zondag 27 februari 2022

Net iets anders, misschien.


Ik wilde je al eerder iets terugmailen maar vanmorgen kwam eerst Ivelin een dode boom omzagen. Met een snerpende motorzaag. Daar schrok poes Gijs zo van dat hij naar een naburige verwilderde tuin holde en het lang duurde voor we hem weer naar binnen konden kletsen. En daarna moest hij langdurig schootliggen om geheel tot rust te komen.

Maar nee, we maken ons geen zorgen over onszelf. Dat hoeft ook helemaal niet. Er zit nog een heel land tussen ons en Oekraïne. Toen het allemaal alleen nog maar spannend was hebben we wel eens half lachend opgezocht dat het van hier naar Odessa wat meer dan 700 km is. Later zagen we nog een stuk Oekraïne dat zuidelijker lag. Dat is iets meer dan 400 km van ons weg. Dus nee, de oorlog blijft hier wel weg. Of het moet helemaal uit de hand lopen maar dan maakt het weinig uit of je hier of in Nederland woont. Als de Russische fascist zo doordraait en op de rode knop drukt is het overal te dichtbij, en te laat.

En niemand wil dit land hebben. Er staat me bij (al kan ik het nu natuurlijk nergens terugvinden) dat tijdens het communisme een premier van Bulgarije of zo iemand serieus aan heeft geboden om Bulgarije op te laten gaan in de Sovjet Unie. Op het voorstel werd in Moskou niet enthousiast gereageerd. En zelfs nu, waar in het westen de bevolking groeit is het aantal inwoners hier in tien jaar met 800.000 afgenomen. Dus, al klinkt het hard zou je kunnen zeggen dat zelfs Bulgaren het land niet willen hebben.

Maar, en daar vroeg je nog naar. Misschien voelt de oorlog hier wel net iets anders. Misschien hoor. Natuurlijk zou elke waargenomen ellende op dezelfde manier over moeten komen en is elke oorlog even erg. Elke zinloze dode zou je op dezelfde manier moeten raken. Zou. Maar ik merk wel, voor mij in ieder geval, dat als ik weer eens een filmpje van een Russische tank in een Oekraïense dorp zie ik anders kijk dan ik in Nederland zou hebben gedaan. De huizen lijken op hier. De mensen, hoe ze eruit zien, hoe ze praten, de kale bomen, de resten sneeuw, de omgeving. Het lijkt. Er is verschil maar een veel kleiner verschil dan er was geweest als we nog in Den Helder hadden gezeten. Misschien zorgt dat voor een net ander gevoel. Misschien hoor. Ik weet het ook niet. Misschien zijn we allemaal wel net zo godsliederlijk boos en emotioneel om wat er gaande is.

Het wordt hier weer even winter. En dat terwijl er nog wel twee feestelijke dagen zijn deze week. Maar daar hoor je nog wel over, hoe ongepast het schrijven over feestelijke of zelfs maar gewone dingen nu soms ook lijkt.


maandag 21 februari 2022

Een opgraving op een steenworp


Vandaag is het plots even hoogzomer. En daarom liepen Annet en ik maar eens langs de Teletubbie heuvels vlak buiten het dorp om uit te komen bij "Kovachovets kale". Dat is een, volgens de bijschriften want veel weet ik er zelf niet van, de opgraving van een ommuurde  stad uit de laat romeinse tijd. 

Na een uurtje lopen (dorp uit, dan naar links over iets dat een romeinse weg zou zijn maar het lijkt verdacht veel op alle andere tractorpaden die hier zijn, weer naar links, voor Bulgaarse begrippen drukke weg oversteken en je bent er) kwamen we bij de verder uitgestorven opgraving. 

Wat verscholen onder een afdakje zaten drie mensen. Een mevrouw liep op ons toe en zei iets dat we nog niet geleerd hadden in het Bulgaars. Toen de conversatie niet op gang bleef komen belde ze met iemand die wel Engels sprak en die duidelijk maakte dat de toegang 1 lev ( 50 eurocent) was. Na betaling ging ze ons blijmoedig voor naar een informatiecentrum dat nog dicht was. De deuren gingen open, de lichten gingen aan en dat allemaal voor ons. Er waren wat potten, wat scherven en een mooie maar vooral erg enorme maquette.

Ondertussen vertelde de mevrouw in Bulgaars waar we maar delen van begrepen iets over wat we zagen. Ze stelde voor dat we elkaar de hersens in zouden slaan met een bijl en een zwaard en omdat we niet uit konden leggen dat we dat een wel heel kinderachtig idee vonden deden we maar gewoon mee. De mevrouw maakte er breed lachend een foto van. 

