vrijdag 30 december 2011

2011 (klaar)


Een jaar geleden stopte ik rond deze tijd met bloggen en ik moet zeggen, dat bevalt me prima. Het stoppen deed ik zo subtiel dat het niemand opviel en zelf kan ik het als het me zo uitkomt ook gewoon negeren.

Zoals nu dus. Zodat ik later nog eens terug kan lezen wat ik nu vind.

Eind van het jaar. Lijstjestijd.

Boeken. Van papier. Het zal best handig zijn, eBoeken maar ik heb er nog steeds niets mee.
James Barr - A Line in the Sand: The Anglo-French Struggle for the Middle East, 1914-1948.
Jason Stearns - Dancing in the Glory of Monsters: The Collapse of the Congo and the Great War of Africa
Jonathan Schneer - The Balfour Declaration: The Origins of the Arab-Israeli Conflict

Cd's.
The Vaccines - What did you expect from The Vaccines?
Vijay Iyer with Prasanna & Nitin Mitta - Tirtha
Marcin Wasilewski trio - Faithfull

Optredens
Het meeste plezier (tijdens een optreden) hadden de leukste vrouw ter wereld en ik bij Primal Scream in Paradiso.
Met de mond open zat ik bij Jacky Terrasson tijdens het NSJF in Rotterdam.
Van de muziek van Xenakis in het Muziekgebouw aan 't IJ begreep ik nog steeds niets. Maar iets niet begrijpen is ook fijn.
Bob Dylan bleek te kunnen glimlachen in Rotterdam.
Kurt Wagner bewees in Paradiso dat country best leuk kan zijn.

Tips voor het volgende jaar
The Vaccines in Paradiso. Dat is al 2 maal uitgesteld en al die tijd ook al uitverkocht. Een linkje is dus overbodig.
Lambchop leeft weer en de band speelt op 8 maart in de Amstelkerk.
Brad Mehldau speelt in maart een paar avonden in het Bimhuis, alleen en met bas en drums. We gaan binnenkort alvast oefenen in het standvastig in een rij staan zodat we niet weer door een vriendelijk uitziende bejaarde venijnig opzij worden geduwd.

Liedje erbij van de man die er dit jaar weer niet was en op naar een volgend jaar. Veel plezier ermee.

woensdag 28 december 2011

"WTF, I wanted an iPhone!!!"


Twitter is, naast een prachtig ding om op de hoogte te blijven van allerlei belangrijke en wereldbepalende zaken natuurlijk ook een mooi middel om dat wat je dwars zit te delen. Met iedereen.

Misschien dat @paulyandmolly, @SeanMcmaster1, @DaniellaKTaylor en nog wat teleurgestelden dat "met iedereen" even vergeten waren toen ze tijdens of na de kerst via Twitter lieten weten dat hun kerstcadeau nogal was tegengevallen.

Je zou naar aanleiding van hun tweets een somber en droef stuk kunnen tikken over de stand van de hedendaagse consumerende maatschappij. Jonathan Mann vermaakte hun tweets echter tot een lied. En maakte hen zo "onsterfelijk" en belachelijk tegelijk.

Ach, hadden paulyandmolly en seanmcmaster1 nu maar beter opgelet tijdens de lessen mediaeducatie.

vrijdag 23 december 2011

Een lied voor atheisten



Nee, een echt kerstlied is het niet. Maar op een bepaalde manier vind ik het lied van Steve Martin en de Steep Canyon Rangers ook wel weer passen.

Een lied voor "hymn-deprived atheists", "Athiests Don't Have No Songs".

Christians have their hymns and pages.
Hava Nagila's for the Jews.
Baptists have the rock of ages.
Atheists just sing the blues.
 
Het ligt fijn in het gehoor, voor je het weet sta je het te hummen in een supermarktrij. En ook na de kerst is het een opbeurend lied.
Vooral als bij radio prozac weer die onuitroeibare Top 2000 van stal wordt gehaald.

Romantics play Claire de Lune.
Born agains sing He is risen.
But no one ever wrote a tune. 
For godless existentialism.

maandag 19 december 2011

"He wrote crap lyrics anyway"


Je hoofd zit vol herinneringen. Barstensvol waarschijnlijk. Alleen ontbreekt er een index. Of een aanleiding om je iets te herinneren.

Nee, dit wordt niets dramatisch of zo hoor. Voor wie daar op hoopt, u gaat teleurgesteld worden. Het is gewoon een avond die ik kwijt was. Omdat er geen aanleiding was om me er iets van te herinneren.

Tom, die van die boeken, schrijft op zijn blog over het niet bepaald onverdeelde genoegen van het luisteren naar artiesten die liedjes van Bob Dylan coveren. Daar heb ik niet echt een mening over, als is het leuk om te lezen. Maar het coveren van Dylan maakte een herinnering los aan een avond die ik helemaal kwijt was.

Twaalf oktober 1985. Rotterdam, Pandora's Music Box. Een festival met wat toen nieuwe muziek was, of nieuwige. Of nieuwachtig.
Op het podium, 's nachts stonden Echo & The Bunnymen. Misschien zegt het u niets meer maar denk aan vier jongens met jaren 80 spinragkapsels en een wat hopeloze blik. Toen waren ze vrij groot, op een beperkte schaal. De zaal was hoopvol afwachtend, de band had dacht ik een tijd niet opgetreden. Er stonden zenuwen op het podium, dat voelde je. Het optreden aarzelde, kwam niet echt op gang. De zanger bietste sigaretten van het publiek, dat kon toen nog. Helemaal fout ging het tijdens een uitvoering van Dylan's "It's all over now, baby blue". De zanger raakte de tekst kwijt, giechelde wat "Ah, he wrote crap lyrics anyway, Bob ..." en verwisselde daarna nog een refrein met een couplet.

Ik zei toch dat het geen dramatische herinnering was.

Gek genoeg viel alles na die struikelpartij op z'n plek. En werd het toch nog een aardig optreden. Ik herinnerde me het, toen ik las over Tom en zijn covers. Dat is lang geleden, 1985. P. was er nog bij, we zagen de Fatal Flowers, Nico en F. viel naast me in slaap terwijl Nick Cave rollend over het podium zijn teksten uitschreeuwde. F. reed ons terug naar Den Helder, wat vast lastig was met drank op. We werden in de auto ook allemaal erg stil toen hij meedeelde dat hij nogal nachtblind was.

Nee, het zijn geen grote herinneringen. Gewoon een avond van lang terug. Die eigenlijk al weg was. Door het herinneren zocht ik even rond. En ontdekte dat Frank een uitputtend blog heeft over Pandora's Music Box. Diezelfde Frank was ook nog zo vriendelijk om me, haast sneller dan het licht een opname te sturen van het gekluns tijdens "It's all over know, baby blue".

Waarmee er mooi weer een avond van ooit is ingevuld.

zaterdag 17 december 2011

"Nu moet hij eerst nog in een soepkom in de kast"


"Doen jullie wel een beetje voorzichtig als je de dozen pakt? Want die klerenkast die er staat krijg ik nooit meer goed als hij omvalt. En doen jullie wel het licht uit. En vergeet de deur niet op slot te doen."

"Hebben jullie alles wel meegenomen? Waar zijn de kaboutertjes dan? Die staan toch altijd op de tv."

"Oh ja, kijk, daar zijn ze. Oh, en er zitten nog kaarsjes bij, dat is mooi. Je moet wel die baardjes weer een beetje uitwrijven, ze zitten een beetje op een prop. Die worden wel wat gelig he?".

"Waar we die gekocht hebben? Weet je dat niet meer? Ik zou er nog zo met je heen kunnen lopen. In Utrecht was het. Je zat nog in de kinderwagen en je vond ze zo mooi. Zet je ze wel goed op het witte kleedje? Nee, je moet het kleedje zo draaien dat de kerkklokjes op het kleedje aan de voorkant zitten. Zo hoort het ja."


"Nee, eerst moet het rode kleed op de tafel, dan pas kan de kerststal er op. Dat weten jullie toch?"

"Moet het kerstboompje niet ergens op staan? De stal is bijna groter dan het boompje, je ziet hem zo bijna niet. Nee, er hoeft geen piek op. Nee, dat kan toch niet, dan doen we nooit. Oh, en zit er wel een lichtje door het dak van de stal heen? Pa heeft daar toen een gat gemaakt waar een lampje door kon. Misschien zag je het vroeger beter, toen waren de kerstboomlichtjes ook groter."

"Hoe oud de kerststal is? Och, we kochten hem toen we net getrouwd waren. In 1951. In een winkel in Hilversum. Dus is hij nu 60 of 61 jaar oud. Beneden in het winkelcentrum verkoopt ook iemand kerststallen. De schaapjes die er bij waren vond ik niet mooi. Maar hij had best mooie stallen."

"De kameel moet misschien nog wat meer naar achteren. Die mag pas met drie koningen bij de stal. En is die ene herder wel een herder? Weet je zeker dat het geen koning is? Nee, nee, dat weet je best. Het kindje Jezus mag pas met kerst in de kribbe. Nu nog niet. Nu moet hij eerst nog in een soepkom in de kast. Nee, in die witte, die daar in het midden staat. Ach, dan pak je toch degene eronder, waar geen zuurtjes in zitten."

