woensdag 28 december 2022

"Klonk"/ Ne klonk


We wilden naar Razgrad. Die stad ligt op een klein uur rijden. We kennen er een heel goede dierenarts en een uitgestorven opgraving. Maar er zou een vrij enorm monument zijn dat op de lijst van "25 most impressive communist monuments" staat en ik was wel weer toe aan iets enorms en onbegrijpelijks. 

Maar voor de deur nog deed de auto "klonk" en meer niet. Nu bonkte de auto al een tijdje op onverwachte momenten dus helemaal onverwacht was de onbeweeglijkheid niet maar, tja, daar stonden we dan, op een veldje, in een dorp waar wel iemand is die aan auto's sleutelt maar die drinkt enorm en heeft ook nog een buitenmodel enorme en valse hond aan een ketting. 

Het eerste Bulgaarse woord dat ik in één oogopslag herkende was, (fonetisch) avtomivka. Dat is een autowasplek. Daarna had ik woordbeeld bij avtocentur, een garage en bij avtotjastie, een winkel met onderdelen van auto's. Waarom al die woorden met avto beginnen terwijl het Bulgaarse woord voor auto kola is ontgaat me nog steeds maar ooit kom ik er achter. Maar, daar gaat het niet om. In Popovo (stad in de buurt, 15.000 inwoners) zijn talloze avtocenturs en even zo talloos veel avtotjastie's. Het lijkt alsof er permanent aan de helft van alle auto's wordt gesleuteld. In avtocenturs of gewoon voor het huis. De meeste auto's zijn (stok)oud en de staat van de wegen helpt ook niet echt.

Onze auto, een twintig jaar oude Volvo past dus prima in het gangbare autobeeld. Maar van die constatering gaat een auto ook niet rijden.

Taal is alles, en het gebrek aan taal ook. Annet en ik redden ons best in winkels of eenvoudige gesprekken maar om nu een garage in Popovo te bellen en hen zover te krijgen dat ze de auto komen halen, dat is nog wel een paar lessen verder. 

Onze vriendelijke buurman Jordan, die ook een hard klonkende auto heeft was nergens te bekennen maar, net toen we op weg gingen naar de burgemeester die vast zou willen bellen dachten we aan Simeon. Simeon klust aan een huis tegenover ons. En omdat de eigenaren van dat huis Engels zijn heeft hij zelf ook wat van die taal opgepikt. Simeon wilde best bellen, we kenden een wat smoezelige garage met vriendelijke mensen dus die werd het (we kennen ook een blinkend moderne garage maar de mensen zijn niet aardige dus die slaan we over). Na een tijdje, waarin iedereen met iedereen belde werd duidelijk dat er een sleepwagen of hoe dat hier heet, waarschijnlijk iets met avto, zou komen. 

De meneer van de sleepwagen had een stereotiep trainingspak aan en zag eruit alsof hij daar ook in sliep. Maar, hij had er zin in. De Volvo paste net, maar dan ook net op zijn auto. Annet ging mee naar de garage en werd daarna weer keurig door de sleepwagenmeneer thuis gebracht. Hij bleek ook een huis in het dorp te hebben, "Palamartsa gut!". Hij had een jaar in Duitsland gewerkt maar daar wonen, zonder vrouw en kinderen, nee, dat vond hij maar niets. 

De onderdelen zijn besteld. En de auto wordt gerepareerd. Het hele gedoe was een beetje een tegenvaller al was het ook wel weer erg mooi om te zien hoe dingen hier gaan. Rommelig, met veel heen en weer gebel maar het werkt. En als er iets tegenzit zijn er hier altijd wel mensen die je helpen. Dat is misschien overal zo maar we wonen nu eenmaal hier, en niet overal.

Hoe het verder ging.

"Nee, ze belden dinsdagmiddag al om te vertellen wat er aan de hand was en wat er gedaan moest worden. Wat? Nee, een goed Engels sprekende jongen die in de onderdelenwinkel werkt die weer bij de garage hoort. Garages hebben geen voorraad, onderdelen koop je in de onderdelenwinkel en dan zet de garage het onderdeel in de auto. Maar, donderdagmiddag werd er al gebeld dat het klaar was dus vanochtend reden we met onze vaste taxichauffeur naar Popovo. Sorry? Nee, elke taxichauffeur geeft je zijn kaartje en als je belt krijg je die ene chauffeur, niet een centrale. Maar deze meneer is vriendelijk, praat niet teveel en heeft jaren in Duitsland gewerkt dus spreken we een mengelmoes van Duits, Engels en kinderbulgaars. We betaalden bij de onderdelenwinkel en daar kregen we ook nog een kalender, een aansteker en een pen dus ik denk dat ze blij met ons waren ja. Maar, de Engels sprekende jongen bracht ons met zijn auto naar de garage. Ik zat nog wat te klunzen met de veiligheidsriem in zijn auto maar die hoefde niet om hoor, welnee. In de garage lieten ze de totaal verkruimelde aandrijfas zien en wat er over was van de schokbrekers. Niet veel nee. Zo blij als een kind met de kalender, de aansteker, de pen en de gerepareerde auto reden we daarna met Leftfield schallend op feeststerkte terug naar het net geasfalteerde dorp. Wat? Nee, ik denk dat het hebben van nieuwe schokbrekers mijn kijk op de staat van de Bulgaarse wegen totaal gaat veranderen. Goed, je stuitert door de gaten nog steeds van her naar der maar je voelt er nauwelijks meer iets van. Nee, nee joh, ik ga buiten zitten. Het is hier nog net niet warm genoeg om alleen maar een tshirt aan te hebben. Veel plezier met oud/nieuw. Nee, hier hoor je geen vuurwerk. Af en toe een knal maar dat is waarschijnlijk een jager. Ik ga denk ik met de nieuwe pen op nieuwe kalender schrijven. En voor de aansteker verzin ik ook nog wel iets".


dinsdag 20 december 2022

Vers asfalt!

"We krijgen nieuw asfalt! We krijgen nieuw asfalt!". Opgewonden roepend kwam Annet een maand of acht, negen geleden terug van het winkeltje. Een forse shovel was bezig de aangekoekte modder van de straat die door het centrum loopt te schrapen. Dat moest de aanloop naar nieuw asfalt zijn. Alleen gebeurde er na dat afschrapen helemaal niets meer. Tot vorige week. 

Ik was nooit een fan van asfalt. Hoe minder asfalt hoe beter. Tot ik in Bulgarije ging wonen. Wat weken terug kwamen we Vladimir tegen, een Bulgaar die lang in Nederland had gewerkt. Al vlug waren we het erover eens dat als er iets goed was aan Nederland dat de wegen waren. De enkele snelweg die hier is is best redelijk maar alles van een lagere rangorde, het is een ramp. Hoe onbelangrijker de weg hoe groter de noodzaak van een four wheel drive. En wij hebben een oude Volvo van twintig haar oud. Alles schudt, alles rammelt en kraakt. Annet slingert vaak van links naar rechts en dan maar weer naar links over sommige wegen. Soms zijn er meer gaten dan asfalt.

Over asfalt is ook altijd wel wat te doen hier. Er is de Hemus snelweg, die loopt van Sofia naar Varna. Of beter, men is in 1974 aan die snelweg begonnen en het ding is bij lange na nog niet klaar. Vorig jaar stortte er zelfs nog een deel in dat net was afgekomen. 

Voor ons huis, daar komt nooit asfalt, dat blijft een stenig modderding. Maar door het "centrum", daar loopt een gatenkaas asfaltweg en elke keer lijken de gaten zich vermeerderd te hebben. Scheldend rijdt Annet er een paar keer per week overheen. Niet te hard, zeker niet als het geregend heeft want je weet nooit hoe diep een gat is. 

Maar nu, nu wordt die weg echt opnieuw geasfalteerd. Grote machines hebben het pokdalige asfalt dat er nog lag al verwijderd. Afgelopen zondag vertelde Gosho, de burgemeester dat het zeven (!) jaar van praten, klagen en brieven schrijven heeft geduurd voor iemand, ergens een goedkeurend vinkje zette. Vrolijk keek hij tijdens het vertellen naar de werkzaamheden. 

Vers asfalt. We durfden er eigenlijk al niet meer op te hopen. Maar het komt. Al woon ik hier alweer lang genoeg om me te beseffen dat afschrapen niet hetzelfde is als asfalteren. Dat zijn andere machines, en die zijn nog nergens gesignaleerd.

dinsdag 13 december 2022

Schilderijen, eindelijk!

