maandag 26 november 2012

Domme manieren om dood te gaan


Langs het spoor lopen is levensgevaarlijk. Tenminste, dat zegt de NS. Zelf denk ik dat alleen op het spoor lopen enigszins risicovol is.  En dat zelfs dat met de gemiddelde vertraging op het spoor misschien nog wel meevalt. Maar, laten we voor het gemak toch maar aannemen dat het spoor geen wandelpad is.

De NS maakt dit de Nederlander duidelijk door onheilspellende posters. En ik heb, dacht ik ook wel eens een serieus reclamefilmpje gezien over spoorlopers die doodlopers zijn. Al kan ik dat laatste ook ter plekke verzonnen hebben.

Ik moet gewoon een bruggetje hebben. Een bruggetje om uit te komen bij een reclamecampagne uit Melbourne.




















De NS is natuurlijk niet de enige die last heeft van mensen die te dicht in de buurt van de rails komen. In Australie heeft men die mensen ook. Alleen kiezen ze daar voor een nogal andere campagne. Een wat vrolijkere.

"Dumb ways to die" heet de campagne en er zelfs een liedje met een filmpje gemaakt. En dat filmpje, en vooral het zich onstuitbaar in je hoofd nestelende liedje, dat zijn eigenlijk de enige reden voor dit postje.

Want wat kan mij dat hele langs het spoor lopen eigenlijk schelen? Niks. Helemaal niks.

Maar dat liedje met al die wijze adviezen. Doe er je voordeel mee.
Ik ga mezelf in ieder geval nooit meer als eland verkleden tijdens het jachtseizoen.




vrijdag 23 november 2012

Week 1

"Wat? Nee. Nee, ze zit nu in een verpleegtehuis in Schagen om te revalideren. Ja, Schagen. Dat is een eindje weg, maar daar was plek en alles is beter dan dat halfgevulde, ongeïnteresseerde ziekenhuis hier. Nee, dat was niks. Wat? Nee, ze is wel zelf gevallen maar helemaal zomaar gebeurde dat dus niet. Nee, dat vertelde ze pas gister. Ze liep door zo'n draaideur de bank uit en toen ze bijna buiten was kwam er een haastige knul, zo zei ze dat, knul en die gaf een stevige duw tegen de deur waardoor er iets met de rollator gebeurde en toen viel ze. Ja. Het is wat he. Je gaat op een middag even naar de bank en het volgende moment kom je misschien wel nooit meer in je eigen huis terug. Nee, die jongen heeft ze niet meer gezien, die heeft haar misschien niet eens zien vallen."

"Nee, we hebben nog vakantie. Nee, volgende week pas. Wat? Ja, ik heb wel her en der iets gelezen maar dat staat nu toch allemaal wat ver van me af hoor. Wat? O ja, dat stuk van de twee J's heb ik gelezen, "Gaan we niet een beetje dood van binnen?" heette het toch? Gut ja, best een aardige steen in een toch al woelig watertje maar verder kan ik er niet veel mee. Waarom niet? Misschien was het de toon. Alsof het overgrote deel van de medewerkers in bibliotheken maar een beetje voor zich uit zit te vegeteren. Dat beeld herken ik niet. Natuurlijk zijn er mensen die niet ondernemend zijn, of niet impulsief maar wat dan nog? Niet iedereen die in de bibliotheek werkt hoeft ondernemend, impulsief en creatief te zijn. Dat zou toch een zooitje worden? Er zouden alleen nog maar plannen bedacht worden maar er was niemand meer om ze uit te voeren. Weer een elitaire organisatie erbij. Wat? ja, één hersenhelft was er al een blogpostje over aan het schrijven, "Het politbureau bevraagt medewerker 02614", maar het is te druk met andere dingen om het echt te schrijven. Voor nu laat ik het gewoon bij het neuriën van "Holiday in Cambodia" van The Dead Kennedys."

"Lezen? Ja ik las zowaar een heuse roman. Ja, dat was wel wennen. Kevin C. Powers, "De gele vogels". Mooi boek, over een soldaat die vocht in Irak en die terug in Amerika het spoor geheel bijster raakt. In Irak volg je hem, zijn sergeant en een "vriend". Mooie zinnen, misschien een beetje erg vaak dingen als "De zon scheen fel als ....." maar soms zitten er prachtige zinnen tussen. Terug in Amerika probeert hij te verwerken wat er met zijn "vriend" in Irak is gebeurd, en wat hij zelf deed. Hij laat zich wegdrijven in een riviertje, slomig, zijn gezicht in het water. Dan komt er een zin van zo'n twee pagina's waarin je haast de lucht in zijn longen voelt verminderen. Mooi, schokkend en aangrijpend boek."

"De vakantie? Die zijn we eigenlijk soms een beetje kwijt. Het was ook raar, we kwamen in het donker aan en we moesten in het donker weer weg. Alsof een onzichtbare hand ons daar neerzette en ons er ook weer weghaalde. Soms kijken we even naar het filmpje dat we maakten, en dan zijn we er weer even."

