maandag 19 april 2021

Mika, die om een hoekje kijkt

Meestal is het zo rond kwart voor negen 's avonds. Ik lees een boek in de wat verschoten Gispen stoel en plots voel ik hem onder mijn benen door lopen. Hij staat dan voor de bank en strekt zijn linker pootje uit. Krabt niet aan de bank, hij wrijft er meer tegen. Het signaal is duidelijk, er dient geknuffeld te worden. Eerst was het signaal alleen voor Annet bedoeld, die zit tenslotte op de bank. Maar de laatste maanden blijft hij nog even wachten, soms met zijn staart tegen mijn been. Een knuffel door twee personen is het geworden.

Maar de tijdsvorm klopt niet. Niet meer.

Een poes heeft misschien geen meeslepend of trillend spannend leven. Ik gebruik trouwens liever het woord poes dan kat. Dat laatste woord is te kort, het klinkt te hard voor zoveel pluizige zachtheid. Misschien is het dus geen groots leven. Maar het vult wel alle hoeken, kieren en gaatjes in het leven van de mensen die bij hem wonen.

Voor ik Mika kende leefde hij in een dorpje aan de IJssel. Daar liet Annet hem 's avonds uit en verdween hij in tuinen en over schuttingen. En dan stond zij daar, in het donker te wachten in een stille straat, voor een netjes geverfde schutting.

De eerste keer dat Mika mij zag dook hij onmiddellijk in een ruimte achter het keukenblok. Pas 's nachts kwam hij daar achter vandaan om mij zorgvuldig af te snuffelen. Wat weken later bracht hij me muizen die hij onder mijn stoel legde. Dat ik die muizen vervolgens terug het bos in gooide deerde hem niet. Ik moest nog veel leren dacht hij waarschijnlijk.

Mika kon hier, in het trappenhuis van de flat urenlang naar muis zitten kijken. Hoe vaak ik hem ook uitlegde dat er geen muis was, hij hield vol. En had gelijk. Hij at zijn brokjes op een tafeltje in de keuken. Toen hij daar niet meer echt makkelijk op kon springen hebben we er een stoel bij gezet. Er staat ook een stoel in de douche, hij lag daar graag op een kussen op de droger. 

Sommige poezen hebben een "Hier ben ik!" uitstraling. Mika bekeek de dingen liever eerst zeer zorgvuldig en om een hoekje kijkend. Het duurde lang voor hij, als er mensen waren de moed op kon brengen om de kamer in te komen. Hij had dan een soort van "Sorry dat ik stoor en leuk dat jullie er zijn hoor maar het is eigenlijk best tijd voor mijn vis" uitstraling.

Soms kwam de mensenschuwe buurman van hier tegenover Mika tegen in het trappenhuis. Tegen mensen zei de man niet of nauwelijks is. Maar als je geluk had kon je hem "Dag Poes" horen zeggen en dan aaide hij Mika over zijn hoofd. 

Ik kan eindeloos veel zinnen doorgaan over hoe Snuf niet van jazz hield maar heerlijk kon dutten op reggae. Over hoe hij Annet en mij kon dirigeren met alleen maar zijn staart. Over hoe aanwezig een toch heel stille poes is. Over hoe vrolijk hij aan kwam rennen wanneer er ....

Maar er zijn teveel hoeken, kieren en gaatjes die hij vulde. Die kun je nooit allemaal beschrijven. En mis je er één, dan is het beeld al niet meer helemaal compleet. Dan klopt het niet, dan mis je iets. En je mag niets missen. 

Op de vroege ochtend van de dag waarvan we al dagen wisten dat het zijn laatste zou zijn zwom er onderaan de dijk hierachter, heel vlakbij de kust een zeehond. Hij hing een tijd stil in het water en we hebben elkaar een lange tijd aangekeken. Daarna zwom hij weg. En ik hoop maar dat dat kijken iets betekende. 

Mika, Poes, Snuf, Monk werd op een maand na zestien. En hoewel hij nooit ouder zal worden zal hij altijd ergens om een hoekje blijven kijken.