Het liefst zou ik het niet meer over de sneeuw hebben. Maar, omdat dit blog ook een verkapt dagboek is voor veel later, als we in het verzorgingstehuis zitten ofzo, moet het toch maar even.
Ik heb ook niet echt wat sneeuw. Misschien komt dat omdat ik lang in Den Helder woonde. Sneeuw in Den Helder is maar net iets zeldzamer als een goed functionerend gemeentebestuur. De sneeuw, als die al viel in Nederland, begon vaak pas, voorzichtig, bij de gemeentegrens. In de stad zelf was het dan nog lente.
Er viel alleen in het eerste jaar dat we hier woonden sneeuw van enige betekenis. Al kon je er nog gewoon doorheen lopen. Kouder dan -10 was het 's nachts ook nog nooit geweest. Er is ergens een filmpje waarin ik, op het hoogtepunt van de zomer, bij +36 ofzo, luidruchtig laat weten dat alles beter is dan de hitte, dat het me niet koud genoeg kon zijn.
Op zondag 16 februari begon het met licht sneeuwen. En daar bleef het eigenlijk bij, bij licht sneeuwen. Alleen stopte het geen moment meer.
Ik sta altijd als eerste op en geef dan de poezen eten. Ik geloof dat het dinsdag was toen ik beneden het licht aandeed en doorkreeg dat er best een hoop sneeuw lag. Woensdag was het in ieder geval rond de 25 cm.
Bij zoveel sneeuw stopt het dorp. Er wordt hier pas serieus sneeuw geruimd als het ook echt gestopt is met sneeuwen. We konden daardoor het dorp niet uit. Neurotisch als we zijn is er in de winter echter altijd eten voor twee weken in voorraad. Alleen slonk het poezeneten wel erg vlug. Optimistisch zei ik nog dat ik, als het moest wel naar Popovo zou lopen (twee uur als het mooi weer is).
Hoe belachelijk die uitspraak was ontdekte ik toen ik een stukje ging lopen. Bij de schapenfarm het land in, tot het rijtje bomen en struiken, naar rechts, een heuveltje op en weer terug. Zo'n beetje op de helft begon ik me af te vragen wat ik in hemelsnaam aan het doen was. Waarom had niemand even gezegd dat het belachelijk vermoeiend lopen is in diepe sneeuw? En waarom had ik dat zelf niet kunnen bedenken?
Ja, het was erg mooi. Nou nou, wat een prachtigheid. Zo om de twintig stappen was ik zo onder de indruk van de schoonheid dat ik hijgend in de verte ging staan staren.
Na woensdag stopte het met sneeuwen. Maar toen werd het serieus koud, tot -18 in de nacht. Overdag ging de zon schijnen, de sneeuw werd harder en we liepen wat stukjes rond het dorp. Popovo werd weer bereikbaar en de poezen hadden ook weer eten. Het viel dus al met al best mee. Er vroor niets kapot en ook de buitenpoezen hebben het overleefd.
Maar, en het was best mooi hoor, al dat wit. Hier wit, daar wit, overal wit. Maar, ik heb het wel een beetje gezien, al dat wit. Weg ermee. En dan doen die poezen tenminste ook weer eens wat anders dan eeuwig en altijd willen schootzitten.
3 opmerkingen:
Sneeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeuw!
Oké, het kan ook een beetje té zijn maar je hebt het tenminste! Poeh zeg.
Een beetje te? We konden het dorp niet meer uit! Maar gelukkig is het allemaal al weer weggesmolten.
Zie je, geen probleem. Alleen maar de lusten.
Een reactie posten