Opgetogen liep ik op een zaterdagochtend tegen 11 uur naar de deur van de Nikola Marinov galerie. Maar hoe ik ook aan de deur rammelde, open ging die niet. 

Wanneer je bij de Google reviews van bezienswaardigheden in Bulgarije kijkt is de kans groot dat daartussen wat schuimend van woede getikte zinnen staan waarin iemand vertelt hoe er grote afstanden zijn gereden om dan bij aankomst te merken dat iets gesloten was. Vooral op feestdagen en in het weekeinde zijn dingen hier nogal eens dicht. 

De tweede keer dat Annet en ik naar de Nikola Marinov galerie, of eigenlijk museum in Targovishte gingen, op een grijs grauwe doordeweekse dag ging de deur wel open. Een vriendelijke meneer die zijn best deed om Engels te spreken deed zelfs het licht voor ons aan.

Over Bulgaarse kunst weet ik weinig tot niets. Goed, Christo kwam uit Bulgarije, maar verder, nee. Waarschijnlijk zijn er in Sofia of andere grote steden wel plekken waar je naar kunst kunt kijken maar hier, in het noord oosten, alweer nee. In de anderhalf jaar dat we hier nu wonen zagen we wel eens een schilderij. Maar vaak stond daar een generaal of een veldslag op en hing het in iets dat over de geschiedenis van dit land ging. 

De vriendelijke meneer liet ons eerst een zaal zien met werk van, als ik het goed begreep een hele familie die kunst maakte. Het was er vooral botverkleumend koud. Omdat het enige moeite had gekost om het mueseum binnen te komen deed ik extra mijn best bij het kijken maar ook die extra inspanning maakte de schilderijen niet beter. Landschapjes in scherpe kleuren, een boom, een schaap. Gut. Er hingen wat pentekeningen die wel mooi waren maar verder dreigde het toch een teleurstellend bezoek te worden. 

Net toen we wat bedremmeld af wilde druipen  vertelde de vriendelijke meneer, die bij zijn verhaal werd geholpen door een mevrouw met Google Translate op de telefoon dat er nog meer te zien was. Op weg naar dat nog meer struikelde ik over een elektriciteitssnoer dat aan een wiebelende kerstboom vastzat maar gelukkig viel die niet echt helemaal om. 

In de andere zaal hingen de echte schilderijen. Van allemaal mensen van wie ik nog nooit gehoord had. Ik plak er hieronder wat plaatjes van. En ja, er hingen best veel dingen die ik maar omschrijf als BKR meuk maar, toch, ik werd er vrolijk van. Want er hingen schilderijen. En soms best leuke zelfs. Dat was na al de folkloristische zang en dans van andere uitstapjes een verademing. En het museum was fijn. Hoewel we aandrongen hoefden we, nee echt niet, geen entree te betalen. De vriendelijke meneer was zichtbaar trots op wat er hing en hij gaf de indruk dat hij zelf ook wel eens over een elektriciteitssnoer struikelt. Er was verder geen enkele bezoeker en als het mooier weer wordt gaan we zeker nog eens. 



Milko Bozhkov Mijn dochter 1981


Petar Michev Madonna 43 1986



Vikhroni Popnedelev We houden van elkaar 1986


Ivan Dimov Stilte 1983

maandag 5 december 2022

Schengengrauw

Het is al dagen en dagen pestweer en Bulgarije mag ook al geen Schengenland worden. Tenminste, dat vindt Nederland als eenzaam in de woestijn roepend land. 

Nu gaat dit blog over het algemeen over poezen en warrige wandelingen maar, voor nu dan maar eens over iets serieus.

In Nederland zal er weinig wakker worden gelegen over het aangekondigde "Nee!" van Nederland in een Europese vergadering die deze week plaats gaat vinden. Hier is dat iets anders. Al gaat het toch ook weer anders dan verwacht.

Nederland zou tegen de toetreding van Bulgarije zijn omdat 1. de grensbewaking van Bulgarije niet op orde is (en dan krijg je meer immigranten, vroeger noemden we dat vaak vluchtelingen, die uiteindelijk in Nederland terecht gaan komen) en 2. Bulgarije een corrupt land is (waardoor mensen makkelijk iemand om kunnen kopen die hen over de grens zet/laat gaan).

De niet onomstreden president van Bulgarije, Rumen Radev viel vooral over het feit dat premier Rutte iets gezegd zou hebben dat neerkwam op "Je kunt voor 50 euro iemand huren die je de grens over brengt". Radev vindt dat beledigend, juist nu er de laatste weken een aantal politieagenten die aan de grens werken om het leven zijn gekomen. Ivan Geshev, de ook al niet onomstreden hoofd aanklager in Bulgarije wilde wel eens bewijs zien van die 50 euro. Andere politici vonden het besluit van Nederland hypocriet, cynisch en/of dubbelhartig. 

Nu lagen die reacties wel enigszins voor de hand. Veel opvallender, voor mij waren de reacties van Bulgaren onder de krantenartikelen waar ik bovenstaande in las. De overgrote meerderheid was het misschien niet eens met het Nederlandse "Nee" maar viel vooral de eigen politici aan. Samengevat stond er vaak "Jullie weten van de corruptie maar jullie doen er al jaren helemaal niets aan". 

Politiek wordt hier, nog veel meer dan in Nederland, met enorm wantrouwen bekeken. Bij parlementsverkiezingen komt vaak nog geen 50% van de kiezers opdagen. Politici zijn corrupt. Klaar. Nu is dat denk ik iets wat overal wel wordt geroepen maar ... weinig landen zullen een parlementslid hebben die op een sanctielijst van VS staat en toch steeds herkozen wordt (en vrijwel nooit in het parlement te vinden is). Met overheidsgeld dat naar wegenbouw ging werden hotels gebouwd en van een eu subsidie om toerisme te bevorderen lieten ambtenaren voor zichzelf luxe huizen bouwen en noemden dat een B&B. Je kunt natuurlijk met geen mogelijkheid een kamer in die B&B boeken. 

Maar, wat je verder ook over de corruptie hier zou kunnen zeggen, heel erg flauw is het Nederlandse "Nee" natuurlijk wel. Er zijn een aantal Europese controles geweest en die kwamen tot het besluit "toelaten tot Schengen". Het Europees parlement en de Europese commissie vinden dat Bulgarije tot Schengen kan worden toegelaten. Het Nederlandse "Nee" komt daardoor wel erg over als een "Nee" voor de binnenlandse bühne, "kijk ons eens flink streng zijn". Blijkbaar zijn er Europese regels waar Bulgarije aan voldaan heeft maar heeft Nederland nog een aantal privé regels. Dat komt toch een beetje over als iemand door een hoepel laten springen en als dat gelukt is plots weer een nieuwe hoepel tevoorschijn toveren. En dan weer één. Je kunt, denk ik niet iemand eindeloos door hoepels laten springen. Of je moet accepteren dat iemand dan een heel andere kant op gaat springen.

(linkjes naar Bulgaarse artikelen over Schengen zijn op aanvraag beschikbaar. Ik kan natuurlijk hier allemaal linkjes gaan zitten plakken maar laten we eerlijk zijn, na twee artikelen in het cyrillisch haakt iedereen af) 

 




woensdag 30 november 2022

Toen & nu #poezenupdate

Buiten regent het nog steeds. Sinds juni deed het dat niet meer dus, regen is goed! Een tweede fonteinenblog, nu meteen al weer is misschien wel heel erg niche. Daarom een "hoe is het nu met ze?" tekstje. 


Lenie, zus van Gijs en moeder van Ollie. Toen Annet en ik hier anderhalf jaar geleden kwamen wonen waren Lenie en Gijs al een tijdje hun huis, en eten kwijt. Nicolai, hij woonde 2 huizen verder en zorgde voor hen was overleden en Lenie en Gijs moesten zichzelf redden. Lenie was mager maar redde zich wel. Waarschijnlijk ving ze de hele dag muizen. Dat doet ze nu nog. Al heeft ze nauwelijks meer honger. Ze vangt ze nu als cadeau voor Annet. Dan klinkt er van buiten weer een vervormd gemiauw en dan weten we het al. Lenie zit voor de deur met een muis of rat in haar bek. Lenie begrijpt niet waarom we haar niet als enige poes adopteren en de rest eruit gooien. Ze grauwt en snauwt naar Gijs, Ollie en Wim. Toch is het eigenlijk best een lief poesje. Ze zit het liefst op schoot bij Annet en kan dan kijken alsof ze best eens gezellig over een leuk breipatroon zou willen praten. 


