man van de leukste vrouw ter wereld".
"Zo dan. U leest de bibliotheekblogjes dus nog steeds?".
"Daar kom ik juist voor jongen. Waar kan ik hem kopen?".
(...)
"Kijk nou niet zo appelig jongen. Die B-reader van jullie. Waar kan ik die krijgen?".
"Ach, de B-reader. Tja. Kijk. Weet u ...".
"Ha! daar had ik je mooi te pakken he jongen. Laat maar hoor. Ik zat je maar een beetje te stangen".
"Haha. Hahahaha. Goh. Leuk.".
"Niet zo flauw doen he. Je hoeft echt niet zo triesterig te kijken. Jullie hebben het over jezelf afgeroepen".
"Nou nou. Jullie. Jullie".
"Ja. Jullie. Die club van jullie. De VOB. Dat zijn jullie toch ook allemaal zelf?".
"Nou ja. Misschien. Goed. Het is een brancheorganisatie maar om nou meteen jullie te zeggen".
"Typisch bibliotheekhouding jongen. Als jullie iets leuk vinden zijn jullie één club maar zodra iemand het ergens niet mee eens is is het weer ieder voor zich".
"Heeft u nog leuke nieuwe dingen over hamsters gelezen de laatste tijd?"
"Niet afdwalen jongen. Bij de les blijven he. Blijven opletten. Ik ben toevallig wel zo'n klant die te bereiken is met een consequente, aansprekende propositie. Ha!"
(...)
"Je weet niet meer wat je moet zeggen he? Goh, anders ben je nooit zo mat".
(...)
"Nee, maar jongen. Nu weer even serieus. Kijk. Ik volg het allemaal met veel belangstelling hoor. En het heeft natuurlijk ook best een heel hoge amusementswaarde, dat gekrakeel rond die B-reader. Buiten is het warm en op het beeldscherm is het gezellig enzo. Maar echt, hoe werkt dat bij jullie?".
(...)
"Je weet het zelf niet he? Als ik het allemaal een beetje gevolgd heb was er dus eerst een concept nota. Die nota is behandeld, aangenomen maar hij was misschien ook wat, tja, mat. Niet inspirerend zeggen jullie dan geloof ik. Dus de taal moest wat worden opgeinspireerd worden zeg maar".
"Opgeinspireerd is geen mooi woord. Het is niet eens een echt woord".
"Nee, consequente, aansprekende propositie, dat is een mooie zin".
(...)
"En weer stil. Goed zo. Dus die nota is vastgesteld. Werd herschreven. Herlezen, opgemaakt, dat soort dingen. En toen zette iemand hem online. En plof, de B-reader was geboren".
"Zoiets ja".
"Maar jongen. Is dat niet een beetje raar? Dat er opeens een ding in een tekst wordt gezet waarvan niemand nog iets wist, waarover in die eerdere concepttekst met geen woord gesproken wordt? En, als ik het allemaal goed begrijp weet ook nog niemand wat het ding precies is. Want dat gaan jullie nog verzinnen. Er is nog helemaal geen B-reader. En dat staat nog in de krant ook!".
"In de krant?"
"Ja. Jullie strategienota heeft het Financieel Dagblad al gehaald. Nou, dan weet je, dan duurt het nog maar even of de reageerders van De Telegraaf storten zich op je".
"Dat zal toch niet?".
"Nou, daar zijn ze anders nogal van "En dat van mijn belastingcenten" en je kunt je afvragen of je met gemeenschapsgeld nog een eReader variant moet laten ontwikkelen. Met of zonder kek logo".
"He. U bekijkt het allemaal wel van de donkere kant he?"
"Donker? Donker? Niks donker. Ik ben juist reuze zonnig gehumeurd. Ik heb er zin in. Gaan jullie maar fijn brainstormen over die B-reader. Dat gaat maanden duren. En, ik ken jullie zo langzamerhand een beetje, jullie gaan het niet eens worden. En het internet zal er weer vol van staan. Dus nee, donker, juist niet. Als jullie nog een tijdje zo gezellig langs elkaar heen blijven kletsen zie ik nog wel een reality soap opduiken "Oh Oh B-Bibliotheek" of zo".
"Ha. Leuk. Lachen".
"Oh wat zijn we chagrijnig. Vrolijk eens een beetje op zeg. Jullie doen het allemaal zelf hoor".
"Stopt u nou toch eens met dat ge-jullie".
"Och, nou dan blijf je maar zo kijken. Maar, ik ga hoor. Ik moet weer achter de pc. Er kan immers zo weer een proefballon van jullie voorbij komen waaien".
"Sorry? Ah, goedemiddag. U bent er weer. Ik begon u al te missen".
"Na dat stukje dat je over me schreef dacht ik, ik kom even niet meer. Moest dat nou zo jongen? Hamster meneer? Dat zeg je toch niet?".
"Oh. Dat. Ja. Sorry. Vond u het erg vervelend? Het heeft anders wel geholpen geloof ik. Het woord uitleenfabriek heb ik daarna niet meer gelezen".
"Vervelend, och. Alleen die naam he. Ik noem jou toch ook niet "De man van de leukste vrouw ter wereld".
"Zo dan. U leest de bibliotheekblogjes dus nog steeds?".
"Daar kom ik juist voor jongen. Waar kan ik hem kopen?".
(...)
"Kijk nou niet zo appelig jongen. Die B-reader van jullie. Waar kan ik die krijgen?".
"Ach, de B-reader. Tja. Kijk. Weet u ...".
"Ha! daar had ik je mooi te pakken he jongen. Laat maar hoor. Ik zat je maar een beetje te stangen".
"Haha. Hahahaha. Goh. Leuk.".
"Niet zo flauw doen he. Je hoeft echt niet zo triesterig te kijken. Jullie hebben het over jezelf afgeroepen".
"Nou nou. Jullie. Jullie".
"Ja. Jullie. Die club van jullie. De VOB. Dat zijn jullie toch ook allemaal zelf?".
"Nou ja. Misschien. Goed. Het is een brancheorganisatie maar om nou meteen jullie te zeggen".
"Typisch bibliotheekhouding jongen. Als jullie iets leuk vinden zijn jullie één club maar zodra iemand het ergens niet mee eens is is het weer ieder voor zich".