"Ja, dat is goed. Ik spreek je eind volgende week misschien wel weer."



vrijdag 16 november 2012

Woestijnblues #2



"Dus daarom belde de Rabobank".
"Ja".
We keken naar buiten, vanaf de achterbank van de taxi die ons met hoge snelheid in de duisternis van Petra naar Amman reed. Buiten was de woestijn. Maar het enige dat we zagen waren de lichten van de vrachtwagens die op weg waren naar de grens met Irak en die we links, en soms ook rechts passeerden.
De chauffeur van de taxi draaide zich om. "I am sure you're mother will be allright. I am sure".

Afgelopen dinsdag verlieten we het hotel in Petra, Jordanië om iets over zevenen. Het was Jebel Haroun dag. Jebel Haroun, Jabal Haroun, Mount Hor, de berg Hor, de berg van Aaron. Volgens de overleveringen ligt Aaron, de broer van Mozes, begraven op Jebel Haroun. Bovenop de top van de berg staat een klein spierwit mausoleum dat al van vele kilometers afstand in de woestijn te zien is.
De leukste vrouw ter wereld en ik hebben niets met Aaron maar de berg waarop hij zou liggen is de hoogste top in het toch al magische Petra en omdat de berg ver bij de andere bezienswaardigheden vandaan ligt is er nauwelijks een kaartje te vinden waarop staat hoe je er kunt komen. Her en der in reisgidsen staat dat de berg en het mausoleum er zijn, en dat je er kunt komen. Maar hoe, dat moet je toch zelf maar uit gaan zoeken.
Dus dat deden we. We vonden de weg, de berg, klommen omhoog en zaten bovenop het witte mausoleum. Het uitzicht was prachtig en het gevoel van "knap gedaan" was groot. Op de terugweg dronken we thee met de "caretaker" van het gebouwtje en keken, omdat de taalbarrière groot was samen naar american wrestling op de satelliet tv.
Het was een perfecte dag.

Tegen half vijf waren we terug in het hotel. Tevreden en redelijk uitgeput bespraken we de dag. De mobieltjes gingen, zoals elke avond aan. Raar, beide waren we gebeld door de Rabobank. En toen ging de telefoon.

"Ton, ik heb niet zulk goed nieuws. Je moeder is voor de Rabobank gevallen en ligt in het ziekenhuis met een gecompliceerde breuk in haar bovenbeen. Ze moet geopereerd worden en ze is erg bang voor de narcose". Mijn moeder, die vaker op dit blog voorbij komt is 87 en heeft een nogal broos hart. Toen ik haar zelf had gesproken was het vlug duidelijk. We moesten terug naar Nederland.

We zochten in een restaurant/internetcafe naar vliegtickets maar verzopen in de vage sites met vage aanbiedingen. Via iemand die niet kon helpen kregen we een telefoonnummer van een meneer in Amman. Ik belde hem en legde uit dat we naar Nederland moesten en waarom. Hij zou terugbellen. En binnen 10 minuten deed hij dat. Hij had een vlucht gevonden en kon twee tickets regelen tegen een nog redelijke prijs ook. Fantastisch. Toen ik deze man, die ons niet kende vroeg hoe het met het geld moest zei hij dat hij ons wel zou mailen, dat het geld later wel zou komen en dat we ons daar nu niet druk om moesten maken, "You have to go to your mother now first, that's important".

De mannen van de receptie in het hotel startten een krakende computer op, repareerden een oude printer en hielpen met het vinden van de printknop. Gmail ziet er in het Arabisch plots heel anders uit. Glazen limonade werden gebracht, bemoedigende woorden werden gesproken en iemand zocht een taxichauffeur die ons naar Amman wilde brengen. Dat is vanaf Petra toch zo'n drie uur rijden.

Twee uur na het telefoontje reden we naar het vliegveld in Amman. Via Parijs kwamen we in Amsterdam en nog precies voor de operatie van mijn moeder zagen we haar. De operatie ging goed, hoe het verder met haar zal gaan is onduidelijk. Het zal wel langdurig revalideren worden.

Ik ben wel vaker in het Midden Oosten geweest. En elke keer als ik vertel dat ik ga kijken mensen vaak bezorgd. Waarom ik toch altijd naar van die rare woestijnlanden wil. Is het niet gevaarlijk daar? Alsof iedere man daar met z'n linkerhand zijn vrouw slaat terwijl hij met rechts zijn Kalasjnikov ontgrendeld om een toerist neer te schieten.

Afgelopen dinsdag was een zenuwendag, een stressdag, een rotdag.
Maar het was ook een dag waarop we veel onverwachte hulp kregen van wildvreemde mensen. Wat het, raar genoeg, ook weer een heel mooie dag maakte.