Ollie, ooit Olga en nu steeds vaker Olie. Kind van Lenie. Werd door haar te vlug en ook nog eens bruut verstoten en heeft daar nog steeds last van. Slooft zich graag uit voor zijn moeder. Ollie werd geboren toen wij hier al woonden. De aanwezigheid van meer dan genoeg eten, aandacht en een droge slaapplek is voor hem daardoor vanzelfsprekend. Ollie is de ideale POES (met hoofdletters inderdaad). Ollie is altijd vrolijk, springt, holt en buitelt. Als hij honger heeft komt hij hier naar toe en dan krijgt alles en iedereen een kopje ("O wat een lieve tafelpoot, stoel, kachel, etensbak, waterfles, mens"), als hij klaar is met eten gaat hij slapen, klaar. Probleemloze poes die het met iedereen goed kan vinden. En dat is met alle fratsen en handleidingen van de rest wel een uitkomst eigenlijk. Was heel klein en wordt nu echt erg groot, niet dik, groot. 


Wim, geen familie van de andere poezen. Kind van Lies (Lies komt nog steeds een paar maal per dag eten halen maar laat zich nog steeds niet aaien). Wim liep vroeger vaak met Lies mee en besloot toen dat hij net zo goed hier kon blijven. Hij zat toen dagen schuw onder een tafel die buiten stond. Langzaam maar zeker heeft hij zich naar binnen gemanoeuvreerd. Hij kan het redelijk met Ollie vinden maar bekijkt Lenie en Gijs met groot wantrouwen. Hij kan uiterst zielig en klagelijk miauwen als één van die twee te lang naar hem kijkt maar in plaats van weglopen gaat hij strak terug zitten staren. Gek wordt je er van. Wim is nog steeds schuwerig en bang maar Annet en ik hopen dat het ooit goed komt. Hij heeft het ondertussen wel voor elkaar om 's nachts op ons bed te slapen. Of eigenlijk ligt hij zo'n beetje op het hoofd van Annet. 


Gijs, broer van Lenie. Gijs was op een haar na dood toen we hier aankwamen. Hij heeft een niet goed werkende voorpoot en hij loenst. Allemaal dingen die niet helpen als je in Bulgarije als poes opeens je eigen eten bij elkaar moet scharrelen. Maar kijk hem nu eens prachtig zitten zijn! Hoewel hij dwangmatig altijd buiten wil zijn is het eigenlijk een lekkere onbenullige wollebollerige binnenpoes. Ooit was hij bang voor alles en nu loopt, schommelt en rent hij vrolijk en onbezorgd achter een blaadje aan door zijn eigen tuin. Want zo ziet hij de tuin, en het huis, als iets waar hij hoort. Gijs vindt weinig dingen leuker dan zich verstoppen achter een heel dunne grasspriet om daarna bovenop een andere poes te springen. Vooral Wim ziet daar de humor echt niet van in. Ergens, vaak zo tegen acht uur in de avond springt hij op schoot. Hij ligt dan vaak op zijn rug, met zijn pootjes in de lucht en als ik hem als wij naar bed willen wakker maak gaapt hij en rekt zich eens lekker uit. Je ziet hem dan "Zo, dat was fijn, nu ga ik eens goed slapen" denken.

woensdag 23 november 2022

Communistisch water (fonteinen nr 1)

Ik heb nooit vliegtuigen gespot, of geprobeerd alle treinen in Nederland te zien. Maar ik heb wel bootlegs van alle optredens van Bob Dylan in Europa in 1996. En als ik een fijn boek lees wil ik daarna wel alle andere boeken van de schrijver of schrijfster lezen. Ik ben dus nog wel normaal maar ik heb een zekere aanleg voor een streven naar volledigheid.

Voor er in Palamartsa stromend water uit de kraan thuis kwam waren er fonteinen, bronnen, geef het een naam. Mensen haalden er hun water, dieren dronken er. Die fonteinen zijn er nog steeds, ook al komt uit nog maar een enkele nu nog water. Om mij ook onheldere redenen fascineren die fonteinen me. 

Buiten miezert het, iets bijzonders is er niet echt gebeurd. Dus is dit het eerste fonteinenblog. 


Op het dorpsplein (op het kaartje het blauwe dingetje) staat een fontein met tekst. Nog een beetje leesbaar op de foto is "в памет" dat betekent zoveel als "Ter herinnering aan" of "Gedenk". Nog nauwelijks leesbaar staat er "ingenieur Hristo Tonev" onder. Tonev was geboren in Palamartsa en studeerde in Berlijn. In de jaren 30 van de vorige eeuw was dat voor een inwoner uit een dorp erg bijzonder. Tonev werkte zich een slag in de rondte om te zorgen dat er een stabiele watervoorziening in het dorp van de grond kwam. Op het monument is een onooglijk klein fotootje geplakt, groter dan een pasfoto is het ding niet. Of Tonev een communist was is niet te achterhalen maar dat kon in 1968, toen de fontein werd aangelegd niemand wat schelen. Hup, een forse rode ster er op. Uit de fontein komt al jaren geen water meer.

Buiten het dorp (bij het groene dingetje), op weg naar Gagovo of de bossen bij Opaka ligt een fontein met een roestende rode ster erboven. Op het steen onder de roestige ster staat "20 г ткзс 1949 - 1969". Die г is een afkorting van години wat jaren betekent.ткзс is een afkorting van trudovo-kooperativno zemedelsko stopanstvo en betekent zoveel als collectieve boerderij, een weinig succesvolle sovjetuitvinding. Bulgaarse boeren maakten al vaak deel uit van een coöperatie maar deelname aan een TKZS werd na de communistische machtsovername van 1949 steeds vaker afgedwongen. De TKZS van Palamartsa werd in 1949 opgericht. Dat is vrij vlot en lijkt zonder dwang gebeurd te zijn. Uit de jubileumfontein komt al jaren geen water meer.

In Palamartsa is nog steeds een coöperatie, al is deelname nu natuurlijk vrijwillig. De coöperatie heeft een kantoortje op de bovenste verdieping van het gemeentehuis. In de gang hangt nog steeds een enorme lijst met foto's van alle deelnemers aan de TKZS. En een hamer en sikkel. 

Zo, twee fonteinen gedaan, er zijn er zeker nog negen en als ik goed om heen kijk waarschijnlijk nog wel meer.



donderdag 17 november 2022

Er zijn teveel bladeren in het bos

Door het bos, op de heuvels tussen Palamartsa en Opaka lopen wat paden. Sommige zijn erg oud, je liep er over van dorp naar dorp. Andere liggen er tijdelijk, ze worden gebruikt om gekapte bomen over te vervoeren. Als dat klaar is overwoekerd zo'n pad weer. Bovenop één van de heuvels staan twee stenen, ze lijken iets als een grens aan te geven. Bij die grens vertakt een pad. Je kunt naar rechts, maar daar ben ik al eens naar toe gelopen. Je kunt ook rechtdoor. 

In een supermarkt in Targovishte hoor ik iemand achter me "Komen jullie uit Nederland?" zeggen. Als ik me omdraai staat er een overduidelijke Bulgaar. Later blijkt hij ook nog eens Vladimir te heten. In perfect Nederlands vertelt hij dat hij 15 jaar in Nederland heeft gewerkt, als conciërge voor scholen in Den haag. Hij is toch maar teruggegaan naar zijn moederland, Nederland was maar ingewikkeld met al die regeltjes. We praten wat maar moeten dan door naar de Bulgaarse les. "Rustig aan he" zegt hij als we afscheid nemen. 

Tenminste, zo leek het in het voorjaar. Wanneer ga ik nu eens onthouden dat een nieuw bospad uitzoeken een erg slecht idee is in de herfst. De grond is een enorm gelig bruine zee van bladeren. Als er al een pad loopt zie je met geen mogelijkheid waar precies. De heuvel weer aflopend lijkt er een pad op een andere (nieuw! leuk! ontdekkingen!) manier het bos uit te gaan. Het pad blijkt een oude waterloop te zijn die doodloopt in akelig stekelige struiken. 

Op de terugweg van de laatste lange wandeling die ik maakte, zo'n twee maanden terug stak er iemand bij elke stap een grote schroevendraaier diep in mijn hak. Zo voelde het tenminste. Hielspoor, ik wist niet dat het bestond. Chagrijnig werd ik er van. Nieuwe schoenen en rare plastic dingetjes voor onder mijn hakken die Annet meebracht uit Nederland zorgden er voor dat ik me nu alleen nog aar druk hoef te maken over de hoeveelheid everzwijnen in het bos.

