vrijdag 29 december 2023

Ollie is er niet meer

Vlak naast onze tuin is een verwilderde tuin, of eigenlijk zijn het er twee. Ze horen bij twee bouwvallen. In die tuinen zat Ollie vaak. Soms, als ik terugkwam van een stukje lopen riep ik wel eens "Ollie, Ollie" en na een tijdje kwam hij dan aangehold. Vaak deed hij dan een wat pieperig miauwtje. Ollie had een kleine miauw. Hij was dan helemaal blij en liep, zich half om mijn been strengelend mee naar huis. 

Ollie was de meest avontuurlijke van onze poezen. Hij kwam het verst. Te ver.

Ollie was het kind van Lenie en Steve (die eigenlijk Tigger heet) en werd zo'n beetje geboren toen wij hier kwamen wonen. Hij woonde eerst onder wat ijzeren platen die tegen het buitentoilet van onze deeltijdbuurman Petar stonden. Maar al vlug frommelde hij zich onder een hek door en was grote delen van de dag bij ons. Niet dat hij echt bij ons was, in de buurt komen mochten we eerst niet. Hoe aandoenlijk klein hij ook was, hij blies naar ons. Ollie was alleen van zijn moeder. De hele dag sjouwde hij achter haar aan, steeds op zoek naar haar staart om daar dan mee te spelen. Langzaam wende hij aan ons. En dat was maar goed ook want Lenie liet hem van de ene op de andere dag bruut in de steek. 

De eerste winter sliep Ollie eerst in een soort iglo op de veranda. Maar toen het echt koud werd kwam hij op, en later in bed terecht. Och, zo'n klein poesje, helemaal onder de dekens. 

Ollie was onze enige normale poes. De rest heeft allemaal afwijkingen, van autisme tot verlatingsangst. Maar Ollie was een echte, normale poes. Gek op eten, gek op kleine stukjes kaas, liefst Nederlandse kaas. Gek ook op de dieetbrokjes die Gijs krijgt. Dan liep hij weer eens quasi nonchalant naar binnen "Nee, ik ga gewoon even een beetje water drinken hoor", en dan vlug de peperdure brokjes van Gijs wegwerken.


Ollie was vaak buiten, vaak 's nachts ook. Als ik dan 's ochtends de slaapkamerdeur opendeed stond hij daar al. Helemaal enthousiast liep hij dan heel erg in de weg de trap af. En ondertussen maar kopjes geven. Nadat hij gegeten had ging hij dan slapen. Op een goeie stoel, met daarop een wollig kleedje. Uren slapen deed hij dan. Als je hem aaide begon hij luid te spinnen. Van opbeuren, knuffelen of schootzitten hield hij niet. Ollie was een stoere poes. Hij speelde ook nooit lang met een touwtje, te kinderachtig. Ollie tikte gewoon met speels gemak een vlinder uit de lucht. Ollie kon ook prachtig soepel hollen en met speels gemak een boom inlopen.

Ollie was de enige poes die het met alle andere poezen goed kon vinden. Zelfs met Gijs. Als Ollie Gijs tegenkwam draaide hij soms zijn staart om de staart van Gijs heen. En daarna vochten ze een beetje speels. Hij holde met Wim door de tuin en samen verkenden ze de tuinen naast die van ons. Maar waar Wim dan weer terugging, ging Ollie juist verder. Te ver.

Misschien zijn er wel mensen die denken dat ik, dat we, onze poezen teveel vermenselijken.

"Maar liever dat nog, dan het bord voor zijn kop van de zakenman, want daar wordt hij alleen maar slechter van".

Gisteren zag Annet Ollie om een uur of tien in de ochtend. Daarna kwam hij niet om te slapen, en ook niet om te eten. Nu was hij vaak langere tijd weg maar het is 's nachts best koud.

Annet vond Ollie vanmorgen, bij het elektriciteitshuisje aan de rand van het dorp. Doodgebeten door een hond, een vos, een jakhals, iets.

Ollie had een prachtig mooi poezenleven. Maar het duurde veel te kort.

 

donderdag 21 december 2023

We gingen naar een begrafenis


Nadat we over het modderige pad naar het pas gegraven graf waren gelopen herkende ik één van de grafdelvers. Ik knikte naar de man die ik vaak als herder tegenkom aan de oostkant van het dorp. Nu, als grafdelver gaf hij iets van een onderhandse zwaai terug. Het wachten was nu op de priester. 

Het was afgelopen dinsdag een mooie dag om wat over de heuvel Kalakotch te lopen. De lucht was prachtig blauw, het voorzichtig opkomende graan felgroen en er was ruimte tussen de overdreven aanwezige prikstruiken. Het was volmaakt doelloos rondlopen, alleen maar om te kijken of het kon. En ik kwam ook nog, tussen bomen verstopt, een voor mij nieuwe bron tegen, en er kwam nog water uit ook. Helemaal vrolijk daalde ik de heuvel over een modderig pad af.  

Annet vertelde over de telefoon dat de moeder van Duschka, onze buurvrouw was overleden. Op maandag. Begraven gaat hier erg snel. De begrafenis zou al om half twaalf beginnen. Doordat het een paar weken terug vreselijk sneeuwde, en daarna veel regende zijn alle tractorweggetjes veranderd in een soort modderbaden. Vloekend en tierend schopte ik om de vijf stappen de opgehoopte modder onder mijn schoenen vandaan. Tegen twaalf uur was ik pas thuis. Gelukkig nemen Bulgaren een afgesproken tijd, zelfs die van een begrafenis nauwelijks serieus. 

De moeder van Duschka, Kina heette ze, lag in een open kist. Buiten. Er omheen zaten wat oudere vrouwen uit de buurt. Mensen die kwamen legden drie bloemen in de kist. Iedereen kreeg een plastic zakje. Wat er in zat kon je niet zien. Toen het opeens wel tijd was werd de kist, nog steeds zonder deksel in een witte bestelbus geschoven. 

Annet en ik kenden Kina nauwelijks. Ze was 91 en toen haar man tien jaar terug overleed kwamen Jordan en Duschka voor haar zorgen. Ze had een eigen kamer en als zo ons zag keek ze vaak met een licht verbaasde blik naar ons. Dan vertelde Duschka dat we de buren waren. Je kon zien dat ze dat vrijwel onmiddellijk weer vergat.

De begraafplaats van Palamartsa ligt aan de rand van het dorp, aan de "weg" naar Gagovo. Toen we er aankwamen stond Gosho, de burgemeester al te wachten. Ik voegde in gedachte "begrafenissen bijwonen" toe aan de al flinke rij van zijn werkzaamheden. 


Toen de priester, die met de auto was en niet op zijn gebruikelijke Harley Davidson, er eindelijk was begon de uitvaart. De kist was nog steeds open. De priester vroeg en kreeg een vel met de namen van de moeder van de buurvrouw en wat andere gegevens en legde die in de kist. Zo wist hij voor wie hij daar eigenlijk was. Er waren gebeden, veel "voor nu en altijd" en daarna vertelde hij iets. Ik hoorde vaak de woorden benzine, Amerika en Argentinië voorbij komen. Het leek me niet dat dat iets met de moeder van Duschka te maken had maar ik kan daar geheel naast zitten. Toen de priester klaar was haalde hij het vel papier uit de kist. De twee grafdelvers legden een doek over het lichaam waarna de kist, nog steeds zonder deksel in het graf geschoven werd. Gelukkig hielp Gosho mee want anders had het nog een redelijk absurdistische scene kunnen worden. Pas in het graf werd de deksel op de kist gedaan. Buurman Jordan gaf de priester een plastic flesje. De inhoud werd over de kist gegoten. Het was wijn, dat kon je ruiken. Ongetwijfeld was het wijn die Jordan zelf gemaakt had. Er werden planken over de kist gelegd. De klei is hier zo dik en zwaar dat de kist zonder die planken er overheen meteen zou breken.