"Ach, weet je, ze zegt al jaren, in november al dat ze dit jaar echt die kerststal niet meer wil zetten. Maar als het dan eenmaal weer zover is vindt ze het toch weer prachtig."
"Misschien is het wel het laatste jaar, dit jaar."
"Ja. Misschien wel. Maar zoiets zeiden we vorig jaar ook al. Je weet het niet."
"Nee. En met haar al helemaal niet. Heb jij trouwens het licht in de kelderbox uitgedaan?"

vrijdag 2 december 2011

Telefonische boekpromotie


"Ik heb uw website hier voor me en ik zie daar berichten over een spreekuur van een kindercoach en iets over een interactieve kerstviering."
Haast plichtmatig mompelde ik maar weer eens iets als "Ja, bibliotheken gaan tegenwoordig echt niet meer alleen over boeken hoor".

Hier op het werk is het verboden mensen die telefonisch iets proberen te verkopen met mij door te verbinden. Maar zoals het met meer van mijn verboden gaat, niet iedereen houdt zich eraan. Daardoor had ik gister plots een vrolijk klinkende jongen aan de lijn wiens naam ik niet verstond. Voor welk bedrijf hij werkte was ook niet goed te verstaan en omdat je voordat je het weet in een vage, zinloze maar dure bedrijvenindex staat was ik nogal op mijn hoede.

"Oh, maar ik lees juist heel erg veel boeken. Meestal wel in het Engels, dat vind ik nu eenmaal fijner lezen."
Dat was een zin die hij waarschijnlijk niet uit het voorgekauwde script haalde. Afwijkender nog werd het toen hij vroeg wat ik eigenlijk zoal voor boeken las. Helemaal begrijpen deed hij mijn "ik lees nooit fictie" geloof ik niet maar dat ik voornamelijk boeken over het Midden-Oosten las vond hij wel boeiend. Zelf las hij bijna alleen fantasy en daar ging hij een tijdje enthousiast over door. Of ik dat ook wel eens las. Eerlijk als ik ben vertelde ik hem dat die boeken veel en veel te lang doorgingen, dat er altijd weer een deel 2 tot en met 8 kwam en dat ik schrijvers die, als ze het even niet meer weten vlug een tovenaar of een draak op laten duiken niks vond. Daar was hij het wel mee eens maar dan wist hij nog wel een schrijfster die ik wel goed zou vinden, Robin Hobb. Die deed ook wel iets met draken maar die konden gewoon worden verslagen. Ik moest vooral "Assassin's Apprentice" eens gaan lezen, dat was nog eens een prachtig boek.

Na ruim10  minuten over boeken gebeld te hebben moest ik hem eraan helpen herinneren dat hij mij iets wilde verkopen. O ja, dat zou hij bijna vergeten zijn. Iets met Google en terugvindbaarheid maar we waren het er allebei vlug over eens dat ik dat niet kon betalen.
"Sorry dat het verkopen niet lukte". Ik voelde me haast schuldig.
"O, dat geeft niks hoor, ik vond het een leuk gesprek, een beetje kletsen over boeken".
Ik beloofde hem dat ik die Robin Hobb eens op zou gaan zoeken. Hij benadrukte nog even dat ik dat echt moest doen en hing daarna met een vrolijk "Prettige middag nog" op.

Enigszins verpletterd heb ik daarna een tijdje naar de telefoon zitten staren. Ongevraagde boekpromotie vanuit een callcenter naar een bibliotheek. Het moet toch niet gekker worden.

vrijdag 18 november 2011

"Welkom in Den Helder, iedereen is aan het bikkelen"

Soms, als ik met iemand praat die ook even niets interessants meer te melden heeft probeer ik het gesprek op woonplaatsen te brengen. Want dan kan ik zeggen dat ik in Den Helder woon. Dat helpt. Moeiteloos kan ik vervolgens vijf of meer minuten achterover leunen en luisteren naar de voorspelbare brei vooroordelen die er bij het noemen van de plaats Den Helder uit iemands mond komen. Dat is niet erg, ik ben het gewend.

Danger Squad maakte een rap over Den Helder, "Mijn Stad" heet het nummer. Ik denk niet dat het veel aan de voordelen zal gaan veranderen. Maar dat hoeft ook  helemaal niet. Wat ze zingen/zeggen, dat klopt eigenlijk wel. En, misschien raar genoeg, daarom is het ook zo leuk wonen in Den Helder.

En wie dat niet snapt kan beter in een gezellige, naar overal te verplaatsen nieuwbouwwijk blijven wonen.

donderdag 17 november 2011

Drinkify, voor het betere drankadvies


Misschien kon je er op wachten, op een site als Drinkify.org, maar ik had het niet verzonnen.
Drinkify geeft suggesties voor wat je zou kunnen drinken terwijl je naar muziek luistert. Je tikt een naam in, en hup daar staat het advies. Veel rode wijn, gin en mixdingen.

Natuurlijk tikte ik de naam Bob Dylan in. Het advies was een combinatie van gin en hoestsiroop. Dat was al wat raar. Het werd nog iets vreemder bij het intikken van Faithless. Het advies was toen marihuana.
Maar misschien kan dat ook niet anders bij een website waarop staat "Created in twenty-four boozy hours".

Och, nog een rare. Brian Eno. Water.





Is het zinvol? Vast niet. Maar als het buiten rotweer is heb je toch mooi weer even 5 minuten iets te doen.

woensdag 16 november 2011

BNL in Utrecht


Over het algemeen schieten mijn hersenen tijdens een bijeenkomst over Bibliotheek.nl nogal vlot op slot. Ik begin vol goede moed aan zo'n ochtend of middag maar bij de derde, met blokjes en afkortingen volgepriegelde dia, opgeleukt met pijltjes die van her naar der en dan weer naar zichzelf wijzen is het vaak al voorbij.

Gisteren was er weer zo'n bijeenkomst. En ik moet zeggen, het was redelijk tot goed te volgen, zelfs na de derde dia. En ook al was het dan bitter koud in de zaal.
In een hoog tempo werd de stand van zaken besproken. Klaar, bijna klaar, doet het al, even een inlogcode vragen, bijna af. Vinkje erachter. Klaar.
Nu wordt ik altijd vrolijk maar ook wat achterdochtig bij zoveel gezwinde vooruitgang. Gelukkig kon één van de medewerkers van BNL die ik al wat langer ken in een pauze wat zaken voor mijn, nogal weinig op abstracte zaken gerichte hersenen vertalen. En ik moet zeggen, hoewel je het geloof ik niet zo mag zeggen, dat Bibliotheek.nl, dat komt wel af.

Na de pauze vertelde medewerkers van HKA en Infor waar zij zoal mee bezig waren in verband met BNL. Dat ging ook helemaal goed begreep ik. Hun werkzaamheden gingen geloof ik nog wel wat kosten. Maar er stonden geen bedragen op de dia's.

Daarna was er nog wat ruimte voor vragen. Hoe het met de privacy zat als we straks allemaal klantgegevens in het Datawarehouse (waar dacht ik geen afkorting voor is) gingen stoppen en of we dan niet eerst aan de klanten moeten vragen of ze dat wel goed vinden. Daar hoeven we ons geen zorgen om te maken. Maar het wordt voor de zekerheid nog wel uitgezocht. Door gerenommeerde advocaten. Gelukkig maar.

En er was natuurlijk ook die ene vraag weer. Hoe het straks gaat, met de exploitatiekosten van BNL. Moet daar niet iets over gezegd worden in tijden dat menig bibliotheek zich het hoofd breekt over "hoe nu verder met minder geld"?
OCW dekt de exploitatiekosten in 2011 en 2012. En heeft de intentie uitgesproken dat ook in de jaren daarna alle infrastructurele ontwikkel- en beheerkosten door het rijk worden vergoed.
Dat was het antwoord wel zo'n beetje. Dus dat komt ook helemaal goed. Er is een intentie dus hoeven we ons geen zorgen te maken. Uitademen maar.

In de trein terug las ik op mijn telefoon die niet meer kan twitteren maar nog wel wat krantenappjes kan tonen het ene na het andere artikel over een dreigende recessie. Daar werd ik even wat somber door. Maar toen dacht ik aan de intentie van OCW en voelde ik me weer helemaal vrolijk worden.

Meer info over de BNL ochtend op het blog van Johan Hoenink.

vrijdag 11 november 2011

Een kerstlied in november



Om eerlijk te zijn, ik vond het al nooit een fijn lied, "Stop the cavalry" van Jona Lewie. De man heeft prachtige en vooral erg onbenullige liedjes gemaakt maar dat "Stop the cavalry" heb ik nooit leuk gevonden.

Dat is in de loop der jaren alleen maar erger geworden omdat het lied rond de kerst nogal vaak opduikt. En als het dan weer eens voorbij komt, in een supermarkt of kledingzaak, dan wil ik altijd roepen "Het is helemaal geen kerstlied!".
Maar dat doe ik natuurlijk niet.

Het lied werd een kerstlied door, tja, misschien door de kerkklokken die te horen zijn. En volgens een artikel op Wikipedia is er één regel in het lied die naar kerst verwijst. Dat zal dan "Wish I was at home for Christmas" wel zijn.

"Stop the cavalry" gaat over de Eerste Wereldoorlog. En de enige regel waar kerst in voorkomt verwijst naar het hoopvolle en naar bleek vrij domme idee dat de oorlog voor de kerst voorbij zou zijn.

Vandaag is het "armastice day", de dag dat in 1918 de wapenstilstand tussen de vechtende partijen aan het westelijk front werd getekend.
Als er één dag is waarop het lied van Jona Lewie gedraaid zou moeten worden, dan is het vandaag wel.

woensdag 9 november 2011

Niet op zondag


Het was zondag en ik zocht ergens naar, op het internet. Ik heb geen idee meer wat ik zocht trouwens. Omdat ik in mijn vrije tijd het wegen, overdenken en kritisch beoordelen van de hits die Google geeft vaak achterwege laat klikte ik gewoon op de eerste treffer die getoond werd.

