Ik was me net een weg aan het banen door 'Stad in brand' van Garth Risk Hallberg. En ik schoot al lekker op. Zo af en toe verdwaalde ik nog wat in de cast of thousands die het boek bevolken maar ik had vat op het spinnenweb van plotlijnen. Dickens, ja Charles daar deed dit boek me aan denken, en aan Jay McInnerney, ouderwets en heel modern tegelijk. Daar moest ik iets van zeggen, straks, als ik het uit had en ik de gegevens voor Welkboek in zou gaan vullen.
En net toen ik een fijne eerste zin voor mijn impressie van het boek gevonden had hoorde ik van het stoppen van Welkboek.
Er was al een vooraankondiging van dit stoppen geweest. De Landelijke Inkoopcommissie moest het nog gaan beslissen maar er waren redenen. En zodra er redenen zijn, dan is het eind vaak nabij. Welkboek kostte teveel geld, afgemeten aan de hoeveelheid bezoekers/gebruikers (maar dat is weer een andere discussie) van de dienst. En misschien zou Welkboek wel succesvoller kunnen zijn als het een aparte website was, maar de KB wil juist af van aparte websites dus, ja, gut, tsjee, redenen dus.
En ik ben bevooroordeeld, dat weet ik ook wel. Een paar maal per jaar brengt de postbezorger een boek langs dat ik mag lezen voor Welkboek. Soms, in het geval van 'Stad in brand' dat iets van twee kilo weegt en meer dan 1000 bladzijdes dik is zorgt dat voor enig gezucht maar vrijwel altijd lees ik zo'n onbekend maakt onbemind boek met plezier uit. Daarna tik ik gegevens en ervaringen in en hoop dat er daarna een paar mensen 'mijn' boek, waar ze eerder nog nooit van hoorden gaan lezen. Omdat dat iets moois is van een bibliotheek, dat je dingen tegenkomt waar je nooit eerder van hoorde en die toch iets met je hoofd doen, met wat je vindt of denkt.
Dus ik ben bevooroordeeld.
En de redenen zullen ook allemaal best kloppen. Dat heb je vaak met redenen. Al zijn ze soms moeilijk te checken. Hoeveel Welkboek kost, en hoe die kosten zich verhouden tot andere dingen en daarna weer het gebruik van die dingen, ik heb geen idee. En iets met kosten achterhalen bij de KB is, mij in ieder geval tot nu toe nooit gelukt. En als het beleid is om geen aparte websites te willen, dan is dat beleid, zelf ben ik ook gek op beleid.
Maar, jammer vind ik het wel, Welkboek was een mooie dienst. Vond, vind ik dan. Echte mensen lezen boeken (vrijwillig, maar over vrijwilligers lopen de meningen ook al fors uiteen dus daar zeg ik maar niets over), voeren hun leesgegevens en ervaringen in, andere mensen ... nou ja, dat zei ik al. Mooi is het ontbreken van enig algoritme, echte mensen doen iets en er komt verder geen abstracte formule aan te pas. Al is dat misschien een weinig innovatieve, enigszins ouderwetse mening
Welkboek stopt, klaar. Zonde
Liedje. 'No religion' van de brombeer uit Belfast. Niet omdat het iets met Welkboek te maken heeft. Maar als je een beetje je best doet kun je tijdens het meezingen 'religion' redelijk op de maat vervangen door 'algorithm'*.
*Verdere filosofische overpeinzingen over de mogelijke overeenkomsten tussen 'religion' en 'algorithm' zijn geheel de verantwoordelijkheid van de lezer zelf.
woensdag 29 november 2017
woensdag 22 november 2017
Het telefoonwachtmuziekje van Probiblio
Eerst is er een piano. Blikkerig galmend. De man die piano speelt, het woord pianist gebruiken zou overdreven zijn, moet een dunne coltrui aan hebben en een jasje met van die opgenaaide beschermstukken op de ellebogen. Waarschijnlijk heeft hij een snor. Geen baard, hij is van ver voor de hipstertijd.
Na wat maten komen er violen. Geen echte maar van die dunne synthetische. De man in de coltrui hoeft er slechts afwezig voor op een knopje op de Casio "My first synthesizer" te drukken.
Er zijn belangrijkere dingen. Dat is de pest, er zijn altijd belangrijkere dingen. Maar er moet ook iemand oog hebben voor de pietlutdingen. Dat doe ik dan wel.
Probiblio heeft sinds een paar dagen een nieuwe telefooncentrale. Dat zorgde voor kortstondig onbereikbaarheidsleed. Maar dat is nu weer voorbij. Dat wel.
Nieuw is namelijk ook dat, wanneer je wordt doorverbonden je plots een telefoonwachtmuziekje in je oren geperst krijgt. Van de man in de dunne coltrui.
Toen ik het telefoonwachtmuziekje voor het eerst hoorde werd ik onmiddellijk teruggevoerd naar een lift in een enorme hotelkolos in Moskou, toen Rusland nog deed alsof het communistisch was. In die lift hoorde je ook van die onbestemde niksklanken. Terwijl je de koolsoep van het diner al kon ruiken.