Toen we thuis waren maakten we de plastic zakjes open. Er zat een tafelkleedje in, en wat eten. Het is hier (dat heeft Annet opgezocht) gebruikelijk dat mensen die naar een begrafenis komen wat eten meekrijgen zodat je dat na de begrafenis iets op kunt eten en aan de overledene kunt denken.

Wat later aten we, een beetje tot onze eigen verbazing met Jordan, Duschka, hun dochter Kamilla, haar man Dimitr en hun kind Kalina in een restaurant in Popovo. Haast ongemerkt zijn we er hier schijnbaar een beetje bij gaan horen. Er werd gelachen om het gebit van Jordan dat te los zat om wat te zeggen en om het feit dat hij in Macedonië is geboren (dat kan ik uitleggen maar daar zijn drie blogjes voor nodig). Dimitr, die bij de luchtmacht zit vertelde hoe het was om drie jaar lang in Thessaloniki te zitten. Kalina oefende haar Engels op ons. Kamilla en Annet hadden het over oogproblemen.

Toen we terug gingen naar de auto liep Jordan wat krom, hij hield zijn hand onder op zijn rug. Hij vroeg aan welke kant mijn rugpijn eigenlijk zat. "Rechts". Bij hem zat het ook aan de rechterkant. En hoe het nu precies kwam weet ik niet maar we moesten daar alle twee  om lachen. De lucht was nog steeds helblauw. En Jordan zei dat dit het leven was. 

 




vrijdag 15 december 2023

Henk is binnen.


Nu het buiten al een tijdje koud is, niet echt heel koud, meer Nederlands grauwkoud, zijn de taken van Annet en mij uitgebreid. Niet alleen vullen we om de zoveel minuten weer eens het etensbakje van een poes of maken we plek zodat er een poes op schoot kan schuiven, we doen nu ook de godganselijke dag de deur open voor een poes die naar buiten dan wel binnen wil. Om elkaar een beetje op de hoogte te houden van wie waar is gaat dat deur open doen soms onder begeleiding van kreten als "Gijs is buiten" of "Ollie is binnen". Met steeds grotere regelmaat klinkt er nu ook "Henk is binnen".

Henk kwam februari van dit jaar voor het eerst langs. Annet was is Nederland en ja, we hadden afgesproken dat we niet nog meer katten zouden adopteren. Maar Henk had een slepend achterbeen en zag er verder ook niet best uit. Hij schrokte zijn eten naar binnen en vertrok. Na een tijdje dook hij weer op. Nu had hij iets aan zijn andere achterbeen. We lieten hem opknappen en ook maar meteen castreren bij de dierenarts. Henk was ons dankbaar, en om die dankbaarheid te tonen ging hij niet meer weg. Fijn Henk.


Henk is een voorbeeldige poes. Echt heel slim is hij niet, ik gok dat er ongeveer 4 hersencellen soms contact met elkaar maken maar hij kan aanbiddelijk vriendelijk naar je kijken. Een knappe poes is het ook, al buit hij dat verder niet uit. Spelen kon Henk niet. Voor een touwtje holde hij hard weg en als je een walnoot naar hem toe rolde sprong hij steevast een kant op die alleen hij begreep. Na maanden oefenen horen we hem nu soms buiten zelf met walnoten spelen. Ze opruimen doet hij natuurlijk niet. Maar als je dat detail over het hoofd wilt zien is het eigenlijk de perfecte poes. Rustig, vriendelijk en hij staat goed in elk interieur.

Henk zelf is dus het probleem niet. Het is zijn aanwezigheid die het lastig maakt. Wim vindt hem maar raar. Af en toe geeft hij Henk, zomaar uit het niets een stevige klap op het hoofd. Henk kijkt dan wat glazig maar laat het gewoon gebeuren. Gijs heeft een bloedhekel aan Henk, maar Gijs heeft een hekel aan de meeste poezen. Waarschijnlijk komt dat omdat Gijs vroeger door iedereen geslagen werd en een tijdlang geen huis had. Dat gaat Gijs niet nog eens gebeuren. Maar, Gijs kan Henk soms zomaar aanvliegen. Al met al, Henk zijn aanwezigheid zorgt voor onrust. Vandaar dat we afspraken dat Henk buiten moest blijven. Nee, binnen, dat kan echt niet. Echt niet. 


Dat voornemen hielden we precies vol tot het buiten licht begon te vriezen. Licht, niet eens min tien of zo. Watjes als we zijn lieten we hem natuurlijk toch maar binnen. Henk stommelde ontspannen en onverstoorbaar rond. Hij ging eens op de plek van Ollie liggen, hij at eens uit het bakje van Wim en snuffelde uitgebreid aan Lenie. Alleen om Gijs liep hij met een boog heen. We gaven Henk een daarom eigen plek. "Kijk Henk, dit is jouw eigen plek!".


Maar, en wie had het anders verwacht, hij ligt liever ergens ander, en het liefst op mijn stoel. En daar ligt hij nu steeds. 


Het is allemaal niet hemelbestormend. Of reuze spannend.
Maar Henk is wel mooi binnen.   

vrijdag 8 december 2023

De buurt waar we wonen.

Ik dacht, ik maak even wat foto's van de buurt waar we wonen want toen ik laatst in Nederland was vroeg je daar nog om. Maar, voor mij is dit ook echt gewoon de buurt waar ik woon, niets bijzonders dus ik had er geen foto's van. De foto's zijn, ik weet het, nogal grijs en grauw, we zitten in een wolk en het is winterig, zelfs de poezen zijn liever binnen. Zelf vind ik dit wel een mooie tijd. Een deel van de buitenlanders is terug naar hun andere land en sommige Bulgaren die eigenlijk in de stad wonen zie je ook niet meer. Dit is het dorp zoals het eigenlijk is. 

Goed, eerst ons huis, gezien vanuit de tuin. Het is niet zo groot, maar groot genoeg voor ons en een stel poezen. De buren wisten dat het huis in 1942 is neergezet. Achter het huis, verder weg, zie je eigenlijk een heuvel maar ja, die wolk he.

Rechts van ons wonen Jordan en Duschka en de moeder van Duschka. Erg aardige mensen. Ze zijn nu 75. Een jaar of 10 geleden zijn ze vanuit Veliko Tarnovo, een grote stad, hier naar toe gekomen omdat de vader van Duschka overleed en iemand voor moeder moest zorgen. Die is nu 90 of zo. Ze hebben een grote moestuin, alles halen ze daar uit. Eind november komt er altijd een kleine tractor en die ploegt de hele tuin dan om. En volgend jaar begint alles weer van voor af aan.

Links woont Petar. Petar en zijn vrouw wonen in Popovo, een kleine stad op 10 minuten rijden. Petar is in de 70 en is hier zo'n acht maanden van het jaar. Zijn vrouw hebben we dit jaar maar één keer gezien. Die loopt zo slecht dat ze maar in de stad blijft. Heel veel contact hebben we niet met hem maar hij heeft laatst wel net op tijd Gijs gevonden toen die dood lag te gaan. Petar is altijd bezig met zijn druiven en de tuin. Een keurige tuin heeft hij, elk grassprietje maait hij onmiddellijk kort. Als ik het goed begrijp is hij een neef van Duschka.