En toen kreeg ik dit:

"Fijn dat u belangstelling heeft voor refdag.nl, de nieuwssite van het Reformatorisch Dagblad.

Vandaag is het zondag. Wij wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. Wij beschouwen de zondag als een rustdag, een opdracht van God en een geschenk, waar we dankbaar voor mogen zijn. Om die reden actualiseren we onze site vandaag niet.

Staat het nieuws dan stil op zondag? Nee, dat niet - we leven in een jachtige tijd waarin het verschil tussen zondagen en werkdagen helaas steeds kleiner wordt.

Morgen brengen we u graag weer op de hoogte van de dagelijkse gebeurtenissen, voorzien van achtergronden, commentaar en opiniërende artikelen. Zoals u van ons gewend bent.

Informatie over kerkelijke gemeenten, kerkdiensten en predikanten kunt u desgewenst vinden op onze site www.kerktijden.nl"

Hoofdredactie reformatorisch dagblad
"

En dat was het. Het gezochte artikel werd niet getoond.

Ik had natuurlijk geïrriteerde of misprijzende opmerkingen kunnen gaan mompelen. Maar ik vond het eigenlijk wel mooi, misschien zelfs wel moedig. Één dag niet meedoen aan de niet te stuiten zucht naar informatie en daarmee het risico lopen dat een bezoeker nooit meer terug komt. Gewoon zeggen "Nee, vandaag even niet. We doen er niet aan mee".

Ik heb een tijdje naar de webpagina gekeken. En toen heb ik de laptop maar uitgezet. We zijn naar buiten gegaan. Daar was het stil, bewolkt en Helders grauw.

maandag 31 oktober 2011

De bibliotheek in Kirkuk is weer open


Er was natuurlijk de opwinding rond de "So you think you can be the Voice of Holland's next top librarian" wedstrijd, en Elspeet kreeg een nieuwe bibliotheek. Maar verder zat ik vorige week toch voornamelijk een beetje te wennen aan weer werken.

Dus vroeg ik maar eens aan Google hoe het met de bibliotheek van Kirkuk stond. Over het herbouwen van die bibliotheek in Irak schreef ik tijden terug een blogpostje. Danig verwaarloost en vernield zou die bibliotheek met hulp van de amerikanen flink worden opgeknapt. In het voorjaar van 2010 zou het werk klaar zijn.

In het voorjaar van 2010 was er natuurlijk nog helemaal niks af. En ook in de maanden daarna bleef het stil. Ik had het af en toe kijken eigenlijk al opgegeven. Tot vorige week.

En kijk nou, de bibliotheek is af. Heropend in juni van dit jaar. De directeur Shadiya Bakir vertelt dat "(the library) contains twenty seven thousand religious, political, educational, literary, legal and scientific books. Six thousand of the books are in Kurdish, one thousand in Turkish and ten thousand are in Arabic, with some fifteen hundred English books.”
Trots zijn ze vooral ook op hun jeugdafdeling met zo'n 5000 tot 6000 titels.




Het is misschien allemaal wat minder grootscheeps dan wij hier gewend zijn, misschien heeft de bibliotheek in Elspeet wel meer boeken. Maar ik vond het mooi om te lezen. Dat het leven doorgaat, ook in Irak. En dat daar een bibliotheek bij hoort.

Mocht iemand een bloemetje willen sturen, ik wil het wel gaan brengen hoor.

woensdag 26 oktober 2011

"Oh, daar was Erica Terpstra ook!"


"Had je een fijne vakantie?", dat vroegen mensen gister toen ik weer begon met werken. Na een bevestigend antwoord probeerde ik te vertellen hoe het geweest was in Jordanië. Probeerde, want het is lastig over te brengen hoe het is om door de woestijn te lopen. Dat snappen mensen gelukkig dan ook wel weer.
Of ik ook foto's had, dat vroegen ze ook. Ja, nogal heel veel zelfs. Er zou zo een lezing mee te geven zijn. En die zou dan nog erg lang duren ook. Dat ga ik natuurlijk niet doen, zo'n lezing geven. Maar als ik het zou doen dan zou ik waarschijnlijk beginnen met, "Misschien zag u onlangs het tv-programma waarin Erica Terpstra Jordanië bezocht.
Mevrouw Terpstra was in Jordanië. Dat zeiden mensen gister tegen me. Wij zijn haar niet tegengekomen. Tenminste, we hebben haar niet opgemerkt. Misschien was ze er wel maar hadden we het te warm of plakten we net een blaar af.

We liepen er door de woestijn, bezochten Amman, Aqaba, Dana, Jerash en natuurlijk Petra. Dobberden wat in de Dode Zee en liepen weer wat verder door de woestijn. Het blijft lastig om er over te vertellen, om er echt wat over te vertellen. Maar in ieder geval zijn er nu wat plaatjes om te bekijken.

De foto boven het stukje is gemaakt in Aqaba. We sliepen toen een nacht in een hotel. Wat best fijn was, zo konden we voor één nacht de sokken en de t-shirts in de koelkast bewaren.

Twee opmerkingen nog van een meer algemene aard.

1. Het groepje waarmee we in Jordanië waren bestond uit een man/vrouw of 15,16. De helft had een boek mee. Ongeveer de helft van die boeken waren bibliotheekboeken. Er was niemand met een eLezer of iPad. Van de rest van het groepje twitterde er niemand. Hyves en Facebook waren onontgonnen terrein.

2. Ik was 10, 12 jaar terug ook in Jordanië. Er waren daar toen nauwelijks mobiele telefoons vooral omdat het bereik erg slecht was. Na een verdwaaltocht moest de falende gids met zijn mobiel toen iemand in Israël bellen, die weer iemand in Amman belde, die weer iemand boven op een berg kon bereiken voor een jeep ons kon vinden.
Nu had bijna iedereen een mobiel. En die werd regelmatig gebruikt. Best raar, zo'n plots schel klinkende beltoon die vanaf een kameel door de woestijn galmt. Al klinkt het altijd nog veel beter dan in een overvolle treincoupé.

maandag 24 oktober 2011

Boeken kopen


De Redwan Library in Aqaba, Jordanië is geen bibliotheek maar een boekwinkel. Het Arabisch gebruikt hetzelfde woord voor bibliotheek én boekwinkel (Maktaba,مكتبة).
Nu niet meteen verheugd dingen gaan denken over retail enzo. Het woord Maktaba is afgeleid van het werkwoord kataba (schrijven) en betekent plaats waar dingen staan die geschreven zijn.


De Redwan library is een kleine, wat stoffige boekwinkel. Ik sprak er een tijdje met de vriendelijke eigenaar die trots vertelde over de boeken die ze zelf uitgaven. Net toen hij uit wilde gaan leggen waarom er een molen met Nederlandstalige Poema pockets nogal prominent in zijn winkel in de weg stond te staan moest hij de leukste vrouw ter wereld gaan helpen. Die had een fluit gevonden in een mand met muziekinstrumentjes maar ze kreeg er met geen mogelijkheid geluid uit. Na wat heen en weer gepraat en geprobeer klonk er na een tijdje een schelle toon door de winkel. We werden er allemaal blij van.
Het was niet echt slim om een boek te kopen. Het zou de volgende dagen hopeloos in de weg zitten in de toch al volle tas en waarschijnlijk was er thuis via het internet wel een beter uitziend exemplaar van Lion of Jordan te krijgen. De boeken in de Redwan Library hadden nogal last van de zon. De meeste waren wat verbleekt.
Maar, de winkel was leuk en de man was aardig. Dus kochten we het boek, en de fluit en verlieten met een goed humeur de winkel.

In Amsterdam stonden we vorige week in een grote boekhandel. Zo één die het nogal lastig heeft door van alles en nog wat. Het aantal verdiepingen en het aantal titels wordt er verminderd. Ik wilde eigenlijk geen boek kopen maar stond na een half uur toch met drie titels in mijn handen. Adam Hochschild bleek een boek over de eerste wereldoorlog te hebben geschreven en na één boek zie je er altijd meer.
De winkel had een duidelijk waarneembaar nogal groot kassadeel, 3 of 4 kassa's stonden er wel. De jongen achter de balie had, misschien voor de duidelijkheid ook nog een soort enorme sleutelhanger om zijn nek. Daar stond op wie hij was en dat hij bij de boekhandel werkte. Nadat hij me slaperig, het was tenslotte nog geen 12 uur, had laten weten dat ik €83,75 (ik reken dat, ik ben al oud, dan nog altijd even om naar guldens) mocht betalen propte hij de 3 boeken in een te klein papieren zakje. 'Tasje?', dat kon ik hij ook nog zeggen. Overmand door zoveel vriendelijkheid zei ik, 'Graag'.
Hij wurmde het uitpuilende zakje met boeken moeizaam in een tasje, tilde het op en liet het vervolgens nog net niet op de toonbank vallen. Maar dat kwam alleen omdat ik oplette en het bijna vallende tasje nog net op tijd overnam.
Zonder vrolijkheid verlieten we de winkel. Aan het automatische 'Prettige dag' heb ik geen aandacht geschonken.

Misschien is het een klein post-vakantie bluesje maar als Aqaba niet zo ver weg was dan wist ik wel waar ik voortaan mijn boeken zou kopen.

vrijdag 21 oktober 2011

Iedereen heeft zijn/haar eigen Bob


'... helemaal niks .... afraffelen ....'
'Goed zeg! Vanaf het begin zat ik er maximaal in!'