Daarna was ze een tijdje weg om te zoeken naar een heuse folder met informatie over bezienswaardigheden in de omgeving. We werden, nadat ze de folder had gevonden oprecht erg blij van haar vondst. Jaren terug vond Annet al eens een pdf van de folder in een krocht van het internet maar dit was de eerste keer dat we het ding in het echt zagen. 

Toen we naar de opgraving zelf slenterden kwam de mevrouw nog achter ons aan gehold. Ze had nog twee bijbehorende routedingetjes gevonden die bij de folder hoorde. Volledig verrast met al deze documentatie liepen we daarna heel toeristisch rond. 

Wat nog niet makkelijk was want het uit boomstammen gemaakte rondwandelweggetje, nou ja, de boomstammen waren niet echt gelijk, en zaten ook vaak best los. Omdat er verder niemand was zijn we maar van het voorgeschreven pad afgedwaald. 

We kuierden door de meest recente opgraving, die van het badhuis. We vonden een mooie gekleurde potscherf en omdat dit land gemaakt is van potscherven leek het ons niet dat iemand nu juist deze zou missen. Zoals bij de meeste opgravingen begreep ik nauwelijks wat ik zag maar het rondlopen alleen is al fantastisch. We kochten nog een boek over de opgraving. Bijna volledig in het Bulgaars maar ik gok dat het ook in een andere taal verpletterend saai zou zijn. 

En daarna liepen we weer terug naar huis.

De opgraving was leuk, de vriendelijke mevrouw fantastisch en de folder bleek, net als de eerder gevonden pdf uit 2013. Het was al met al alweer een prachtige dag.


maandag 14 februari 2022

Imate li tzip?

Ze knikte en zei "nee" (sommige Bulgaren knikken en bedoelen dan "nee", ze schudden hun hoofd van links naar rechts als ze "ja" bedoelen. Dat is geen dwarsigheid, zo hoort het gewoon. Je zou er aan kunnen wennen als tenminste iedereen het zo zou doen. Maar dat is dan weer niet zo. De linkerbuurvrouw knikt "ja" en bedoeld "ja", de rechterbuurvrouw bedoeld "nee" als ze "ja" knikt). Daarna kwam er nog een hoop taal waaruit we dachten op te maken dat we meer kans hadden in een portacabin die achter de markt zou staan.

Annet zocht een ritssluiting. Nu zijn er lastiger dingen om te zoeken, tenminste dat dachten we. Waar we ook waren, nergens kon je een ritssluiting kopen. Toen we door de winkelstraat van Popovo liepen kwamen we een klein wolwinkeltje tegen. Daar vroeg Annet "Imate li tzip?" (dat betekent "Heeft u een ritssluitng?". Tzip is ritssluiting, het lijkt best veel op het Engelse zip of zipper. Er zijn woorden in het Bulgaars die je bekend voorkomen. Een telivisor is een tv en lejkoplast is een pleister. Verband is dan weer bint dus het zijn maar sommige woorden die bekend klinken). Na de aanwijzingen van de wolwinkelmevrouw zochten we achter de markt. Daar stond een portacabin maar een mevrouw maakte duidelijk dat die dicht was. Of zoiets. Omdat ze nogal wonderlijk keek vroegen we niet verder. Teruglopend kwamen we langs iets waarvan we dachten dat het een naaiatelier was maar dat bleek een lijstenmaker te zijn.

Terug in de winkelstraat zagen we een ander wolwinkeltje. De vraag leverde nu een "nee" hoofd beweging met "nee" bedoeling op. Deze mevrouw legde, zo leek het, uit dat we verderop moesten kijken. Licht wanhopig, want hoe moeilijk kan het kopen van een ritssluiting zijn liepen we verder. In een winkel lagen twee poezen in de etalage. Toen we daar een tijdje naar hadden gekeken zagen we dat we voor een naaiatelier stonden. Op de "Imate li tzip?" werd bevestigend geantwoord maar, nee verkopen deed ze die dan weer niet. Wel liep ze mee naar buiten en wees in de richting vanwaar we net gekomen waren. Er was weer heel veel taal en in één van die zinnen viel "sin kola" op. Dat betekent "blauwe auto" (Een kola is een auto. Waarom autobus avtobus, autowasstraat avtomivka en garage avtocentur is en niet kolabus, kolamivka en kolacentur is ontgaat mij volledig. Cola is trouwens gewoon cola). Iets verderop stond een blauwe auto en die stond voor een onooglijk winkeltje. In het winkeltje, met de oppervlakte van een krappe bezemkast reageerde een vrolijk kijkende man verheugd op de bijna wanhopig gestelde "Imate li tzip?" vraag. Na wat gerommel vond hij een plastic zak met een enorm aantal ritsen. 

Hierna liepen we verheugd terug naar de auto. Op de muur van een bankgebouw zag ik een reliëf van Georgi Dimitrov. Dimitrov was ooit baas van de Komintern en daarna de eerste communistische dictator van Bulgarije, zijn bijnaam was Little Stalin.

