vrijdag 8 november 2013
Morgen is nog een heel eind weg
Er is een code.
Of een afspraak.
Ze sliep. Ik hoopte dat ze sliep is beter. Het duurde even voor mijn ogen gewend waren aan de schemer in haar slaapkamer. Pas toen dat zo was kon ik haar langzaam zien ademen. Ik deed dat toen ook maar weer.
Een steeds magerder wordende hand lag boven de deken. Een vinger bewoog een heel klein beetje.
Als ze 's ochtends wakker wordt, draait ze de buitendeur van het nachtslot. Als ik, wat later op weg naar de trein langs kom en de deur met één draai van de sleutel open krijg weet ik dat ze nog leeft. Heel soms vergeet ze het. Dan zegt ze "sorry" als ik de krant die ik meeneem aan haar geef. Ik doe dan net of ik niet geschrokken ben.
"Ik voelde me zo vervelend".
"Was het je hart weer?".
"Ik voelde me gewoon vervelend".
"Dus het was je hart. Hoeveel van die pilletjes voor onder je tong heb je vannacht in moeten nemen?".
"Dat weet ik niet meer hoor. Twee, drie?".
"Waarom heb je dan niet gebeld?".
"Ik kon de goede knop niet vinden op de telefoon. Het is zo'n onduidelijk ding".
Ik plak uitgescheurde stukjes oranje papier op de geprogrammeerde toetsen van de telefoon die naast haar bed staat,
Ik tel de verzameling pillen af die ze 's ochtends inneemt en geef ze aan haar.
"Het zijn er toch vijf?".
"Nee, het zijn er zes".
"Niet, vijf".
"Nee, kijk dan. Vier, vijf, zes".
"Nee, ik moet er twee van die innemen. Dat is samen één".
"Nou, vooruit, omdat je 88 bent mag je zo tellen".
Als ik er 's avonds ben, nu het weer even veel minder gaat doe ik dat, als ik er dan 's avonds ben en als er even niemand kijkt dan pakt haar magere hand de mijne, ze knijpt er zachtjes in.
En ik weet wat ze denkt.
Maar ik zeg niets over dat het wel goed zal komen.
Ik zeg, "tot morgen he".
Als ik de deur op het nachtslot draai probeer ik mezelf in te prenten dat morgen de sleutel twee keer omgedraaid moet worden. Dat de code, de afspraak nu niet werkt.
We denken dan alle twee hetzelfde, mijn moeder in haar bed, en ik op de galerij voor haar flat.
Om het gevoel te controleren neurie ik in mijn hoofd een lied van Bob Dylan. Zij doet dat niet, zij kent het lied niet.
Maar zij weet veel beter dan ik dat morgen nog een heel eind weg is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Och...
Mooi dat je ons ook deze broze kant van het leven laat zien. Als altijd, treffend beschreven. Sterkte
Een reactie posten