Het was alweer voorbij. Dylan en zijn band hadden al in een rommelig rijtje op het podium gestaan, geen obligaat 'Thank you!' en ook geen toegift. Klaar.

'There's an evenin' haze settlin' over the town
Starlight by the edge of the creek'

'Je hoort wel dat ie eigenlijk niet meer zo goed zingt. Zou hij nog klinken zoals op die laatste cd van The Traveling Wilburys?'
We stonden nog buiten, in een regenachtige rij. De jongen die de vraag aan, waarschijnlijk zijn vader stelde was 18. Misschien was hij ouder, dat kan. Op een bepaald moment krijgt iedereen die duidelijk veel jonger is in mijn hoofd de leeftijd 18. De man die misschien zijn vader was wist het antwoord niet. En ik draaide me niet om. Dat The Traveling Wilburys al heel erg lang voorbij zijn, waarom zou ik dat die jongen vertellen?

Iedereen heeft zijn eigen Bob. Iedereen komt naar een concert voor zijn of haar beeld, zijn of haar Dylan.
Veel mensen kwamen misschien gisteravond voor een Dylan die er allang niet meer is. Die man met een gitaar, met liedjes over hoe het er aan toegaat op de wereld. Op een bepaalde manier gezongen. Een manier die ze zich konden herinneren.
Toen ik in 1996 zelf voor het eerst naar Bob ging kijken had ik dat ook. Terwijl ik wist dat die Dylan ook toen allang niet meer bestond.

'The buyin' power of the proletariat's gone down
Money's gettin' shallow and weak
'

De man die naast ons rustig wachtend een boek aan het lezen was. De man die ijzig kalm, zonder één keer te klappen het concert bekeek en wiens hoofd pas begon te bewegen tijdens "Like A Rolling Stone". Het clubje mevrouwen dat tegen de helft van het concert wegging, waardoor de leukste vrouw ter wereld en ik wel heel erg vooraan konden staan. Mensen zochten naar het beeld van Dylan dat ergens bestond.

Ik lees hier en daar wel eens iets over verhalen vertellen. Iedereen heeft verhalen, of kent er een paar. Dat is de kunst niet. De kunst is hoe je de verhalen vertelt. En om die kunst ging het gisteravond. Misschien kwam dat omdat we erg dichtbij stonden en zo de man zijn gezicht goed konden zien. Dat gezicht was vol mimiek, een grijnsje hier, een bijterige blik daar. Geen automatische piloot, de man zat in zijn liedjes. Voor zichzelf, wij mochten meeluisteren en meekijken.

'The place I love best is a sweet memory
It's a new path that we trod'

Er waren oude liedjes, "It Ain't Me Babe", "Leopard-Skin Pill-Box Hat". Nieuwere liedjes "The Levee's Gonna Break", "Thunder On The Mountain". Liedjes die van mij niet zo hadden gehoeven "Things Have Changed", "All Along The Watchtower". En er waren onverwachte liedjes, "Mississippi" en "Workingman's Blues #2".

Een tijd terug wilde ik een stukje schrijven over iemand die ontslagen werd. Vooruitgang enzo, veranderende geldstromen. Maar de woorden klopten niet, of kwamen niet in de goede volgorde te staan, "Workingman's Blues #2" hoorde bij dat stukje.
Dylan vertelde het lied gisteravond, in Rotterdam. Een regel hier, een nadruk daar. Moeiteloos, zomaar.
  
'Meet me at the bottom, don't lag behind
Bring me my boots and shoes
You can hang back or fight your best on the front line
Sing a little bit of these workingman's blues'

Verhalen vertellen is een kunst. Het juiste woorden, de goede intonatie, afwisseling van sfeer en toon.
Ik vond de verhalen, en de muziek gisteravond erg mooi. Of de jongen die misschien 18 was het ook goed vond, dat weet ik niet. Iedereen heeft tenslotte zijn of haar eigen Bob.
Iedereen hoort het verhaal waarnaar hij of zij of wil luisteren.

Er mocht gisteravond bij Dylan niet gefotografeerd of gefilmd worden. En daar werd, zoals ik gemerkt heb ook erg op gelet. Om, na een eerdere YouTube ban vanwege een Prince filmpje, niet opnieuw in gedoe verzeild te raken heb ik de halve ochtend gespendeerd aan het online zetten van een filmpje op vage websites. En daar kwam ik deze tegen. Goh. Da's nou ook toevallig zeg.


donderdag 29 september 2011

De kastanje in mijn broekzak


"Ik dacht, misschien wil jij hem hebben."
Ze duwde me iets in mijn hand dat ik niet onmiddellijk herkende.
"Wat is dat nou?"
"Ach. Dat weet je toch wel? Die kastanje droeg je vader altijd ergens bij zich. In zijn broekzak, of in zijn jas. Altijd."
Ik keek verbaasd, maar dat zag ze niet.
"Toen hij stierf, en ik later zijn kleren aan het opruimen was kwam ik hem tegen, in een jasje.
Ze sprak een beetje zacht. Tegen mij, en misschien ook tegen zichzelf.
"Daarna heb ik de kastanje altijd bij me gehad. Meestal zat hij in mijn jas. Maar nu was ik kleren aan het opruimen en ik dacht, misschien wil jij hem wel hebben."

Jaren terug liep ik in een woestijn. Ik denk dat het de Sinaï was. Ergens pakte ik een steentje op. Misschien hoopte ik dat het een fossiel was. Maar waarschijnlijk deed ik het gewoon om iets te doen te hebben. Het was gewoon een steentje, nou ja, eigenlijk was het meer een heel klein balletje waarop je de zandkorrels zag zitten.
Het was niks bijzonders. Maar ik deed het steentje in mijn broekzak om het 's avonds in mijn fleecejack te doen. Waar het daarna altijd in is blijven zitten.
Daar ben ik precies in. Het steentje hoort in het fleecejack. Zonder steentje klopt het niet.

"Maar ik wist dat helemaal niet. Van die kastanje."
"Ach, hoe kan dat nou? Hij heeft die kastanje zo lang bij zich gedragen. Hij had hem al voor we 40 jaar geleden naar Den Helder kwamen. Ik denk dat hij van de kastanjeboom komt die vroeger, op het dorp, op de hoek van de straat stond. Die boom kan je je toch we herinneren?"
"Ja, die boom kan ik me wel herinneren, die staat er geloof ik nog steeds. Maar die kastanje, nee, daar wist ik echt niets van."

Misschien had ik moeten vragen waarom ze juist nu besloten had de kastanje aan mij te geven, nadat ze hem meer dan 12 jaar bij zich had gedragen. Maar dat deed ik niet.
Soms doet ze plotseling gewoon iets weg. Zonder verdere reden en zonder verder na te denken. Dus zoiets zal het nu ook wel geweest zijn.

Maar in ieder geval. Ik ga op vakantie. Met een steentje in m'n fleecejack en een kastanje in mijn broekzak.

woensdag 28 september 2011

De boeken die ze leent



Ze gaat één keer in de drie weken naar de bibliotheek. Die ligt aan de overkant van het plein dus met de rollator gaat dat net. Als ze denkt dat het niet gaat, en dat komt voor als je 86 bent, dan ruilen wij de boeken voor haar. Maar dat heeft ze eigenlijk liever niet. Ze zoekt liever zelf en ze komt er nog wel eens iemand tegen, in de bibliotheek.

Ze leest al jaren streekromans. We hebben wel eens geprobeerd er iets anders tussen te smokkelen, literatuur of zo. Maar die haalt ze er meteen weer tussenuit.
"Die vind ik niet leuk hoor, dat hoeft van mij niet."
Ze weet precies wat ze mooi vindt.

Wanneer iemand haar zou vragen wat ze er nou mee opschoot, met het lezen van die streekromans, of wat het maatschappelijke nut is van het lezen van die boeken, dan zou ze denk ik zeggen dat ze het gewoon fijn vindt om te lezen. Meer niet.
Al zou ze er wel een "Maar dat snapt u toch zelf ook wel" blik bij hebben.

Ik praat wel eens met mijn moeder over het werk. Zeker nu het met bibliotheken wat slechter lijkt te gaan, met het beschikbare geld dan. Daar maakt ze zich zorgen om.
"Maar hou je dan wel werk jongen?"
Of we praten wat over de toekomst, van de bibliotheek. Dan vertel ik over plannen voor websites, of over eReaders. Websites, dat ziet ze wel. Niet dat ze iets heeft met het internet, computers zijn aan haar voorbij gegaan. Maar internet, daar heeft iedereen het over, dus dat zal dan wel wat zijn.
E-Readers, daar haakt ze bij af. Soms vriendelijk maar als ik er wat over doorga, bijvoorbeeld met het argument dat het zo handig is dat je dan zelf de letters kunt vergroten en dat je alles kunt lezen wat je wilt, dan wil ze wel eens wat kribbig worden.

"Maar als ik zo'n ding nou gewoon niet wil? Dan hoeft dat toch niet? Ik betaal toch ook elk jaar contributie?"
"Maar steeds meer mensen hebben zo'n apparaat moeder."
"Ik niet, en ik wil er ook geen. Ik wil gewoon een boek lenen, in de bibliotheek. Dan moet ik zeker zo'n duur ding kopen? En er is al zo weinig geld. Jullie moeten ook om gewone mensen blijven denken hoor."