Dit is de overkant van de straat. In het witte huis woont Stefka. Stefka heeft een winkeltje in het "centrum". Ze zal rond de 70 zijn. elke dag staat ze om 5 uur op en gaat de eieren rapen van haar kippen. Die eieren verkoopt ze dan weer. Haar winkeltje is elke dag open. Van 7.30 in de ochtend tot 12 uur en dan weer van 4 uur in de middag tot 6 uur 's avonds. Ze heeft alleen zondagsmiddags vrij, dan is de winkel dicht. Even een plaatje van Stefka. Mooi type, meestal vrolijk en nooit te beroerd om te zeggen dat we al best goed Bulgaars spreken.

Het huis rechts van Stefka staat leeg. Dan komt het huis van Darren. Darren is Engels en laat het huis opknappen door Simeon. Die is daar al mee bezig sinds we hier wonen. Ooit zal het huis wel afkomen maar of we hier dan nog wonen weet ik niet. Darren geeft leiding op internationale scholen, ik geloof dat hij nu in Cairo werkt. Het huis daar weer naast staat leeg.

De straat. Eerst het huis van Petar. Daarnaast woonde Nicolai. Die overleed op de dag dar we hier kwamen wonen. Gijs en Lenie woonden eerst daar. Zijn huis staat leeg. Helemaal links aan het eind van de straat woont Dancho. Die is ook in de 70. Mooi mannetje, meestal vrolijk maar je kunt het laatste jaar wel merken dat hij ouder wordt. Soms wordt hij wat vaag.

Aan de rechterkant van straat staat de moskee. Een tijdje terug kwam ik een Engelsman tegen die hier al tien jaar woont en zeker wist dat er geen moskee in het dorp was. Zo onbekend is het gebouw. Maar er hangt een bordje met "Cami" en dat, moest de Engelsman ook toegeven, is Turks voor moskee.  Elk jaar wordt de tuin een keer gedaan door wat Turkse Bulgaren uit het dorp, maar dat is het wel.


Wanneer je aan het eind van de straat rechts gaat loop je over nog steeds prachtig asfalt naar het "centrum". Aan de linkerkant eerst een huis dat leeg staat en dan komt het huis waar tot deze zomer twee broers woonden. 

Maar één van de broers dronk zo vreselijk veel dat de andere broer in een bouwval aan de andere kant van de weg is gaan wonen. Ook alweer een vreselijk aardige man die altijd vrolijk zwaait. Hij zegt ook van alles maar daar verstaan we maar een enkel woord van. Al kan hem dat in het geheel niets schelen.

Daarna komt het gemeentehuis maar dat komt een andere keer. We moeten de kerstkaarten nog afgeven bij Nelly de postmevrouw en het is pensioenafhaaldag dus het duurt wel een half uur of langer voor we eindelijk de beurt zijn.

vrijdag 1 december 2023

Een weekje in het buitenland

Mijn vlucht terug naar Bulgarije kwam pas na elf uur 's avonds aan op het vliegveld van Varna. En sinds dat gedoe met haar oog rijdt Annet liever niet meer in het donker, vooral omdat op sommige stukken snelweg de witte belijning helemaal ontbreekt. Gelukkig is John, die hier een B&B zonder breakfast heeft onlangs een taxiservice van en naar het vliegveld begonnen. Om twee minuten over twaalf stopten we bij een groot, erg leeg "wij zijn 24 uur per dag open" tankstation. Terwijl John iemand zocht die de pomp wilde bedienen stapte ik gehaast naar binnen. De mevrouw achter de balie was druk aan het rommelen met zakjes geld en keek me, toen ik iets te eten bestelde aan met een totaal lege blik waarna ze doorging met wat ze deed. Nadat ik een tijdje niet geholpen werd liep ik naar buiten. Daar had John net iemand gevonden. John maakte duidelijk dat hij graag voor 50 leva diesel wilde. De man keek hem met dezelfde lege blik als de vrouw binnen aan, nam een trek van zijn sigaret en zei daarna, terwijl hij op zijn horloge wees, "pauza". Ik was overduidelijk weer thuis in mijn nieuwe woonland.

Ik was na anderhalf jaar weer eens een week in Nederland. En daar kan ik dan, als relatieve buitenstaander dan weer van alles over zeggen. Bijvoorbeeld dat mensen in Nederland in meerderheid op rare politieke partijen stemmen. Al hoort daar wel bij dat het me stomverbaasde dat de mensen die op de "goede" partijen stemden dat totaal niet zagen aankomen en dat het me nog meer verbaasde dat die mensen, die van de "goede" partijen zeg maar, meteen iedereen en alles de schuld gaven zonder ook maar een moment naar hun eigen falen te kijken. Om van het onvermogen om zich te verplaatsen in mensen die grote  problemen in hun leven ervaren en om daar vervolgens dan wat mee te doen maar te zwijgen.

Maar, tjee zeg, wat is Nederland een fijn land. Echt. Er komt de hele dag water uit de kraan, en je kunt het nog drinken ook. En er is ook gewoon altijd stroom. Als er een gat in de weg zit komt er fluks een autootje met mensen die dat gat gaan repareren. Er rijden heel veel treinen. Zelfs in een plaats Heiloo, toch echt niet het centrum van het universum, stoppen er wel zes per uur. Er zijn musea (veel zelfs). Er zijn boekwinkels en bibliotheken. En die laatste hebben ook gewoon nieuwe boeken. Heel veel zelfs. Er zijn idioot veel winkels waar je van alles kunt kopen. En je wordt er over het algemeen met vriendelijkheid geholpen.

Misschien is het enige dat ontbreek het besef dat Nederland, het leven daar, de voorzieningen, al die glimmend glanzende dingen niet de regel is maar de uitzondering. 

Ergens op zondag, ik stond te kijken naar een werk van Anselm Kiefer dat me erg aan mijn nieuwe thuis deed denken, sneeuwde het in Bulgarije nog steeds. Er werden wegen afgesloten. Dorpen werden onbereikbaar, sommige bleven dat vijf dagen. De stroom viel uit. Waterleidingen gingen kapot. Vrachtwagens stopten met rijden. Mensen zaten tien uur vast in een ingesneeuwde trein. 

Na de storm, en toen de stroom het na 30 uur weer deed stuurde Annet een filmpje. 

En toen moest ik nog tot woensdag wachten voor ik terug mocht.

We liepen de ochtend nadat ik was thuisgekomen naar het winkeltje van Stefka. Uit een kapotte dakgoot bij haar winkeltje drupte met grote drup smeltwater. We gleden zonder schaatsen over de bevroren waterplassen en kwamen Gosho de burgemeester tegen. We kletsten wat en hij ging voor ons het winkeltje in. Daar kocht hij koffie en een zak zout. Terwijl Annet wat dingen kocht keek ik naar buiten. Gosho scheurde de zak open en strooide het zout over de spekgladde stoepdelen. 

Misschien is Nederland het betere land. Maar wij blijven toch maar liever hier. 




maandag 20 november 2023

Over een bibliotheek die niet afschrijft en een verbrokkelende steen.