Iets verder, ik herhaal mijn optimisme en mijn fouten graag lijkt er opnieuw een nieuw pad zichtbaar te worden. Alweer prikstruiken. Gelukkig ligt er een deel met dennenbomen naast waar je wel doorheen kunt. Eenmaal beneden is er natuurlijk, hoe kan het anders een enorm veld net uiterst brokkig omgeploegd. Ik val, over de grondbrokken stappend maar één keer. Dat valt met mijn motoriek dus best wel mee. 

Jordan die eigenlijk Dancho heet en die met zijn vrouw links van ons woont was plotseling helemaal niet goed. Omdat zijn vrouw geen auto rijdt bracht Annet hen naar de eerste hulp in Popovo. Gelukkig bleek het allemaal erg mee te vallen met Jordan. We kregen al af en toe eens wat van hen maar de bergen prei, sla en andere groenten die we nu krijgen zijn bijna niet meer weg te eten.

Opeens is daar een vrij groot stuk ongebruikte grond, bosjes aan de zijkanten, binnenin verdort gras. Nergens is er koeien- of schapenpoep. Hier komt niets of niemand. Toch vind ik er een grote, perfect functionerende bron. Het water smaakt goed. Ik loop terug naar het dorp. Het is warm en ik omzeil de vier bijtgrage honden aan de rand van het dorp.

woensdag 2 november 2022

Puppies op de markt

De markt was al een uurtje bezig toen de kooi dan wel bench met puppies midden op het plein werd gezet. Vijf puppies lagen jong en wollig te zijn in de kooi, of bench. Boven op het ijzerwerk lagen vijf boekjes. Blauwe boekjes. Internationale huisdierenpaspoorten, onze poezen hebben ze ook. Ernaast lag een briefje, "bez pari" stond er op. "Geen geld" betekent dat, ofwel je kon voor niets een klein, wollig en volledig gevaccineerd hondje meenemen.

Elk dorp heeft z'n kloven. Onduidelijke scheidslijnen tussen groepen mensen. Ooit was er een ruzie en jaren daarna praten mensen nog steeds niet met elkaar. In Palamartsa is ook zo'n kloof. De ene groep gaat naar het winkeltje van Stefka. De andere heeft nog liever honger dan dat ze daar naar binnen gaan. En tussen de buitenlanders is het ook al geen koek en zeker geen ei. Daar vindt de ene groep dat de andere groep doet alsof ze de baas zijn en er was ooit een vechtpartij in de lokale "kroeg". 

Om de kloven te overbruggen verzonnen twee Engelse mannen een (ruil)markt. Laat mensen hun overbodige zooi verkopen, maak reclame en hopelijk komt het hele dorp. Nog mooier zou het zijn als mensen de teveel geproduceerde groentes uit hun tuinen met elkaar zouden gaan ruilen, op de markt. 

Er waren op de markt een kraam of tien. Met oude kleren, zelfgemaakte honing, Duitse worstjes, schilderijen, huisraad die niet meer nodig was, wat groentes. En de kooi, of bench met puppies.

Het is één van de minder prettige dingen die je hier kunt overkomen. Je doet de poort in de ochtend open en voor de deur staat een doos met puppies, of kittens. Ik heb ook wel eens gehoord dat de puppies letterlijk over de muur van je tuin werden gezet. Veel plezier ermee. Weinig mensen laten hun huisdier castreren of steriliseren en dan krijg je dus een overvloed aan puppies. En die dring je dan een buitenlander op. Ray, de man op de markt, een Engelsman overkwam het. Hij "kreeg" twaalf puppies. En wat moet je met twaalf puppies? Jong en wollig zijn ze erg aandoenlijk. Maar twaalf honden, hoe doe je dat? 

De markt was een groot succes. Iedereen was er. Er werden veel spullen verkocht, en erg weinig geruild. Maar dat kan een volgende keer misschien gebeuren. Want het plan is om elke maand een (ruil)markt te organiseren. En misschien klinkt het allemaal kneuterig maar in een dorp met kloven en dat ook nog eens langzaam maar zeker leegloopt is elke activiteit waar iedereen op afkomt van belang. 

Je kunt trouwens nog steeds een hondje van Ray krijgen, hij heeft er nog meer dan genoeg. En over een week of wat, voor de kou komt wil hij naar Engeland.



donderdag 27 oktober 2022

Bulgaars is mnogo truden

Op de deur van de keukenkast hangen aantekeningen. Over hoe je het meervoud van bepaalde zelfstandige naamwoorden maakt.  En hoe je "mijn tafel" zegt.

Als ik in Google "Bulgaarse taal" in tik staat er ergens, als antwoord op de vraag "Is Bulgaars een moeilijke taal?" dat Bulgaars bekend staat als één van de moeilijkste talen ter wereld om te leren.

Ik denk dat het eerste Bulgaarse woord dat ik in één keer herkende avtomivka was. Letterlijk is een avtomivka een wasbak voor een auto. Het is zeker geen wasstraat met van die leuke rollende poetsdingen waar je je auto doorheen kunt rijden. Het is meer een overdekt ding met een brandslang. Je moet zelf je borstel meenemen. Je komt hier om in de avtomivka's, nou ja in Popovo dan. Er zijn er bijna nog meer dan koffieautomaten. 

Na avtomivka bleef het lang stil met het herkennen van woorden.

En dat komt natuurlijk door het cyrillische schrift. 

Het cyrillische schrift komt voort uit het glagolische schrift dat, lang, erg lang geleden is verzonnen door de broers Cyril en Methodius (nu beide heilig en met een eigen feestdag en veel stambeelden). 

Vorig jaar kregen we hier iets dat je les zou kunnen noemen in het dorpshuis. Een probleem was wel dat juf Aneta geen Engels sprak. Maar het was verder reuze gezellig. We kennen best veel zelfstandige naamwoorden maar hoe je daar zinnen van moest maken, nee, niet echt. Verstaan gaat best steeds beter maar zelf iets zeggen, nee, niet echt.

Het Bulgaars als taal is natuurlijk iets dat je moet leren. Het heeft zijn eigenaardigheden. Maar welke taal heeft dat niet? Men plakt hier allerlei dingen achter een woord. Lidwoorden ook. En iets simpels als "een" voor bijvoorbeeld "taxi" is er niet. Een taxi is dus gewoon "takci". Ze zijn verzot op mannelijk, vrouwelijk en onzijdig, met de bijbehorende woordjes en uitgangen daarvoor. Taxi is onzijdig, de taxi wordt dan "takcita". En om het helemaal af te maken, de taxi's (meervoud dus) wordt "takcitata". 

Maar dat cyrillisch he.

Het cyrillisch kent letters die wij ook hebben, dat is dus geen probleem. Er zijn letters die wij niet hebben, dat is ook te doen. Nee, de grote struikelaar zijn de letters die hier een andere betekenis hebben. Onze p wordt hier gelezen als een r. En de hoofdletter B spreek je hier uit als v. En de c is een s. 

Is dat het dan?

Dat dacht ik maar het kan nog erger. Naast het gewone cyrillische schrift is er nog een ander cyrillisch alfabet. Die laatste is afgeleid van de handgeschreven versie van het cyrillisch. Onze i is in het gewone cyrillisch een и. Die и, en als je kijkt is het wel logisch wordt in het 2e cyrillische alfabet dan een и, en die lijkt dan wel weer heel erg op onze u. Gekmakend is het. Vooral ook omdat het me nog steeds niet duidelijk is wanneer de 2e vorm van het alfabet gebruikt wordt. Je ziet het soms in supermarkten, in folders, als kop van aan krantenartikel. Maar waarom? En ook wanneer?

Omdat we door de bomen geen enkel bos meer zagen gaan we nu elke week naar een heuse, echte les. In Targovishte. In de klas zitten nog 5 mensen, allemaal Engels. Ook de juf spreekt Engels. En we kunnen nu toch al mooi "kakво е преподавател" zeggen ("dit is een leraar")(maar dan wel één in het hoger onderwijs of universiteit want anders is het een уцител, maar dat lijkt me logisch).




donderdag 20 oktober 2022

(geen) vlees

De tegels die hier aan de muur in de keuken hangen hebben in elk huis waarin mijn ouders woonden gehangen. Vroeger, heel lang geleden, toen we nog op het dorp woonden had mijn vader, die slager was een eigen slagerij. Achter het huis was een slachtstal. Al kan ik me daar niets van herinneren. De tegels komen uit die stal. Toen de slagerij dicht moest hebben mijn ouders die tegels meegenomen, en de klok uit de winkel. Die klok hangt hier ook.