Als ze zo'n bui heeft, dan drinken we nog maar een kopje koffie en praten wat over de poes.
Daarna halen we wat boeken, in de bibliotheek. Streekromans.

vrijdag 23 september 2011

#DesertIslandBob



"Oefen je voor de EO jongerendag of zo?"
"Och, ik had je niet binnen horen komen. Nee, hoor, ik maak een Dylanlijstje"
"Een Dylanlijstje? Waarom? Je zou toch boodschappen doen?
"Weet je nog dat we het een tijdje terug hadden over welke boeken er mee moesten naar een onbewoond eiland en dat je toen met het idee voor een lijstje met 10 Dylanliedjes voor zo'n eiland kwam?"
"Oh nee, nee nee. Dat was een grap, de ironie droop toch van die zin af. Je bent toch niet echt aan zo'n lijstje begonnen?"

"Nou, stop nou met pruilen. Het was een grapje die 10 Dylanliedjes maar als jij het nou belangrijk vindt. Kom nou gewoon weer in de kamer zitten."
"Zo erg is het toch niet, zo'n lijstje?"
"Nee dat niet. Maar je maakt er meteen zo'n zooi van. Kies gewoon 10 liedjes. Klaar. Je kent die liedjes toch? Je hoeft dan toch niet meteen weer die hele verzameling groezelige cd's uit de kast te halen."

"Sorry, sorry. Ik weet dat je vaak met veel moeite aan die obscure opnames bent gekomen. Sorry, ik zal het woord groezelig niet meer gebruiken goed?"
"Ok."
"Nou, vertel eens. Welk lied van God, sorry Bob draaide je toen ik binnenkwam?"

"Pressing On, dat moet op het "Met Bob op een eiland" lijstje."
"Maar het klonk erg, uh, religieus."
"Klopt. Dylan maakte Pressing On tijdens zijn religieuze periode, tegen het einde van de jaren zeventig."
"En dat vindt jij mooi, die reli-liedjes?"
"Zeker. Ik vind ze prachtig."
"En dat Dylan over god zingt, de autonome, zelfdenkende, poëtische en misschien zelfs licht met zichzelf ingenomen Dylan, dat vindt je wel ok?"
"Zeker. Klassieke muziek, soul, reggae, bergen muziek gaan over god maar als Dylan over god zingt is het opeens raar."
"Nou, vooruit. Maar waarom liggen al die cd's hier?"
"Omdat er natuurlijk wel de juiste versie van het lied op het lijstje moet."
"Och ja, er zijn natuurlijk weer meerdere versies. Nee, vertel maar niet welke er allemaal zijn. Doe gewoon het lied dat je koos."
"Deze Pressing On is opgenomen op 16 november 1979. Dylan stond toen met een "geen hits alleen religie" show in San Francisco. Het lied is, als het eenmaal op gang is gekomen en dat duurt even, een echte onvervalste "Steek je handen in de lucht voor God!" gospel. Doe je ogen dicht en zie hem daar staan, een joodse jongen die niet meer precies weet wat hij moet. En die zich dan maar overgeeft aan hardcore christelijk geloof. Vol van heilig vuur. En hoor dat koortje nou eens. Dat is geen gewone "Jezus vindt jou lief" religie, dat is uitzinnigheid, vervoering, extase!"

"Juist ja, rustig maar he. Welke andere 9 nummers heb je trouwens uitgekozen?"
"Verder dan deze ene ben ik nog niet gekomen."
"Dit is alles? De kamer ligt vol cd's, de poes is onder het bed gevlucht, er is geen koffie en alles wat je hebt is één lied?"
"Ja, één lied ja. Maar als ik straks op dat eiland zit moeten het wel de goeie zijn. Anders moet ik weer vreselijk gaan lopen hannesen met flessenpost en dat soort dingen. Want er zal wel geen internet zijn op zo'n eiland he."
"Ik zei het al eerder, jij neemt het allemaal veel te serieus. Maar goed, ga maar fijn verder zoeken. Als je maar wel onthoudt dat we over een week op vakantie gaan."
"Da's fijn ja. Misschien verkopen ze in Amman wel cd's van ..."
"Ik wil het niet horen Ton! Echt niet!"

Bob Dylan - Pressing On by roio

woensdag 21 september 2011

Hoe woorden smaken


Ik had me echt serieus voorgenomen om geen "Oh maar dat is raar, daar tik ik een paar woorden over" blogjes meer te schrijven. En ik heb eigenlijk ook helemaal geen tijd om een tekstje te tikken.

Maar soms, soms zie je iets dat dan toch weer te leuk is om te laten liggen.

Morskoiboy laat op zijn blog zien hoe hij een machine bouwde waarmee hij eindelijk de smaak van zijn woorden kan proeven. Tenminste, ik denk dat het om Morskoiboy gaat, of iemand die zich zo noemt. De klikmogelijkheden die ik zie lijken me nogal Grieks of Russisch.

Eigenlijk is zijn machine een erg ingewikkelde cocktailschudder. Er zijn een heleboel buisjes en er is een toetsenbord. Tik een letter en een smaakje wordt toegevoegd.
Het is toch fijn dat iemand de tijd vindt om zo'n geval in elkaar te knutselen. Het ding kan volgens mij zo in een leescafé, of hoe zoiets tegenwoordig dan ook mag heten.

maandag 19 september 2011

Er ligt een schat voor de flat


De glimmend zwarte auto stond nog niet eens goed stil toen ze al uitstapte. Blonderig, en in kleding die misschien ooit precies pas had gezeten. Terwijl ze de straat overstak, op weg naar de schat, ging de deur aan de bestuurderskant even open. Wat er werd geroepen kon ik niet horen. Maar de vrouw ging wel iets harder lopen.

De schat die tegenover de flat ligt lijkt een populaire schat te zijn. Vooral voor beginners.

Meestal komen ze met z'n tweeën. Soms is de schatzoeker alleen. Het leukste, om naar te kijken, zijn de echt beginnende zoekers. Die zijn zich nog bewust van het bekeken worden. Vaak zoeken ze wat besmuikt, doen ze net of ze iets anders doen. Een foto maken bijvoorbeeld, dat is een veelgebruikt excuus om wat rond te hangen. De één zoekt dan naar de goede hoek om iets te fotograferen, de ander kijkt gehaast rond naar waar de schat toch kan liggen.
Soms duurt het erg lang, dan wordt het saai. Of gênant. Dan wil ik wel eens bijna roepen "hij ligt achter dat grijze elektriciteitskastje hoor!".

Nederland ligt vol met schatten. Die kun je zoeken. Met een GPS-ding. Er is zelfs een kaart van, daar staan alle schatten op. De meest mysterieuze zijn de schatten die schijnbaar midden in zee liggen. Dat lijkt me nog een heel gezoek.
Voor de flat ligt ook zo'n GPS schat. Die ligt er al jaren. Heel lang.
Ik heb geen GPS, de schat heb ik dan ook nog nooit gevonden. Ook al weet ik precies waar die ligt.

Nadat de vrouw trefzeker de schat in één keer had gevonden liep ze terug naar de glimmende auto. De bestuurdersdeur ging weer even open. En de vrouw liep weer wat harder. Ze moest haar portier nog dicht doen toen de auto al weer weg stoof.

vrijdag 16 september 2011

Plekken, Aswan


Het is maar zelden dat je een precieze plek aan kunt wijzen. Een plek waar iets begon.

In 1992 was ik voor het eerst in Egypte. De reis was er één langs erg veel oud steen en na het huilende vertrek van de reisleidster (nee, ik had daar niets mee te maken) op dag 3 of 4 was het nogal een rommeltje.

Eenmaal in Aswan, in het zuiden had ik een totale monumenten overdosis. Dus toen we in die plaats ook nog het mausoleum van de Aga Khan zouden bezoeken besloot ik buiten te blijven.
Rond het mausoleum is een niet al te hoge muur, hij omsluit het hele complex. En wat doe je als je moet wachten omdat de rest naar binnen is? Dan ga je op zo'n muur staan.

Daar waar het kruisje op de foto staat, daar stond ik. Er is ook een foto van maar gelukkig heb ik hier thuis geen scanner.

Het is misschien gek, we waren tenslotte al een tijd onderweg in Egypte, maar daar, daar waar het kruisje staat zag ik voor het eerst de woestijn. Leeg, heet, stoffig en zichzelf schijnbaar eindeloos herhalend.
Ik bedacht me, ik weet het nog, dat wanneer je van het muurtje af zou springen en naar het westen zou lopen je duizenden en duizenden kilometers niets of niemand meer tegen zou komen.

Ik kan nooit goed uitleggen wat het nou precies is met de woestijn en mij. Zelfs niet aan mezelf.
Maar in ieder geval kan ik een kruisje zetten bij de plek waar het begon.

woensdag 14 september 2011

De bakfietsbibliotheek



Nee, ik heb geen bakfiets. Ik zou waarschijnlijk over iemand heen fietsen, onbedoeld natuurlijk. Nee, dit stukje is alleen maar een rehash van iets dat ik ergens anders las. En wat bleef hangen.

Twee maal per week fietst Laura Moulton door Portland, Amerika. Zij heeft wel een bakfiets. Een bakfiets met zo'n 40 tot 50 boeken. Met haar bakfiets gaat ze langs een aantal vaste plekken in de stad. En op die plekken leent ze boeken uit. Het lijkt dus een beetje op een bibliobus. Al is haar doelgroep misschien een andere. Moulton leent boeken uit aan daklozen. Dat doet ze nu een tijdje. Gewoon omdat ze het belangrijk vindt.

Haar uitleenreglement is vrij eenvoudig. Daklozen kunnen zoveel boeken lenen als ze willen en er is geen uitleentermijn. Of boete.

