donderdag 31 maart 2022

Instapwinter

"Nee, vorige week stonden we hier nog met twee truien, een fleecejack en een dikke jas in de bijtend snijdend koude wind en nu plopt de bloesem overal tevoorschijn. [...] Nou, we waren best wel een beetje gespannen voor de winter die ging komen. We kenden de verhalen van meters sneeuw en de foto van een jaar of wat terug van een legervoertuig dat vanuit de stad brood naar de onbereikbare dorpen bracht was ik ook niet echt vergeten. We zaten best wel klaar met de sneeuwschep zeg maar. [...] Welnee, het viel denk ik best wel mee. En wij waren natuurlijk ook in Nederland geen echte winter meer gewend. Winter in Den Helder is één keer een paar uur sneeuw en dat was het dan weer. [...] December was hier voornamelijk nat en zompig. Alle straten in het dorp werden modderige glijbanen en het dorp lag tijdenlang in een wolk. Toen vond ik er even niks meer aan, nee. [...] Nee, hoe dichter bij de lente hoe meer sneeuw en hoe kouder het werd. Ik denk dat het wel een keer of zes, zeven helemaal wit is geweest. Nu had ik niks met sneeuw maar dit, hier, het was wel erg mooi. Lucht en land hadden dezelfde kleur, alsof je in en tegelijkertijd op een wolk liep. Maar, meters sneeuw zijn het nooit geweest. Het was eigenlijk een instapwinter, een wenwinter. [...] Nou ja, het huis is niet zo groot en vooral boven was het erg koud. We hebben de woonkamer daarom maar naar de kamer van Gijs beneden verplaatst. Die vond dat wel gezellig. Al die poezen was trouwens ook wennen. Dat drentelt maar om je benen heen. Niemand wilde naar buiten en ze wisten ook zeker dat als Annet aan het koken was er vlees aan de zeer geëerde poezen geschonken zou worden. Bulgaarse poezen snappen niks van vegetarisch eten. Ja, Gijs wel, die eet gewoon z'n brokjes en als hij schoot kan zitten is het goed. Maar de rest, die bleef zich maar smekend om je benen wentelen. [...] Nee, er is niets bevroren. Nee, de muren beneden zijn daar te dik voor. Alleen de vloer, die werd ijskoud. In Den Helder liep ik altijd op blote voeten [...] Wat? Nee, alleen binnen natuurlijk. Maar, hier liepen we met twee paar sokken aan, en dan nog sloffen. Twee paar sokken! Ik wist niet eens dat dat kon. Ik had verdorie zelfs in bed nog sokken aan. En dat onder drie dekens. [...] Iedereen stookt hier hout. Wij niet. Het houtkacheltje is maar klein en het stinkt als de ziekte. Dus hebben we met samengeknepen billen een paar maanden gehoopt dat de stroom van onze elektrische kachels niet uit zou vallen. En verdomd, de stroom viel pas op de eerste niet-vorstdag uit. [...] Nee, het duurde hoogstens lang. Het vroor vanaf december en op een ijzig maart hadden we niet echt meer gerekend, toen waren we wel echt klaar met de kou. [...] Nee, opeens. Plof, bloesem. Nu is het warm en is iedereen buiten. Iedereen is in de tuin bezig dus doen wij ook maar alsof we weten wat we doen. De buurman rechts is er ook weer. Die maakt de tuin en het huisje klaar voor als zijn vrouw en hij hier in het weekend zijn. Nu hij hier in zijn eentje is zet hij de radio steeds aan. Dat is wennen. Na maanden stilte. Vooral ook omdat hij nogal van Bulgaarse accordeonmuziek lijkt te houden. Maar we gaan hem opvoeden hoor. Annet heeft zo'n handig draagbaar boxje voor buiten. De poezen houden al van jazz. De buurman weet het nog niet, maar hij gaat straks ook breed glimlachen bij een gierend stukje doorelkaarheentoetermuziek."

donderdag 24 maart 2022

Mustafa/Mustafov



Net als andere dorpen heeft Palamartsa twee begraafplaatsen. De grootste ligt aan de weg naar Gagovo. Die weg is zo slecht dat het best handig is dat er begraafplaats naast ligt. Op deze begraafplaats liggen de Bulgaarse Bulgaren. De tweede begraafplaats is veel kleiner en ligt tien minuten lopen van ons huis vandaan. Hier liggen de Turkse Bulgaren. 