Er is hier soms weinig waar je je niet over verbaasd. 

woensdag 9 februari 2022

Lenie is in Razgrad


"Nee joh, het was niet te harden. Alsof er allemaal kleine Marc Overmarsjes door de ironische boomgaard aan het hollen waren. Lalmiauwende katers die allemaal  dag en nacht op zoek waren naar dat ene krolse poesje. En dat poesje zat bij ons binnen. Ollie was een paar weken terug gecastreerd en Gijs, ach Gijs had zelfs voor z'n castratie al nauwelijks testosteron. Dus die twee snapten er niks van. Ollie zat voor het keukenraam met grote, verbaasde ogen naar al dat katerige gedrentel te kijken en Gijs, ach Gijs die zat gewoon tussen al dat katervolk een beetje naar een graspol te kijken. Dat doet hij graag. Soms besluipt hij Ollie als ze samen in de tuin zijn, dat sluipkruipt hij dichterbij en dan net voor het bespringen kan beginnen, voor hij "Whoa!" gaat roepen, dan ziet hij opeens een leuke graspol, ruikt eraan en is het hele besluipen en bespringen alweer vergeten. Gijs heeft al met al een nog kortere attentiespanne dan ik. Maar goed, waar was ik, o ja, die vunzige katers waren allemaal op zoek naar Lenie. Lenie is de zus van Gijs en de moeder van Ollie. Leuke poes al is ze de laatste maanden bloedchagrijnig. Altijd maar grauwen en snauwen. Maar, omdat het een tijd 's nachts best heel erg fris was mocht ze hier in de keuken slapen. En ze werd krols, en dat roken die katertjes dus allemaal. Dag en nacht dat keelachtige gejankmiauw. Je zou er zenuwachtig van worden. Maar in ieder geval, al die katergerelateerde aandacht zorgde ervoor dat we haar rap moesten laten steriliseren. Anders zitten we straks om de paar weken met nieuwe kittens. En katten zijn leuk maar niet in groepen van dertig. Ze is nu in Razgrad, een grote stad op een uurtje rijden. Er zijn wel dierenartsen dichterbij maar dan hadden we haar na de operatie mee naar huis moeten nemen en aangezien elke deur hier meteen op buiten uitkomt was dat voor haar herstellen niet bepaald handig. De dierenarts in Razgrad heeft ook een dierenhotel, zo noemt hij het. Aardige man, glimglanzende praktijk en hij sprak, godlof ook nog eens vloeiend Engels. Over een dag of vijf kunnen we haar weer ophalen. Hij belde na de operatie en alles was goed gegaan en mevrouw had het in het pension ook erg naar haar zin, deed aardig met andere poezen ook nog. Dat zou ze hier ook wel eens mogen doen".

"Of er nog ander poezennieuws is? Nou, Wim is er. Wim heette eerst Peter maar omdat de buurman uit Popovo Petar heet leek Wim toch een betere keuze. Wim lijkt hier een beetje gedumpt te zijn door zijn moeder. Wim is een maand of vijf, zes. Zwart. Leuk poesje, miauwt de hele dag door. Mensen vindt hij niks maar hij is stapelgekmesjogge van Ollie. Daar loopt hij de hele dag achteraan. Vanwege de nachtelijke kou heeft hij op de veranda, zo'n beetje op het modem een bedje gekregen. Daar slaapt hij. Als hij tenminste niet zit te miauwen voor de slaapkamerdeur. Want daar ligt Ollie en hij wil zo graag bij z'n vriendje zijn".

"Wat? Nee, we doen echt nog wel iets anders dan met katten bezig zijn. Echt. Heus. Wat? Nee, nu schiet me even niets te binnen maar de volgende keer, echt, de volgende keer heb ik het helemaal niet over poezen". 


woensdag 2 februari 2022

Sneeuwloopje

Vanmorgen sneeuwde het. Nu doet het dat hier wel vaker maar dit was de eerste keer dat de sneeuw iets van "ik ben wel echte sneeuw ja" over zich leek te hebben. 

Van het huis ben je zo aan de rand van het dorp. Daar loop je naar beneden, over een dijkje langs het meer en daarna weer een heuvel op. 



Eerst een stukje over het land. Maar als dat niet meer kan omdat een boer alles diep heeft omgeploegd is er nog een hobbelig landbouwpad.

Wanneer je dat uitloopt kom je op de weg die Palamartsa met Popovo verbindt. Er kwam een langzaam rijdende, eenzame auto voorbij.



Het stuk daarna heeft een paar mooie flauwe heuvels. Het zijn niet mijn favoriete heuvels, die liggen wat verder maar daar heeft een boer het hele pad weggeploegd. Maar, deze zijn ook mooi. Flauw buigend, hier en daar een boom en door de sneeuw kon je nauwelijks het verschil tussen land en lucht meer zien.

