Misschien is het ergens in de lucht, maar misschien ook pas als het vliegtuig geland is op Eindhoven. In Varna, aan de oost kust van Bulgarije is het nog een grote, niet uit de toon vallende groep. Ze zouden op vakantie kunnen gaan. Maar als ze in Nederland vlug naar de uitgang van het vliegveld lopen zijn het opeens geen vakantiegangers meer. Hun kleding is anders, goedkoper, fletser misschien. Ze lopen doelgericht, ze zijn hier tenslotte al veel vaker geweest. Op weg naar hun werk.
Nee, de eerste twee jaren waren niet makkelijk geweest vertelde ze. Haar man werkte, ze sprak de taal niet en de buren keken argwanend naar haar. Ze snapte dat wel, zei ze, buitenlanders enzo.
Bij het raampje zat een Nederlander die naar Varna vloog om daar met zijn Bulgaarse werknemers aan iets met programmeren te werken. Wat dat iets precies was werd haar niet duidelijk, en mij daardoor ook niet. Nadat dat gesprekje klaar was vroeg de vrouw die in het midden zat wat ik in Bulgarije ging doen. Na wat verbazing over mijn "Ik woon daar" antwoord bleek al vlug dat zij op weg was naar Popovo, de plaats waar Annet en ik boodschappen doen, weer eens naar de dierenarts gaan, dat soort dingen. Haar moeder woonde daar. De toevalligheden stapelden zich op. Zelf kwam ik net terug van een bezoek aan Annet's moeder.
Nee, het was niet makkelijk geweest. Maar in Bulgarije was nauwelijks werk geweest, en het betaalde ook nog eens erg slecht. Nederlands was lastig, de taalcursus Nederlands die ze had willen doen bleek veel te duur. Dus was het oefenen met kinderboekjes uit de bibliotheek geworden. Nu corrigeerde ze haar twee kinderen als die wat verkeerds zeiden. De buurt was langzaam wat ontdooid, hoewel er nu nog steeds, twaalf jaar later mensen waren die niets tegen haar zeiden. Haar man werkte eerst bij een bedrijf dat oude auto's restaureerde. Een paar jaar terug was hij voor zichzelf begonnen. Ja, zij werkte ook. Hoewel, het grote tractorbedrijf waar ze werkte had net het faillissement aan moeten vragen. Ze zou haar collega's gaan missen. Maar ze ging er vanuit dat ze wel weer werk zou vinden.
Aan het begin van de terugweg, weer op vliegveld Eindhoven, staan ze daar plots, als de gate eindelijk duidelijk wordt. Hoewel ze elkaar niet kennen lijken ze zich voort te bewegen als groep. Ze zien eruit alsof ze net nog op het werk waren, flets, sommigen grauw. Sommigen, wat meer dan dat eigenlijk hebben teveel bagage bij zich. Nederlanders die hun autoriteit ontlenen aan het slecht zittende uniform van een vage budget vliegmaatschappij gooien met onvriendelijke woorden en sturen mensen naar een ver loket om daar bij te betalen. "Ja! Nu ja! Anders kun je niet mee!".
Over welk land nu beter was hadden we het. Natuurlijk. Het weer, de hartelijkheid van mensen wanneer je eenmaal door de norse buitenkant heen bent. Hoe goed alles geregeld is. Maar dat zei niet alles. Nee. Het ging er om waar je thuis was. Waar je je thuis voelde. Ze lachte toen ik zei dat Palamartsa nu mijn thuis is. Zelf dacht ze er nog even over na. "Maar, ja" en ze moest er zelf ook om lachen, "voor mij is thuis nu Emmeloord".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten