maandag 27 december 2021

Boosteren in Bulgarije

"Voel ik nu de Pfizer al of is het hier zo warm?". Ik keek naar het indrukwekkende dashboard en kon gelukkig tegen Annet zeggen dat het aan de taxi lag.

In Bulgarije zijn tot nu toe meer dan 30.000 mensen overleden aan Covid. Van dat aantal lijkt niemand hier erg onder de indruk te zijn. Maar 27% is gevaccineerd en mondkapjes, als ze al gedragen worden laten als het even kan de neus ruim vrij. Er zijn wel maatregelen maar ook daar is niemand echt mee bezig. Winkels groter dan, dacht ik 300 m2 mag je alleen in met een qr code die laat zien dat je gevaccineerd bent. De ogen van Bulgaren blijken, zonder dat dat verder bekend is geworden erg vlug geëvolueerd te zijn. Ze blijken een qr code gewoon met hun ogen te kunnen scannen. Niks geen scanner of app meer nodig. Gewoon kijken en "komt u binnen".

Omdat Annet en ik wel aan een booster toe waren gingen we op zoek naar het hoe en waar. Er blijkt een indrukwekkende website te zijn (https://www.his.bg/bg/reservation) waar je zelf je afspraak kunt plannen. Gebruik ervan wordt echter afgeraden. Het is meerdere buitenlanders overkomen dat ze werden weggestuurd met zinnen als "Nee, er is geen vaccin", "Nee uw afspraak is onbekend", of gewoon met "Nee!". 

Via Engelse kennissen die weer een Bulgaarse kennis hebben met kennis van zaken maakten we een afspraak bij de GGD in Targovishte. Die plaats is drie kwartier rijden weg maar het ziekenhuis dichterbij, daar wil je nog net dood gevonden worden. En bovendien is er in Targovishte een supermarkt waar ze Nederlandse kaas verkopen. Twee vliegen, één klap. 

Toch licht gespannen stapten we vanmorgen om 10 over half 11 de GGD binnen. Er was geen enkele Engelstalige aanwijzing te vinden maar er zaten een man en vrouw of vijf te wachten in de gang dus deden wij dat ook maar. Na wat minuten ging er een deur open en zei een correct gemondmaskerde meneer iets waar je "Annet" uit op kon maken. We waren aan de beurt. Nu kan ik mijn best gaan doen om er een derdewereldachtig verhaal met een grauw Sovjetintje van te maken maar dan zou ik gaan liegen. De meneer bleek de prikker en hoewel hij nauwelijks Engels sprak begrepen we precies wat de bedoeling was. We overlegden al onze prikbewijzen uit Nederland. En hij prikte. En, niet onbelangrijk, hij was de meest pijnloze prikker die me ooit geprikt heeft. Ondertussen was een mevrouw bezig alle informatie in haar beeldscherm te tikken. Dat duurde lang maar onze voor- en achternamen verwarren Bulgaren nu eenmaal erg. Alles ging soepel, professioneel en erg vriendelijk. Of we ooit een werkende qr code zullen hebben waar deze booster ook in te zien is? Ik gok van niet maar misschien valt ook dat mee.

Op de terugweg, in dikke mist en op een tweebaansweg vol zoevende vrachtauto's begon de auto te trillen. Eerst een beetje daarna op een manier die er op leek dat er elk moment een onmisbaar onderdeel af kon vallen. Doodstil en met hevig bonkende zenuwen bereikten we Popovo waar je niet in het ziekenhuis wilt zijn maar waar wel goede garages zijn. Een taxi bracht ons later terug naar ons huis.

We zijn dus geboosterd, in Bulgarije. Alleen is nu de auto weer stuk. En zo is er dus vrijwel altijd wel wat.




dinsdag 21 december 2021

#poezenupdate nr. 3


Kijk hem nou eens een prachtpoes zijn. Gijs kan toch zo op een poezenkalender. Nee, achter die zin zet ik geen vraagteken. 
Vier of vijf zal hij zijn. Maar daar merk je niets van. Als een poesje van drie maanden holt hij achter elk opwaaiend blaadje aan. En hij kan ook erg goed kijken van "Denk je niet dat spelen met mij leuker is dan eten/een boek lezen/afwassen of wat dan ook?". Gijs heeft meer energie dan alle menselijke inwoners van dit dorp bij elkaar. Op momenten dat hij weer eens onhoudbaar enthousiast is wil ik wel eens denken "Als je een mens was werd je een paar keer in de week 's ochtends met een busje opgehaald dat je naar de dagbesteding zou brengen". Maar dat zijn flauwe gedachtes.


Zo zag Gijs er uit toen hij ons maanden terug met zijn laatste krachten opzocht. 
Niet dat het leven van Gijs nu helemaal probleemloos is. Steve/Tigger heeft een afzichtelijke hekel aan Gijs en al een paar maal hebben we een vechtpartij, waarbij de haren van Gijs letterlijk door de lucht vlogen tussen de twee gelukkig op tijd kunnen opbreken. Gijs is daarna geheel ontdaan en ligt op een stoel met een uiterst eenzame blik. Maar de dag daarna holt hij weer blijmoedig en volmaakt onbenullig achter een touwtje aan.


Ollie is net zou oud als wij hier wonen. Vijf maanden en nog wat dagen. Hij kan er nog steeds niet aan wennen dat zijn moeder Lenie helemaal niets meer met hem te maken wil hebben. Vasthoudend holt hij elke dag wel een paar maal naar haar toe om dan met een afzichtelijke grom te worden weggejaagd. Ollie is ondertussen een inwonende poes geworden. Toen het een tijdje terug 's nachts kouder begon te worden heeft hij onze slaapkamer en het bijbehorende bed ontdekt. Daar slaapt hij nu op, of in. Hij neemt niet veel plek in maar het zou fijn zijn als hij zijn voeten afveegde voor hij op het bed sprong.


Lenie, tja. Lenie, het is een leuke poes maar ze heeft een permanent slecht humeur. Ze blaast, ze gromt en nog wat van die dingen. Ze eet steeds vaker binnen maar dat loopt altijd uit op grommen en grauwen. Waarna ze scheldend de keuken verlaat. Zo jammer. Ze kan best binnen wonen maar dat lijkt ze alleen te willen als alle andere poezen verwijderd worden. Hopelijk komt ze tot bezinning, het moet tenslotte nog -10 en erger worden.

Van Steve/Tigger plaats ik geen foto meer, hij moet eerst maar eens een beetje aardig tegen Gijs gaan doen voor ik hem weer ga promoten.

De nieuwe poes van een vorige keer, Miauw laat zich nog maar weinig zien. Haar baasje (als je zoiets kunt zeggen bij poezen) is terug uit Engeland. Voorzichtig nieuw is een rommelig grijs poesje dat steeds vaker wat komt eten. Hij of zij heeft nog geen naam, daarvoor blijft hij/zij nog te kort zichtbaar zitten.

Ja, we zijn er maar druk mee.


donderdag 16 december 2021

Kougrauw

Al een week dreigt de weerapp met sneeuw. En al een week valt er druilregen uit de grijze wolken. Soms zijn de heuvels om het dorp niet te zijn. Nee, het is geen mist, we zitten gewoon in een laag voortstrompelende wolk. En het is waterkoud, terwijl het nog niet eens vriest.



Je kunt hier in het dorp en in de omgeving zonder al teveel moeite de mooiste foto's maken. Heuvels, bossen, velden, mensen, het kan niet op. Maar dat is natuurlijk maar een deel van het verhaal van hier. 

In Palamartsa woonde ooit zo'n 4000 mensen. Er was een straat met winkeltjes, een grote bakkerij, er waren twee scholen en er was zelfs een bioscoop. Nu wonen er nog krap 400 mensen, heel veel huizen staan te vervallen en zijn er nog drie kleine winkeltjes die eigenlijk allemaal hetzelfde verkopen; brood, oude chips en goedkoop bier. 

Nu lopen overal in Europa dorpen leeg. Dat is zo. Maar ik woon nu eenmaal hier. En ik liep vanmorgen een rondje door het dorp. Door zompige modderstraatjes, langs vaak lege huizen. Binnenkort gaat het echt sneeuwen en dan ziet het er allemaal betoverend uit. 



Maar kougrauw hoort er ook bij.



dinsdag 14 december 2021

"Hoezo, waarom dan?"

"Ja hoor, het gaat goed. Zeker. Nou ja, het wordt kouder en de weerapp laat alleen nog maar komende dagen met - getallen en sneeuw zien maar verder, helemaal goed".

"Hoezo? Ik heb toch al een keer uitgelegd waarom we in een klein boerendorp in Bulgarije zijn gaan wonen?".

"Windmolens? O ja, dat heb ik ook een tijdje gezegd, dat we extreem gingen verhuizen vanwege de windmolens. Ik heb wel een pesthekel aan die dingen maar je gaat er niet om naar Bulgarije. Zelfs ik niet".

"Hoezo? Hartstikke goed voor het milieu ja. Tuurlijk. Alleen wel jammer dat ze het landschap zo verpesten. Niet dat ik altijd over Wieringen of de polder daar wil beginnen maar daar staan zoveel van die lelijke dingen dat dat stuk van Nederland een flinke kans maakt om met een stevige storm te worden losgetrokken om daarna ergens in Groenland weer neer te komen". 

"Windmolens, ik heb ook een tijdje "wandelpaaltjes met kleurcodering" gezegd. En zonneparken. Het niet te stoppen consumentisme, daar kon je ook wel weer aardig over losgaan. En dat het te druk in Nederland is. Maar dat kon je ook helemaal verkeerd uitleggen dus die reden was niet leuk meer". 

"O ja, dat rare volk zit ook wel in Bulgarije. Een beetje "Hup Zwarte Piet!" roepen in je internetbrulhoekje en afgeven op de EU. Dom volk. Schelden op de EU maar wel dankzij de EU hier makkelijk kunnen wonen". 

"Al die losse dingetjes zorgden er misschien voor dat ik wel klaar was met Nederland, voor een tijdje dan. En Annet had hetzelfde, al waren haar losse dingetjes weer andere dan de mijne".

"Nee. Dat we juist hier zitten is toeval". 

"Toeval ja".   

"Je kent E. wel, die die reizen in de Sinai organiseerde. De laatste keer dat we daar waren vroeg ze of we een keer op haar honden wilden passen als zij met een reis meeging. Wij naar Turkije want daar woonde ze toen. Groot succes. Alleen zij ging daarna in Bulgarije wonen, hier in het dorp. Wij naar Bulgarije om op de honden te passen". 

"Welnee, ik vond het hier eerst helemaal niks. Het was grauw en het regende de hele tijd. Mensen zagen er uit alsof ze allemaal in een mislukte maffiafilm figureerden en elk huis leek op instorten te staan. Nee, het duurde wel even voor we het hier wat vonden".

"Opsmuk, dat ontbreekt hier totaal. Het zal er best zijn hoor, in grote steden als Sofia maar hier in het dorp, geen millimeter opsmuk. En ja, dat bevalt, of past". 

"O ja, sorry. Nou ja, E. ging weer weg uit Bulgarije en zette haar huis te koop. Dat zagen we toevallig op internet en 10 minuten later hadden we dit huis. Na een keer of wat hier geweest te zijn bedachten we dat wanneer we in Nederland zo'n beetje zouden stoppen met geld uitgeven we hier ook konden gaan wonen. En klaar". 

"Nee, het leven is hier veel minder duur dan in Nederland dus als het goed is en niet alles tegelijk kapot gaat en het huis stort ook niet in en het blijft leuk, niet onbelangrijk, dan blijven we hier wel een tijdje ja". 

"Maar het is dus toeval. Toeval dat we op honden gingen passen en dat die daarna in Bulgarije gingen wonen. En dat we zagen dat het huis te koop stond". 

"Nee, ik bel nog wel. Kan even duren als het echt gaat sneeuwen want dan wil de stroom nog wel eens een tijd uitvallen en dan valt er dus weinig op te laden".

"Jaaah, we hebben genoeg eten op voorraad en ook genoeg poezeneten. Dat komt heus wel goed. En anders hoor je het, o nee, nee, dan hoor je niks meer nee". 

woensdag 8 december 2021

Heb jij de schapen al in het blikje gedaan?

"Weet je nog, dat we dan langsgingen op een kerstdag, met tassen met boodschappen, en Mika in dat gammele plastic reisding?".        "God ja, je kon dan buiten op de galerij de tv al horen. Dat de buren nooit geklaagd hebben is een wonder".                                          "Die waren ook allemaal stokdoof waarschijnlijk".                              "Je kon gewoon de flat inlopen, tot in de kamer voor ze eindelijk doorhad dat we er waren. En als ze ons dan zag zochten haar ogen meteen naar Mika. En als ze die zag konden wij eigenlijk wel weer gaan".                                                                                              "Totaal gek van poezen".                                                                "En er was altijd Sissi op tv, als we binnenkwamen. Ze moet die film wel honderd keer gezien hebben".                                                    "En dat ze dan al vol zat na het voorgerecht". 

"Gijs, houdt eens op met achter Ollie aan te vangen!"

"Maar het was toch een soepkom?".                                               "Ja, in de Kerkstraat was het zo'n lelijke witte, die hebben we niet meegenomen toen ze er niet meer was. En daarvoor, toen pa nog leefde ging Jezus in een soepkom van Royco, zo één met van die strepen".                                                                                            "Dus als jullie de stal neer hadden gezet ging Jezus in een kom van Royco?".                                                                                            "Ja, die kommen kwamen misschien nog wel uit de slagerij. Geen idee. Ik dacht dat iedereen Jezus tot het echt kerst was in een soepkom of zo legde. Dat leek me heel logisch, anders ligt hij daar al terwijl hij nog niet geboren is. Er kan een hoop maar dat niet". 

"Ollie! Niet in de gordijnen hangen Ollie!". 

"Maar nu is de soepkom opeens een terrine?".                                    "Ja, schijnbaar. Dat kan. Geen idee, Jezus gaat sinds m'n moeders dood in een kom waar soep in zat. Dat zou best een terrine kunnen heten maar een kom waar soep in zat noem ik een soepkom".              "Toch mooi dat we dat hele servies mee hebben genomen naar Bulgarije en ook gewoon gebruiken".                                              "Ja, zeker. Jarenlang kochten ze af en toe iets van dat servies. Tot het compleet was. En nu staat het hier". 

"Gijs, ga zelf eens iets doen. We kunnen toch niet elke keer dat het sneeuwt alles laten vallen om dan de hele dag met je te spelen. Poezen zijn solisten, gedraag je daar dan ook eens eindelijk naar!".

"En zo zitten we nu, in het huisje in Bulgarije. Jezus ligt in de soepkom en het stalletje staat zoals hij altijd al stond. Allemaal traditie".                                                                                            "Nou, de stal moet natuurlijk 's nachts wel poezenproof worden afgedekt. Anders liggen Jozef, de herders en zeker de schapen in stukken op de grond".                                                                    "Ach, voor je het weet zetten we, als we ooit weer in Nederland terugkomen elke nacht die enorme bak over het stalletje. Weer een traditie erbij".




maandag 6 december 2021

(vis toegestaan)

De ovenschaal stak voor het grootste deel uit een plastic tas. In de ovenschaal lag een vis. Dat moest dan wel een karper zijn. De oude man, die op een stoel zat, stond moeizaam op, stak een kaars aan en zette die in een hoek van de ovenschaal. De vis was klaar voor de zegen.

In Palamartsa staat een kerk. Dat wisten we al jaren maar het duurde nog een hele tijd voor we hem vonden. De Sint Nicolaaskerk ligt weggestopt, bijna weggefrommeld vlak bij het riviertje dat het dorp in tweeën deelt. De bomen er omheen zijn hoog, de weg waaraan het ligt is niet meer dan een modderig pad. 153 jaar oud is de kerk. Orthodox. En daarmee stopte de kennis over de kerk. Tot vandaag.

Op 6 december wordt hier Sint Nicolaas herdacht of gevierd. Die lijkt in helemaal niets op de gezellig strenge kindervriend uit Nederland. Sint Nicolaas heeft hier te maken met vissers en zeelieden, want daar is hij de beschermheilige van. Tenminste, zo begrijp ik het.