Over smaak schijn je niet te kunnen twisten. Als dat al zo is dan denk ik dat je dat over wansmaak wel kunt. En het huidige telefoonwachtmuziekje van Probiblio is wansmaak. Pure, en tegelijkertijd onverdunde goedkope wansmaak.
Muziek zegt iets, net als een goedgeschreven zin. Muziek brengt een gevoel over. Wat mij ontgaat is waarom Probiblio op dit moment een bellende klant het gevoel wil geven dat hij/zij op een donkere, regenachtige avond in een uiterst matig en daardoor verder ook uitgestorven Chinees/Indisch restaurant in Slootdorp of Wieringenwerf terecht is gekomen. Want zo'n gevoel van beklemmende, eeuwig aanhoudende uitzichtloosheid overvalt me nu als ik in de wacht sta.
En dat kan toch geen van de marketerende mensen die in Hoofddorp werken een klantenbindende associatie vinden?
Moeiteloos zijn er leukere muziekjes te vinden dan de huidige, van de coltruimeneer. In twee tellen verzin je "Hanging on the telephone" van Blondie, "How come u don't call me anymore?" van Prince of "One phonecall" van Miles Davis. En als je heel creatief wilt zijn maak je een loopje van Ian Curtis die in "Dead souls" 'They keep calling me, keep on calling me' zingt.
Maar dan ga je dus toch over smaak twisten ben ik bang. En dat gaat, zeker in de bibliotheekbranche dan weer eeuwigdurend duren.
Dus is er maar één oplossing. Zet het telefoonwachtmuziekje uit. Alsjeblieft. Verlos mij, en de rest van de bellers van de naargeestige gedachtekronkels die er nu al wachtend dwingend opduiken. En als er om programmeertechnische redenen toch iets moet klinken, doe dan het enige wachtmuziekje dat geen pijn doet. Ik plak het vast hieronder.
Na wat maten komen er violen. Geen echte maar van die dunne synthetische. De man in de coltrui hoeft er slechts afwezig voor op een knopje op de Casio "My first synthesizer" te drukken.
Er zijn belangrijkere dingen. Dat is de pest, er zijn altijd belangrijkere dingen. Maar er moet ook iemand oog hebben voor de pietlutdingen. Dat doe ik dan wel.
Probiblio heeft sinds een paar dagen een nieuwe telefooncentrale. Dat zorgde voor kortstondig onbereikbaarheidsleed. Maar dat is nu weer voorbij. Dat wel.
Nieuw is namelijk ook dat, wanneer je wordt doorverbonden je plots een telefoonwachtmuziekje in je oren geperst krijgt. Van de man in de dunne coltrui.
Toen ik het telefoonwachtmuziekje voor het eerst hoorde werd ik onmiddellijk teruggevoerd naar een lift in een enorme hotelkolos in Moskou, toen Rusland nog deed alsof het communistisch was. In die lift hoorde je ook van die onbestemde niksklanken. Terwijl je de koolsoep van het diner al kon ruiken.
Over smaak schijn je niet te kunnen twisten. Als dat al zo is dan denk ik dat je dat over wansmaak wel kunt. En het huidige telefoonwachtmuziekje van Probiblio is wansmaak. Pure, en tegelijkertijd onverdunde goedkope wansmaak.
Muziek zegt iets, net als een goedgeschreven zin. Muziek brengt een gevoel over. Wat mij ontgaat is waarom Probiblio op dit moment een bellende klant het gevoel wil geven dat hij/zij op een donkere, regenachtige avond in een uiterst matig en daardoor verder ook uitgestorven Chinees/Indisch restaurant in Slootdorp of Wieringenwerf terecht is gekomen. Want zo'n gevoel van beklemmende, eeuwig aanhoudende uitzichtloosheid overvalt me nu als ik in de wacht sta.
En dat kan toch geen van de marketerende mensen die in Hoofddorp werken een klantenbindende associatie vinden?
Moeiteloos zijn er leukere muziekjes te vinden dan de huidige, van de coltruimeneer. In twee tellen verzin je "Hanging on the telephone" van Blondie, "How come u don't call me anymore?" van Prince of "One phonecall" van Miles Davis. En als je heel creatief wilt zijn maak je een loopje van Ian Curtis die in "Dead souls" 'They keep calling me, keep on calling me' zingt.
Maar dan ga je dus toch over smaak twisten ben ik bang. En dat gaat, zeker in de bibliotheekbranche dan weer eeuwigdurend duren.
Dus is er maar één oplossing. Zet het telefoonwachtmuziekje uit. Alsjeblieft. Verlos mij, en de rest van de bellers van de naargeestige gedachtekronkels die er nu al wachtend dwingend opduiken. En als er om programmeertechnische redenen toch iets moet klinken, doe dan het enige wachtmuziekje dat geen pijn doet. Ik plak het vast hieronder.
Abonneren op:
Posts (Atom)