Het duurde even voor ik doorhad dat het een begraafplaats was. Het heeft een indrukwekkend toegangshek met een nog indrukwekkender hangslot. Maar de rest van het hek bestaat uit één draad verroest prikkeldraad. Op één meter zestig hoog of zo. Zelfs mijn stijve lijf komt daar onderdoor. 

Het is een begraafplaats zoals alle anderen. Maar ook weer niet. Al moet je daarvoor de grafstenen lezen.

Links ligt Isuf Mehmed Mustafa, rechts ligt Asan Aliev Mustafov. Die namen lijken teveel op elkaar om geen familie te zijn. Het verschil tussen de namen verwijst naar één van de donkere periodes van dit land. 

In Bulgarije woont sinds de Ottomaanse tijd een forse Turkse minderheid. Eind 1983 besloot de Bulgaarse Communistische Partij (BCP) dat deze minderheid moest assimileren. Het spreken van Turks werd in sommige plaatsen verboden, de enige krant in het Turks werd verboden en, het meest ingrijpend, iedereen met een Turkse naam moest een Slavisch klinkende naam aannemen. En als je het zelf niet deed kreeg je er één toegewezen. De maatregelen zorgden voor enorm veel onvrede. Er waren protesten, er was geweld, er waren zelfs bomaanslagen. In 1989 gaf de BCP Turkse Bulgaren toestemming om naar Turkije te emigreren. Men dacht dat er een paar duizend zouden gaan. Het werden er zo'n 370.000. 

Ik kan me, heel erg vaag herinneren dat ik op tv beelden zag van de enorme files bij de Turkse grens. Heel erg vaag. 

Het vertrek van zoveel inwoners zorgden voor enorme problemen. Veel Turkse Bulgaren waren landarbeider en door hun plotse vertrek kon er nauwelijks geoogst worden. De BCP ging er vanuit dat het buitenland zich niet zo druk zou maken om de uittocht. Maar toen ook de Sovjet Unie reageerde met (erg vrij vertaald) "Jongens zijn jullie dom of zo?" werd het uittocht een flinke nagel in een doodskist die al bijna af was. 

Waarom de BCP het besluit tot assimilatie nam is nooit helemaal duidelijk geworden. Er was de officiële "iedereen is gelijk" partijlijn. Maar er wordt ook gesuggereerd dat het veel hogere geboortecijfer onder de Turkse Bulgaren de regering zenuwachtig maakte over hun dominantie op termijn. En het is ook heel goed mogelijk dat de BCP in het toen economisch stagnerende Bulgarije met deze maatregel in het gevlei wilde komen bij de Bulgaarse meerderheid. Tussen de twee bevolkingsgroepen is het bepaald niet altijd koek dan wel ei.

Na 1989 keerden zo'n 70.000 Turkse Bulgaren terug uit Turkije, daar konden ze niet wennen. Ze konden hun oude, hun eigen naam weer terugkrijgen. Op het kerkhof zie je dat veel dat deden, maar weer niet allemaal. 

Waarom niet? Zoals zo vaak heb ik weer eens geen idee.




woensdag 16 maart 2022

Binnenslapers & buiteneters, een overzicht

Omdat de hoeveelheid poezen wat groot wordt nu even een overzicht, een "wie is wie". 

Eerst de binnenslapers. 