"Heeft u nog leuke nieuwe dingen over hamsters gelezen de laatste tijd?"
"Niet afdwalen jongen. Bij de les blijven he. Blijven opletten. Ik ben toevallig wel zo'n klant die te bereiken is met een consequente, aansprekende propositie. Ha!"
(...)
"Je weet niet meer wat je moet zeggen he? Goh, anders ben je nooit zo mat".
(...)
"Nee, maar jongen. Nu weer even serieus. Kijk. Ik volg het allemaal met veel belangstelling hoor. En het heeft natuurlijk ook best een heel hoge amusementswaarde, dat gekrakeel rond die B-reader. Buiten is het warm en op het beeldscherm is het gezellig enzo. Maar echt, hoe werkt dat bij jullie?".
(...)
"Je weet het zelf niet he? Als ik het allemaal een beetje gevolgd heb was er dus eerst een concept nota. Die nota is behandeld, aangenomen maar hij was misschien ook wat, tja, mat. Niet inspirerend zeggen jullie dan geloof ik. Dus de taal moest wat worden opgeinspireerd worden zeg maar".
"Opgeinspireerd is geen mooi woord. Het is niet eens een echt woord".
"Nee, consequente, aansprekende propositie, dat is een mooie zin".
(...)
"En weer stil. Goed zo. Dus die nota is vastgesteld. Werd herschreven. Herlezen, opgemaakt, dat soort dingen. En toen zette iemand hem online. En plof, de B-reader was geboren".
"Zoiets ja".
"Maar jongen. Is dat niet een beetje raar? Dat er opeens een ding in een tekst wordt gezet waarvan niemand nog iets wist, waarover in die eerdere concepttekst met geen woord gesproken wordt? En, als ik het allemaal goed begrijp weet ook nog niemand wat het ding precies is. Want dat gaan jullie nog verzinnen. Er is nog helemaal geen B-reader. En dat staat nog in de krant ook!".
"In de krant?"
"Ja. Jullie strategienota heeft het Financieel Dagblad al gehaald. Nou, dan weet je, dan duurt het nog maar even of de reageerders van De Telegraaf storten zich op je".
"Dat zal toch niet?".
"Nou, daar zijn ze anders nogal van "En dat van mijn belastingcenten" en je kunt je afvragen of je met gemeenschapsgeld nog een eReader variant moet laten ontwikkelen. Met of zonder kek logo".
"He. U bekijkt het allemaal wel van de donkere kant he?"
"Donker? Donker? Niks donker. Ik ben juist reuze zonnig gehumeurd. Ik heb er zin in. Gaan jullie maar fijn brainstormen over die B-reader. Dat gaat maanden duren. En, ik ken jullie zo langzamerhand een beetje, jullie gaan het niet eens worden. En het internet zal er weer vol van staan. Dus nee, donker, juist niet. Als jullie nog een tijdje zo gezellig langs elkaar heen blijven kletsen zie ik nog wel een reality soap opduiken "Oh Oh B-Bibliotheek" of zo".
"Ha. Leuk. Lachen".
"Oh wat zijn we chagrijnig. Vrolijk eens een beetje op zeg. Jullie doen het allemaal zelf hoor".
"Stopt u nou toch eens met dat ge-jullie".
"Och, nou dan blijf je maar zo kijken. Maar, ik ga hoor. Ik moet weer achter de pc. Er kan immers zo weer een proefballon van jullie voorbij komen waaien".
woensdag 25 juli 2012
Wel/niet (met polluitslag)
Ook hier thuis waren de meningen verdeeld.
De leukste vrouw ter wereld was tegen. "Nou vind je dat bloggen net weer een beetje leuk en dan ga je het aan je werk koppelen. Geen goed idee Ton. Zo komt dat Witte Ding ook niet af. En trouwens, wanneer ga je dan die stapels cd's eindelijk eens opruimen?".
Poes vond het juist weer een heel goed idee. Poes slaapt heerlijk op het getik van de toetsen van de laptop. Ook omdat er dan geen muziek aan staat. De enige muziek die Poes leuk vindt is "4.33" van John Cage in een zo lang mogelijk durende uitvoering.
De vraag, of het dilemma of er iets met dit blog gedaan moest worden op de website van de bibliotheek Langedijk ontstond na een opmerking van Edwin (nog bedankt daarvoor Ed) en omdat ik er zelf niet uitkwam gooide ik de vraag maar in "de groep".
Het stukje, "Wel/niet (met poll)" werd veel gelezen, hoewel het wat betreft de klikdichtheid nog flink achterbleef bij een ijzersterke klassieker als "Kleuren met Keith". De lezers zouden de kleine zaal van Paradiso leuk vullen maar het Bimhuis zou er net niet mee uitverkopen.
66% zei "Ja".
34% zei "Nee".
Meer dan 90% van de lezers zei trouwens helemaal niks. Misschien had ik een derde optie toe moeten voegen. Iets als "Jongen, echt, beslis zelf eens iets".
Dus, consequent als ik soms kan zijn, gaan we iets doen met dit blog en de website van de bibliotheek. Wat weet ik nog niet precies maar daar komen we wel uit.
Ik heb nog steeds dezelfde vraagtekens bij dat "iets doen". Maar gelukkig suggereerde iemand de, in de bibliotheekwereld gebruikelijke oplossing, noem het een pilot. Dus noem ik het een pilot. Eindelijk heb ik ook eens een pilot.
Zo. Dat was het wel. Je kan er ook te lang over doorgaan.
En bovendien moet de was nog worden opgehangen.
dinsdag 24 juli 2012
Wat is in (...) een B-reader?
Wat maanden, of langer terug stond ik in een grote boekhandel. Hij hoorde bij een keten dacht ik. Het was niet druk en met wat moeite was het gesprek dat drie medewerkers achter hun deskje voerden redelijk te volgen. Het ging over een eReader, die ze verkochten in de winkel.
Kort samengevat kwam hun gesprek neer op iets als "Als zij (vul voor "zij" iets in als De Baas, De Bazen, Het Management of een meer omschrijvend woord) willen dat wij dat ding (vies gezicht trekkend) verkopen zullen ze toch met iets beters moeten komen want dit ding is gewoon ontzettend (vul hier een drieletterig woord in)".