Vijf jaar geleden stopten Annet en ik met het eten van vlees. Het is langer geleden maar als ik niet precies weet hoe lang geleden iets is zet, of zeg ik altijd "vijf jaar". Vijf jaar geleden dus. Bij Annet had het te maken met een toen hoog aantal stalbranden waarbij veel dieren een zinloze en gruwelijke dood stierven. Ik vroeg me toen al een tijdje af wat mij precies het recht gaf om een levend wezen te laten doden, alleen maar om het op te eten. 

In Bulgarije noemt 3% van de bevolking zich vegetariër (in Nederland is dat 5%), 1% is veganist (in Nederland 2%). 63% van de bevolking eet elke dag vlees en 31% doet dat één of twee keer in de week. Een ouder dingetje dat rondhangt op het internet laat zien dat er per gezin 60 kilo vlees wordt gegeten, in Nederland is (of was want de cijfers komen uit 2018) dat 65 kilo. 

Heel fundamentalistisch is ons geen vlees eten trouwens niet. Als we bij buurman Jordan en buurvrouw Dushka eten dan kauw ik vrolijk het vlees dat ze op tafel zetten weg. Ik ken niet genoeg werkwoorden om uit te leggen dat ik geen vlees eet en al helemaal niet waarom ik dat niet doe. Jordan en Dushka horen bij de groep die één tot twee maal per week vlees eten. Die hoeveelheid heeft waarschijnlijk met inkomen, of beter de beperking van dat inkomen te maken. 

Uit een ver buitenland ontvangen we zo soms een vleesvervangersondersteunigspakket. En dat is fijn want hoewel het eerder aangehaalde artikel stelt dat best flink wat Bulgaren regelmatig vlees vervangende producten eet is het voor ons nog een hele expeditie om die producten te vinden. We rijden er één keer in de zeg drie weken voor naar Targovishte. Dat is een redelijk grote stad. Eenmaal daar worden er een stuk of drie supermarkten afgewerkt. Bij de één kun je tofu kopen. De ander verkoopt een soort discus, op de verpakking staat schnitzel al zal dat misschien een drukfout zijn. Je kunt er veganistische smeerselspul voor op brood kopen en bij weer een andere supermarkt zag ik, waarschijnlijk per ongeluk vegetarische salami. Al was de prijs wel zo dat je er eigenlijk een lening voor af moest sluiten. 

Om dit stukje leuk af te ronden moet ik nu misschien iets zeggen over dat er gekookt moet worden. Maar dat zou onzin zijn. Het is te vroeg, buiten schijnt de zon en de poezen lopen nieuwsgierig door de pas gebosmaaide tuin te snuffelen. 

Dan maar niet rond.



donderdag 6 oktober 2022

Het ding op de heuvel

Op de heuvel staat een ding. Of eigenlijk staat er op het heuveltje bovenop de heuvel een ding. De heuvel zie je al als je zo'n 50 kilometer naar het zuiden van de snelweg afdraait om naar Palamartsa te rijden. Na zo'n beetje 25 kilometer zie je dat er op de heuvel nog een klein heuveltje staat. Pas als je op de heuvel staat zie je dat er op het heuveltje een betonnen pilaar van een meter of vijf, zes hoog staat.

Al veel langer vraag ik me af wat die betonnen pilaar toch is. En waarom hij op dat bultige heuveltje staat. Wat doet hij daar? Wie heeft hem er neer gezet, en waarom?

Het is geen zomer meer. De bomen krijgen langzaam gele bladeren, andere worden rood. In de tuin hangen alleen nog kweeperen aan de bomen. De druiven zijn geplukt. Iedereen is bezig met wijn maken. Ook de zonnebloemen en de mais zijn allemaal weg. Wat handig is om het bultige heuveltje te benaderen want dat staat midden in een maisveld.

De heuvel, die tussen de dorpen Palamartsa en Kovachevets ligt heeft een naam, "Kalakotch". Het zal ongetwijfeld iets betekenen. Je loopt er (stevig doorlopen) in wat meer dan een uur naar toe. De heenweg gaat over iets dat ooit een asfaltweggetje was. Nu zijn het vrij ruime gaten met nog wat asfalt eromheen. Heel soms kom je een vrachtwagen met gekapte boomstammen tegen. Of een auto met een wegkijkende meneer, die in het geheimzinnige gebouw met erg veel (schotel)antennes werkt. Om het gebouw, aan het begin van het bos staat een vervaarlijk hek.

Eenmaal boven steek je een veld over en langzaam verschijnt dan het bultige heuveltje. Wat verder gekomen bleek dat misschien overal de mais verdwenen was, maar nog niet boven op de heuvel. 

Omdat er toch helemaal niemand was liep ik, moeizaam door het maisveld naar het heuveltje. Het was stil, de mais ruiste en ik vroeg me even af waar "Children of the corn" van Stephen King toch ook alweer over ging. 

Het heuveltje was dichtbegroeid, en steil. Bovenop het heuveltje stond inderdaad een betonnen, dunne, hoge pilaar. Het uitzicht was wijds. En dat was het wel. Nergens, op wat lelijke graffiti na stond iets. Er waren geen aanwijzingen, er was geen verklaring. Ik liep een beetje rond, en ging maar weer weg. 

Er was natuurlijk weer mais, een soms vaag pad en een stuk over beton omdat er daaronder een grote gaspijplijn loopt. Langs herfstig wordende bomen en struiken liep ik terug naar huis. 

De "Kalakotch" heuvel is 448 meter hoog. Het bultige heuveltje op de grote heuvel is, volgens de jongen die uitleg gaf in het museum in Popovo een Romeinse grafheuvel. De betonnen pilaar zou op het bultje staan omdat op die plaats Tsaar Boris III in 1937 naar militaire manoeuvres heeft staan kijken. Tsaar Boris overleed in 1943 toen hij terugvloog uit Berlijn. Bulgarije koos in de tweede, net als in de eerste wereldoorlog de kant van Duitsland. Die keuzes hadden niets met ideologie maar wel alles met geschiedenis te maken. Bulgarije wilde stukken land terug die men eerder in de Balkanoorlogen verloren had. En ze gokten dat ze die stukken eerder van Duitsland zou krijgen. Noord Macedonië hoort bij die stukken land. Bulgarije blokkeert nu nog steeds de toetreding van Noord Macedonië tot de EU. 

Van het één komt het ander. Niets gaat hier ooit echt voorbij.





donderdag 29 september 2022

Huis te koop


Het was misschien een mooi begin van dit stukje geweest als ik iets had zitten neuriën als "our house is a very,very,very fine house. With 4, or 6 or even more cats in the yard". Maar ik neurie zelden. Dus riep ik alleen maar "Hoeveel?" toen Annet de prijs voorlas van een huis dat te koop stond in het dorp. 

In Bulgarije zijn 5257 steden, dorpen en nederzettingen. Er zijn 529 dorpen met minder dan 10 inwoners en in 167 van die 529 dorpen woont helemaal niemand meer. 

Er staan dus een hele hoop huizen leeg. 

Ook in Palamartsa staat nogal wat leeg. Een deel daarvan staat te koop. Van sommige andere leegstaande huizen wordt de tuin nog gebruikt door familie. Weer andere huizen zouden misschien best te koop willen staan maar dan ligt er één familielid dwars, of is onvindbaar. Dan blijft zo'n huis leeg staan en wanneer niemand de belastingen betaalt vervalt het na 5 jaar aan de staat. En de staat doet er verder ook niets mee.

In Bulgarije is er, zover ik weet niet zoiets als Funda. Wanneer je een huis zoekt doe je dat via de winkel, of de rammelende website van een makelaar. Een apart detail is dat een makelaar een huis dat bij een concurrent in de verkoop staat ook gewoon kan proberen te verkopen via zijn winkel of website.

Maar goed, € 65.000,- moest het huis opbrengen dat Annet voorbij zag komen. Zo'n bedrag, dat hadden we hier nog nooit gezien of gehoord. Ik doe even een foto van het huis.

Websites van makelaars zijn fantastisch om een zeldzame regenachtige ochtend mee door te komen. Bij de, vaak overvloedige hoeveelheid foto's zitten er altijd wel een paar waarvan het volstrekt onduidelijk is wat er op staat. Foto's van half instortende schuren, of de verspinnenwebte hoeken van zo'n schuur zijn ook populair. Onduidelijk is ook bijna altijd waar het huis precies staat. 

De teksten op de websites zijn soms wat, optimistisch. Zo staat er bij een huis in Lyuben (groot huis, €7.500,-) dat er asfaltwegen zijn die het dorp met de buitenwereld verbinden. We reden er toevallig laatst en vonden, na het controleren of de vullingen in mijn tanden er niet uit waren getrild  toen serieus dat een 4wheeldrive, een heel stevige toch wel erg verstandig zou zijn.