"Het is een klein boekje, met een rode omslag, en het staat er niet tussen". De bibliotheekmevrouw negeerde mijn woorden, of misschien sprak ik ze totaal verkeerd uit, dat kan ook heel goed. Ze ging zorgvuldig door de hele rij met boeken over plaatsen in de omgeving die hier in de bibliotheek Palamartsa staan. Na een tijdje vond ze, misschien triomfantelijk, het gezochte boek. Het was er, en het was blauwig. Maar dat het klein was had ik goed.

Vorig weekend liepen Annet en ik een stuk door het gebied dat tussen Palamartsa en het dorp Gagovo ligt. Ergens recht boven Gagovo ligt een bosje. Tien, vijftien bomen en een hoop struiken, meer is het niet. In de zomer kom je er wel eens een herder tegen die er met zijn schapen tegen de zon schuilt. Nu was het kaal, de bomen waren een deel van het blad kwijt en de struiken waren doordringbaar. Ergens in het bosje leek iets van steen te staan. En ja hoor, alweer een verbrokkelend monumentje. 

Ik denk dat het door het cyrillisch komt, mijn toenemende mate van obsessie met afgelegen monumenten. In Nederland kom je ook wel eens een steen met inscriptie tegen. Je leest het, terloops misschien en de tekst komt ergens in je hersenen terecht maar daar blijft die dan ook vaak wat verlaten en zinloos zitten. Door de nog steeds relatieve vreemdheid van het cyrillisch moet je iets meer moeite doen. En vaak is de tekst maar deels leesbaar. Dat maakt misschien dat het door mijn hoofd blijft gaan. Wat staat er? Waarom staat het monumentje daar? 

De steen bij Gagovo was gebroken, en heel slecht leesbaar. Er stonden twee deels leesbare namen op, met geboortedata en het begon met september 1923. 

In september 1923 werd er in delen van Bulgarije, en ook in de streek waar wij wonen, door voornamelijk communisten gevochten tegen de autoritaire regering van Bulgarije die in dat jaar net zelf aan de macht kwam door een staatsgreep. De opstand mislukte na een paar dagen. 

Dat de gebroken steen iets met die opstand te maken had leek logisch. Maar wat? En wie? 

Toen we hier pas woonden leende ik in de bibliotheek een boekje over de plaats Gagovo. Ik kon me herinneren dat er iets in stond over de opstand van 1923. 

Gelukkig doet men hier in de lokale bibliotheek niet aan afschrijven. Daar heeft de enige bibliotheekmevrouw ook helemaal geen tijd voor. Ze moet de hele dag aanwezig zijn, nieuwe boeken inwerken, uitleningen in een groot schrift schrijven en ook nog het hele gebouw schoonhouden. En waarom zou je in hemelsnaam boeken wegdoen? Er kan altijd nog een zonderlinge buitenlander komen die iets zoekt.

Het boekje "Gagovo een historisch overzicht met foto's" stamt uit 1997. Zesentwintig jaar oud! Dat lukt in Nederland alleen als het boek achter een radiator valt. Hoewel, daar zou het vast een keer gevonden zijn bij de transformatie van klassieke bibliotheek naar een multi disciplinair verhalen uitwisselcentrum. Maar, hier stond dit onmisbare boekje gelukkig nog steeds in de kast.

Onderaan de pagina (nee, die kan ik niet goed lezen, dat duurt nog wel een winter of twee, maar GoogleTranslate leert vlugger dan ik) staat: 

"Petko Genov Minchev uit Gagovo, die achterbleef bij de ploeg. Michail Kolev Kostadinov werd ook gevangengenomen in de oostelijke buitenwijken van het dorp. Geslagen, gemarteld en met bloederige wonden aan hun lichamen namen de soldaten de twee mee naar het noordwesten van het dorp naar de bovenkant van het "Kuriykata" gebied en daar werden ze op brute wijze neergeschoten."

Minchev en Kostadinov zijn de namen die op de verbrokkelde steen staan (het zijn niet de mannen waar een foto van op de bladzijde te zien is. Dat zijn weer twee anderen die werden neergeschoten). De twee zijn honderd jaar geleden op de plek waar Annet en ik de steen vonden doodgeschoten. 

De opstand van 1923 was in Bulgarije tijdens de communistische periode van 1944 tot 1989 een belangrijke historische gebeurtenis. Er werden monumenten gebouwd en de doden werden eerbiedig herdacht. Het honderdjarig jubileum van de opstand, afgelopen september, is nergens gevierd. Ook bij de steen bij Gagovo bleef het net zo stil als op elke andere dag. En dat is heel stil.

Dat ik nu weet wat er op die plek gebeurde betekent natuurlijk verder niets. Maar ik ben toch blij dat de bibliotheekmevrouw hier nooit afschrijft. 







donderdag 16 november 2023

Losse eindjes

Soms zijn er losse eindjes. Een verhaal is dan niet af, of er komt toch nog iets na. Losse eindjes dus. Al zijn er ook dagen, en toevallig is deze dag er zo één, dat alles hier een los eindje is. 


Voor Lies, die verdween heeft Annet nog een tijd 's avonds brokjes buiten gezet. Maar daar is ze mee gestopt. Lies is er niet meer. En dat is jammer. Al is jammer meteen weer een ontoereikend woord.


De verkiezingen van een paar weken terug. In de rest van het land was er een hoop kabaal over stemmachines die wel, niet en toen toch weer wel gebruikt mochten worden. Hier bleef het rustig. Gosho, de burgemeester van Palamartsa is gelukkig herkozen. Al was dat zonder tegenkandidaat ook weer niet zo heel moeilijk. Palamartsa hoort bij de gemeente Popovo. Ook de burgemeester van Popovo, Lyudmil Vesselinov is herkozen. Als hij de hele termijn uitzit, en alleen doodgaan kan dat waarschijnlijk verhinderen, is hij 36 jaar burgemeester. Er is ook een nieuwe gemeenteraad in Popovo maar elk nieuws daarover is mij ontgaan. 

Heel lang terug schreef ik iets over het Thracische graf bij Gagovo. Gagovo is een half uurtje lopen van waar wij wonen. Het graf ligt midden in landbouwgrond maar dat mocht de pret nooit drukken. In de jaren 70 van de vorige eeuw is het graf gevonden en om het te beschermen tegen wind, regen en sneeuw werd er een houten constructie gebouwd, ijzeren platen er op als dak, klaar. Tot twee jaar geleden een boer zijn land in brand zette. Een vonk sloeg over en weg was de beschermende constructie. De gemeente Popovo, die van Lyudmil Vesselinov zou iets nieuws gaan bouwen. 


Dat is dus nog steeds niet gebeurd. Misschien wil men het eerst totaal laten overgroeien om het dan quasi verbaasd opnieuw te ontdekken, Lyudmil kan dat denk ik.


We hebben sinds 1 of 2 november weer de hele dag water. Al betekent dat niet dat dit losse eindje niet meer los zit. Volgend jaar zal er weer geen water zijn. 
Een tijd terug zette ik hier een kaartje neer met daarop hoe het water in het dorp kwam. En ik weet het, het kan niemand in Nederland verder wat schelen, maar dat kaartje klopt niet.


Dit kaartje klopt wel.

Ik kwam Joe (de enige buitenlander hier die perfect Bulgaars spreekt) tegen en vertelde hem over een gebouwtje dat ik vond in een vallei. Zonder veel moeite te doen kon je daar water hard horen stromen. Na een zondagse expeditie naar het gebouwtje en wat gesprekken van hem met oude Bulgaren (die zijn er hier zat) kwamen we tot de conclusie dat er op twee punten water het dorp in kwam. Het gebouwtje dat ik vond pompte water naar de coöperatie. Vandaar ging het weer verder het dorp in. De vraag is nu, kan het water dat daar nog steeds stroomt opnieuw in het dorp terecht komen. En hoe dan? En wie gaat dat doen? En vooral, wie gaat dat betalen? 