De burgemeester vertelde vorige week dat er op 6 december een dienst was in de kerk ter ere van Sint Nicolaas. Om 9 uur 's ochtends. Omdat we alles hier na moeten kijken vond Annet een kerkelijke kalender op het internet waar bij 6 december de geheimzinnige tekst (vis toegestaan) stond.

Iets te laat, we namen toch weer een verkeerde afslag, kwamen we aan bij de kerk. In de kerk waren een man, of eigenlijk meer vrouw of 15 aanwezig. Een priester sprak in de altaarruimte met zijn rug naar de aanwezigen toe. Mensen staken kaarsen op. Omdat we dat zelf ook altijd in een kerk doen kochten we er wat bij een mevrouw die Annet naar haar naam leek te vragen. Ze schreef ze alle drie op. 


De priester sprak in zijn afgescheiden ruimte een tijd door. Na een tijdje begon hij een lijst namen op te lezen. Daartussen ook de namen die Annet had verteld aan de mevrouw van de kaarsen. Hoe de man die namen gekregen had is me een raadsel. Niemand ging naar hem toe. Knappe truc. Hierna wandelde de priester de kerk in, sprak een tijd tot de aanwezigen en gaf iedereen een hand. Dat wij buitenlanders waren had hij ook al feilloos door. 

Aan het eind van de dienst liep de priester naar de man met de vis in de ovenschotel. Ze spraken een tijdje. De priester las iets van een briefje dat hij uit de ovenschotel pakte. En er klonk een amen. De vis was gezegend.

In Bulgarije eten veel mensen op 6 december karper. Sint Nicolaas zou een schip met een gat in de boeg gered hebben door een karper in dat gat te duwen. De karper kun je tijdens een kerkdienst op 6 december laten zegenen. Sommigen mensen bewaren een bepaald botje van de vis. Ze begraven dat in de tuin bij hun huis. Ter bescherming tegen van alles en meer.

Ik begreep weinig van wat ik zag en hoorde in de kerk. Maar het was mooi om er binnen te zijn. We zagen er ook mensen die we nooit eerder in het dorp tegenkwamen. En de priester had een fijn stevige handdruk. Het leek me een aardige man. Al hoorden we iets later van iemand die naar de dokter moest dat hij zichzelf daar genadeloos vooraan de lange rij wachtenden plaatste.



woensdag 1 december 2021

Snjaag, het is geen mooi woord

Hij is nog aan het wegdruppelen, de eerste sneeuw. Vanmorgen toen ik een ochtendrondje door de heuvels maakte lag er nog wel wat. Fotogeniek was het zelfs. Al vergat ik dat toen ik op een wel erg breed, en erg grondig diep geploegd stuk land kwam. Hortend, stotend en half vallend kon al dat wit me niet zo heel veel schelen. En het waaide ook nog Den Helders hard.

Snjaag, zo klinkt het woord sneeuw in het Bulgaars. De laatste g is een beetje een kort 'gu" geluid. Geen mooi woord, vind ik. Maar ik heb dan ook een wat dubbelhartige verhouding met sneeuw. Het is natuurlijk allemaal heel erg wintersport en prachtig en ongerept en heel erg mooi met hoofdletters. Maar misschien doet sneeuw gewoon teveel zijn best. Misschien vind ik sneeuw een beetje uitsloverig met al zijn alles bedekkende en verbergende vlokken. Oh, kijk mij eens stralend wit zijn. Knap hoor. Flinkerd.

Of misschien ben ik gewoon winters in Den Helder gewend. Daar sneeuwt het een uurtje of wat, het blijft een tijdje liggen en dan vooral hard bevroren en daarmee vallen bevorderend, en daarna is het tijdenlang drabbige prut. 

En ik heb sinds mijn, denk ik zevende nooit meer in een huis gewoond zonder centrale verwarming. Je kon ook altijd iemand bellen als er iets bevroren was. En je kunt hier denk ik wel bellen maar dan komt er niemand. Waarschijnlijk omdat er teveel sneeuw is gevallen. 

Er gaat hier een verhaal rond over een Engels stel, zelfvoorzienend enzo dat in de winter op een ochtend de deur opendeed, niet over de vers gevallen sneeuw heen kon kijken, de deur dichtdeed en het opendoen pas na een maand weer probeerde. En de Bulgaars onderwijzende mevrouw hield haar hand toch echt op tafelhoogte toen ze het had over de snjaag hier. 

Gisteren begon het in de ochtend te sneeuwen. Als vers ingevlogen toeristen keken we een tijd oh en ah 'end naar de wit wordende ironische boomgaard. Daarna moesten we de inwonende poezen uit elkaar halen want die verveelden zich onmiddellijk stierlijk nu ze niet naar buiten konden, of niet wilden eigenlijk. Het sneeuwde maar een dag, de gemiddelde Bulgaar trekt er waarschijnlijk zijn korte broek niet voor uit. Vanmorgen begon het smelten. Een gebeurtenis van niets eigenlijk, dat hele sneeuwen. 

Maar goed, één dag sneeuw gehad, één dag afgevinkt. Het duurt nog een barre tijd voor het april is. 


donderdag 25 november 2021

Harige tijger



De herfst stond nog in bloei, de voorlaatste keer dat ik in het bos bij Opaka was. Bladeren hingen nog gloeiend geel aan takken. Omdat ik een langdurig uitgedacht rondje wilde lopen liet ik toen een duidelijk aanwezig pad links liggen. Het is altijd goed een nog te lopen pad in reserve te hebben. Toen ik deze week, nu je de winter in de wind al wat gaat voelen het pad probeerde terug te vinden was het verdwenen. Opgegaan in dikke lagen grijzig grauw bruin blad die elk verschil tussen een pad en toevallige ruimte tussen bomen doen verdwijnen. Het zal in het voorjaar wel weer opduiken. Al zal het pad ook dan nergens heen gaan.

Er ging een telefoon kapot. We reden naar een grote elektronicawinkel in Razgrad. Daar is namelijk ook een supermarkt waar je verband en pleisters kunt kopen. Verder kun je die spullen alleen in apotheken kopen. Omdat die als zo'n beetje enige nauw letten op de hoeveelheid mensen die naar binnen mogen nu corona hier nog steeds rond raast staan er altijd akelig lange rijen voor. Maar goed. We reden dus naar een grote elektronicawinkel. Winkels boven de 300 vierkante meter kom je hier alleen in met een qr code. Opgetogen, want ik had sinds juni mijn qr code nog nooit hoeven laten scannen reden we het parkeerterrein op. Voor de deur stond een bewaker, zonder mondkapje. Hij keek naar de qr code op mijn telefoon en zag zonder scanner dat het goed was. "Zapofyajdete!". We waren welkom.

Ik liep terug van de heuvel Kodja Yuk. Daar staat een een lang, schoorsteenachtig monument bovenop. Er is geen bordje, het ding staat er als herinnering aan een observatiepost van een militaire oefening, eeuwen terug. Echt. Ik liep tegen een veelbelovende heuvel op en stond even stil, om rond te kijken maar toch vooral om uit te hijgen. Waar ik een tijdje terug was reed een oranje zijspan over het hobbelige landbouwpad. "O, dat is Evelin, die is vast naar Kovatchevets geweest", dacht ik. Het was een onbelangrijk weten, maar na nog maar vier maanden moest ik er wel om glimlachen.

In de avond, als we klaar zijn met de Bulgaarse woorden van die dag en ik in mijn stoel ga zitten om een boek te lezen kijkt Gijs op. Hij springt dan van zijn stoel op mijn schoot, loopt wat onhandig heen en weer en krult zich dan op mijn schoot. Na een uur of anderhalf, twee gaat hij daar alleen voor brokjes weer af.

Harige tijger is in het Bulgaars kosmat tigur. 


vrijdag 19 november 2021

We leenden vier knigi

We hebben nu vier lessen Bulgaars gehad. En laatst kwam ik een herder tegen die me een hond cadeau wilde doen. Ik denk dat hij me begreep toen ik hem probeerde uit te leggen dat we al katten hadden en dat die hond dus niet kon. Maar soepel ging het nog niet. 

Dus werd het tijd om eens wat kinderboeken in het Bulgaars te lenen in de lokale bibliotheek.