Er worden hier best wat huizen verkocht. Het meest aan buitenlanders. Die gaan dan driftig aan het timmeren en doen ingewikkelde dingen met cement. Soms komt het huis af maar sommigen stoppen er na een jaar of wat ook weer mee. Vaak liep ik langs een huis waarin door Engelsen druk werd geklust. Nu staat het te koop. Voor € 22.000,- 

Soms, als er op de radio iets over huizenprijzen in Nederland voorbij komt glimlachen we wat. Voor de prijs van een fors huis in Nederland koop je hier waarschijnlijk een heel dorp. En hier krijg je ook nog eens vrijwel altijd een leuke poes bij je gekochte huis (kijk maar op de foto aan het begin van dit stukje). 

Is dit een aanprijzing om een huis te kopen in Bulgarije? Misschien. Het leven is hier een stuk eenvoudiger en stiller dan in Nederland. Al moet je daar wel tegen kunnen natuurlijk. En ik wil benadrukken dat er naast Palamartsa nog 5256 andere steden, dorpen of nederzettingen in Bulgarije zijn.






maandag 19 september 2022

Verschillen

Het lag er opeens. Zo'n twee weken terug. Vlak naast het huis van Stefka, de mevrouw van het winkeltje die aan de overkant van het veld voor onze poort woont. Een hoop eerder gebruikt asfalt. 

Leven in Bulgarije begint te wennen. Er is geen knappe pot pindakaas te koop. De kaas is smakeloos en de wegen belabberd. Maar andere dingen beginnen te wennen. Dus schrijf ik ze nu maar op. Voor ze echt gewoon zijn geworden.

Één maal per maand wordt er hard op de poort gebonsd. Er staat dan een vrij enorme meneer. Zijn komst wordt aangekondigd in de Facebookgroep die het dorp heeft. De enorme meneer loopt mee het huis in, wurmt zich met moeite onder een bureau en neemt dan de waterstand op. Wat dagen later verschijnt er een onduidelijk bericht in mijn mailbox. Dat is het signaal om naar de mevrouw van de post te gaan, ons waternummer te noemen en te horen wat we moeten betalen. Elke maand. De elektriciteitsmeter hangt op straat (lang terug hing die in de huizen maar er werd teveel mee gerotzooid) en wordt op afstand elke maand afgelezen. Die, alweer maandelijkse rekening kan ik via de website van onze Bulgaarse bank betalen. Al is die website zo geheimzinnig dat ik na afloop altijd een kwartiertje bij moet komen. 

Gescheiden afval bestaat niet in onze gemeente. Er is één container in onze buurt en daar gooit iedereen zijn vuilnis in. In het ophaalschema hebben we nog geen enkele logica kunnen ontdekken, hoogstens dat de container altijd al overvol is voor de vuilniswagen komt. Grof vuil kennen ze hier niet. Nou ja, er is grof vuil zat maar er is geen plek waar je het kwijt kunt. Tuinafval, maar helaas ook plastic en andere zooi wordt vaak in de tuin verbrandt. En een oude, kapotte koelkast kan best achter het schuurtje staan. Of als onderdeel van een kippenhok dienen.

Bulgarije heeft nog niet echt een interneteconomie. Je kunt, als je volhardt best dingen kopen via het internet (en dat is heel handig want karton, wol je kunt het hier nergens kopen) al moet je je dan wel door schimmige websites met onverklaarbare invulvelden heen werken. Heel vaak wordt je, nadat je iets besteld hebt gebeld door de leverancier. Om te checken of je het echt wel besteld hebt. Je bestelling wordt vrijwel nooit aan huis afgeleverd. Je kunt het ophalen bij het kantoor van een vervoersdienst. Dat was even wennen maar het is eigenlijk erg handig. Niks niet meer thuis wachten op iemand die altijd te laat is. In het kantoor van vervoerder Ekont is zelfs een hokje om gekochte kleding te passen. Heel soms wordt een pakje thuis afgeleverd. Vrijwel nooit kan de bestuurder ons adres dan vinden. Gelukkig weet de burgemeester waar we wonen, hij rijdt dan even als gids mee.

In Den Helder struikelde je over de opticiens. Je liep er naar binnen en elke aanwezige stagiaire mat je ogen op. Klaar. Hier zijn wel opticiens maar het laten opmeten van je ogen is nog een heel ding. Nu ik de poezen steeds meer als vage vlekken ergens in de tuin zie zitten leek het me handig mijn ogen eens te laten controleren. Maar er was bij de brillenwinkel nooit iemand aanwezig die dat kon, "Doctor comes thursday. Or friday. Or saturday". Onlangs lukte het om tegelijk met de "doctor" in de winkel te zijn. De "doctor" zag er gelukkig uit alsof hij zo van het strand kwam. Het was een gematigd vrolijke man die bij elke wisseling van de glaasjes in de prachtig ouderwetse proefopstelling op mijn neus "ok" zei. Na heel veel ok's moest ik met het resultaat 5 minuten door de winkel lopen om te zien of ik niet omviel dan wel plotselinge gigantische hoofdpijn zou krijgen. Toen dat niet zo was en ik ook niet viel werden de glazen besteld. Ze bellen als ze er zijn. 

De hoop eerder gebruikt asfalt uit het begin van dit stukje komt uit Popovo, de stad in de buurt. Daar worden straten opnieuw geasfalteerd. Het dorp kreeg het afschraapsel. De hoop lag eerder levensgevaarlijk precies in het midden van de afslag naar het dorpsplein. Het asfalt wordt in gaten in de weg gegooid. En dat is het. De auto's die er overheen rijden duwen het dan aan. De hoop is niet hoog genoeg om alle aanwezige gaten te dichten. En de regen en de vorst duwen het tweedehands asfalt ook weer uit de gaten. Maar het is iets. Denk ik.



 

woensdag 7 september 2022

Het optreden

"Ik denk dat we wel heen moeten gaan hoor. Aneta vond het niet leuk dat er de vorige keer zo weinig mensen waren gekomen. Dus we gaan maar even kijken".

Op mijn telefoon staat de Songkick app. Het is een reuze handige app. Je kunt er bandjes mee selecteren, van jazz tot harde house en je kunt plaatsen aanvinken. De app stuurt je dan een berichtje als één van je geselecteerde bandjes/artiesten of weet ik wat in één van de geselecteerde plaatsen op komt treden. Toen we een paar weken in Bulgarije woonden heb ik een idioot lange rij namen aangevinkt, plus een hele berg plaatsnamen in dit land. En sinds dat moment heeft de app nooit meer een geluidje of ander signaal gegeven.

In Nederland gingen Annet en ik met grote regelmaat naar muziek kijken. Het was daar meer de vraag wat we gingen zien en wat we deze keer zouden laten zitten dan of we iets gingen kijken. We hadden favoriete stoelnummers in het Bimhuis (ja, die kende ik uit mijn hoofd) en in Paradiso stonden twee denkbeeldige kruisjes op de vloer, daar stonden we.

Maar hier, het wil maar niet lukken. Ik zou van hardrock of hoe dat precies tegenwoordig heet kunnen gaan houden, dan is er zat te doen. En we kunnen altijd nog eind november naar Andre Rieux in Sofia maar verder, nee, niks of in het Bulgaars nishto. 

Dus misschien dat het door ook dat gebrek aan levende muziek kwam dat we naar Sadina reden. Daar zou het koor(tje) van de pensonerski's klup optreden op een festival met nog heel erg veel meer andere zanggroepen.

Sadina, daar woonden volgens de overleveringen een aantal Belgen. En ik heb wel eens gehoord dat die onderling ruzie zouden hebben gekregen. Maar dat is waarschijnlijk meer iets dat ik zelf verzonnen heb. Het plaatsje leek op elk ander dorp hier. Een beetje asfalt in het centrum, een standbeeld van een onbekende Bulgaarse held en wat leegstaande oud communistische architectuur.

Het festival was op een mooi, goed onderhouden plein. Er stond net een koor te zingen toen we aankwamen. Het waren voornamelijk oudere zangers. En de bezoekers waren ook best op leeftijd. Het koor van de pensionerski's club uit Palamartsa bestond uit een vrouw of vier en een man of twee. En er was een mevrouw met een strijkinstrument dat waarschijnlijk mooi klinkt als je herder bent en verder alleen schapen ziet. Het koor zong een liedje of drie. Daarna deden de mannen (waaronder aardige buurman Dancho) er nog twee en toen was er een toegift van één mevrouw terwijl de rest een leuk dansje deed. En toen was het af. 