Ik zei toch dat het niemand in Nederland wat kon schelen.



donderdag 9 november 2023

De eeuwigheid duurt hier soms maar een paar jaar.


"Ik zie het! Denk ik. Er steekt daar iets betonnerigs boven de bomen uit". Annet zag het het eerst terwijl we reden op een doodstille weg, ergens tussen de op een afbrokkelende en verlopen nieuwbouwwijk uit begin jaren '70 lijkende "stad" Strazhitsa en het afgelegen dorp Asenovo. Ergens hier moest een monument zijn. Het stond zelfs, een beetje, op Google Maps. Al was onduidelijk wat het was, en waarom en al die andere dingen die hier zo vaak raadselachtig zijn.


Het eerste dat we tegenkwamen, nadat we lopend de weg die waarschijnlijk naar het monument liep in waren gegaan was een enorm parkeerterrein. Het was natuurlijk leeg. Onkruid groeide opgewekt uit barsten en gaten. Aan de zijkant lag het gebruikelijke gedumpte grof vuil. Op de grond lagen lachgas ampullen. En heel veel hulzen van kogels. 


Er stond zelfs een schietschijf. Een schietschijf! Het was mooi weer, dat wel. De sfeer was toch anders licht unheimisch geweest. Of geworden.


Een niet onderhouden asfaltweggetje boog langzaam omhoog en om een dicht beboste heuvel heen. Dat bos zorgde ervoor dat het monument pas heel laat zichtbaar werd. Terwijl het toch een erg fors ding was.


Wanneer je de weg volgde zoals de bedoeling was (en je niet jezelf door allerlei struiken heen vloekte zoals wij deden) verscheen er eerst een langwerpig blok met daarop een rij mensen die waarschijnlijk de verworpenen en onderdrukten van de wereld moesten verbeelden. 



Daarna (wat een makkelijk en erg kort woord is voor geklauter en gestruikel over een met boomtakken overgroeide trap) kwam er een vrijstaand beeld van, denk ik, iemand die geslagen werd. 


En daarna was er dan het enorme, ik gok zo'n twintig meter of meer, hoge beeld, van, denk ik, een vlam. Dat het een vlam voor moet stellen weet ik niet zeker maar ik kwam erop omdat je in het monument kunt komen. 




Het is allemaal nogal brokkelig en ook erg donker maar onder het monument zijn wat kamers. In de grootste is op de vloer een rond gat. Die zie je hier vaker. Er brandde een herdenkingsvuur, eeuwige vlam in. En het ronde gat bevindt zich precies onder het midden van het enorme gevaarte erboven. Een vlam dus, misschien.


Waarschijnlijk stonden er ooit teksten op de muur maar de platen waarop die stonden lagen kapot op de grond. De enige uitgehakte, en daardoor nog leesbare tekst was "вечна слава", "eeuwige glorie". 

Later, aan de cyrillische kant van het internet werd duidelijk dat het monument het "Monument van het partizanendetachement Goornoryakhov" heet. Deze vrij grote partizanengroep vocht in de Tweede Wereldoorlog al vanaf 1941. Het monument staat, waarschijnlijk, daar waar het staat omdat er in 1944 in die bossen langdurig, en hard is gevochten tussen partizanen en de politie en het leger van Bulgarije. 

Aan de cyrillische kant vond ik ook een oude ansichtkaart van het monument. Ik heb geen idee hoe oud het monument is (al gok ik dat het in 1981 is neergezet) maar zo zag het er dus ooit uit. Er was geen enkele boom op de heuvel, er was ruim zicht op het hele gevaarte.
Na de haast geluidloze overgang in 1989 van stilstaand communisme naar, nou ja, iets anders lijkt er niemand meer naar het monument omgekeken te hebben.


Toen we weggingen was het net zo stil als toen we aankwamen. Er was niemand en nu het weer omslaat zal het ook met geweerschieters wel rustiger worden. Volgend jaar zal het monument weer iets onzichtbaarder zijn geworden door verder groeiende bomen en oprukkend onkruid. En over een paar jaar zal het er nog steeds zijn, maar ook weer niet want zien kun je het dan niet meer. Wat ik een mooi maar tegelijkertijd intens treurig idee vind.


dinsdag 31 oktober 2023

Er zaten vijf mensen achter de tafel.

Helemaal rechts zat een mevrouw aan een tafeltje ijverig door een stapel papier te bladeren. Links van haar, aan een lange tafel zaten vijf mensen. De eerste mevrouw kende we. Ooit werkte ze bij het postkantoortje hier op het dorp. We hadden eens een vrij schreeuwende aanvaring met haar maar dat is een ander verhaal. De mevrouw zocht ons op in de papieren kieslijst. Naast haar bladerde een mevrouw in een boekje. Waarschijnlijk zocht ze naar het hoofdstuk "Hoe om te gaan met buitenlandse stemmers?". Ze kon het hoofdstukje niet vinden. Naast haar zat een mevrouw die de stembiljetten gaf. Een jongen, waarvan we eerst dachten dat hij stond te wachten om te mogen stemmen, wees waar je mocht stemmen. Een uiterst slechtziende had het afgeschermde hoekje zelf nog kunnen vinden. Na het drie keer invullen van een papier leverde je ze in bij weer een andere mevrouw achter de tafel. Ze scheurde er iets af. En daarna mocht je de stembiljetten in een doorzichtige, grote kubus doen. De kubus werd bewaakt door een vriendelijke meneer die ook achter de tafel zat.

Aan de overkant van het zaaltje zaten twee mevrouwen met een sticker op hun jas. Zij keken of alles wel goed ging.

Ja, het was me allemaal wat.

Op 29 oktober mochten Annet en ik dan eindelijk stemmen voor de burgemeester van het dorp Palamartsa (er was maar één kandidaat), de burgemeester van de gemeente Popovo (iedereen wist dat meneer Veselinov zou winnen)(hij won)(voor de achtste of negende keer) en de gemeenteraad.

Het was een mooie zonnige dag en iedereen was er. We stonden zelfs in een heuse rij. En daarmee is eigenlijk het verhaal wel verteld. Na weken van zoeken naar waarom we op wie zouden gaan stemmen was het plots ook allemaal heel vlug voorbij.

Is er dan verder niets te melden?

Nou. Dit is Bulgarije dus was er weer van alles aan de hand.

Er zijn in de afgelopen periode meer dan 140 gevallen van mogelijke stemfraude geregistreerd. Er is al één mevrouw veroordeeld voor het kopen van stemmen. De andere zaken moeten nog voor de rechter komen. Het kopen van stemmen is het populairst, een stem kost zo'n (omgerekend) 50 euro. Er waren ook flink wat gevallen van wat hier stemtoerisme wordt genoemd. Mensen, gekochte mensen laten zich dan registreren in een bepaalde plaats om zo die specifieke lokale verkiezing te beïnvloeden. Zo werden er in de plaats Stamboliiski op één adres 652 stemmers ingeschreven. En in Gorna en dan nog wat woonden plots 172 mensen op een adres dat helemaal niet bestond.

Maar het ingrijpendst was de beslissing op het aller-, allerlaatste moment om het gebruik van stemcomputers te verbieden. Vroeger werd hier gestemd met papier maar na hardnekkige geruchten over fraude werd de stemcomputer geïntroduceerd. 