De bibliotheek bevindt zich in het Iskra gebouw, een vrij enorm dorpshuis waar we ook Bulgaarse les hebben. Er is daar ook nog een zaal voor uitvoeringen. De klapstoeltjes kraken er oorverdovend.

De bibliotheek is op de eerste verdieping. Dat lijkt me niet handig voor de slecht ter been zijnde ouderen. Maar die zijn hier ook wel weer heel wat gewend dus kan het ze misschien weinig schelen.

De boeken staan al in het halletje voor de bibliotheek. Omdat de deur van de rest dicht zat klopten we maar aan. We mochten binnenkomen. We kwamen in het administratieve hart van de bibliotheek terecht. Er werkten twee mevrouwen en de houtkachel brandde er. Vandaar de dichte deur. Geen van beiden sprak Engels maar we konden toch uitleggen dat we Bulgaars probeerden te leren. Nadat één mevrouw ons een boek in het Nederlands had laten zien (John Grisham, geen idee welke maar maakt dat uit?) gingen we naar de kinderboeken.

Met redelijk wat geduld zocht de mevrouw in de verder ongeordende stapel boeken voor jonge kinderen. Zelf leek een kleurboek (helaas al vrij slordig ingekleurd) met wat woorden per cyrillische letter haar een goed idee maar eigenwijs als ik ben in bibliotheken gingen we voor wat moeilijkers. 

Annet werd ingeschreven als lid (legitimatie was de verblijfsvergunning, waar we woonden werd zonder bewijs geloofd). Dat was nog een heel geschrijf, met een pen. Een pasje kregen we niet. Naam en geleende boeken werden op een vel genoteerd en dat ging in een bakje. Het kostte twee leva (één euro), geen idee of dat eenmalig was, zo goed is mijn Bulgaars nu ook nog niet. De boeken moeten over vier weken terug.

Terwijl deze administratieve handelingen werden verricht keek ik nog even rond.

Er was een tentoonstellingstafel met boeken van Dostojewski (kom daar nog maar eens om in Nederland).

En er waren een paar planken met nieuwe boeken. Zonder glanzend bordje erboven.


In de kast in het kantoor stond nog een prachtig Ho Tsj Minh gedenkbordje. Ho Tsj Minh lezers!

Al met al, het was een bibliotheek zoals wij die in Nederland niet meer zien. Of willen zien, dat kan ook. De collectie was deels zo oud dat ze die zelfs in de Bibliotheek Den Haag al hadden weggegooid omdat ze daar ruimte nodig hadden voor een nuffige hoek met rare koffie voor blije mensen. Misschien had ik het allemaal vreselijk achterhaald moeten vinden. Maar dat deed ik niet. Misschien begin ik hier te wennen. Dat kan ook. Misschien had ik het ontbreken van zitjes achterhaald moeten vinden. Want het was alleen maar collectie, er was geen plek voor connectie. Maar misschien vond ik die kreet altijd al gewrongen modieus. En bovendien, tegenover het Iskra gebouw is het winkeltje van Stefka, daar zitten de hele dag mensen buiten te connecten, ook als het zoals nu waterkoud is. Zomaar, uit zichzelf, zonder marketing of verdere aansporing.






woensdag 10 november 2021

De derde verkiezingsaflevering



De lijst hangt achter de ramen van het centrum van het dorp, het winkeltje van Stefka. Op de lijst staan de namen, en adressen van de zo'n 270 mensen die aanstaande zondag mogen stemmen. Sinds de lijst is opgehangen zijn er alleen al in onze straat alweer twee mensen overleden. 

De verkiezingen van 14 november zouden eigenlijk gaan over wie er president zou worden. Blijven is eigenlijk beter. Rumen Radev was president en wordt herkozen. Maar naast de verkiezing van de president worden er  alweer parlementsverkiezingen gehouden. De derde maal al dit jaar. 

De parlementsverkiezingen draaien eigenlijk om Boyko Borisov. De man is drie keer premier van Bulgarije geweest, namens de centrum rechtse GERB partij en wil dat best nog een keer doen. Alleen vinden een hoop anderen dat dan weer een heel slecht idee. Borisov is oud karate coach en is lang geleden nog de beveiliger van de communistische dictator Zhivkov geweest. Om de man hangt een doordringende lucht van corruptie. Beroemd is de foto waarop hij slapend ligt, met op het nachtkastje een revolver met daarnaast een erg dik pak euro's. Vorige week werd hij nog beschuldigd van het rommelen met corrupt geld, zo'n 10 miljoen die weer met de nationale flop, de Hemus snelweg die maar niet af wil komen te maken heeft.

Een flink aantal partijen heeft verklaard niet met Borisov in een regering te willen zitten. En dat voornemen zet alles op slot. Want die partijen halen samen niet genoeg stemmen. En als ze al meer stemmen halen dan de partij van Borisov, zoals tijdens ronde twee, dan gooien ze hun eigen glazen wel weer in. Ronde twee werd gewonnen door Slavi Trifonov, een populistische talkshowhost en maker van hardcore Bulgaarse folkmuziek. Hij krabbelde een lijstje met namen van ministers neer, wilde er verder niet over praten en, klaar was het weer. 

En nu weet ik wel, de formatie in Nederland duurt onbegrijpelijk lang, en politiek is natuurlijk ook geen verplaswedstrijd in "wie is het raarst", maar toch. Hier doen aan de verkiezingen 57 mensen mee die ooit werkten voor een geheime dienst tijdens het communistische tijdperk. En wat te denken van een presidentskandidaat die wordt beschuldigd van het vervalsen van covid vaccinatie certificaten?  

En het is niet dat dit land zich eindeloos voorslepend verkiezingsgemiep kan veroorloven. Van alleen al de covid situatie zou menig verstandig politicus wakker gaan liggen. Elke dag sterven er zo'n 130 tot 140 mensen. Maar het lijkt alsof niemand er zelfs maar van met zijn ogen knippert. 

Hoeveel mensen er van de lijst die achter de ramen van Stefka hangt gaan stemmen weet ik niet. Politiek is niet iets dat hier leeft. De doorsnee Bulgaar heeft zijn of haar buik wel vol van alle beloften en de corruptie. Ja, de verkiezing van de burgemeester, die leeft, splijt het dorp zelfs. Maar die zijn pas over een paar jaar. Tot die tijd stommelt het leven hier rustig door. Met een steeds korter wordende lijst met mensen die mogen stemmen.



maandag 8 november 2021

#poezenupdate nr. 2

"He's a fat cat". Ze zei het vriendelijk, maar ze zei het wel. Nu was de dierenarts zelf ook niet bepaald slank maar omdat we er nog vaker heen moeten leek het me niet verstandig haar daarop te wijzen. Bovendien miauwde Gijs klagelijk vanuit zijn te enorme reiskooibak. Hij wilde naar huis. 

Gijs is gecastreerd. We duwden dat al een tijdje voor ons uit maar het verliep allemaal voorspoedig. En het heeft zijn plotse uitingen van aanhankelijkheid niet veranderd. Het is nog steeds een kat met rare trekjes maar met grote regelmaat springt hij nu 's avonds nadat hij zijn brokjes heeft gegeten op mijn schoot. Daar blijft hij dan zijn wat apart gierend hoge spinnende geluid maken terwijl ik hem voorlees uit een goed boek.

Gijs toen we hem vier maanden terug opvingen. Gewond, permanent angstig en uitgehongerd.
Gijs zoals hij nu is. In ieder geval allesbehalve uitgehongerd meer. En nooit heb ik een poes zo lekker zien slapen als Gijs.

De andere grote verandering is die van Olga. Even ter herinnering. Vier maanden geleden werd Olga geboren. 
Olga toen ze voor het eerst de trap beklom.

En Olga zoals ze er nu uitziet.

Gelukkig zijn we Olga in de afgelopen weken steeds vaker Ollie gaan noemen. Olga blijkt namelijk een jongetje te zijn. Dat kun je bij heel jonge poezen pas na een paar weken goed zien. En wij zagen het dus duidelijk in het begin niet goed. 