Ik moest even denken aan die medewerkers toen ik hoorde over de B-reader die "we" als bibliotheken aan gaan bieden aan het Nederlandse volk.
De B-reader komt voor in de nieuw branchestrategie voor het bibliotheekwerk. Die staat online. Ik verzin het niet zelf. Hier even het stukje tekst, over die reader.
"Sterke merken zijn in staat om hun klanten individueel te raken in hun interesses en behoeften. De Bibliotheek is overal waar haar klanten zijn en sluit aan bij communities of interest, online en offline. De landelijke merkidentiteit van de Bibliotheek biedt kansen om (potentële) klanten te bereiken met een consequente, aansprekende propositie. Wij kiezen voor diensten en marketing die dicht op de huid komen van de klant. In goed overleg met de Nederlandse uitgeefwereld en in samenwerking met een toonaangevende producent van consumentenelectronica komt de Bibliotheek met de B-reader. Deze e-reader draagt ons beeldmerkt en biedt leden allerleid voordelen (korting op aanschafprijs e-reader, voorgeladen collectie e-books, toegang tot primeurs). Hieraan gekoppeld zetten we nieuwe abonnementsvormen in de markt."
Wat is in hemelsnaam een B-reader? Is het een eReader maar dan anders? En als het een eReader is waarom krijg je er dan korting mee op de aanschaf van een eReader? Die heb je dan toch al? En als het geen eReader is, wat is het dan wel? En waarom gaan bibliotheken eigenlijk in hardware doen? Als een B-reader natuurlijk hardware is.
Waar gaat het eigenlijk over? En waarom staat dat er niet gewoon bij dan?
En wie verzint er trouwens taal als "De landelijke merkidentiteit van de Bibliotheek biedt kansen om (potentële) klanten te bereiken met een consequente, aansprekende propositie". En waarom laat je dat dan staan als je dat herleest?
Als iemand het weet kan hij/zij het dan gauw komen vertellen? Ik zie namelijk de eerste ongeruste medewerkers alweer samendrommen voor m'n deur met vragen over het zit met de B-reader. En wat ze moeten doen als de voeding kapot gaat, of als een klant hem wil komen ruilen zonder bonnetje, en in welke kleuren hij gemaakt gaat worden, en of we dan ook cadeaupapier in gaan kopen, en strikjes.
Het zou wel fijn zijn als ik hen een antwoord kon geven. Of dat ik hun gewoon kan vertellen dat die hele B-reader een zomers grapje is. Maar iets laten weten lijkt me handig, anders worden er straks achter bibliotheekdeskjes net zulke gesprekken gevoerd als in die boekhandel met die vies kijkende medewerkers.
Met dank aan Edwin, van wiens blog ik het plaatje en het citaat plukte.
Kort samengevat kwam hun gesprek neer op iets als "Als zij (vul voor "zij" iets in als De Baas, De Bazen, Het Management of een meer omschrijvend woord) willen dat wij dat ding (vies gezicht trekkend) verkopen zullen ze toch met iets beters moeten komen want dit ding is gewoon ontzettend (vul hier een drieletterig woord in)".
Ik moest even denken aan die medewerkers toen ik hoorde over de B-reader die "we" als bibliotheken aan gaan bieden aan het Nederlandse volk.
De B-reader komt voor in de nieuw branchestrategie voor het bibliotheekwerk. Die staat online. Ik verzin het niet zelf. Hier even het stukje tekst, over die reader.
"Sterke merken zijn in staat om hun klanten individueel te raken in hun interesses en behoeften. De Bibliotheek is overal waar haar klanten zijn en sluit aan bij communities of interest, online en offline. De landelijke merkidentiteit van de Bibliotheek biedt kansen om (potentële) klanten te bereiken met een consequente, aansprekende propositie. Wij kiezen voor diensten en marketing die dicht op de huid komen van de klant. In goed overleg met de Nederlandse uitgeefwereld en in samenwerking met een toonaangevende producent van consumentenelectronica komt de Bibliotheek met de B-reader. Deze e-reader draagt ons beeldmerkt en biedt leden allerleid voordelen (korting op aanschafprijs e-reader, voorgeladen collectie e-books, toegang tot primeurs). Hieraan gekoppeld zetten we nieuwe abonnementsvormen in de markt."
Wat is in hemelsnaam een B-reader? Is het een eReader maar dan anders? En als het een eReader is waarom krijg je er dan korting mee op de aanschaf van een eReader? Die heb je dan toch al? En als het geen eReader is, wat is het dan wel? En waarom gaan bibliotheken eigenlijk in hardware doen? Als een B-reader natuurlijk hardware is.
Waar gaat het eigenlijk over? En waarom staat dat er niet gewoon bij dan?
En wie verzint er trouwens taal als "De landelijke merkidentiteit van de Bibliotheek biedt kansen om (potentële) klanten te bereiken met een consequente, aansprekende propositie". En waarom laat je dat dan staan als je dat herleest?
Als iemand het weet kan hij/zij het dan gauw komen vertellen? Ik zie namelijk de eerste ongeruste medewerkers alweer samendrommen voor m'n deur met vragen over het zit met de B-reader. En wat ze moeten doen als de voeding kapot gaat, of als een klant hem wil komen ruilen zonder bonnetje, en in welke kleuren hij gemaakt gaat worden, en of we dan ook cadeaupapier in gaan kopen, en strikjes.
Het zou wel fijn zijn als ik hen een antwoord kon geven. Of dat ik hun gewoon kan vertellen dat die hele B-reader een zomers grapje is. Maar iets laten weten lijkt me handig, anders worden er straks achter bibliotheekdeskjes net zulke gesprekken gevoerd als in die boekhandel met die vies kijkende medewerkers.
Met dank aan Edwin, van wiens blog ik het plaatje en het citaat plukte.
maandag 23 juli 2012
Jazz voor Hennie
Louis Armstrong, Duke Ellington, Charlie Parker, John Coltrane, Miles Davis. Grote namen van de jazz. En allemaal dood ook.