Er kwam onmiddellijk een nieuw koor op en toen we naar de auto liepen stopte er een busje waar alweer een koor uitrolde. Zingen, klederdracht, folkloristische dansen, het is hier populair. Misschien zegt dat iets over het land maar wat precies, daar ben ik nog niet uit.

We zagen geen Belgen, Sadina is geen bijzonder plaatsje en ik geloof niet dat ik echt een fan ga worden van Bulgaarse volksmuziek. Maar toch, we zijn weer een millimeter verder geïntegreerd. En het is altijd nog leuker dan Andre Rieux.

Annet filmde de toegift. Voor later. En nu.

donderdag 25 augustus 2022

Loopje

Het graan is al een tijdje van de velden en de heuvels verdwenen. De randen van een enorm veld met zonnebloemen zijn al gemaaid. Alleen de gortdroge mais is nog overal onaangeraakt. 

Aan de linkerkant van het dorp staat een grote schuur met schapen. Wanneer je zonder mogelijke last van honden aan die kant het dorp uit wilt moet je voor 9nen langs die schuur zijn. Ruim voor 9 uur was ik bijna bij de schuur. 

Er stonden twee manen met wat geiten op straat te wachten. Water Mustafa was één van de mannen. Water Mustafa nam vroeger de meterstanden van het water op. Dat doet hij nu niet meer maar hij blijft Water Mustafa heten. Er is ook een Timmerman Mustafa, voor je je afvraagt waarom iemand Water Mustafa genoemd wordt. De herder had schijnbaar besloten vandaag vroeger weg te gaan want ruim voor 9nen liepen er plots allemaal schapen op straat. En een vervaarlijk ogende Kangal. Water Mustafa en de andere man gaven hun geiten mee aan de herder en de hond blafte een paar maal lui naar me maar liet me verder, het duidelijke aandringen van de herder hielp hierbij, met rust. 

Na de schuur gaat er een oude romeinse weg naar links. Hij kruipt amechtig een heuvel op, buigt daarna af naar rechts en strompelt rustig met wat bochten naar beneden, in de richting van de weg naar Byala. 

Ergens links is een omheinde boomgaard. Ik heb er nog nooit iemand in aan het werk gezien. Er hingen pruimen in de bomen, forse blauwe pruimen. Raar want bij ons, en de beide buurmannen is er dit jaar door de vorst in maart geen enkele pruim aan de boom gekomen. 

Er was een onbekend pad nauwelijks zichtbaar tussen een hoop struiken. Het pad was nieuw, vers gehakt zeg maar. Het begon zomaar en, zoals altijd hier stopte het ook midden in het niets zomaar weer. Waarom ligt het er? Waar gaat het heen? Komt iemand het ooit afmaken? 

Om me heen hing een wolkje vliegen. Van die kleine. Overal gaan ze zitten. Soms, als het even waait zijn ze weg en net als je opgelucht wilt ademhalen doe je dat toch maar niet want dan adem je een achteropgeraakt vliegje in. 

Het is nog steeds erg zomer. Een bericht van de administratieve mevrouw van de gemeente stelde dat rantsoenering van het water in de middag noodzakelijk is omdat het niet duidelijk is of er nog wel voldoende water in het bassin aanwezig is. 

Soms droom ik van sneeuw. Maar je zult zien, daar ga ik nog spijt van krijgen.  




maandag 15 augustus 2022

In de bus met de pensionerski's klup


En precies om zeven uur in de ochtend vertrok de bus. In de bus zaten vier Engelsen, zo'n vijfentwintig Bulgaren (waarvan bijna negentig procent zeer duidelijk ouder dan vijfenzestig) en twee slaperige Nederlanders.

Toen de pensionerski's klup waar wij lid van zijn (ook niet gepensioneerde buitenlanders kunnen lid worden) een excursie naar Elena aankondigde reageerden wij met gênante haast, alsof we kaartjes konden kopen voor Bob Dylan in de kleine zaal van Paradiso. Wat het programma was, of zelfs maar wat er bijzonder was aan Elena bleef onbekend. Maar wij gingen mee.

De bus (zo'n echte) bleek te vertrekken om zeven uur in de ochtend. Omdat ik erg lang doe over wakker worden (ik drink veel koffie en kijk zonder echt iets te zien de tuin in) en de poezen ook een autistisch wekritme hebben stonden we op om vijf uur. Het was wel fijn koel, dat wel. 

In de bus bleek dat we niet meteen naar Elena gingen. We zouden eerst een klooster bezoeken. En iets anders, en nog iets anders en dan kwam Elena. Zet mij in een bus en ik vind alles best. Dus ik vond alles best.

Het klooster, één van de meer dan 210 in Bulgarije was weggestopt in een redelijk enorm bos en stond daar al sinds 1270. Groot was het niet maar omdat alle Bulgaren ook allemaal veel kaarsjes wilden opsteken duurde het nog best even voor we klaar waren. Mooi gebouw, en er waren veel vriendelijke poezen. 

Het eerste andere iets bleek een waterval(letje) te zijn op loopafstand van het klooster. Bij het afdalen en later bij het weer omhoog gaan gleed er gelukkig niemand uit. 

Het tweede andere iets, ja, dat was wel echts anders. Het Bulgaarse Stonehenge noemen mensen het. Op een redelijk ruime, licht bollende kale heuvel staan in een cirkel een aantal forse stenen. En nee, die zijn niet zo oud als die in Stonehenge. Sterker nog, ze staan er pas een jaar of tien. In de stenen zijn teksten uitgebeiteld van Bulgaren die belangrijk waren tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in de negentiende eeuw. Veel enormer dan de stenen is het beeld van Valchan Voyvoda. Na heel lang zoeken vond ik de man later, thuis terug op het internet. Voyvoda was van eenvoudige komaf. Werd bandiet, maar wel een nobele want het geld dat hij stal gebruikte hij om strijd te leveren met de Turken (Bulgarije was toen onderdeel van het Ottomaanse/Turkse rijk). Hij kreeg Rusland bijna zover om het Ottomaanse rijk binnen te vallen maar, soms zit het mee maar vaker zit het tegen, toen viel net Napoleon Rusland binnen. 

Het Bulgaarse Stonehenge is door een rijke Bulgaarse patriot (zo noemde mede busgenoten hem) neergezet en was, apart. Apart en erg warm.

Toen we eindelijk in Elena aankwamen bleek dit een erg keurig stadje te zijn waar je allerlei huismuseums kan bekijken. Die heb je veel hier, huismusea. Er was er één van een schrijver, een paleontologisch museum, één van (alweer) een revolutionair uit de negentiende eeuw en de eerste school voor voortgezet onderwijs, uit de negentiende eeuw in Bulgarije kon je ook bekijken. En ze waren allemaal dicht. Dat kon de Bulgaren uit de bus in het geheel niets schelen. Zij stroomden de bus uit en liepen onmiddellijk naar een restaurant. Twee uur later zaten zij er nog. 

Toen we terugreden begon Dancho, met wie we in Elena in steenkolen Bulgaars hadden gepraat over poezen en zijn tijd als dienstplichtige soldaat, te zingen. Het oudere deel van de bus zong mee. Ook oude Bulgaarse liedjes blijken allemaal op elkaar te lijken.

Tegen zes uur waren we weer thuis en daar maakten de poezen duidelijk dat ze excursies best vinden maar voortaan graag wel wat beter gevormd rond hun etenstijden.

 




woensdag 10 augustus 2022

Poezenupdate

"Is er nog iemand?". "Nee hoor, ze zijn allemaal alweer verdwenen". "Ondankbaar, dat zijn ze. Een beetje kwaliteitsbrokjes komen eten en dan weggaan zonder zelfs maar te groeten". 

Het is nog steeds ernstig zomer. En ook de poezen zijn daardoor anders.

Het is warm, en dat vinden de poezen maar niks. En Petar, de deeltijdbuurman uit Popovo is er. Nu zijn "onze" poezen natuurlijk bovenmatig verknocht aan Annet en mij maar wij eten geen vlees en Petar wel. En verknochtheid is leuk maar vlees is beter. Vooral 's avonds na achten. 

De dagen beginnen voor de poezen nog wel met groot optimisme. Gijs holt naar buiten om te controleren of er iets veranderd is in de tuin en de rest druppelt langzaam langs om te eten. 