Vorige week donderdag stuurde de binnenlandse veiligheidsdienst plotseling een memo naar de kiescommissie. De memo beschuldigde een minister van het filmen van de codes van de stemcomputers en hij zou die gegevens ook nog eens op een stickje hebben gezet en hebben meegenomen. De commissie besloot daarop dat de stemcomputers niet gebruikt mochten worden. De dag daarop bleken de stemcomputers ook niet de juiste veiligheidscertificaten te bezitten. Het was al met al een kolerebende. 

Stemmen met behulp van een computer wordt hier door vooral wat progressievere mensen gezien als een beveiliging tegen papieren stemfraude door meer behoudende partijen. In Sofia werd er dan ook meteen fors gedemonstreerd. 

(ik kan van al de bovenstaande info linkjes invoegen maar, die leest niemand en we moeten nog een deur schilderen)

Afgelopen zondag zijn er geen stemcomputers gebruikt. Zelf vond ik dat wel fijn want ik zag een online demo van stemmen met de computer en waarschijnlijk had ik het ding totaal vast laten lopen. Maar, nu, een paar dagen na het stemmen blijkt dat van de papieren stemmen bijna 20% ongeldig is ingevuld. En heel erg veel mensen waren er toch al niet op komen dagen. 

En dat alles gebeurde allemaal terwijl wij hier rustig in de rij stonden, zwaaiden naar de buren en even spraken met de meneer wiens naam we steeds vergeten maar hij loopt altijd in een trainingspak van Ajax dus noemen we hem de Ajax fan. Het was erg mooi weer en iedereen die stemde wist dat er niets ging veranderen. 




dinsdag 24 oktober 2023

Lies is er niet meer

We zagen haar, de poes die veel later Lies zou gaan heten voor het eerst zo'n acht jaar terug. Ze zat een eindje weg in de tuin met de rug naar ons toe. Na een tijdje liep ze, zonder naar ons te kijken weg. Dat was denk ik niet omdat ze ons niet wilde zien. In haar wereld was er gewoon geen plek voor iets dat zoveel ruimte innam als mensen. 

Lies, die toen nog steeds geen Lies heette zagen we toen we hier eenmaal woonden vaak aan het begin van de straat. Daar staat een vuilcontainer. Ze sprong er uit als er mensen aankwamen. En dan rende ze weg. Heel hard.

Na een tijdje kwam ze wel eens kijken bij ons huis. Eerst holde ze al weg als je alleen al naar haar keek. Toen ze zag dat het gerucht als zouden er nu mensen in het dorp wonen die iedere poes eten gaven waar was bleef ze wat langer. Wanneer ze klaar was met eten deed Annet de poort open en dan ging ze heel voorzichtig naar buiten. Om daarna alsnog hard weg te hollen.

Weer later kwam ze langs en was er een klein, jong zwart katertje bij haar. Die had er al vlug genoeg van om steeds het hele stuk heen en dan weer terug te lopen. Het katertje bleef, hij werd Wim. Moeder bedacht zich misschien wat weken later dat ze er ook niet jonger op werd en bleef ook. Ik denk dat ze toen Lies ging heten.

Lies heeft zo'n jaar bij en rond het huis gewoond. Het voorjaar was haar beste tijd. Ze lag in de tuin, rolde door het zand en trok zich over het algemeen weinig van ons of de andere poezen aan. Wanneer de andere poezen speelden keek ze er naar, maar deed nooit mee. Nooit heb ik een poes gezien die zo op zichzelf was. Haar aaien is nooit gelukt. Soms deed ik het wel eens, per ongeluk in het voorbij gaan, maar dan dook ze snel weg. Ze werd wel steeds minder schuw, kwam binnen en kon uren onder de kleine kachel zitten kijken. Heel soms ging ze op een stoel zitten. Dat verbaasde haar zelf ook.

De meeste van onze katten hebben rarigheden, doen domme dingen, zijn op zijn tijd lachwekkend apart. Lies was er gewoon. Ze keek, ze sliep, ze at, en daarna ging ze weer wat in de tuin zitten. Soms keek ze je lang aan, met een blik die iets zei als "Sprak je maar beter Bulgaars, dan begreep ik tenminste wat je bedoelde". Maar ondanks dat Lies niets speciaals deed was het fijn dat ze er was. Alleen al van naar haar kijken en je beseffen hoeveel comfortabeler haar leven was geworden kon je vrolijk worden.

Lies was een leuke poes. Maar ze was ook een zieke poes. Haar ademhaling ging steeds vlugger, haar lijf schokte er soms van. Maar nadat we haar hebben laten steriliseren is het nooit meer gelukt haar bij de dierenarts te krijgen. Ik denk ook dat de dierenarts gezegd had dat ze niet meer te helpen was. Misschien krijg je dat als je je leven lang uit vuilnisbakken hebt moeten eten. 

Lies ging twee keer eerder dood. Tenminste, dat dachten we. Ze ging ziekig weg maar kwam dan na een dag of twee, drie doodkalm weer aanlopen en ging verder waar ze gebleven was. Maar ze is nu al langer dan een week weg. En haar ademhaling ging de laatste dagen absurd snel. Dus nee. Lies is er niet meer.

De laatste dagen sliep Lies 's nachts binnen, op een groot kussen waar ze eerst lang aan gesnuffeld had. Ze at de makreel die Gijs niet wilde met smaak op. Maar de laatste keer dat we haar zagen wilde ze niet naar binnen, ze bleef 's avonds buiten zitten. Nadat wij naar bed gingen is ze weggegaan en is ze waarschijnlijk ergens in of onder gekropen. We zullen wel nooit weten waar ze gebleven is.

En hoewel we weten dat Lies erg ziek was en dat ze nu al te lang weg is zet Annet 's avonds nog wel een bakje met brokjes buiten. Voor het geval dat ze toch nog langs komt.




donderdag 19 oktober 2023

De kapper weet het ook niet

 

Het begon allemaal weken geleden al toen burgemeester Gosho vroeg of Annet en ik op het gemeentehuis langs wilden komen. Wij dachten dat het om kaartjes voor het voetbal ging maar het bleek te gaan om onze registratie als kiezer voor de burgemeestersverkiezing. Ik kreeg bar langdurige formulieren mee die we met kopieën van onze id kaart weer in moesten leveren. Daarna hoorden we niets meer. Al gingen we wel naar het voetbal maar dat is een ander verhaal.

Dat we mochten stemmen vond ik al erg bijzonder. Vooral ook omdat de heel veel Engelsen die hier wonen dat sinds de Brexit niet meer mogen. 

Om de vier jaar wordt de burgemeester van Palamartsa gekozen. Nou ja, Palamartsa is onderdeel van de gemeente Popovo en die gemeente heeft ook een burgemeester dus die van ons dorp is meer een onderburgemeester. Zoiets. 

Toen Annet's haar laatst door ambtenaar Ralitsa geknipt werd begrepen we van haar dat we officieel geregistreerd waren als kiezer. Hoera! Er wonen zo'n 240 mensen die mogen stemmen in het dorp. Dus een stem doet er toe. 

Een paar dagen terug kwamen we er achter dat er in Palamartsa deze verkiezingen maar één kandidaat is. Gosho, de bejaarden thuis brengende, bomen hakkende, menig probleem oplossende en voetbalkaarten regelende burgemeester blijft burgemeester. Opgelucht haalden we adem.