Gisteravond, tijdens de eerste aflevering van Zomergasten liet gast Hennie Vrienten een stukje Chet Baker zonder tanden zien. Na afloop werd er wat doorgeprutteld over hoe het toch zover had kunnen komen met die geniale jazztrompettist. De interviewer vroeg Vrienten of hij zelf iets had met jazz. Het antwoord was dacht ik een bedachtzame combinatie van "Nee, die boot heb ik gemist" en iets over een vriend die ouder was dan hijzelf (Vrienten is van 1948) en die het allemaal wel had meegemaakt.
Over jazz bestaan een aantal hardnekkige vooroordelen. Het zou moeilijke muziek zijn en, hoe kan het ook bijna anders, vroeger was alles beter of zelfs, jazz is iets van vroeger. Toen ik meneer Vrienten dat hoorde suggereren, dat van dat vroeger was ik wat teleurgesteld. Het leek me een slimme man die erg bezig was met muziek. En dat die dan zomaar een hele stroming aan zich voorbij liet gaan. Maar mijn opvoedkundige bibliothecarissenhartje ging er ook meteen sneller van kloppen.
Hier kon iemand geholpen, misschien zelfs wel gered worden.
Meneer Vrienten, Hennie, echt, het is nog niet te laat. Nadat Chet Baker in Amsterdam uit een raam kukelde is de jazz niet overleden. Er wordt nog steeds een hoop leuke, mooie, ontroerende en spannende jazz gemaakt. En die boot lijkt alleen maar gemist. Je hoeft alleen maar, net als die oermensen in je keuzefilm, een beetje door een laagje water te waden om er te komen.
Weet je, ik help je gewoon een beetje. Ik zet vanaf nu, zo soms gewoon een jazzmuziekje van de laatste tijd op dit blog. Van mensen die niet dood zijn. En die ook al hun tanden nog hebben. En dan probeer je het gewoon even. Misschien is het wat, misschien is het niks. Kijk maar.
We beginnen rustig. Met gewoon een leuk, misschien zelfs simpel deuntje van The Bad Plus. De mannen van dat trio spelen sinds 2000 met elkaar en zijn beroemd geworden door de ontregelende covers die ze spelen. Van Abba, Tears For Fears, Blondie, Nirvana, dat soort dingen.
Op hun laatste cd, Never Stop stond geen enkele cover maar wel het liedje van vandaag. Van dat liedje is geen officieel clipje maar wel een mooie opname vanuit het publiek. Vooral de drummer is mooi meneer Vrienten. Let op de drummer die met de blik van een driejarige achter "my fist drumkit" zo fijn zit te meppen.
Nou ja. Zie maar. Probeer het even. En als het niks is, gewoon zeggen hoor. Dan probeer ik de volgende keer iets heel anders.
donderdag 19 juli 2012
Wel/niet (met poll)
Nu heb ik nogal een korte attentiespanne dus terwijl de rest van de aanwezigen verder spraken over 7Dingen na de zomervakantie las ik "Scan en advies Bibliotheek Langedijk en sociale media" van Edwin.
Twitter, daar stonden zinnige dingen over. Bij de stukken over Facebook haakte ik mentaal wat af, maar dat kwam door mijn persoonlijke blinde vlek voor Facebook. Gelukkig zijn er anderen die Facebook wel snappen. Nee, best een goed advies, daar konden we wel wat mee.
Tot ik bij het eind kwam. "In het geval van Bibliotheek Langedijk is het weblog van directeur Ton de Kruyff ook een vermelding waard. Het is duidelijk dat Ton er bewust voor kiest om op persoonlijke titel te schrijven en waarschijnlijk bewust niet naar L.A.R.S laat verwijzen op de website. [...] Het zou mijns inziens een goede zet zijn om die bijdragen (of een selectie daaruit) ook op de website te plaatsen ...".
Zo heb je een leuk overleg. Zo heb je een dilemma.
Soms blog ik. Soms gaat dat over bibliotheken. Misschien is het zinnig om met het blog wat te doen voor de bibliotheek. Daar werk ik tenslotte. En ik vind het ook nog belangrijk werk
Maar ja, ik blog (als ik al blog) als ik vrij heb en, het kan schizofreen klinken, dan wil ik wel eens iets anders vinden dan wanneer ik werk.
Dus, als we het blog gaat gebruiken voor de bibliotheek, ga ik dan anders schrijven, of nog erger, anders denken?
Maar, misschien is het voor de mensen die hier komen ook wel weer leuk om iets meer te weten over die meneer die ze soms tegenkomen.
Maar misschien vinden ze het wel zinloos gebabbel. En dat van hun belastingcenten ook nog.
Maar ja, Edwin heeft er natuurlijk wel weer verstand van.
En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. En daar wordt het niet boeiender van.
Dus gaan we er op een andere manier proberen uit te komen.
Hieronder een poll. De vraag is duidelijk. Klik het één, of het ander aan. Meeste stemmen gelden, en als het gelijk eindigt gooi ik een muntje op.
Twitter, daar stonden zinnige dingen over. Bij de stukken over Facebook haakte ik mentaal wat af, maar dat kwam door mijn persoonlijke blinde vlek voor Facebook. Gelukkig zijn er anderen die Facebook wel snappen. Nee, best een goed advies, daar konden we wel wat mee.
Tot ik bij het eind kwam. "In het geval van Bibliotheek Langedijk is het weblog van directeur Ton de Kruyff ook een vermelding waard. Het is duidelijk dat Ton er bewust voor kiest om op persoonlijke titel te schrijven en waarschijnlijk bewust niet naar L.A.R.S laat verwijzen op de website. [...] Het zou mijns inziens een goede zet zijn om die bijdragen (of een selectie daaruit) ook op de website te plaatsen ...".
Zo heb je een leuk overleg. Zo heb je een dilemma.
Soms blog ik. Soms gaat dat over bibliotheken. Misschien is het zinnig om met het blog wat te doen voor de bibliotheek. Daar werk ik tenslotte. En ik vind het ook nog belangrijk werk
Maar ja, ik blog (als ik al blog) als ik vrij heb en, het kan schizofreen klinken, dan wil ik wel eens iets anders vinden dan wanneer ik werk.