En als het tegen 10nen zo rond de 28 graden is verdwijnen ze. Om de rest van de dag uitgeblust slapend door te brengen. Gijs onder een bankje of een kruiwagen, anderen onder de steeds groter groeiende vijg. Of ze verdwijnen helemaal uit beeld.

En dat is het dan wel. 

Tegen een uur of 6 duiken ze dan weer op en zijn we weer de allerallerleukste mensen die ze ooit gezien hebben. "En natuurlijk heeft dat niets met kattenbrokjes te maken, zo opportunistisch zijn we niet. Welnee". 

Tegen 8 uur 's avonds gaat Petar aan de slag met het voorbereiden van de dagelijkse barbeque. Oren worden gespitst, poezenblikken dwalen zijn kant op. En als de vleeslucht ruikbaar wordt verdwijnen ze, één voor één zijn kant op. Waarna wij weer kunnen gaan zitten wachten tot ze daar klaar zijn. Want als we zomaar naar binnen gaan zonder op hen te wachten gaan ze voor de deur zitten klieren. Zo zijn ze natuurlijk ook wel weer. 

Als het herfst wordt zal het wel weer anders zin. Petar gaat weer terug naar Popovo en de temperatuur zal weer dalen. Vooral dat laatste, vooral dat laatste.


donderdag 4 augustus 2022

Wonderplek

De man klom op het stenen uitsteeksel aan de zijkant van het gebouw. Klein en rond was hij. Hij ging op zijn rug op de steen liggen en terwijl hij dat deed legde hij iets uit aan de vrouw. Zij maakte geen aanstalten om op de steen te klimmen. Wat maar goed was ook want ze had er niet meer bij gekund. Plots keerde de vrouw zich om en keek mijn richting op. Ik knipperde het eerst met mijn ogen en liep verder de trap naar boven op.

Na een week of wat met temperaturen rond de 40 graden voelde 30 graden als best koel. We konden wel weer eens naar buiten, iets bekijken of zo.

We reden naar Svestari. Vorig jaar waren we erg onder de indruk van de Thracische tombes daar. En er zou meer te zien zijn. 

We stopten, op een erg smal weggetje bij een afgebladderd bord. Ik herkende het bord van een foto op het internet. "We zijn er. Hier ligt Helis". Helis is, of beter was een stad uit de 4e eeuw voor Christus. En het was een grote stad, 90.000 vierkante meter. Nu vind ik oud steen al gauw leuk, en je hoeft echt niet bedolven te worden door duidelijkheid maar Helis was nogal erg weinig. Eigenlijk was dat wat we zagen, konden zien, niet meer dan een muurtje met daarachter voornamelijk onkruid. Veel, en hoog onkruid. We sjokten wat rond en verplaatsten een steen en toen nog één. Gewoon omdat niemand dat ooit zou merken. 

Iets verder op het smalle weggetje konden we naar rechts, naar Demir Baba Teke. Er stond zelfs een wegzakkend bord. De auto, die je bijna moedeloos kon horen zuchten ploegde over een weggetje vol gaten. Of eigenlijk waren het gewoon gaten met wat sporen van asfalt er omheen. 

Demir Baba is/was een Alevitische heilige uit de 16e eeuw. Één van de wonderen die hij verricht zou hebben was in een periode van grote droogte. Hij klopte op een steen op de plek waar nu het mausoleum staat en er begon water uit de rots te stromen. Dat water stroomt nog steeds en zou een geneeskrachtige werking hebben.

Over een lange, lange trap daalden we af naar het mausoleum. Aan de bomen waren lappen gebonden, soms hing er een kledingstuk. Na een tijdje was daar de tekke. In beschrijvingen van Bulgaarse "attracties" wordt nogal eens gesproken over een bijzondere, mysterieuze of iets dat ik al gauw rubriceer onder "zweef gewauwel". Maar ik moet toegeven dat er een wonderlijke, kalm vredige sfeer rond het mausoleum hing. In ieder geval is het een prachtige plek en mooi gebouw. Het is niet groot, niet verblindend maar wel indrukwekkend. Op de sarcofaag liggen allerlei kledingstukken van mensen die Demir Baba om iets kwamen vragen. Of die vragen beantwoord zijn weet ik niet, maar heel even zou me dat niet verbaasd hebben.

Eenmaal weer thuis vond ik een website die uitlegde dat wie op het stenen uitsteeksel naast het mausoleum gaat liggen en dan zonder zijn handen te gebruiken op kan staan gezond is, of weer gezond wordt. 

Of de kleine, ronde man zonder zijn handen te gebruiken omhoog is gekomen, dat weet ik dus niet. Maar ik ga het nog wel een keer proberen. Hoewel ik natuurlijk niet geloof in dat soort zweefpraat. Niet als ik daar niet ben tenminste. 

dinsdag 26 juli 2022

Water/geen water


"Oh! Wacht! Nee, echt, nee, het wordt nog erger. Luister".

Sinds de zomer hier zonder enige terughoudendheid is losgebarsten komt het water nog maar delen van de dag uit de kraan. Zo ergens in de loop van de ochtend, rond 10 uur of zo, wordt de straal een dunnig, sloom slap straaltje. In de avond keert de normale straal dan weer terug. Nu kun je daar goed mee leven maar omdat je op dagen waarin de 40 graden gehaald wordt weinig tot niets buiten kunt doen begon ik me af te vragen waarom er weinig water uit de kraan komt. En hoe is drinkwater eigenlijk geregeld in Bulgarije? Wie doet wat waar zeg maar.

Ja, dat klinkt saai misschien. Maar dit is Bulgarije, zelfs ogenschijnlijk saaie dingen blijken  hier vaak spannend of in ieder geval afwijkend dan wel reuze ingewikkeld te zijn.

Na een tijdje klikken op het internet kwam ik "The Bulgarian water crisis and privatization" van Logan Calichman tegen. En al vlug zei ik "Oh! Wacht! Nee, echt, nee, het wordt nog erger. Luister!"

Een paar "hoogtepunten".

De dammen van de bassins die elke stad of dorp heeft zijn in slechte staat. Ze zijn gebouwd in de communistische jaren 60 en 70 en daarna is er niet meer echt naar omgekeken. De Wereldbank stak 130 miljoen dollar in het verbeteren van een een aantal dammen en bassins. Toen het geld op was kon er geen enkele verbetering worden waargenomen. 
Zo'n 60% van het water dat door de waterleidingen stroomt gaat verloren. Pijpen breken, water lekt weg. In Duitsland lekt 7% weg.
De oude pijpen zijn of van staal en roesten of ze zijn van fiber cement. In fiber cement zit asbest. Asbest! Dit soort pijpen zijn in andere landen vaak verboden.
Er zijn 3 verschillende ministeries die zich elk met een deel van het wateraanbod bezig houden. En nog een speciale commissie. 
De 64 (!) bestaande waterbedrijven zijn het eigendom van de staat en de deelnemende gemeentes. Die samenwerking is zo ingewikkeld ingericht dat niemand precies weet wie wat doet en wie waar voor verantwoordelijk is.
Wanneer in Bulgarije na verkiezingen een nieuwe/andere partij de macht heeft gekregen betekent dit vaak dat managers van publieke voorzieningen als waterbedrijven vervangen worden door aanhangers van de nieuwe burgemeester of regering. Kennis is hierbij niet altijd een vereiste voor het krijgen van de nieuwe baan.
Dit is misschien een verklaring voor het hoge aantal medewerkers van de waterbedrijven. In Bulgarije werken er 7,7 mensen per 1000 aansluitingen bij het waterbedrijf. In Duitsland zijn dit er 2,5 en in Roemenië 1,9.

Een voorbeeld van de waanzin in dit land is de watercrisis in Pernik, een stad bij Sofia. In 2019 werd de minister voor milieu Neno Dimov (een verklaard niet gelover van klimaatverandering) gearresteerd. Het hele bassin bij Pernik was leeg, en kapot. Al jaren kregen de inwoners maar een paar uur per dag water. En dat terwijl het water uit het bassin met goedkeuring van Dimov meer dan overvloedig bleef stromen naar een belangrijke fabriek. Dimov wacht nog op zijn proces.

Na al die dingen bedacht ik me dat ik nu nog steeds niet wist wat nu precies de problemen in Palamartsa zijn. Zoals wel vaker was ik ergens de draad weer eens kwijtgeraakt. 

Maar, er is de aanhoudende droogte en de winters van de laatste jaren brachten ook al weinig sneeuw. De heuvels zitten, anders dan vroeger niet meer vol water. Dus misschien is het dat. Of misschien weer iets anders. Of het is alles tegelijk. Dat zou ook heel goed kunnen