Tot Annet zich bedacht dat als Palamartsa onderdeel is van de gemeente Popovo we ook aan die verkiezing mee mogen doen. En de gemeenteraad wordt ook op dezelfde dag, 29 oktober gekozen. En omdat er in de hele gemeente maar een krappe 26.000 mensen wonen doet onze er stem er nog steeds toe. 

Ook dat nog.

De burgemeester van Popovo, Ljoedmil Veselinov is al burgemeester sinds 1991. 1991! Dat is meer dan 30 jaar. Eerst als kandidaat van de sociaal democratische BSP en na een intern conflict (linkse partijen zijn hier ook erg goed in conflicten) als vertegenwoordiger van een coalitie van linkse fracties, "Burgers voor de gemeente".

(De streek waar we wonen is van oudsher links. In 1923 was het één van de plekken in Bulgarije waar een communistische opstand tegen de regering losbarstte. Na 1944 profiteerde de streek sterk van het communisme. Er kwamen in het dorp drie scholen, er was werk bij de landbouwcoöperatie, er was zelfs een klein ziekenhuisje (nu een onder woekerstruiken verborgen ruïne). Na de omwenteling van 1989, tja, toen stortte hier letterlijk zo'n beetje alles in)  

Veselinov's campagnekreet is "laten we stemmen op ervaring!". Zijn verkiezingsposters laat hij door werknemers van de gemeente overal opplakken en hij heeft een heus verkiezingskantoor in een net afgebouwd duur winkelpand. En hoewel Popovo er best redelijk onderhouden uitziet zien de dorpen die bij de gemeente horen er, nou ja, we hebben op dit moment nog steeds maar een deel van de dag stromend water.

Het waterprobleem is voor ons eigenlijk het belangrijkste ding bij de verkiezingen. De burgemeester van het dorp kan er weinig aan doen maar de burgemeester van de hele gemeente wel. Dus, wat gaan de vier kandidaten aan het probleem doen? 

In Nederland zou je dan op websites gaan kijken, of bladeren door folders. Dat lukt hier dus niet. Websites zijn er niet, hoogstens heeft elke partij een niet bijgehouden Facebookpagina. En folders, nee, nergens. Nou ja, we vonden er één van de heersende burgemeester bij de meneer die kattenbrokjes verkoopt. We mochten de folder meenemen. Fijn.

Meneer Veselinov belooft met een oplossing te komen voor het waterprobleem. Al blijft hij onduidelijk over wat die oplossing is. Wel verwerkt hij als geharde en getrainde politicus terloops de opmerking dat het waterbedrijf onafhankelijk is in zijn tekst. 

Maar, als we niet op Veselinov willen stemmen, op wie dan wel? Er zijn nog 3 andere kandidaten. Er is een kandidaat van Vuzrazdahne, maar dat zijn fascistische Putin fanboys. Er is iemand van een partij met de weinig opwekkende naam "Orde, recht en gerechtigheid" en een onafhankelijk iemand. Maar die laatste meneer blijkt door allerlei gevestigde centrum rechtse partijen te worden gesteund. En wat ze willen is onduidelijk en alweer onvindbaar.  

En dan moeten, mogen kan ook, we ook nog stemmen voor de gemeenteraad. En die kandidaten zijn, nou ja, er is een lijst hier in een krant. Maar wie zijn ze en wat willen die ze? Zelf begon ik van dat hele stemmen alweer zwaar genoeg te krijgen. 

Tot ik de partij левичата! ontdekte, Links! Nu is "Links!" de titel van een niet helemaal mislukt boek van Boudewijn Buch dus dat helpt al een beetje en, op plek 117 staat Nedjmettin, "mijn" kapper. 

Hopend op antwoorden op mijn vele vragen ging ik op de kappersstoel zitten. Maar terwijl Nedjmettin met de tondeuse over mijn hoofd ging werd me al vlug duidelijk dat die antwoorden niet gingen komen. Nedjmettin had weinig zin in praten over politiek. Het zal deels de taalbarrière geweest zijn maar hij vertelde dat hij ook geen idee had wat hij op de lijst van "Links!" deed. Liever had hij het over zijn dubbele liesbreuk, de start van het jachtseizoen en de betonnen vloer die hij ging storten. 

Een verschil met Nederlandse verkiezingen is dat er hier, op de stembiljetten een hokje staat met daarnaast de tekst "ik stem op geen van de kandidaten". Ik geloofde het eerst niet, van dat hokje. Maar het staat er echt. Of ik dat weet omdat ik de stembiljetten al gezien laat ik geheel in het midden.

Op elke politieke poster staat hier de tekst "Het kopen en verkopen van stemmen is een misdaad!". De politie heeft de afgelopen week al in vier gemeentes in Bulgarije mensen opgepakt die deze misdaad pleegden.

Maar er betaalt natuurlijk niemand geld om op geen van de kandidaten te stemmen.



 



donderdag 12 oktober 2023

Gijs, of "Voor de dood weggehaald"

Hij lag half onder een oude, roestige kachel. Je kon zijn staart zien, zijn achterpoten en een stuk van zijn buik. Er zat vuil in zijn vacht en hij stonk naar poep. Hij miauwde, nee, het was geen miauwen, het was kermen wat hij deed. Zijn ogen waren omhoog gedraaid. En hij voelde koud aan, heel koud.

Gijs zag ik vrijdagmiddag rond 14.00 uur door de tuin van de deeltijdbuurman uit Popovo lopen. Dat doet hij wel vaker na het tussen-de-middag-hapje. Na een uur of twee was hij nog steeds niet terug. Omdat Gijs soms een hond in een poezenpakje is ben ik hem gaan roepen, "Gijsje! Gijsje kom maar!". Eigenlijk komt hij dan altijd. Het kan even duren, Gijs komt altijd wel een interessante grasspriet tegen, maar hij komt wel. Vrijdag kwam hij niet. Toen het ging schemeren was hij er nog niet. Terwijl hij dan altijd al klaarligt om, nadat hij een tijdje achter een touwtje heeft aangehold naar binnen te gaan. Vroeger wilde hij nooit naar binnen, ik holde dan achter hem aan, tilde hem op en droeg hem naar binnen. Nu, Gijs is een aparte poes, blijft hij bij de deur zitten wachten en moet ik hem optillen. 

Ik liep roepend een rondje door de buurt, Annet deed het later nog een keer. Geen Gijs.

Zaterdagochtend was er nog steeds geen Gijs. We zouden die ochtend met het bezoek uit Nederland (een zus van Annet en haar man kwamen kijken hoe dat nou was, wonen in Bulgarije) naar Veliki Preslav en daarna Shumen gaan. Na het ontbijt zouden we nog even koffie drinken. Net toen ik de bekertjes op het tafeltje buiten wilde zetten riep deeltijdbuurman Petar me. Er was iets met een poes in zijn schuur.

Annet belde meteen "onze" dierenartsen Aleksander en Veronika en ik liet een luid kermende Gijs in de, hoe heet zoiets, transportbox glijden. In de praktijk in Popovo bleek de temperatuur van Gijs lager te zijn dan de thermometer aan kon geven. Er ging een infuus in een pootje en een elektrisch warmteding werd onder hem gelegd. Medicijnen zouden later komen. 

Later die dag, toen we even gingen kijken ging het een minimaal kleine fractie minder slecht met hem. Misschien had hij een vergiftigde muis gegeten? Gijs vangt hoogst zelden een muis. Daar is hij niet vlug genoeg voor, of het hele gedoe duurt hem te lang. Maar afgelopen woensdag was hij inderdaad met een muis in de weer geweest. Dat moest het dan wel geweest zijn. 