Weken lang werd Ollie bemoederd door Lenie. Er hoefde maar iemand naar haar te kijken en ze sprong er op af. Hele dagen speelden ze gezellig. Vooral met elkaars staarten. Moederliefde zoals je dat maar zelden ziet. En haast van de één op de andere dag was dat voorbij. Het lijkt wel of Lenie opeens vergat dat Ollie haar kind was. Ollie liep een tijdje met de ziel onder zijn arm rond en heeft daarna besloten dat hij bij ons komt wonen. Tijdens de eerste vrieskoude heeft hij één keer succesvol binnen geslapen maar de tweede nacht hing hij, letterlijk in de gordijnen. We hopen dat hij wat rustiger wordt. Of we gaan leren leven met gehavende gordijnen. 


Een nieuwe bezoeker van onze kattenvrijplaats is Miauw. Miauw heet Miauw omdat ze werkelijk de hele tijd miauwt. Als ze kon praten zou ze John Cooper Clark kunnen imiteren en je zou geheel gestoord van haar worden. Omdat ze met haar bezoekjes de breekbare vreedzame coexistentie in de tuin verstoort jagen we haar weg. Ze kan zich echter niet voorstellen dat er mensen zijn die haar niet aanbiddelijk vinden. En wat ze dan ook duidelijk vertelt. Tot we er horendol van worden.




dinsdag 2 november 2021

Een pakketje thee of, Bulgaars is best lastig

Voor ze begon schreef ze onze namen heel precies in een schriftje. Daarna pakte ze een klein blokje. Zo'n blokje hadden we eerder, met veel andere varianten al gezien in een kantoorwinkel. Bulgaren hebben vast veel hobby's, en één ervan is het uitschrijven van bonnetjes. Overal krijg je bonnetjes voor. Nu dus ook. En terecht want het was tenslotte een plechtig moment, het waren de kwitanties voor de eerste Bulgaarse les. 

Al in Nederland waren we, natuurlijk begonnen met het leren van Bulgaars. Zeker vijf keer haalde ik hoofdstuk vier. Maar verder kwam ik niet. Want iets leren is best leuk maar als je het verder nooit gebruikt zakt het meteen weer naar de koude, diepe krochten van de hersenen.

Bulgaars schijnt geen moeilijke taal te zijn. Naamvallen zijn er niet en ik heb iemand er eens naar horen verwijzen als "boers Russisch". Maar goed, het zal dan misschien niet moeilijk zijn, het is wel een taal met het cyrillische alfabet. 

Het cyrillisch is bedacht door een broeder Cyrillus (ja, echt) nadat de vorst van die tijd (ergens rond 800 geloof ik) het verstandig leek dat er een eigen alfabet kwam om de invloeden uit het westen tegen te gaan. Toen ook al.

Nu is een alfabet iets dat je kunt leren, maar Cyrillus heeft dat wel lastig gemaakt. Sommige letters zijn hetzelfde als in het westerse schrift, sommige zijn totaal afwijkend en, de ergste, sommige komen in het westerse schrift ook voor maar hebben een andere betekenis. Zo is er een letter P, maar die spreek je uit als een r. En iets dat op de r lijkt, г  spreek je weer uit als een g. Hoofdletter B is een v en iets dat op een kleine letter b lijkt, б is dan weer een b. En voor de echt nieuwsgierigen de letter п lees je als p. 

En het zal Cyrillus zijn schuld misschien niet zijn maar woorden lijken hier soms een halve pagina te beslaan. Ze gaan maar door en door.

We probeerden hier een leraar/lerares te vinden, maar helaas zat alles vol. Daarna volgden we een online cursus maar die ging ver over ons hoofd heen. Na elke online les was er een meerkeuze toets en omdat ik die ook in het Zuid-Swahillisch nog foutloos kan maken leunden we als de echte havo scholieren, die we diep in ons hart nog steeds zijn gemakzuchtig naar achteren. 

En je komt hier een eind met handen en voeten. We communiceerden bijvoorbeeld met de monteur van een garage succesvol via Google Translate. Maar we moeten natuurlijk wel echt integreren. Gelukkig vonden we Aneta, een Bulgaarse mevrouw die geen woord Engels spreekt en les geeft volgens het principe "Als ik iets maar vaak genoeg herhaal gaan ze het vanzelf wel begrijpen". Pedagogisch misschien niet echt heel modern maar we doen het er mee. En het is eigenlijk best leuk. Zij praat, wij letten op met een pijnlijke glimlach die verstopt is achter ons mondkapje en soms begrijpen we plots wat woorden. Annet kreeg na één les meteen een plant cadeau en het was ook niet meer nodig dat we betaalden. Al doen we dat natuurlijk wel.

Hoogtepunten van de les van vanmorgen waren de woorden voor stofzuiger, прахосмукацка en de woorden voor theezakje, пакетче чай waar dus pakketje thee staat. Pakketje thee, ik vind het mooi gevonden.

Ondertussen loopt de corona hier gierend uit de hand. Gisteren waren er meer dan 300 doden. Ook onze Bulgaarse juf is niet gevaccineerd. En ons Bulgaars is nog heel erg verre van goed genoeg om te vragen waarom toch niet. Vanavond is er, net als in Nederland een persconferentie op tv. Dat is hier erg uniek. Dus hoelang we nog Bulgaars in het dorpshuis Iskra kunnen volgen? Ik denk niet dat dat nog lang door zal gaan.

zondag 24 oktober 2021

Niemand

Vlak voor ik het dorp uitloop kom ik een man met een schaap of vijftien tegen. Hij zegt vriendelijk "Drasti!" en hoewel ik geleerd heb dat de correcte uitspraak "Zdrasti!" is negeer ik de z en wens hem ook een goede dag.

Na het dorp buigt een onverhard pad naar links en beneden. Langs de allang niet meer werkende bron die er in het communistische jubeljaar 1969 is neergezet, door een ondiep stroompje en weer omhoog. De grond is nog drassig van de vijf dagen regen van laatst. Boven weer naar links en dan loop je zo naar de heuvels waarachter Opaka ligt. Opaka is groter dan Palamartsa, denk ik. Ze hebben er nieuwe, gele plastic vuilcontainers en wat straten die laatst met Europees geld glanzend glad zijn geasfalteerd. 

Het onverharde pad loopt recht op de heuvels af. Laatst werd ik er ingehaald door een paard en wagen met drie mensen er op, Roma dacht ik. Raar, je kunt verderop naar rechts, weer verder naar links maar ik zag ze geen van beide mogelijkheden nemen. Het leek een verdwijntruc. Maar er loopt daar dus misschien een pad het bos in, de heuvels over. 

Ik neem het pad naar rechts dat tussen wat bomen en struiken naar een ander pad dat het bos ingaat loopt. Paden doen iets raars met me. Geef me een pad en ik wil weten waar het heen gaat. Het pad het bos in blijkt een holle weg te zijn, en pas na een tijdje raakt het overgroeid. Zo overgroeid dat je elke vijfentwintig meter op een GoogleMaps kaartje moet kijken of je nog een beetje de goed richting opgaat. Er vliegen wat vogels op. Er is een raar geluid alsof er een omvangrijk beest wegholt en het regent zachtjes gele bladeren.

Terwijl ik er liep dacht ik (nou ja, niet echt maar het past mooi in zo'n getikt stukje) aan één van de laatste wandeling in Nederland. Bij De Haukes op Wieringen liep altijd een onbenullig padje, krap dertig centimeter breed over een dijkje. Het was er stil. Je keek links naar watervolgels en rechts deed je alsof je de alom aanwezige windmolens niet zag. Maar die laatste keer was het plots een geasfalteerd fietspad geworden. En toen ik het later nazocht bleek dat fietspad helemaal naar Den Oever te lopen. Naast en over voorheen prachtige oude, stille dijkjes. Volgens de Provincie, die het fietspad aanlegde was het een mooie kans om het gebied toeristisch te ontsluiten. Daar dacht ik heel veel dingen over, over stromen mensen in lycra op sportfietsjes die luid roepend op weg waren naar het volgende stukje nauwelijks ontdooide appelgebak met slagroom uit een spuitfles maar het is eigenlijk genoeg om de woorden "toeristisch ontsluiten" nog een keer te tikken.