“Being able to give them a card and tell them, ‘I hope to see you again’ – that’s a powerful thing because these are people who cannot get a library card [at the local library] because they have no address,” Moulton says. Her patrons show a high-level of accountability in returning books, which contradicts some assumptions about homeless people.

Op het blog dat Moulton bijhoudt over haar project laat ze foto's zien (één heb ik er boven dit tekstje gezet) van haar leden en de boeken die zij lenen. Of van mensen die ze tegenkomt en met wie ze een aardig gesprek heeft.

De teksten in mijn nieuwsfeeds, de tweets die ik lees gaan vaak over dingen met een stekker er aan, een sexy nieuw project ergens, of gewoon over of het uitlenen van boeken nog wel zin heeft. En, ik zet het er als een soort disclaimer maar achter, dat zijn natuurlijk allemaal reuze belangrijke dingen waar we met z'n allen erg hard over na dienen te denken.

Maar, het bericht over het werk van mevrouw Moulton bleef me bij. Het is soms fijn om te weten dat er ergens iemand met een bakfiets op pad gaat, gewoon om boeken uit te lenen aan daklozen.

maandag 12 september 2011

Tom Willems - Bob Dylan in Nederland 1965 - 1978 (boek)


Een aardige vraag voor een pubquiz. Wat was de grootste hit van Bob Dylan in Nederland?
Hurricane? Lay Lady Lay? Like A Rolling Stone? Of misschien het door jan en alleman dood gespeelde "Blowin' In The Wind?

Van "Bob Dylan in Nederland 1965 - 1978" had Tom Willems met gemak een saai boek kunnen maken. Dylan trad pas voor het eerst in 1978 in Nederland op en wat daarvoor gebeurde, platen die uitkwamen enzo, echt tot de gemiddelde verbeelding spreken doet het waarschijnlijk niet.
Natuurlijk, in het boek staat precies beschreven welke plaat wanneer uitkwam, hoe de hoes eruit zag en meer van het soort informatie waarop de wat meer fanatieke Dylanjunk zit te wachten. Maar dat is niet het enige waar Willems over schrijft.

Je kunt het je misschien nu niet meer voorstellen maar toen, ver voor het internet, moest je soms bar veel moeite doen om muziek te bemachtigen. Platen kwamen misschien wel in Amerika uit, maar weer niet in Nederland. En hoe kom je dan aan die muziek?
Waar je nu je digitale nek breekt over de fansites moest je je toen behelpen met gestencilde blaadjes, in elkaar gezet en bij elkaar geschreven door een handjevol mensen die soms bij elkaar kwamen in buurthuizen om gezamenlijk naar een lp te luisteren.
En hoe kwam je toen, lang geleden, aan muziek die niet officieel in de winkel te koop was? Nu klik ik een link aan en klaar, weer een concert erbij. Maar toen? Raar genoeg werd die muziek soms op de radio gedraaid. En waren een aantal Nederlandse radiomedewerkers zelfs erg nauw betrokken bij het uitbrengen van één van de eerste bootlegs.

"Bob Dylan in Nederland 1965 - 1978". Is een mooi boek, een vulling van een leemte. Ook voor de niet-Dylanjunk die meer wil weten over hoe muziek werd ontvangen, beschreven en beleefd in langzamer tijden.

O ja, de pubquiz.
De grootste hit van Bob Dylan in Nederland was "Wigwam". Dit nummer, waarin Dylan slechts neuriet en een beetje lalalaat was een flinke hit in 1970.
Willems vraagt zich in zijn boek af wie deze single toen toch kocht, in 1970. Nou, mijn neef kocht het ding. Toen ik 15 of 16 was kreeg ik een stapel singels van hem. Waar hij toch niet meer naar luisterde. Ik heb "Wigwam" toen één keer gedraaid. Daarna duurde het bijna 20 jaar voor ik Dylan een tweede kans gaf.

vrijdag 9 september 2011

"And we wanna get loaded. And we wanna have a good time."



Als ze het nog een keer zou doen zou ik haar slaan, nam ik me voor.

Just what is it that you're trying to do?

Concerten zijn soms wonderlijke gebeurtenissen. Dit jaar zag ik Brad Mehldau woedend worden omdat een mevrouw niet wilde stoppen met fotograferen. "Kleng" daar galmde de klikkende sluiter weer door een zacht stukje muziek. En er was dat gezin dat, ook na de oproep van de meneer op het podium om tijdens het spelen van Brahem, Holland en Surman rustig te zijn, boertig een hele rij luidruchtig deed opstaan omdat er ergens in het midden nog een paar stoelen vrij waren.
Bij The Jayhawks stond ik laatst naast drie mannen. Het halve concert hebben ze elkaar foto's laten zien, op hun mobieltjes. Van de kinderen, en de vakantie.

We wanna be free We wanna be free to do what we wanna do.

En nu stond ik dan half naast een klein, enigzins aangeschoten Engels meisje. Het optreden van Primal Scream was net wat aan het inkakken maar dat weerhield haar er niet van om haar kleine, mollige armpjes regelmatig in de lucht te steken. Waar mijn hoofd was, mijn bril en één keer zelfs mijn neus.

And we wanna get loaded. And we wanna have a good time.

Primal Scream maakte 20 jaar geleden het album "Screamadelica". Dat is mij toen totaal ontgaan. Ik zat toen net in een "Zo, die Miles Davis kan vlug toeteren zeg" periode.
Maar, om onduidelijke redenen vond ik dat we nu best naar het optreden van de band zouden kunnen gaan. Ze zouden de plaat van 20 jaar geleden spelen. Wat maakte het uit dat we die niet kenden. Misschien zou het leuk worden, een soort medicijn tegen een woekerend slecht humeur. De zomer was slecht, de vakantie zou pas in oktober komen. En ik geloof dat ik net ergens gelezen had dat het uitlenen van boeken maar eens ter discussie moest worden gesteld. Zucht.

That's what we're gonna do. No way baby lets go.

Net toen ik het meisje met de prikkende vingertjes, nu raakten ze mijn linkeroor, hardhandig weg wilde duwen was ze zelf weg. Precies op het moment dat "Loaded" door Paradiso begon te dreunen. Het feest barstte los.

We're gonna have a good time. We're gonna have a party.

Concerten zijn soms wonderlijke gebeurtenissen. Ik ben niet zo heel uitbundig, van nature. Meer een kijkertje, een luisteraartje.
Daarom wil ik, mede namens "de leukste vrouw ter wereld" vanaf deze plek mijn verontschuldigingen maken aan de mensen op wiens tenen en voeten we zijn gesprongen. Of tegen wie we zijn aangevallen. Of gesprongen. Vooral tijdens "Country Girl" en de andere toegiften. Neem het ons niet kwalijk. Het moest gewoon even. En bedenk, het was voor een goed doel, mijn zeurhumeur is geheel verdwenen.

donderdag 8 september 2011

Kerouac tellen


Waarschijnlijk is er in elke plaats wel één. Of misschien wonen er zelfs meerdere. Maar in Den Helder heette hij vroeger Piet de teller. Piet liep buiten, en hij telde. Stoeptegels, auto's, bakstenen, het maakte niet uit wat eigenlijk. Hij telde alles.

Ik moest aan Piet denken toen ik het werk van Stefanie Posavec voorbij zag komen. En dat kwam weer omdat ze iets deed met "On the road" van Jack Kerouac.

Het beroemde boek van Kerouac las ik, vertaald natuurlijk, heel erg lang geleden. Ik vond het in de bibliotheek, waar ik toen nog als lezer kwam. Een pracht boek vond ik het, denk ik. Dat moet wel want Kerouac werd de tweede schrijver van wie ik vond dat ik alles moest lezen. Wat geen slim voornemen bleek te zijn, de man bleek naast mooie boeken ook ontzettend onleesbare zooi geschreven te hebben. Maar ja, wat je je voorneemt maak je af.

Maar, terug naar Posavec. Posavec telt. Zinnen, hoofdstukken. Ze kijkt naar hoe schrijvers zinnen schrijven. Korte zinnen, of juist heel lange. En van de getelde, en aangestreepte resultaten maakt ze tekeningen, kunst misschien wel.

Boven deze regels een afbeelding van de arceringen die Posavec maakte in "On the road" toen ze aan het tellen en meten was. Hieronder een grafische weergave van het eerste hoofdstuk van hetzelfde boek.


Piet de teller is al een tijd dood, Kerouac trouwens ook. Misschien wordt het tijd om weer eens wat van zijn boeken die staan te verstoffen in de boekenkast te herlezen.

vrijdag 2 september 2011

Connected



Ik heb een telefoon. Meerdere zelfs. Hier op het werk eentje met druktoetsjes, thuis zelfs nog één met een draaischijf. Ik heb een modernerige mobiel.
Ik heb een pc, thuis, twee staan er daar zelfs, hier op het werk staan er een stel. En die modernerige mobiel is eigenlijk ook wel een pc.
Ik kan bellen, mailen, twitteren, als het echt niet anders kan kan ik zelfs nog faxen. Al moet ik dan wel altijd vragen hoe dat ook alweer werkt.

Maar er zijn van die weken dat je ondanks al die technologie niemand echt te spreken kunt krijgen. Of in ieder geval niet de mensen waardoor dingen op gaan schieten.