Zondag, de dierenartsenparktijk zat natuurlijk dicht, hoorden we via de telefoon dat het beter ging en wat later volgde een korte video. Kijk, Gijs kon weer staan en hij keek ook weer wat nieuwsgierig rond.

Maandag zwaaiden we het bezoek uit. Van de geplande excursies was ernstig weinig terecht gekomen. Bij de dierenarts wachtte een duidelijk opgeknapte Gijs op ons. Hij kon weer spinnen en gaf mijn neus een fijne kopstoot. Maar hij at en dronk niets. Een vergiftigde muis bleek ondertussen als reden van de ellende afgevoerd te zijn. Muizengif zorgt voor inwendige bloedingen en die waren er (voeg hier een opperwezen naar believen in) niet. 

Omdat Gijs een poes van vaste gewoontes is brachten Annet en ik dinsdag zijn eigen brokjes en etensbakje mee naar de dierenartsen. Gijs bleek plotseling best trek te hebben. Maar drinken deed hij nog steeds niet. 

Woensdag mocht hij naar huis. Hij had gegeten, drinken deed hij nog niet maar doordat hij steeds aan een infuus lag kreeg hij ook niet echt dorst. Met een bergje medicijnen om zijn lever weer op orde te krijgen en herhaalde benadrukkingen dat we moesten bellen als er iets was of nee, kom dan maar meteen met hem langs gingen we naar huis. In zijn poot zat nog de infuusingang, voor als hij weer terug moest.

Het was natuurlijk verregaand onvolwassen van me om te verwachten dat Gijs meteen op zijn rug in de tuin zou gaan liggen. Want verder dan wat apathisch op een kussen liggen kwam hij niet. Eten? Nauwelijks. Drinken? Nee. 

Wanneer we, vorige week zaterdagochtend niet hadden besloten om koffie te drinken voor het excursieprogramma, wanneer buurman Petar niet juist toen iets in zijn schuur had gezocht, dan was Gijs er niet meer geweest. Wat het geweest is waardoor hij zo ziek werd zullen we wel nooit weten. Waarschijnlijk is het iets van gif voor in de tuin geweest. Hier op het dorp heeft bijna iedereen een groentetuin. Dat is allemaal reuze zelfvoorzienend en het klinkt ook heel romantisch maar bijna iedereen heeft ook een gifspuituitrusting.  

Woensdagavond klauwde Gijs zich letterlijk op mijn schoot. Er is iets gebeurd met een achterpoot, daar zit niet veel kracht meer in. En hij had al een half kreupele voorpoot. Maar goed, hij lag een tijdlang gewoon op schoot. Vanmorgen at hij wat en, hij dronk! Met veel gedoe en gevloek hebben we het infuusdingetje uit zijn poot gehaald. Over zijn pillen doet hij zoals gebruikelijk weer eens erg moeilijk. Maar Stefka blijkt in haar winkeltje ook ingevroren makreel te verkopen. Daar kun je een pil in verstoppen. 

De meeste blogpostjes eindigen op een duidelijk punt. Of de onduidelijkheid is zo groot dat je daar het bericht mee kunt laten eindigen. Zo'n punt is er nu niet. Gijs is niet dood. Maar nog lang niet de oude. 

Ik zal deze blogpost aanvullen als er weer iets te melden is over de pechpoes, de harige dikke, de ceo van Pirin 6, de fat controller. Wie wil weten hoe het met hem verder gaat (en als je tot hier gekomen bent en je wilt dat niet weten wat doe je hier dan eigenlijk?) kan af en toe hier even kijken. 

Zaterdag, een week nadat de buurman Gijs vond. 

Eerst even, kijk, het is best leuk dat er steeds nieuwe en beter, beter, betere! Apple producten komen. Warmtepompen, ook leuk en Artificial Intelligence, wat een uitvinding. Maar kan iemand eens iets gaan bedenken om pillen voor poezen minder goor te laten smaken? Dat moet toch een enorme markt zijn? Het lukte precies één keer om de medicijnen van Gijs in een stuk makreel te verbergen maar daarna hoefde de verder toch erg meegaande theemuts aller theemutsen het niet meer. Annet lost nu de pillen op, doet er wat opgelost oppep eten door en spuit het dan in zijn mond. Het werkt maar het is wel een gemartel.

De zieke is vandaag naar buiten geweest. Dat was mooi. Het ging allemaal erg voorzichtig maar hij heeft toch even mooi op zijn rug in de zon liggen rollen. Elk blaadje werd afgesnuffeld, elk luchtje werd geroken. Na een uur of twee kwam Ollie aangehold en, hoewel hij Ollie al zijn hele leven kent werd Gijs daar zo bang van dat hij ondanks zijn slechte achterbeen wegholde. Ik kon hem nog net vangen. Het lijkt wel alsof hij alles vergeten is. Hopelijk is dat iets tijdelijks. 


Het is natuurlijk fantastisch, mooi en fijn dat we hier een tuin van zo'n 1000 vierkante meter hebben. Maar aangezien Gijs allang weer is vergeten dat hij bijna dood was en er overal plekken in het gaas tussen onze tuin en die van de omliggende Bulgaren zijn waar gaten in zitten zitten we een beetje in de actieve re-integratie rol. Gijs wil naar buiten, en dat is ook goed want hoe meer hij loopt hoe beter zijn weigerachtige achterpoot het gaat doen maar aangezien nog lang niet alle rook om zijn hoofd is verdwenen lopen we nu het risico dat hij zich uit onze tuin wurmt, ergens heen gaat en dan niet meer weet hoe hij terug moet. We zitten dus veel buiten. Gelukkig wordt het morgen weer 30 graden.

Maar, het gaat steeds wat beter. Steeds vaker is de mistigheid in zijn hoofd minder en herkent hij weer iets. Dat is mooi. Nu is het afwachten tot zijn leverwaardes (die totaal en belachelijk veel te hoog waren) zaterdag bij de dierenarts gecontroleerd gaan worden. 


Twee weken nadat we Gijs bijna dood in de schuur van de buurman vonden was het tijd voor een bloedonderzoek. Dat ging, toen hij zwaar verzwakt was natuurlijk erg makkelijk. Maar zwaar verzwakt is hij al een tijdje niet meer. De onbenullige pluizenbol vond al het geprik naar bloed maar helemaal niks. Zelden zag ik hem zo boos.

Maar, alle waardes die de vorige keer nog helemaal fout en van slag waren zagen er nu weer keurig uit. We waren al helemaal blij en opgelucht. Tot bleek dat nu de waardes van zijn alvlees niet goed waren. Dat betekent weer andere medicijnen die hij natuurlijk ook weer niet in wil nemen. Wat weer betekent dat ik volgende week niet naar Nederland ga/kan. Maar, ondanks de tegenvaller gaat het goed met Gijs. Hij kijkt weer onbenullig van zich af, rolt op zijn rug en is eigenlijk zijn oude zelf. 

Deze blogpost is, o wacht, er was nog iets. De dierenartsmevrouw had opgezocht wat voor ras Gijs eigenlijk was, of is. Ze liet een foto zien, dat was gewoon Gijs! We blijken in Bulgarije tegen een heuse Noorse boskat aangelopen te zijn. Of eigenlijk is hij tegen ons aangelopen. 

Deze blogpost sluit ik nu af. Gijs komt er wel. Van een Noorse boskat verwacht je ook niets anders.