Dus, als we het blog gaat gebruiken voor de bibliotheek, ga ik dan anders schrijven, of nog erger, anders denken?
Maar, misschien is het voor de mensen die hier komen ook wel weer leuk om iets meer te weten over die meneer die ze soms tegenkomen.
Maar misschien vinden ze het wel zinloos gebabbel. En dat van hun belastingcenten ook nog.
Maar ja, Edwin heeft er natuurlijk wel weer verstand van.
En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. En daar wordt het niet boeiender van.
Dus gaan we er op een andere manier proberen uit te komen.
Hieronder een poll. De vraag is duidelijk. Klik het één, of het ander aan. Meeste stemmen gelden, en als het gelijk eindigt gooi ik een muntje op.
maandag 9 juli 2012
Perfect #nsj dag 3
"Het was een Eric Dolphy dag. Nee, Dolphy speelde niet op het North Sea Jazz. Hij is nogal een tijdje dood he. Maar het was wel een Eric Dolphy dag. Hoezo? Vanwege een uitspraak die hij ooit deed. "When you hear music, after it's over, it's gone, in the air. You can never capture it again". Wat? Nee, de filmpjes staan nu bijna allemaal op YouTube. Of dat niet in tegenspraak is met die uitspraak? Nee, juist niet. Helemaal niet. Die filmpjes zijn een herinnering aan wat we zagen. Meer niet. Ze laten alleen maar een stukje zien. Maar ze laten niet zien hoe het was. Wat? Nee. Het zijn fragmenten. Maar ze laten de opbouw niet zien, of de volgorde op zo'n dag. Niet hoe de dag was, wie er om je heen stonden, wat je dacht toen je het zag, waar het was, wat je voelde. Die dingen. De dingen waar het ook om gaat, of juist om gaat."
"Nee. Het was een perfecte dag. Alles klopte, alles wat we zagen was mooi. Al is mooi ook een woord met inflatiemogelijkheden natuurlijk. Nee, ik heb helemaal niet zo'n zin om nou te zeggen wat er nu zo mooi was. Het was gewoon precies perfect. Geen idee of jij dat ook gevonden had. Iedereen heeft z'n eigen festival, z'n eigen beleving. Ja, The Bad Plus met Joshua Redman was precies goed. Redman kan nog wel eens doorzeuren op z'n saxofoon maar dat ging nu helemaal goed. En van Hiromi hadden we alleen maar eens gehoord. Als naam. Geen noot kenden we. Nee, we zaten ergens op de grond vooraan. De bassist hebben we alleen gezien bij het buigen aan het eind. Afgeladen vol zat die zaal. En we hadden tot gisteren nog nooit een noot van haar gehoord. Het is toch prachtig als iets dan heel goed blijkt te zijn."
"Wie? D'Angelo? We zagen 30 seconden, dat was genoeg. Nee, we zijn al om half tien naar huis gegaan. Het was goed, beter kon het niet worden. Nee, op Maceo hebben we niet gewacht. Misschien was het best leuk geweest hoor maar het hoefde niet meer. Het had niet echt gepast, zo'n optreden waarvan van te voren al vast staat dat het een feestje wordt. Het was goed, beter had het niet kunnen worden. Wat? Gut, dat weet ik toch niet. Ik tik gewoon wat letters voor mezelf. Of jij het leuk had gevonden? Ik heb echt geen idee. Probeer het gewoon volgend jaar zelf eens. Misschien verbaas je jezelf over wat je allemaal mooi blijkt te kunnen vinden. En anders kun je altijd nog oesters gaan eten."
zondag 8 juli 2012
"Kijk, jonge eendjes" #nsj dag 2
Ergens iets voor ons stond een lid van de regering. Net als hij keken we naar de blues bigband van David Murray waar Macy Gray bij zou komen zingen. Hij had het net naar z'n zin. Zouden die meneren om hem heen nu vrienden zijn of bewakers?
Naast ons stond een meisje al een tijd lang tegen haar vriend aan te praten. "... en dan weet ik het gewoon niet zeker ...". En "... en als je dan zo doet dan laat ik je gewoon even ....". En ook van "... snap je dat dan niet?". De jongen zei niet veel, af en toe streelde hij haar hals. En dan ging zij weer verder met het gesprek dat ze met hem voerde.
Achter ons stond een lollige jongen, "Joh meneer Murray, schiet toch eens op met dat getoeter. We komen voor Macy Gray".
Wij kenden Macy Gray niet zo. Maar ze zong iets later een leuk lied over psychopaten. En terwijl het meisje verder sprak tegen de jongen die nu haar vriend nog was daagde er begrip voor de psychopaat.
De tweede dag van het North Sea Jazz Festival. De serieuze dag. En de dag waarop we ons afvroegen "Wat doen al die andere mensen hier eigenlijk?" en "Als er zo'n 25.000 mensen hier zijn voor de muziek, waarom zitten er dan permanent zo'n 15.000 te eten?".
Het was druk en omdat het later op de avond begon te hozen werd het binnen alleen nog maar drukker. Een deel van de mensen, wij waarschijnlijk ook, kreeg die typische, wat glazige tegen de vermoeidheid aanhangende festivalblik. Waar zijn we nu en waar moeten we hierna eigenlijk heen?
Het eerste groepje was meteen het leukst. Tin Men and The Telephone. Nederlands bandje. Ergens iets verderop in de rij zat de moeder van één van de drie leden. Ze was 's ochtends vroeg speciaal voor dit optreden uit Frankrijk overgevlogen. Je kind op North Sea Jazz zien optreden is nu eenmaal iets bijzonders. Piano, bas en drum. Een traditionele bezetting waarbij je vaak hardop moest lachen. Het optreden werd onderbroken door telefonische boodschappen van de zangeres die te laat was, in de file stond of bij de verkeerde locatie. Het leukste lied van de dag was een gezellig, huppelend pianowijsje met samples van een TomTom. "Ga links, ga rechts, wat zei ik nou?, kijk, jonge eendjes, keer om, keer om, je luistert niet naar me, je moeder zei al dat je nooit luisterde".
Ik heb niet gezien of de moeder op de eerste rij bij die zin knikkend moest glimlachen.