Daarna loop je terug langs een niet meer gebruikt irrigatiekanaaltje. Het kanaal komt uit in een groot leeg bassin met bijbehorend gebouw. Dat staat ook al leeg. Op de weg van Palamartsa naar Popovo die je weer over moet was de sneeuw ondertussen al tot prut gereden. 

Het sneeuwde nog maar nauwelijks op de heuvels die daarna kwamen. Grote percelen, alweer diep geploegd. Tegen het eind verdwijnt het landbouwpad maar als je het volgende veld schuin oversteekt en een bultje op een heuvel ver weg rechts van je houdt kom je precies bij een volgend landbouwpad uit. Dat gaat langs wat bomen en de kleine begraafplaats van Turkse Bulgaren. 

Pas in het dorp was er weer wat kleur te zien.

Eenmaal thuis had Annet vastgelegd dat Ollie ook in besneeuwde bomen kon klimmen. 

En nu dooit het alweer. Van wat sneeuw over zichzelf lijkt te zeggen moet je je dus ook niet al teveel aantrekken.

dinsdag 1 februari 2022

De rondleiding die geen rondleiding was


Het bureau van de eerste burgemeester stond er. En ik mocht er aan gaan zitten. Beter, ik was uit de toon gevallen als ik niet opgetogen was gaan zitten zodat het enthousiast voorgestelde fotomoment ook echt plaats kon vinden. Toen ik zat mocht ik zelfs een stempel zetten, op een kaart. Op de stempel stond 2020.

Vanmorgen kwam erg geen water uit de kraan. Terwijl het toch maar een paar graden had gevroren. Gestaalde woningbouwhuurders als we diep van binnen toch nog steeds zijn besloten we eerst maar even niets te doen. Nadat Annet via Facebook ontdekte dat ook anderen geen water hadden ademden we opgelucht uit. Het probleem lag niet bij ons maar elders. En aan elders konden we niets te doen.

In Popovo (stad op 10 km, 14.000 inwoners) zou een museum zijn over de lokale geschiedenis. Omdat we geen uren naar een kraan wilden kijken waar geen water uitkwam besloten we het museum maar eens te bezoeken.



Nadat Annet de deur van het museum opende zagen we helemaal niets. Diep donker was het, en tot op het bot koud. Uit een deur rechts kwam een man van een jaar of vijfentwintig die zich meteen verontschuldigde voor de rommelige stapels dozen in de hal. We zagen ze pas toen hij het licht aandeed. Na wat inleidende zinnen legde hij in redelijk goed Engels uit dat we of zelf rond konden kijken of dat hij een uitleg kon geven. We wilden graag zelf rondkijken en nadat hij dat idee een goed idee vond liep hij met ons mee naar de eerste verdieping. Niet om een rondleiding te geven maar dan was hij in de buurt als we wat wilden vragen.


Ik kan nu langdurig op gaan schrijven wat we allemaal zagen op de eerste, en enige verdieping van het museum. Maar geen lezer is geïnteresseerd in de geschiedenis van Popovo. Wij waren dat ook niet echt. Tot vanmorgen dan. Want hoewel we geen rondleiding kregen vertelde de museummeneer ronduit aanstekelijk over de geschiedenis van de stad. Een stad die we eerst maar een rommelige en vrij lelijke verzameling brakke oude en saaie nieuwe huizen en gebouwen vonden werd een stad van levendige verhalen.


Van een zompig en modderig dorp veranderde Popovo, nog het meest omdat het een treinstation kreeg waarmee goederen vervoerd konden worden, in een respectabele stad. We keken met veranderde ogen naar gebruiksvoorwerpen, hoorden over de eerste boekhandel, zagen oud speelgoed en keken naar beelden van de eerste treinen die in de stad aankwamen. 

De museummeneer bleek archeoloog. Elk jaar, in de zomer graaft hij hier in de omgeving. Hij en andere gravers vinden dan potten met Romeinse munten, prehistorische overblijfselen en heel erg soms een Thracisch graf. De grond zit hier vol met heel erg vroeger. Zijn enthousiasme was zo aanstekelijk dat we voortaan een metaaldetector meenemen als we gaan wandelen. Nou ja, dat doen we niet, het zijn onhandige dingen en met regelmaat komt de politie langs bij mensen met zo'n ding. Er verdwijnen namelijk nogal wat vondsten naar het buitenland. Maar we zouden het wat betreft aanstekelijkheid bijna doen.

Aan het eind van de rondleiding die geen rondleiding was mocht ik op een kaartje invullen wat er anders zou kunnen, of een tip of zo. "Niets meer aan veranderen" heb ik opgeschreven.

En toen we thuis waren kwam er weer water uit de kraan.