Gijs. Tja, er is er maar één zoals Gijs. Van de binnenslapers slaapt hij al het langst binnen. Maar daar schreef ik al al eerder over. Gijs is net als zijn zus Lenie (zie hieronder) geboren aan de overkant van het grasveld voor de buitendeur, bij Stefka. Stefka heeft een poes of vijf, een drietal kleine hondjes en een stuk of vijftig kippen. De eieren van die kippen verkoopt ze in haar winkeltje in het "dorpshart" (dat staat tussen haakjes omdat dorpshart iets levendigs, iets vrolijks impliceert en vervallen jaren zestig sovjetarchitectuur is een hoop maar niet levendig). Van Stefka gingen Gijs en Lenie naar Nicolai die twee huizen links van ons woonde. Nicolai was, naar wat we over hem horen gek van de twee poezen. Nadat hij in het ziekenhuis terecht kwam, nou ja, daar schreef ik al over. Gijs is niet de slimste aller poezen, eerder heeft hij een forse leerachterstand maar hij voelt zich hier fantastisch. Hij speelt graag met touwtjes en balletjes, zit uren dromerig in de tuin en als we 's avonds klaar zijn met het leren van Bulgaarse woorden komt hij van zijn kussen af, rekt zich eens uit en springt spinnend op mijn schoot om daar niet meer vanaf te gaan. Gijs redt het niet alleen en gelukkig hoeft dat dan ook niet meer.

Lenie. Lenie is de zus van Gijs. Ze slaapt nu binnen sinds het in januari echt begon te vriezen. Omdat ze niet de makkelijkste is slaapt ze alleen in de keuken. Lenie is een schatje, echt. Maar ze weet het zelf niet altijd. Ze grauwt en snauwt naar Gijs en Ollie (zie hieronder) en is permanent bezig zich te overtuigen van het feit dat de andere poezen geen lekkerder/ander/beter eten krijgt dan zij zelf. Annet zegt dat het steeds beter gaat met haar gedrag. Ik ben daar iets terughoudender in. 

Ollie. Ollie is het kind van Lenie en dat weet Ollie heel goed maar Lenie is dat volstrekt vergeten. Lenie grauwt en Ollie aanbidt. Ollie slaapt op de slaapkamer. Als wij naar bed gaan gaat Ollie nog even voor een onbekende tijd op pad. Ergens springt hij dan tegen de deur op en als Annet die open heeft gedaan gaat hij slapen. Voor Ollie is het hebben van een huis volstrekt normaal. Wij zijn er net zo lang als hij op de wereld is. Van alle poezen is Ollie de makkelijkste, en de sociaalste. Ollie vindt de meeste andere poezen die hij tegenkomt leuk en we verdenken hem ervan dat hij tegen andere poezen zegt "kom mee, waar ik woon krijg je gewoon eten hoor."

Buiteneters

We zouden een onafzienlijke stroom poezen te eten kunnen geven hier. Dat zou voor grote vreugde zorgen bij de meneer in Popovo waar we kattenbrokjes in zakken van vijf kilo kopen maar het zou voor te veel overlast gaan zorgen. Omdat ons huis lang leeg heeft gestaan denken veel poezen al dat ze hier gezellig/ongezellig kunnen gaan zitten doen en als we ze ook nog eten gaan geven ... nee.

Steve/Tigger. Steve is van Jordan en Duschka. Betere buren hadden we niet kunnen hebben maar ze hadden Steve best kunnen laten castreren. Steve is de MAN! We hebben net een periode van haast permanent kattengejaag, gemiauw, gekrijs en gevechten achter de rug en Steve is nog de MAN! Maar hij wordt al wat ouder en ik denk dat hij niet heel lang meer capo di tutti capi zal zijn. Steve vindt dat hij 's ochtends recht heeft op brokjes en als ik om half zeven naar de keuken ga zit hij voor de deur te wachten. Hij had een bloedhekel aan Gijs maar sinds die gecastreerd is gaat dat beter. Laatst stormde Steve de keuken in en daar zat Gijs toevallig net in de weg. Gijs gaf hem een mep recht in zijn al gehavende gezicht en daar waren ze beiden erg van onder de indruk.