Nee, het schoot niet op deze week.




vrijdag 26 augustus 2011

In de toekomst van David Byrne


Mensen die de toekomst nu al met zekerheid menen te kennen. Daar kan ik wel eens jaloers op worden. Dat je opstaat en dat je dan meteen, of na een kopje koffie, denkt "Over 5/10/15 jaar, dan ziet de wereld/het bibliotheekvak er zus/zo uit en daarom moeten we nu deze/die kant op". En dat je dat dan de dag daarvoor ook al zeker wist. En de dag daarna nog steeds.

Zo zeg. Dat moet een rust geven.

In the future everyone will only get to go home once a year.
In the future everyone will stay home all the time.
In the future we will not have time for leisure activities.
In the future we will only ’work’ one day a week.

David Byrne schreef "In the future" in 1984 als één van de verbindende tussenstukjes voor de nog nooit in zijn geheel uitgevoerde opera "The CIVIL warS: a tree is best measured when it's down" van Robert Wilson.
Hij lijkt het niet zo zeker te weten, met de toekomst. Het lied zit in ieder geval vol met (bijna) tegenspraak en warrigheid.
En toch zingt hij het erg rustig. Je zou er jaloers van worden.



woensdag 24 augustus 2011

Het cassettebandje uit Tripoli


Een foto van Khadaffi had ik al gekocht. Als merkwaardig souvenir. Zo'n foto hing tenslotte aan zo'n beetje elke muur die je zag. We vonden er één in een onooglijk klein boekwinkeltje, in een la, weggestopt onder ernstig verschoten posters van romeinse ruïnes.

Nee, dit wordt niet spannend of zo. Het is alleen maar een herinnering aan Libië, van jaren terug. Meer niet.

Er waren toen nog net sancties geloof ik. Verder was het een gewoon een land. Mensen die "Oellanda good" riepen. Een land met slaperige mannen met vervaarlijke machinegweren die bij checkpoints in het onmetelijke niets zaten te wachten op iets waarvan ze zelf ook niet wisten wat het was. Al lachten ze daar, soms met wat vertraging vriendelijk bij, dat moet gezegd.

In het uitgestorven hotelwinkeltje kochten we wat ansichtkaarten. Dat doe je op vakantie. Ook al waren er dan geen kaarten bij van de zuidelijke woestijn waar we net uitkwamen.
En ik gluurde naar het rijtje muziekcassettes dat er lag. Niets dat me ook maar enigszins bekend voorkwam. Maar muziek blijft muziek dus kocht ik er een paar. De jongen in het winkeltje probeerde me toen wat duidelijk te maken, maar zijn Engels was te slecht, net als mijn Arabisch.

Nadat we hadden afgerekend en wegliepen kwam de jongen achter ons aangerend. Misschien iets met geld? Hij had een cassettebandje bij zich. "This good", hij drukte de cassette in mijn hand, wilde van geen geld weten en liep weer weg. Voor hij in weer in het winkeltje verdween draaide hij zich nog even om, lachte, en zwaaide half.

Dagen later, thuis, bleek dat hij gelijk had. Zijn bandje was veruit het beste.

Het hotel waar we waren lag aan de Kurnish in Tripoli. Een soort A1 die je alleen heel hard rennend en vol doodsangst over kon steken. Ik heb het net op Google Maps teruggevonden.
Er is nog geen Streetviewopname van.
Maar dat zal binnenkort wel komen.



dinsdag 23 augustus 2011

"Dont you ever interrupt me while i'm reading a book!"



Natuurlijk, ik irriteer me ook als iemand me stoort tijdens het lezen. Vooral als blijmoedig hun ellende over de telefoon besprekende medemensen in de trein dat doen.
Tot nu toe verbeet ik mezelf dan alleen maar. Sinds Julian "I made this for you" Smith, een liedje/filmpje over dat storen maakte kan ik ... misschien dat liedje gaan zingen?

Why are all these people always interrupting me?
What i gotta do to try to make them see?
(Don't you ever interrupt me while i'm reading a book)
Im reading a book, i'm reading a book

Julian Smith blijkt, lees ik in een Wikipedia stukje een heuse internetcelebrity te zijn. Zijn "25 things i hate about Facebook" is sinds 2009 al 5249008 maal bekeken. Hartstikke fijn voor mr Smith natuurlijk maar mij doet hij voornamelijk aan iemand of iets denken. Maar ik kan er niet opkomen.
Scream?
Nightmare on Elm Street?

I'm at the library, where they call me a crook
I never even pay for my library books
I take them from the shelf
and if anyone looks i say
I'm reading a book, man
I'm reading a book

Is het leuk? Mateloos flauw? Effectief? Kijk het filmpje in ieder geval één keer helemaal. Het einde is namelijk nogal raar. Ook dat nog.

Misschien lijkt Smith op die nare godsdienstwaanzinnige monnik uit dat boek van Dan Brown?

vrijdag 19 augustus 2011

De stem van Bill Monroe



We keken naar mensen die uit het station kwamen. De meeste hadden tassen mee. Plastic tassen, boodschappentassen, rugzakken ook, er was zelfs een koffer met van die zielig piepende wieltjes. Zodra de aankomende bezoekers de hoek om waren en de kraampjes op de Brink zagen kwam er bijna iets huppelends in hun pas. Ze begonnen ook wat sneller te lopen, sommige renden bijna.  Alsof ze bang waren dat iemand anders eerder bij dat ene boek aan zou komen.

We kochten wat boeken op de Boekenmarkt in Deventer. Gingen langs familie, haalden een slaapzak op, zaten wat in de tuin. En reden weer terug naar Noord-Holland.

In de auto klonk muziek. Bob Dylan, Cover To Cover The Originals Volume Two. Geen liedjes van Dylan zelf maar de originele uitvoeringen van liedjes die de man ooit, één keer of veel vaker op het podium zong. Country, blues, krakend oud spul. Mooi maar ook wel weer erg verantwoord, je zou er soms zomaar van in slaap sukkelen.

Het was een typische Nederlandse zomerdag. De zon was er wel, maar voornamelijk achter donkergrijze zware wolken.  Af en toe hoosde het, kort en heftig.

Uit de autoboxjes klonk de stem van Bill Monroe. "A Voice From On High", daar zong hij over. 
De zon brak niet door, de regen hield niet op maar het Friese landschap fleurde er wel van op.

woensdag 17 augustus 2011

eGedoe of "De terugkeer van de winkelbibliotheek?"


Toen we een jaar of 40 terug in Den Helder kwamen wonen was er vlakbij, in de Spoorstraat een winkel waar je tijdschriften, papier, pennen en meer van dat kon kopen. Het leukste waren echter de kasten met boeken die achterin de winkel stonden.
Omdat de titels van die boeken, meestal streekromans of andere fictie nogal op elkaar leken en mijn moeder al die vage titels niet kon onthouden ging ik er vaak boeken voor haar uitzoeken. Mij zeiden de titels helemaal niks maar ik kon goed voorkanten onthouden. Vandaar dus. Je zocht een boek of twee uit, betaalde per boek een bedrag(je) en dan bracht je ze een week of wat later weer terug.

Het beeld van zo'n ouderwetse winkelbibliotheek zit nu al weer een paar dagen in mijn hoofd. Vorige week twitterde @FHuysmans een linkje naar een bericht in InformatieProfessional. In het bericht stond dat uitgevers en boekverkopers een intentieverklaring hadden ondertekend om tot een gezamelijk eBoekplatform te komen.

Nu is het natuurlijk prachtig dat er in ieder geval ergens mensen een intentieverklaring over eBoeken tekenen maar ik blijf steeds steken bij een woordje in een zin in de verklaring die je her en der kunt lezen.

"In de toekomst zal de consument via dit platform eenvoudig en snel digitale producten kunnen zoeken, aanschaffen (zowel tijdelijk als permanent) en gebruiken."

Tijdelijk aanschaffen? Dat klinkt toch erg als lenen waar je elke keer een ietsje voor betaalt. Hoewel je misschien ook wel een groter bedrag kunt storten waardoor je een aantal achter malen elkaar kunt lenen. Noem het een abonnement of zo.

Lenen, abonnement. Waar doen die dingen me toch aan denken?

Bibliotheken kunnen eBoeken uitlenen via een portal van de NBD. Maar hoewel die portal voor een hoop opwinding zorgt komt die opwinding niet door de hoeveelheid titels die er in zitten. Dat aantal is nog steeds gering. Er is ook nog een Eregallerij waar je rechtenvrije klassiekers kunt downloaden. Maar het zou goed kunnen dat na het eerste enthousiasme iedereen nu wel een beetje klaar is met Couperus en Jacob van Lennep.
Maar verder?

Uitgevers en boekverkopers gaan iets doen. Met iets dat voor mij nu lijkt op de terugkeer van de winkelbibliotheek.
Of bibliotheken nog wat gaan doen? Als ik het allemaal goed begrepen heb sprak de Stuurgroep e-books openbare bibliotheken gisteren met de GAU (Groep Algemene Uitgevers).
Ik ben reuze nieuwsgierig naar wat daar uitgekomen is.



maandag 15 augustus 2011

Het konijn en de Berlijnse Muur


Meestal kijk ik niet naar tv-programma's over dieren. Voor het Vlaamse "Dieren in Nesten" maak ik een uitzondering, maar verder, nee. Het is me allemaal te episch, met aanzwellende vioolmuziek en dan die stem van Richard Attenborough.

Maar afgelopen zaterdag was er zo maar een uitzondering op de regel op tv. Terwijl aan de ene kant mannen in grijze pakken ernstig het bouwen van de Berlijnse muur herdachten werd er op een ander kanaal heel anders naar die muur gekeken.