Wanneer ik het bos weer uitloop is het pad allang een moerasachtig iets geworden. Als ik rechtsaf sla, terug naar het dorp kijk ik nog even de kant op waar het paard en wagen verdwenen. Het is warm geworden. En in het uur dat het nog duurt voor ik weer thuis ben kom ik niemand tegen. 

donderdag 14 oktober 2021

"Bulgarians are stupid!"

Ik probeerde de uitspraak van de kapper nog wat af te zwakken. Maar hij wist het zeker, en voor alle duidelijkheid herhaalde hij het nog maar een keer, "Bulgarians are stupid!".

We hadden het, terwijl ik toekeek hoe mijn haar nog korter werd geschoren dan de vorige keer over Covid en de geringe vaccinatiegraad in Bulgarije. Misschien dat iedereen zich, al dan niet terecht dat moet u zelf weten, in Nederland druk maakt over vinkjes in appjes en een mogelijke piek ergens een keer, is hier de vaccinatiegraad zo'n 20%. Dat zijn dus de mensen die gevaccineerd zijn, niet de weigerachtigen.

Gisteren kleurde Sofia diep donkerrood, vandaag deed Varna hetzelfde. Als buitenstaander met 2 prikken in zijn arm denk ik eerlijk gezegd dat dit land in een soort permanente golf zit. Want slecht gaat het, heel slecht.

Gisteren overleden er 98 mensen aan Covid. Dat bracht het aantal overledenen op 22.004. Om aan te geven hoe serieus de situatie is, en vooral hoe vlug het hier gaat, op 3 september waren er 19.000 doden. Op 20 september waren er 20.000, op 4 oktober 21.000. Bulgarije staat nu 3e op de lijst met aantal overledenen per miljoen van de bevolking in Europa (Nederland staat op de 33ste plaats).

Vanaf het begin van de pandemie werd er in dit land al niet heel serieus mee omgegaan. President Radev is misschien geen anti-vaxxer maar wel een groot scepticus. Ook was het gebruikelijk om strenge maatregelen af te kondigen die dan, na een bezoek van belanghebbende partijen de volgende dag meteen weer werd afgezwakt. Populistische politici als Slavi Trifonov gebruiken het heersende wantrouwen van de bevolking om zieltjes te winnen. Trifonov's partij debatteerde in het parlement hevig om te zorgen dat er een wet werd aangenomen tegen het voornemen om burgers verplicht te vaccineren. Alleen bestond dat hele voornemen niet. Maar de burger werd er weer een tikje wantrouwender door. 

Want dat lijkt één van de redenen van de lage vaccinatiegraad te zijn, een enorm wantrouwen voor alles wat de macht is. En nepnieuws, wat uit Rusland afkomstig zou zijn. Maar mijn Bulgaars is nog lang niet goed genoeg om dat na te kunnen gaan.

Er zijn wel maatregelen hoor. Al is nauwelijks te achterhalen welke. In winkels loopt iedereen halfslachtig met een mondmasker op en overheidsgebouwen worden 2 tot 3 maal per dag ontsmet met bleekmiddel. Heel toevallig is dat moment van ontsmetten altijd precies na de pauze van de medewerkers wat een bezoek aan een instantie dus nog langer laat duren.

Hier in het dorp zijn erg weinig gevaccineerden. Onze buurman, oud docent aan een militaire universiteit en best slim, geen vaccin. Zijn vrouw en dochter, zij werkt in een militair ziekenhuis in Sofia ook niet. In het dorp is het ook wel weer een beetje te begrijpen. Er is hier geen dokter en voor een vaccinatie moet je naar de stad. Wat voor oude, en arme mensen (en die zijn er hier heel veel) een heel gedoe is. Wil je gevaccineerd worden dan kun je een afspraak maken. Maar dan moeten er nog wel 9 andere mensen ook willen want anders breekt men het zegel van het ampul niet open.

"Bulgarians are stupid!", de kapper zei het. Al was hij wel zo eerlijk om te zeggen dat hij zelf ook niet gevaccineerd was. Hij vertrouwde het niet helemaal, dat vaccin. En dat lijkt hier de algemene mening te zijn. 

Op naar de 23.000 ben ik bang.


donderdag 7 oktober 2021

Steeds leger

Aan het eind van het dijkje bij de watervoorraad van het dorp is een brede, diepe greppel gegraven. De greppel moet ervoor zorgen dat er niet meer met zwaar landbouwmateriaal over het dijkje wordt gereden. Door het dijkje loopt een pijpleiding, die spuit al een week lang water stijl omhoog. Er wordt aan gewerkt, al is het niet duidelijk door wie, of wanneer.

Na de greppel loop je de flauwe heuvels tussen Palamartsa en Gagovo in, of op. Eenmaal boven loop je van eenzame boom naar een verder gelegen allenig staande boom. Tot voor een week of twee terug kwam je niet ver. Overal stond nog mais, en dode zonnebloemen. Maar nu is dat, op een enkel klein veldje na allemaal weg. Het koolzaad, de zonnebloemen, het graan en nu ook de mais is allemaal geoogst. Het landschap krijgt steeds meer tinten bruin. De velden staan nog vol met stakerige achterblijfels, als een tekening van Jan Schoonhoven. Toen ik van Gagovo, waar ik nu heen kon lopen terugliep naar Palamartsa, voor het eerst mezelf niet vastlopend in wildgroeiende struiken, reed er hortend en stotend een maaidorser tegen een heuvel op. Toen het te stijl werd ging hij zigzaggend verder, langzaam, op zoek naar een veldje mais. 

Het weer is aan het omslaan. Het wordt kouder, natter. De velden worden steeds leger. 

De buurman uit Popovo, de dichtstbijzijnde stad, is zijn tuin aan het klaarmaken voor de winter. Zijn vrouw, die schuifelend loopt door een fout tijdens een operatie is een al week of twee naar hun echte huis in de stad. Hij haalt de laatste tomaten binnen, doet uiterst methodisch klusjes, ruimt spullen op. We zien hem denk ik in het voorjaar weer terug. 

Zijn tuin wordt steeds leger.

In Popovo parkeerden we toevallig recht voor een grote, nog verder in te richten kantoorruimte. De vloeren glommen al. Maar er waren nog geen bureaus, of moderne maar ongemakkelijke zitjes. Op de ruit stond in grote letters "Aldora uitzendgroep". Het duurde even voor het tot me doordrong dat ik Nederlands las. Aldora haalt mensen uit, vooral Oost Europa om in bijvoorbeeld de glastuinbouw in Nederland te gaan werken. 

Het wordt steeds leger. 


maandag 4 oktober 2021

#poezenupdate


Kijk hem nou eens lekker binnenpoes spelen. Is hij niet opgeknapt? In de ruim twee maanden dat we Gijs nu als inwonende poes hebben heeft hij al een fijn bollend buikje gekregen. En hij blijkt verzot te zijn op spelen met een veertje aan een touwtje. Hij voelt zich overduidelijk veel beter. Helaas uit zich dat in het steeds meer naar buiten gaan. Hij zit dan even voor het huis, drentelt de tuin in, wil dan soms laten zien dat hij best stoer is door in een boom te klimmen en verdwijnt dan helemaal aan het eind van de tuin door een gat in de omheining naar een grote, geheel overwoekerde tuin verderop. Het kan uren, soms een nacht en soms twee nachten duren voor hij weer terugkomt. De vossen die we soms in de tuin hebben, en een burlend hert dat in de buurt rondhangt maken de Gijs-afwezige-uren niet altijd even prettig. Maar, tot nu toe komt hij altijd enthousiast terug. Al vind ik het dan weer de goden verzoeken door dat in te tikken. 


Lenie is ondertussen wat minder dwangneurotisch MOEDER met hoofdletters. Olga (steeds vaker Ollie) moet steeds meer op haar eigen benen staan. Net ving Lenie nog een muis voor Ollie, de muis bleek nog te leven maar Ollie raakte hem (of haar) kwijt. Lenie blijft dan op een afstandje liggen kijken hoe Ollie naar de muis zoekt. Het leerproces is duidelijk nog in volle gang. Omdat het 's nachts best flink kouder aan het worden is (een paar nachten was het max 2 graden) zouden ze het liefst binnen willen slapen maar daar is Gijs al en onderling gaat het nog steeds niet echt soepel. Hoe we dat op gaan lossen als het echt fors gaat vriezen schuiven we vakkundig voor ons uit. 