Ook nog gezien. De heel erg grote stads jazz van Rudder. Afrikaanse trancedance van Seun Kuti (de zoon van Fela). Tigran Hamasyan, die we eerder zagen en over wie we altijd spreken als "de pianist die zichzelf kan laten opstijgen". Scandinavische jazz met een vibrafoon van Herd en de niet te overziene of te doorgronden notenbrij van Rez Abbisi. Van dat laatste begreep ik weinig, maar dat is ook een beetje de bedoeling van zo'n festival denk ik, dat je soms dingen ziet waar je geen enkel mentaal touw aan kunt vast knopen.
Straks eens kijken wat dag drie gaat doen.
zaterdag 7 juli 2012
"Who's grumpy?" #nsj dag 1
"Wat? Nee, dat is Annet die doet nog een even Chic zingen. He? Poemmepoemidoem poem Chic Chic! Ja dat liedje ja. Nee, de bassist niet, die is al dood. Nile Rodgers, de gitarist was er. Nee, de rest van de band kon zo uit het orkestje van de Love Boat weggelopen zijn."
"In Vlaardingen. Net. Volgens mij is de snelweg naast het hotel de gemeentegrens. Nee, daar hoor je niks van. Ja een beetje continue brom op de achtergrond, maar dat is in Den Helder ook zo."
"Leuk hoor. Al is zo'n eerste NSJ dag altijd een beetje wennen. Hopen mensen die van her naar der lopen. En als je vijf minuten binnen bent struikel je al over de strakgepakte mannen en hooggehakte mevrouwen met een glas champagne in de hand. Sorry? Nee, die blijven volgens mij zo'n beetje de hele avond staan kletsen bij zo'n bar. Geen idee. Misschien hebben ze gratis kaarten en doen ze fijn netwerken."
"Wat we het eerste deden? Een stempel halen om de hele avond te mogen plassen. Nee, dat doen we altijd. Anders sta je eeuwig in de rij achter mensen die staan te overwegen of ze ook zo'n stempel willen of dat ze per plasbeurt willen betalen. Nee, echt. Die heb je. Ik hoorde een meneer hardop inschatten hoevaak hij zou gaan plassen en of dat dan minder zou kosten als hij per keer zou betalen. Ja. Ook de welgestelde jazzfan moet op de kleintjes letten."
"Dafnis Prieto Proverb Trio, die zagen we het eerst. Nee, geen idee. We kenden het niet. Het begon een beetje vaag met wat gedrum en gepiel op een keyboard maar na een tijdje werd het erg goed. Toen een prachtig grote en zeer omvangrijke zangmeneer mee ging doen. Wat een stem had die. Daar moeten we later thuis nog eens naar luisteren."
Toen naar John Hiatt. Nee, daar is niet veel aan maar die speelde in dezelfde zaal als Van en zo konden we daar al vast fijn heel erg vooraan gaan staan. Murmelen? Waar stond dat? Ergens op Nu.nl? Waanzin. Ja, Van gaat natuurlijk niet over zo'n podium lopen huppelen en van "Is everbody happy?" lopen roepen. Man, wat was dat goed. Zo geconcentreerd, helemaal daar, helemaal in z'n liedjes. Wat? Nee, van alles. Wat bekende liedjes, een paar bluesjes. Bye bye blackbird. Hij dacht waarschijnlijk "Het is een jazzfestival, nou dan krijg je jazz". Hij was helemaal niet nukkig. Hij had er zin in. Er kwam zelfs iemand zeggen dat hij wel zo moest stoppen, dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Stond hij een beetje half op z'n horloge te kijken. Had ik al gezegd dat het echt heel goed was? Een mooie "It's all in the game" en dan fijn in een mantra door met "No plan B". Dat hij blijft hangen in z'n eigen liedje, nog een herhaling, en dan nog één. Mooi, ontroerend mooi. Je zou er zo van in tranen kunnen raken. He? Nee, de band is een beetje bang van hem denk ik. In een lied speelde de bassist op een staande bas. tegen het eind liep meneer Morrison naar hem toe. De bassist knikte, liet de grote bas bijna uit z'n handen vallen om daarna vlug een elektrische om te doen. Toen zag Van dat het goed was."
"Nee. Dat was een beetje het probleem. Daarna zaten we een beetje te kijken van "we kunnen wel naar huis nu, hier komt niks overheen vanavond". We zagen Kamilya Jubran en Werner Hassler in een klein zaaltje. Mooi, zij zong Arabische teksten, hij deed dingen met een trompet en geluidjes. Indrukwekkend, stil, je durfde bijna niet te klappen. Echte jazz? We zagen Joe Lovano en Dave Douglas. Leuk. Maar we kwamen er niet echt in. Zij volgens mij ook niet. Beetje rommelig en dan weer even heel goed en dan, hup, was het weer weg."
"Nee, dat was echt bagger. Spectrum Road met Jack Bruce. de hele zaal was afgeladen vol. En binnen anderhalve minuut waren er al 50 mensen vertrokken. Eindeloos heftig pielen op een gitaar en legende Bruce stond wat op z'n bas te meppen. Nee, best grappig zo'n bak herrie maar een speedmetal bandje in een oefenruimte klinkt beter."
"Ja. Chic is onbenullig. Maar dat gitaartje is natuurlijk wel erg mooi. Dat gaat maar door. Joh, die zaal leek wel één groot klassenfeest van vroeger. Iedereen deed z'n disco jeugd over. Keurige volwassen mannen deden van "Oeh Oeh" en dan hun handjes precies op tijd omhoog. Nee, ze dansten niet echt. Hun vrouwen/vriendinnen wel, de mannen stonden vrij stil. Nee, ik doe nooit van "Oeh Oeh" op de maat he. Nee, het was gewoon best leuk. En eigenlijk was zo'n afsluiter ook wel goed. anders hadden we nu nog steeds zwaar onder de indruk van Van Morrison hier gezeten. Nu kunnen we vanmiddag gewoon weer met frisse blik gaan kijken. We gaan straks eerst weer even slapen en dan weer daarheen. Vandaag is de serieuze dag geloof ik. Nou ja, we kijken straks wel op het schema. Nee, de filmpjes komen maandag wel. Er is hier wel wifi maar het schiet allemaal niet zo op. Ja. Jij ook nog een fijne "Oeh Oeh" he."
vrijdag 6 juli 2012
Het schema #nsj
"Toch heb ik het idee dat we wat vergeten".