Lies. Lies komt overdag een aantal malen eten. Ze gaat dan voor het raam van de keuken zitten en staart naar binnen. Over Lies valt niet heel veel te vertellen, ze is er gewoon. Gelukkig ziet ze er een heel stuk beter uit dan een paar maanden terug maar ze blijft erg verlegen dus of er nog leuke verhalen volgen betwijfel ik.

Wim. Wim is een kind van Lies. Ik weet niet meer helemaal of Lies hem nu een keer meebracht of dat Ollie dat deed. Maar, Wim is een vriendje van Ollie. Ze zijn ongeveer net zo oud en spelen samen. Wim is aandoenlijk. Hij heeft een wat schorschelle miauw en grobbelt zijn bakje brokjes vlug leeg om dan vragend te kijken, waarna hij nog een bakje krijgt. Hij moet er nog van groeien tenslotte. Omdat Annet en ik een te begrijpen zwak voor zwarte poezen hebben heeft Wim sinds het 's nachts opnieuw erg koud is een buitenbed (mand met schapenvacht, lelijke badmat erboven en schuimrubber eronder, op een tafel). De laatste dagen gaat hij 's avonds op het trapje naar de keuken zitten zitten. En hij kijkt daar dan erg trouwhartig bij. Maar we houden de verdeling binnenslapers/buiteneters vol. Wij wel. Wij kunnen dat. Nog wel.


woensdag 9 maart 2022

Wachten op een ooievaar

Naast het Iskra gebouw waar ook de bibliotheek is, aan het begin van het dorpsplein staat een oude, vervallen bakkerij. Er staat nog een enkele roestende machine in. Bovenop de schoorsteen van de bakkerij is het ooievaarsnest van Palamartsa. 

We hadden er zin in, vorige week. Op 1 maart was het Baba Marta. Tussen de hopen feestelijke dagen in Bulgarije is Baba Marta speciaal. In de stad zie je in de weken daarvoor stalletjes waar je wit rode stoffen armbandjes kunt kopen. Op Baba Marta, de dag waarop de echte winter ten einde begint te lopen geef je die aan iemand. Of beter, je knoopt het om iemands pols en als het dan echt lente is gaat de armband af. De armband kun je daarna in een boom hangen of begraven bij je huis. Of dat geluk brengt of dat je een wens mag doen, daar ben ik nog niet achter. 

Maar we verheugden ons op Baba Marta. Voor een groot deel kwam dat door een zin die Annet jaren geleden al eens las, "Op Baba Marta heeft elke Bulgaar een glimlach op het gezicht". Nu zijn Bulgaren aardige mensen maar ook weer geen schaterende lachebekjes, dus dat van die glimlach wilden we wel eens zien. 

We hadden ons ook wat in de luren laten leggen door het kortstondige lenteweer. Baba Marta werd zo ongemerkt voor ons iets als "op die dag begint de lente".

Hoewel het hier al sinds half december 's nachts vriest is het een beetje een kwakkelwinter. Of, volgens Joe (Engels, woont hier al zeven jaar en is bewonderenswaardig zelfvoorzienend) is het een winter van niks. Want, en toen wees hij tot boven zijn knie (en Joe is maar iets minder lang dan mijn 1.93m.) "meestal ligt er sneeuw tot hier". 

Nu zal dat allemaal best, van die meer dan een knie hoge sneeuw maar deze winter lijkt niet echt voorbij te gaan. Als de sneeuw net een beetje gesmolten is valt er weer verse. En ja, dat is prachtig en mooi en heel erg fotogeniek maar we weten het nu wel. Het heeft nu zes of misschien wel meer keren gesneeuwd en de lol gaat er wat van af.

Op Baba Marta, toen voor ons de lente zou gaan beginnen was het ijzig en vochtig. We kwamen vijf Bulgaren tegen, en geen van hen had zelfs maar de aanzet van een flauwe glimlach op het gezicht. En daarna begon het gewoon weer te sneeuwen. 