Steve, ja, die begrijpt er echt helemaal niets van. In de ochtend krijgt hij brokjes. Dat kun je ook niet weigeren want hij drukt zichzelf gewoon de keuken in. De rest van de dag mag hij zich niet in de tuin vertonen. Want Gijs is doodsbang voor hem. Laatst kwam die opgewekt naar huis met z'n zachtjes zwaaiende buikje, zag Steve zitten en holde met hoge snelheid weer weg. Pas uren later durfde hij weer terug te komen. Steve lijkt dat te ontgaan. Wanneer we hem wegsturen loopt hij zijn eigen tuin in, met wat zakkende schouders en vaak zachtjes miauwend op een wonderlijk licht toontje. Hij lijkt dan te zeggen "Maar ik wilde alleen maar even over de poëzie van Bulgaarse dichters uit de achttiende eeuw praten. Niemand begrijpt mij". 

Net drentelde er nog een nieuwe poes de tuin in. Maar pas als die terug blijft komen volgen er berichten over. Nu eens kijken of er echt een gaslucht uit de nieuwe gasfles komt. 




maandag 27 september 2021

We tellen mee!

Even dacht ik nog dat de twee vrouwen die op de poort hadden geklopt misschien iets te maken hadden met de evangelisatiefolder die laatst bij de deur lag. Maar hun shirts, met daarop groot de naam van modemerken maakten dat onwaarschijnlijk. Ze kwamen niet uit het dorp, dat maakte hun kleding ook meteen duidelijk. Er kwam een stapel papier tevoorschijn. Die herkende ik. Ze keken wat hulpeloos. Waardoor we allemaal weer moesten lachen. 

In Nederland zijn we er in 1971 mee gestopt. Nou ja, men wilde het in 1981 nog een keer doen maar 26% van de doelgroep liet niets van zich horen. Dus stierf het voornemen een zachte dood. In Nederland worden nu databestanden aan elkaar geknoopt en daar wordt alle benodigde informatie uitgehaald

Maar hier in Bulgarije worden dus nog steeds old skool volkstellingen gehouden. Tellers trekken met vragenlijsten langs de deuren. Op het moment dat ik dit tik duurt de telling nog 3 dagen en wat uur. Maar er wordt al over het oprekken van de teltermijn gesproken. Vlekkeloos ging het natuurlijk allemaal weer niet.

Anders dan in Nederland bezit de overheid hier niet over allerlei databases die aan elkaar geknoopt kunnen worden, een handmatige telling met vragenlijsten is dus de enige manier om te achterhalen hoe het met het aantal inwoners en tal van andere zaken is gesteld.

De telling werd met veel bombarie aangekondigd. Er werden tellers gezocht, vragen over privacy werden beantwoord, speciale blauwe mondmaskers met kek logo werden vervaardigd en er kwam een website waar je digitaal de vragen kon invullen. Die website werd meteen de eerste dag gehackt en was verder zo ingewikkeld dat wij maar gokten op de handmatige tellers.

Die dus zondag voor de poort stonden. Overigens zonder kek mondmaster. Met vreugde keek ik uit naar de vragen over de hoeveelheid kamers van het huis, in welke god ik al dan niet geloofde, hoe groot de tuin was, of we nog dachten aan het krijgen van kinderen en welk soort al dan niet energiezuinige kachels wij gebruikten. We waren net terug van een leuke wandeling in Cherven, de zon scheen en we hadden de tijd.

Maar helaas, de twee tellers spraken niet meer dan 7 woorden Engels en wij kenden alleen nog de Bulgaarse zinnen voor "Ik begrijp u niet" en "Kunt u dat alstublieft nog een keer maar dan langzaam herhalen?". De tellers hebben wat gegevens van onze verblijfsvergunningskaartjes overgenomen op de formulieren en zijn daarna weer verder getrokken. 

Maar, we tellen dus wel mooi mee. Twee personen. Erbij. En dat is mooi voor dit land. Nog afgezien van het feit dat wij twee leuke inwoners zijn is het al een klein godswonder dat er mensen bijkomen.

Want Bulgarije heeft, naast alle ander problemen, één groot tikkend tijdbom probleem. De bevolking krimpt, er worden weinig kinderen geboren en er gaan veel mensen dood. Een negatieve bevolkingsgroei. Op termijn gaat dat hier een enorm probleem worden. Zeker als jonge Bulgaren naar het buitenland blijven gaan om daar te werken. Want dat doen velen. En dan gaat het niet alleen over mensen die in de kastuinbouw gaan werken maar ook over chirurgen en wetenschappers.

Maar goed, wij zijn geteld. Wij hebben braaf ons best gedaan. Twee mensen erbij. Nu maar eens afwachten wat de einduitslag komt. Die zal wel weer een kleine eeuwigheid op zich laten wachten.




zaterdag 18 september 2021

De ruiter van Madara #uitje

Toen hen in 2008 werd gevraagd welke afbeelding ze het liefst op de euro wilden zien koos de Bulgaarse bevolking in meerderheid voor de ruiter van Madara. In 2021 is de euro nog steeds ver weg. Maar de ruiter is er nog steeds.

Annet en ik gingen eerder naar de ruiter kijken. We reden er heen. Keken er naar. Zeiden "Goh", "Nou" en "Tsja" aten wat en gingen weer terug. Maar nu had ik gelezen dat er een ecopad zou zijn.

Eerst de ruiter. Die is in de zevende of achtste eeuw in de rotsen bij Madara uitgehakt. De rotsen zijn 100 meter hoog, de ruiter is op 23 meter van de grond uitgehakt. De ruiter is levensgroot en hij doorboort een leeuw die aan zijn voeten ligt. Achter het paard loopt een hond. Wie of wat de ruiter is is onbekend. Men vermoedt een koning uit die tijd maar mijn favoriete theorie is dat het beeld is uitgehakt ter herinnering aan een edelman die ging jagen, te dicht bij de rand kwam en naar beneden stortte. Een soort heel vroege "Mind the gap".

Dan het ecopad. Die heb je in Bulgarije redelijk veel maar in de buurt waar wij wonen niet zo. Een ecopad is eigenlijk gewoon een bewegwijzerde wandeling. Maar dan anders dan wij die in Nederland kennen. Een ecopad kent drie problemen. Is het hele pad wel te vinden? Vaak niet. Is er na het begin nog wel ergens een bordje? Nauwelijks tot nee. Is het pad te lopen? ik ken één pad dat we van beging tot eind liepen, de rest is altijd ergens ondoordringbaar en  overwoekerd. 

Dus reden we naar Madara. We liepen naar de ruiter en hoewel het ding onduidelijk blijft zagen we na lang turen toch iets van een soort van een leeuw. Een speer konden we niet ontdekken. Maar er was een groot uitlegbord, dat was fijn. Maar waar was het ecopad? Tot onze grote verbazing waren er wegwijzerbordjes (gesponsord zelfs door een supermarkt) die naar het fort verwezen. Dat ligt bovenop de rotsen en daar ging het ecopad ook heen. 1+1=2. We volgenden de bordjes en kwamen er vlug op een keurige trap die veranderde in uitgehakte rotstreden met wat gammel aandoende leuningen. Hoe hoger we kwamen hoe lager de leuningen werden. Wat handig was want zo kon je je naar boven trekken. Want stijl werd het ook. Ik bedacht me dat ik hoogtevrees had maar, ach, de diepte was achter me.

Na een tijd klimmen stonden we boven waar we vlot de ruïne van een kasteel zagen. In de ruine, op de plek waar een kerk was was een klein gedenkachtige plek, met plaatjes en een enkel kaarsje. 

Weer later vonden we een bordje met "secret path" erop. Dat leek me een contradictie maar voor we filosofisch konden worden liepen we door bosjes op hellingen met daarnaast een best diepe diepte. Toen het pad eindeloos doorging keerden we om en gingen met de trapjes terug naar beneden. 

Hoogtevrees is vaak erger als je naar beneden gaat en de diepte ziet. Laat ik het daar op houden. Dan hoef ik er ook niet meer aan te denken.