"Vergeten? Wat dan? De tafel ligt vol zooi".
"Ja, maar toch. Ik heb het idee dat we wat missen".
"Och kom. Kijk nou. Alles ligt klaar. De uitgeprinte toegangskaarten voor vandaag, zaterdag en zondag, de parkeertickets, de hotelreservering, fototoestellen, telefoons, reservebaterijen, opladers, de laptop, externe harde schijf, het stekkerblok voor als het hotel weer eens niet genoeg stopcontacten heeft, bankpasjes, kleren. Mist er een tandenborstel misschien?".
"Nee, nee dat is het niet. Het is iets anders".
(...)
"Ach. Natuurlijk. Stom. Het schema. Dat mist er nog. Wat we gaan kijken".
"Nou. Ik heb anders wel een schema. Jij zou er nog naar kijken zei je. Maar dat zeg je elk jaar".
"Ja hoor eens. Ik heb wel wat anders te doen hoor. Dat jij nou al die suffe namen na gaat zoeken".
"Maar ik heb dus wel een schema".
"Als je maar niet denkt dat we drie dagen lang alleen maar naar van die irritante plonke plonke piep muziek gaan luisteren he. We gaan ook naar leuke dingen kijken".
"Als die in het schema passen".
"Dan maken we toch een nieuw schema?".
"Maar we moeten zo al weg. Er is altijd een file op weg naar Rotterdam".
"Het is nog geen half tien Ton. Het begint pas om vijf uur".
(...)
"Nou. Hehe. Zie je nou. Was dat nou zo moeilijk? In tien minuten was het klaar".
"Nou, klaar?".
"Best wel toch? We weten nu zeker dat we naar Van Morrison gaan kijken".
"Dat wisten we al. Dat was het enige dat we zeker wisten".
"Ok. Dat is waar. Maar nu weten we ook ongeveer wat we nog meer gaan zien".
"Met ongeveer bedoel je die hele lijst?".
"Is het zoveel dan?"
"Och, zal ik het eens oplezen?".
"Dafnis Prieto Proverb Trio, Van Morrison, James Carter Organ Trio, Kamily Jubran & Werner Hassler, Joe Lovano Dave Douglas Quintet, Chic, Tin Men & The Telephone, Seun Kuti & Egypt 80, Rudder, Tigran Hamasyan, Rez Abbasi, Herd, David Murray en Macy Gray, Betty Wright, Christian Scott, Vijay Iyer, Joshua Redman & The Bad Plus, Neil Cowley, Jim Hall, Hiromi, Fatoumata Diawara, Wayne Shorter, Maceo Parker, Benjamin Herman".
"Nou, dat viel best mee. Goed gedaan van ons. Ik neem aan dat er ook nu weer een paar groepjes op staan die tegelijkertijd spelen, zodat we ze menselijker wijs niet eens kunnen zien spelen?".
"Zeker. En het schema houdt ook dit jaar weer geen rekening met die duizenden andere mensen die ook ergens naar toe op weg zijn en daardoor vreselijk in de weg lopen waardoor je ergens niet op tijd kunt zijn en buiten tanden knarsend moet gaan staan wachten".
"En er is ook geen tijd om in de rij te staan voor te toiletten, het eten en andere dingen".
"Nee, daar houden we nooit rekening mee".
"En hoeveel mensen uit dat schema kennen we eigenlijk?".
"Van een stuk of vier of vijf ligt hier ergens een cd. En jij hebt die mevrouw Diawara nog op een stickje".
"Zo, dus we gaan dit jaar voor commercieel en toegankelijk".
"Gut wat grappig. Schiet nou maar op. We moeten de poes nog naar mijn moeder brengen".
"Haast, haast, haast. Altijd hetzelfde. We gaan niet de hele tijd lopen hollen hoor. Altijd dat gedoe van jou met vooraan willen staan. Het is maar een jazzfestival hoor".
"..."
"Nee, zeg inderdaad maar niks. Het is al goed. We gaan al".
"Vergeten? Wat dan? De tafel ligt vol zooi".
"Ja, maar toch. Ik heb het idee dat we wat missen".
"Och kom. Kijk nou. Alles ligt klaar. De uitgeprinte toegangskaarten voor vandaag, zaterdag en zondag, de parkeertickets, de hotelreservering, fototoestellen, telefoons, reservebaterijen, opladers, de laptop, externe harde schijf, het stekkerblok voor als het hotel weer eens niet genoeg stopcontacten heeft, bankpasjes, kleren. Mist er een tandenborstel misschien?".
"Nee, nee dat is het niet. Het is iets anders".
(...)
"Ach. Natuurlijk. Stom. Het schema. Dat mist er nog. Wat we gaan kijken".
"Nou. Ik heb anders wel een schema. Jij zou er nog naar kijken zei je. Maar dat zeg je elk jaar".
"Ja hoor eens. Ik heb wel wat anders te doen hoor. Dat jij nou al die suffe namen na gaat zoeken".
"Maar ik heb dus wel een schema".
"Als je maar niet denkt dat we drie dagen lang alleen maar naar van die irritante plonke plonke piep muziek gaan luisteren he. We gaan ook naar leuke dingen kijken".
"Als die in het schema passen".
"Dan maken we toch een nieuw schema?".
"Maar we moeten zo al weg. Er is altijd een file op weg naar Rotterdam".
"Het is nog geen half tien Ton. Het begint pas om vijf uur".
(...)
"Nou. Hehe. Zie je nou. Was dat nou zo moeilijk? In tien minuten was het klaar".
"Nou, klaar?".
"Best wel toch? We weten nu zeker dat we naar Van Morrison gaan kijken".
"Dat wisten we al. Dat was het enige dat we zeker wisten".
"Ok. Dat is waar. Maar nu weten we ook ongeveer wat we nog meer gaan zien".
"Met ongeveer bedoel je die hele lijst?".
"Is het zoveel dan?"