"Rabbit a la Berlin" is een film uit 2009 die het verhaal van de muur verteld, maar dan uit het perspectief van het konijn. Ja, dat is een beetje raar ja. De eerste minuten keken "de leukste vrouw ter wereld" en ik dan ook een beetje alsof iemand ons ernstig in het ootje aan het nemen was.
Beelden van de bouw van de muur, vluchtende mensen werden afgewisseld met beelden van konijnen die tevreden gras kauwend naar alle gebeurtenissen keken. Zij zaten daar maar zo'n beetje. Plots werden ze door niemand meer gestoord, door niemand meer weggejaagd.

Na een tijdje blijkt het verhaal van de konijnen van Berlijn het verhaal van de inwoners te zijn. Maar dat moet je er wel zelf bij bedenken. Het bijna oubollige muziekje, de vriendelijke beschouwende commentaarstem, de interviews, al die dingen blijven stug binnen het format van een documentaire over het konijn. Meesterlijk.

Het was mooi geweest als de film via "Uitzending gemist" terug gekeken had kunnen worden. Maar ja, rechten enzo. Gelukkig kun je met het combineren van wat woorden en na wat wachten alsnog naar de film kijken. Wat vast niet mag. Maar af en toe kan het niet anders.



vrijdag 12 augustus 2011

"Ze verkopen ansichtkaarten van de gehangenen"



Lang dacht ik dat het gewoon een surreële regel was om een verder toch niet te volgen lied mee te beginnen, "They're selling postcards of the hanging."

15 juni 1920. Een woedende menigte van rond de 10.000 mensen staat voor de gevangenis in Duluth, Minnesota. In de gevangenis zijn zes mensen opgesloten die verdacht worden van de verkrachting van de negentienjarige Eline Tusken.
Tusken was blank, de verdachten allen zwart.
De sheriff geeft zijn mannen de opdracht niet te schieten wanneer de menigte de gevangenis bestormt, er zouden anders gewonden kunnen vallen. Drie gevangenen, Elias Clayton, Elmer Jackson, en Isaac McGhie worden naar buiten gesleurd. Ze worden één voor één opgehangen aan een lantaarnpaal.

Maar het is nog niet klaar.
Er wordt ook een foto gemaakt. Michael Fedo, die een boek schreef over de lynching zegt ""This was a significantly posed photo. It took a couple of automobiles with lights to illuminate the scene so the photographer could get his picture taken."

En zo staan ze ook op de foto. Geposeerd. Halzen worden gerekt. Misschien wordt er wel op de punten van tenen gestaan. Rechts een man wiens voet het hoofd van één van de doden haast wel moet raken. Hij gaat er eens goed voor staan. En lacht, zoals dat hoort op een foto.

Het blijft niet bij een foto alleen. Van het plaatje wordt een ansichtkaart gemaakt. Zaken vastleggen en verspreiden is een bezigheid van alle tijden. Uniek is de gemaakte ansichtkaart niet. "Without Sanctuary. Lynching Photography In America" is een boek over dergelijke kaarten en foto's. En ja, er is ook een website.

"They're selling postcards of the hanging.", zo begint "Desolation Row" van Bob Dylan. Dylan's vader woonde in de tijd van de lynching in Duluth, dichtbij de plek van de lynching. Misschien zag hij de lynching, misschien alleen de ansichtkaart. Waarschijnlijk vertelde hij er later over aan zijn zoon.

"All OK and would like to get a post from you. Bill, This was some Raw Bunch.", staat er op een soortgelijke kaart. Want een kaart blijft een kaart. Adres, postzegel en een tekstje erbij.

Voor het lynchen van Isaac McGhie, Elmer Jackson en Elias Clayton is nooit iemand veroordeeld.

woensdag 10 augustus 2011

Een vrij saai stuk over Google Music Beta


Google Wave, dat leek toch een beetje op een psychedelische chatbox.
Google Buzz, ik heb geprobeerd het me te herinneren, maar het lukt niet.
Google+, dat zie ik nog niet maar misschien komt het nog.

En dan nu Google Music Beta (hierna GMB). Edwin was zo vriendelijk me een "invite" te sturen voor deze, nog beperkt leverbare nieuwe Google uitvinding.

GMB laat je, via een Music Manager die je eerst moet downloaden 20.000 liedjes uploaden naar een persoonlijk kluisje ergens op het internet. Voor dat uploaden begint vraagt de Music Manager in welke mappen op je pc je je muziek bewaart. Dat was even lastig. Ik ben natuurlijk een reuze geordend persoon maar de muziekmapjes staan nogal her en der.
Maar, na wat gezoek ("Oh dus daar waren die vier concerten van The Housemartins!") en aanvinken ging het uploaden probleemloos.
GMB toont je vervolgens alle muziek die je hebt geupload. Op artiest, album en dat soort varianten. Dat werkt bij mij niet zo goed. Ik kom plots om in de "track 01" etc liedjes. Nou ja, dat maakt het wel weer verrassend wat je te horen krijgt.
Aardig van GMB is dat het verschillende bestandsformaten als mp3 maar ook Flac herkent en afspeelt.

Maar dan zitten die liedjes in dat kluisje, wat heb je daar dan aan?
GMB is te gebruiken vanaf elke pc. Dus liedjes van de thuiscomputer zijn plots ook op het werk afspeelbaar. Natuurlijk doe ik dat alleen in de pauze. Of de medewerkers, wanneer zij eindelijk eens terug komen van vakantie het fijn vinden om naar een baggerige opname van Chic met Debbie Harry te mogen luisteren, dat is afwachten. Maar, het werkt.

GMB is ook te installeren op je telefoon. Mits dat een Android telefoon is. Nu heb ik zo'n ding maar ik heb het nog niet geprobeerd. Ik luister in de trein nog steeds old skool naar cd's. En om nu door de stad te gaan fietsen terwijl er plots "muziek" van Stockhausen uit m'n telefoon komt ... zelfs in Den Helder zou dat als zonderling gedrag worden aangemerkt.

Maar, is het wat? Tja. Gut. Natuurlijk is het prachtig. Dat het werkt enzo. Maar op de één of andere manier kan ik er nog niet echt opgewonden van worden. Jammer vind ik het dat het een wel heel persoonlijk kluisje met muziek is geworden. Natuurlijk, ik kan de muziek heel hard zetten tijdens het afspelen maar dat is wel het enige dat je kunt doen om iets te delen. En nee, je hoeft natuurlijk niet alles te delen maar het zou toch aardig zijn als je iemand anders iets kon sturen waardoor hij of zij ook naar een liedje kon luisteren. Maar misschien komt dat nog, of misschien kan het al maar heb ik gewoon het knopje nog niet gevonden.

Dus, leuk. En nu maar weer wachten op de volgende alles veranderende uitvinding van Google.




dinsdag 9 augustus 2011

"Be very kind to all librarians"


Toen in het voorjaar van 1971 de openbare bibliotheek van Troy werd geopend vroeg bibliothecaresse Marguerite Hart aan veel beroemde mensen om in een brief uit te leggen wat er voor hen persoonlijk zo belangrijk was aan lezen en bibliotheken.
Ze kreeg 97 antwoorden en die zijn allemaal te bekijken op de website van de Troy Public Library.

Tussen de briefschrijvers zitten "grote namen", mensen als Neil Armstrong, Isaac Asimov en Dr. Seuss. De vrouw van Richard Nixon laat van zich horen en het secretariaat van de paus laat weten dat zijne heiligheid voor de bibliotheek zal bidden.

Mijn persoonlijke favoriet is echter de brief van John Burns, gouverneur van Hawaï. Misschien had de man even niets te doen, hield hij ontzettend van bibliotheken of had hij gewoon een erg goed humeur want Burns gaat anderhalf kantje helemaal los. Een bibliotheek is een vliegveld, een station (hé, dat komt goed uit vandaag). Cicero komt voorbij en ik begrijp nu eindelijk waarom honden de bibliotheek niet in mogen.

"I think one of the reasons books become worn
out is because children in the old days used to bring dogs
into libraries and, without thinking, would bend down the
corners of pages like dog's ears lying flat. Never do that."

De gouverneur stelt verder voor dat de kinderen een bloemenkrans voor de bibliothecaris gaan maken, en hij legt ook uit hoe je zo'n krans maakt.
Burns heeft ook nog wat fijne woorden over bibliothecarissen.

"Be very kind to all librarians. They are among the
wisest people in the world. We could do without Governors if
we had to, but we could not get along very well without
librarians. They open up the windows of the world and let
the fresh air and sunshine into our hearts."

Mooi om te lezen, ook al zijn het dan woorden uit 1971.





vrijdag 5 augustus 2011

Advies van William S. Burroughs



William Burroughs.
Schrijver van het zeer leesbare "Junkie".
Schrijver van het uiterst rare "Naked Lunch".
Vriend van Kerouac en Ginsberg.
Bedenker van de zin "Language is a virus from outer space".
Inspireerde Andy Warhol, Laurie Anderson, Lou Reed, Patty Smith.
Junkie.
Schoot zijn vriendin dood tijdens een spelletje "Wilhelm Tell".
De enige schrijver voor wie ik ooit in een rij ben gaan staan.

In 1993 mixte Bill Laswell Burrough's stem over een voortdreinend deuntje. "Words of advice for young people" heet het. De tekst staat her en der op het internet. Dat had Burroughs wel kunnen waarderen denk ik. Volgens mij was de man al cyberpunk voor er iets was als punk, of cyberspace.
Jammer genoeg ontbreken de laatste regels van de tekst in het liedje.

An old junk pusher told me -
Watch whose money you pick up

Gratis advies van een dode schrijver.