Eenmaal beneden ontdekten we nog een aantal ruïnes van een offerplek, een klooster, een openbaar bad. Al met al. Een hoop. Druk was het er niet, mooi wel. Volgens de bordjes was er op sommige plekken sprake van een bepaald soort sterke energie. Al is dat natuurlijk kul. Maar, nogmaals, mooi en vredig was het er wel.

We liepen rustig rond en in een modern souvenirwinkeltje kocht ik een uiterst saai boekje over de ruiter. Al met al, een perfect uitje.

Tot we thuis waren en ik na het lezen van de beschrijving van het ecopad door een Bulgaarse blogster ontdekte dat we dat hele pad niet gezien hadden, laat staan gelopen. Zo schiet het niet op met de succesvol afgeronde ecopaden.

dinsdag 14 september 2021

Over lekkende kranen en zinloze kaartenbakken

Kijk hem nou eens zitten. Geen vuiltje is er aan de lucht te bespeuren. Alles lijkt onder controle.

Maar dat is alleen op foto's zo.

Het huis dat we hier hebben is oud, fors oud. En het stond jarenlang grotendeels leeg. Dus er moeten nog wel wat dingen gebeuren. Dingen die ik niet kan, ik kan leuk denken maar dan stopt het wel. En Annet ook niet, terwijl die toch echt reuze handig is. De dakgoot moet vervangen en er moet een nieuwe poort geplaatst worden want de oude is rot aan de onderkant. Dan moeten er nog een paar leidingen worden aangelegd en een deel van de bestrating moet vervangen worden want die is verzakt, door het water uit de gammele dakgoot. 

Dat zijn geen heel bijzondere dingen.

Maar iemand moet ze wel doen. Vroeger, toen ik nog werk had, zat er in mijn hoofd een in heel veel jaren opgebouwde kaartenbak. Als er wat met "dit" was dan liep ik door mijn mentale kaartenbak, bedacht me dat er ergens in plaats A nog meneer (of mevrouw) F in een achteraffig kelderkantoor werkte, belde hem of haar en dan werd er iets opgelost. Dat kon even duren maar dan was het wel klaar.

Dat werkt dus niet in een heel nieuw land. Mijn kaartenbak is volledig nutteloos. En dat irriteerde me de laatste dagen mateloos. Via via was er iemand die de dakgoot zou doen, daar hoorde we niets meer van. De poort, ook weer iemand die niets meer zei. Bulgaarse les? Ook al zwijgzaam. En als er maar lang genoeg niets gebeurt ga ik zelf wel verzinnen hoe alles langzaam maar vooral heel zeker instort

Gisteren begon de buitenkraan wel erg hard te druppelen. Nu hebben we al jaren geen rekening voor het water gehad, maar toch, het druppelen irriteerde. Die irritatie werd enorm toen we ontdekte dat je met de hoofdkraan al het water uit kon zetten maar niet de buitenkraan, dat kraantje was lam. Nu lijken er ergere dingen maar als het hier straks 20 graden vriest wil je die kraan wel afgesloten hebben.

Maar wie kan hier zo'n kraan vervangen? We konden niemand bedenken die het ook echt zou gaan doen en dat besef maakte me echt bloedchagrijnig. Ik begon al een terugverhuizen te denken. 

Gelukkig ging Annet nog brood kopen in het winkeltje in het "centrum". Daar zei ze het Bulgaarse woord voor loodgieter, водопроводчик tegen burgemeester Gosho. De burgemeester zei dat er morgen iemand zou komen. Vol ongeloof (want sinds wanneer regelt een burgemeester loodgieters?) zaten we vanmorgen in de tuin wat te wachten. En verdomd, er kwam een loodgieter. Plus Iwan (niet bosmaaier Iwan maar zwarte koffie en sigaretten Iwan). Met zn tweeen en met veel hulp van de spraakfunctie van Google Translate (leve Google Translate!) werd het probleem gevonden, Annet reed met hen naar Popovo om nieuwe kranen te kopen en daarna werden ze geplaatst. Problemen opgelost, met veel handen en voeten, gelach en voor in totaal 20 euro.

Ondertussen liet de meneer van de poort weten dat hij ziek was geweest en voor de zekerheid in zelfquarantaine was (over de meer dan belabberde covid situatie schrijf ik een andere keer wel iets). Maar hij stuurde iemand om de poort te meten en die kon ook dakgoten. En die man kwam ook nog echt!

Dus blijven we toch maar hier. En ik deed bijna een dansje. Bijna, want hoewel Gijs een halve binnenpoes is geworden kan hij nog helemaal niets met dansende buitenlanders. 



maandag 6 september 2021

De grafheuvels van Svesthari #uitje

Omdat je niet de hele dag jam kunt maken, bos kunt maaien of Gijs op moet voeden reden we naar Svesthari. Een uitje. Svesthari ligt anderhalf uur rijden ten noorden van Palamartsa.

Wie door Bulgarije reist, met de auto en over vooral B of C wegen kan het niet ontgaan. De Thraciërs zijn nog overal. Of beter, de sporen van hun sterven zijn nog overal. Door het hele land liggen zo'n 3500 grafheuvels. Bultjes in het landschap, bulten soms. De meesten zijn nog nooit onderzocht, 3500 is ook best veel.

De grafheuvel bij Svesthari, of beter Heuvel nr 7 werd pas in 1982 ontdekt. De inhoud, als je dat zo mag zeggen was nog redelijk onaangetast. Net als in Egypte waren kostbaarheden en dergelijke al wel ontvreemd maar het graf, de versieringen waren nog intact. Het graf staat sinds die tijd op de werelderfgoedlijst van de Unesco.

Tot onze eigen verbazing reden we rij moeiteloos naar de grafheuvel. Meestal ontbreekt hier enige vorm van bewegwijzering. Ja, er is vaak een wat roestend bruin bord maar dat staat dan op 5 km van het einddoel en daarna zoek je het maar uit.

Het bezoekerscentrum was leeg, op drie slaperige gidsen na. En een mevrouw die kaartjes verkocht. Nog steeds met één been in Nederland denkend vond ik het een verademing. Er hingen wat posters, je kon wat boeken kopen en dat was het. Er stond een koffieautomaat maar verder was er geen spoor van commerciële activiteiten te bekennen.

Onze gids haalde de sleutels van de heuvels die we wilden zien en gaf wat informatie over de graven. Ik dwaal dan eigenlijk mentaal altijd af maar bij het binnen gaan van de heuvel werd ik meteen weer wakker. 

Wat een plek! Na het om je schoenen dan van wat plastic zakjes (om de vloer te beschermen) gaat er een deur open en zie je in de koepelvorm van de grafheuvel de blootgelegde tempel. Die is niet bijster groot (denk: De Taffeh tempel in het Leids museum van oudheden) maar wel heel mooi. Omdat je om de uitgegraven tempel heen kunt lopen krijg je een mooi en duidelijk beeld van het ding, details kun je goed bekijken. Er zijn na al die eeuwen nog steeds kleuren zichtbaar. Ik vond het prachtig.

Helaas mocht je geen foto's maken. Daar wordt vaak een beetje "het is ter bescherming van het object" over gedaan maar het is natuurlijk eigenlijk om er voor te zorgen dat je later een boekje met foto's koopt. Dus maakte ik vluchtig wel foto's en kocht later twee boekjes. Iedereen tevreden.

Waarom iets mooi is, of je raakt is moeilijk te beschrijven met woorden. Het heeft met het gevoel van het moment, op dat moment daar te maken. Maar geloof me, het graf van Svesthari is een magisch mooie plek. Ik vond het een hoog Piramidegevoel hebben. Er zijn nog twee heuvels waar je in kunt, rommeliger, stukken minder indrukwekkend maar ook leuk. Na de heuvels loop je een rondje, je zwaait naar de gids die weer landerig zit te wezen en je gaat vrolijk weer naar huis.

Mocht je naar Bulgarije komen (dat doe je niet, maar toch), het is het slimst om Svesthari zo vroeg mogelijk in de ochtend te bezoeken. Rond elf, twaalf uur loop je de kans op een bus vol toeristen. En dan kun je maar heel kort in zo'n graf. Slim genoeg zitten er meters in die de luchtvochtigheid meten. Bij (te) veel mensen klinkt er na korte tijd een zoemer en dient iedereen de heuvel te verlaten.