Het met Baba Marta gekregen armbandje mag in dit dorp af wanneer er een ooievaar op het nest op de schoorsteen van de vervallen bakkerij gaat zitten. 

Ook vandaag zit er nog geen ooievaar. 

En buiten sneeuwt het verdorie alweer.


donderdag 3 maart 2022

Er was geen Russische vlag

Op de mededeling dat er dit jaar geen Russische vlag aanwezig zou zijn werd wisselend gereageerd. Er waren mensen die dat logisch vonden maar er waren er ook die vonden dat het onzin was. Het ging tenslotte om een gebeurtenis van bijna 150 jaar geleden.

Het gebied dat later Bulgarije zou gaan heten was van 1396 tot 1878, of eigenlijk 1908 Ottomaans. Na een periode van groeiend nationaal zelfbewustzijn en wat onsuccesvolle guerrilla operaties verklaarde Rusland het Ottomaanse rijk de oorlog. Rusland won. Op 3 maart 1878 werd de vrede van San Stefano getekend. Bulgarije maakte in naam nog deel uit van Het Ottomaanse rijk maar was eigenlijk onafhankelijk. Bulgarije was na die vrede een stuk groter dan het nu is. Westerse landen vonden dat maar niets en in de vrede van Berlijn werd het land een stuk kleiner. Dat zorgde daarna weer voor de eerste en tweede Balkanoorlog en voor het tot vandaag bestaande gerommel tussen Bulgarije en Noord-Macedonie.

Omdat 3 maart hier nu als Bevrijdingsdag wordt gevierd liepen we naar het dorpsplein. Daar staat een monument ter nagedachtenis aan de gevallenen afkomstig uit het dorp tijdens de twee Balkanoorlogen. Er staan best veel namen op het monument. Tot mijn zware verbijstering werd er door de burgemeester besloten dat Steph (Engels) en ik een krans gingen leggen. Hoewel ik geen idee had wat ik aan het doen was struikelde ik niet, terwijl ik daar toch erg goed in ben. Er werden nog wat kransen gelegd, er was een toespraak en een oudere meneer schoot een paar maal met een startpistool (tenminste, ik hoop dat het een startpistool was). 

Hierna verdeelden een deel van de aanwezigen zich over een aantal auto's. Annet en ik kwamen in een oude, ooit witte Golf terecht. De bejaarde eigenaar had een honkbalknuppel naast zijn stoel. Waarom werd gelukkig niet duidelijk. Het rijtje auto's reed over een weggetje waar nog maar heel soms wat asfalt ligt naar een klein monumentje voor de Russisch Ottomaanse oorlog buiten het dorp. Meestal loop ik over dat weggetje terwijl ik denk "Je kunt hier toch niet met een auto rijden". Dat blijkt dus wel te kunnen. Hoewel ik niet zeker weet of je het wel rijden kunt noemen. 

Bij het monumentje stapte iedereen uit, er stond weer iemand met een vlag, er was weer een krans (nee, nu hoefde ik niet), er was een groepsfoto en er waren weer pistoolschoten. 

Iedereen had het erg naar zijn zin. 

Er is, door de Russische oorlog die er voor zorgde dat Bulgarije zelfstandig werd een innige, soms emotionele band tussen de twee landen. Meestal komt er een hoge rus, soms Putin zelf naar de viering van deze dag. Nu niet. Tijdens de viering van 3 maart bij het Shipka monument werd premier Petkov uitgefloten. "Weg met de NATO" en "Verrader!" werd er geroepen.

Het percentage van de Bulgaarse bevolking dat achter Putin staat daalt. Maar is ook nu nog meer dan 30%.

In het dorp wordt de Russische vlag op 3 maart meestal gedragen door Dimitri, een half Russische, half Oekraïense kunstenaar die hier woont. Dimitri besloot, om gedoe te voorkomen dit jaar maar thuis te blijven. 

Er was geen Russische vlag.