"Och, zal ik het eens oplezen?".
"Dafnis Prieto Proverb Trio, Van Morrison, James Carter Organ Trio, Kamily Jubran & Werner Hassler, Joe Lovano Dave Douglas Quintet, Chic, Tin Men & The Telephone, Seun Kuti & Egypt 80, Rudder, Tigran Hamasyan, Rez Abbasi, Herd, David Murray en Macy Gray, Betty Wright, Christian Scott, Vijay Iyer, Joshua Redman & The Bad Plus, Neil Cowley, Jim Hall, Hiromi, Fatoumata Diawara, Wayne Shorter, Maceo Parker, Benjamin Herman".
"Nou, dat viel best mee. Goed gedaan van ons. Ik neem aan dat er ook nu weer een paar groepjes op staan die tegelijkertijd spelen, zodat we ze menselijker wijs niet eens kunnen zien spelen?".
"Zeker. En het schema houdt ook dit jaar weer geen rekening met die duizenden andere mensen die ook ergens naar toe op weg zijn en daardoor vreselijk in de weg lopen waardoor je ergens niet op tijd kunt zijn en buiten tanden knarsend moet gaan staan wachten".
"En er is ook geen tijd om in de rij te staan voor te toiletten, het eten en andere dingen".
"Nee, daar houden we nooit rekening mee".
"En hoeveel mensen uit dat schema kennen we eigenlijk?".
"Van een stuk of vier of vijf ligt hier ergens een cd. En jij hebt die mevrouw Diawara nog op een stickje".
"Zo, dus we gaan dit jaar voor commercieel en toegankelijk".
"Gut wat grappig. Schiet nou maar op. We moeten de poes nog naar mijn moeder brengen".
"Haast, haast, haast. Altijd hetzelfde. We gaan niet de hele tijd lopen hollen hoor. Altijd dat gedoe van jou met vooraan willen staan. Het is maar een jazzfestival hoor".
"..."
"Nee, zeg inderdaad maar niks. Het is al goed. We gaan al".
maandag 2 juli 2012
"Eerste pad scherp L en op de weg beneden R"
Het was zo'n drie kwartier na de eerste verkeerde beslissing. Na lang, en onnavolgbaar redeneren hadden we toen besloten dat waar de "Wandelgids Ardennen: Het noorden en oosten" stelde "volg de blauwe rechthoeken, niet de blauwe ruiten!" we juist wel de blauwe ruiten moesten volgen. Waarschijnlijk had een toeristenhater de blauwe rechthoeken verwijderd. Dat moest wel want die waren immers nergens te vinden.
Nadat we vastliepen in een ondoordringbaar en wat morsig bos bedachten we dat we toch maar terug moesten keren. Waarna we de blauwe rechthoeken wel vonden. Al bleek het niet te gaan om blauwe streepjes op duidelijk waarneembare stukjes wit plastic maar om een incidentele vaag blauwe veeg, waarschijnlijk aangebracht door een slechtziende meneer van 2 meter 50 die op zijn ooghoogte heel soms een kloddertje verf op een boom had gesmeerd. In 1930, want het blauw was nogal verkleurd.
Maar dat was drie kwartier geleden. Nu braken we ons het hoofd over de volgende zinnen, "Na 1300 m gaat de blauwe rechthoek markering bij een elektriciteitsmast scherp R, maar u RD (1). Einde van het volgen van de blauwe rechthoekmarkering. Op verharde 4-spr., 20 m. voor de voorrangsweg, schuin R en na 20 m.voorrangsweg RD oversteken. Waar de weg onverhard wordt niet L maar RD. Volg de rood-witte markering.".
Ik kan best aardig lezen. Maar van in taal uitgeschreven wandeltochten raak ik chronisch in de war. Ze zijn vaak precies op de vierkante centimeter maar vervolgens dien je het een paar kilometer lang zelf maar bij elkaar te improviseren. Waar niks op tegen is alleen blijf je die paar kilometer panisch zoeken naar aanwijzingen. Ooit legde een gidsje haast van boom tot boom uit hoe je tegen een berghelling op moest klauteren. Om, eenmaal boven iets te schrijven als "Wanneer je nu je ogen tot spleetjes knijpt zie je 10 kilometer verder tussen een hoop bomen een klein dorpje liggen. Loop daarheen, vermijd het ravijn en pak daar de bus. Oh, en trouwens,die bus gaat maar 1 maal per dag.".
De afgelopen week waren de leukste vrouw ter wereld en ik in Wallonië. Dat is, op een woestijn na, de beste plek om te zijn. De natuur lijkt er niet op een stadspark, je kunt er in een willekeurige supermarkt de mooiste bieren kopen en een deel van de bevolking ziet er uit alsof ze op een regenachtige zaterdagmiddag achter een kopje koud geworden koffie bij de HEMA zit.
De rood-witte markering hebben we na lang zoeken gevonden. Om 10 minuten later terecht te komen op een veld, omgeven door prikkeldraad met kamperende jongeren die ons verbaasd aankeken. De route was weer verdwenen. En dat bleef hij doen. Bij zo'n beetje elk keuzemoment was er twijfel, en maakten we een verkeerde keuze. Wat moet je ook met zinnen als "U steekt twee, binnen dertig meter van elkaar gelegen zijbeken over, ook wel als één zijbeek te beschouwen"?
Het was warm en vrolijk kiftend vonden we na wat uren in Lierneux de auto terug.Waar we het wandelboekje onder de achterbank hebben gepropt. Weggooien gaat me dan weer net te ver. Het blijft een boek.
In Lierneux was trouwens een bibliotheek, er was zelfs een wegwijzer die er naar toe wees. We zijn er niet naar gaan kijken maar mocht u iemand kennen die er de baas is, ik wil er graag gaan werken. Mijn kennis van het Frans is nogal afwezig maar daar bluf ik me wel doorheen, ik kan reuze goed verlopen wandelgidsen herkennen en afschrijven. En ik beloof dat ik, geheel vrijwillig alle wandelingen rond het dorp na zal gaan lopen en van de correcte bordjes en aanwijzingen zal gaan voorzien. Met duidelijke blauwe verf.
Abonneren op:
Posts (Atom)