zaterdag 30 augustus 2025

Landschap

Je loopt het veld in, zo'n beetje net voorbij het eind van Gagovo. Als je pad volgt dat naar beneden gaat zie je links een opgraving. Daar ligt een Thracisch graf. Het bezoeken heeft weinig zin. Een paar jaar terug brandde de houten overkapping af en nu wacht "men" op de burgemeester van Popovo die opdracht moet geven om de overkapping weer op te bouwen. Maar alles duurt hier lang. Zeker als het geen stemmen oplevert. 

Zo, of zo ongeveer was het begin gepland. Daarna had ik dan uitgelegd dat je, omdat er nog mais staat, met een wijde boog rechts om het veld heen moet lopen en dat er na een klein uur een afslag naar rechts was. En dat je die in moet gaan.

De zomer is nu bijna op. Het is nog wel warm maar steeds vaker blijft het ergens net onder de 30 graden steken. Mooi weer voor een nieuwe wandeling. Mooi weer voor een wandeling door wat eigenlijk een breed rivierdal is, al is de rivier, de Cherni Lom, maar een kabbelend stroompje, en daarna omhoog naar de bossen voor Opaka en weer terug langs de bosrand. 

Maar ook in het landschap is de buitenwereld nooit echt ver weg.

Armando heeft het vaak over "het schuldige landschap". Maar dat heb ik altijd een beetje mooipraterij gevonden. Het landschap is gewoon, het trekt zich niets van ons aan. Daar is het landschap veel te groot voor. Het landschap heeft wel wat anders te doen.

Terwijl we liepen, langs enorme velden met dode zonnebloemen, langs oude boomgaarden met doorgeschoten kersenbomen en stoppend bij het hek van een hut gebeurde er van alles. Niet hier, elders.

Ik kende B niet, niet echt. Ik ken zijn ouders. Met zijn moeder werkte ik jarenlang samen en zijn vader had veel met muziek. We zagen hem nog bij het afscheid van de Fatal Flowers. Maar, B dus. Die er voor koos om te stoppen met het leven. Plots. Misschien niet zomaar, maar wel plots. Op een dag dat het hier zonnig was, maar dragelijk warm. Terwijl we door het landschap liepen. Onwetend.

Bij het hek van de hut ga je naar links. Hoe je moet lopen is wel duidelijk. Net als je bijna wilt beginnen met fluiten, zo mooi is het allemaal duikt het pad naar beneden, en weer omhoog, raar genoeg staat er een auto, een oude Lada Niva. Iets later komt er nog een auto  met twee mannen die pas zwaaien als wij dat doen. Wij lopen verder, zij rijden verder. Daarna ga je rechts het bos in. Nou ja, je blijft aan de rand van het bos maar dan in het bos.

Dimitri, die woonde hier. Russisch. Een aardige, heel rustige man. We kenden hem omdat een hond die van de mevrouw was van wie we het huis kochten bij hem terecht kwam. Houdini heette die. Later werd dat Nudel. Geen idee waarom eigenlijk. Dimitri wandelde veel, niet hier, verder weg. Hij liep met Joe in het Rila gebergte, werd niet lekker, kwam in een ziekenhuis in Sofia terecht en overleed daar aan een maagbloeding. Ook daar liet het landschap niets over los.

Langs, maar ook weer in het bos liepen we. Ik zag nog het schild van een schildpad liggen. De schildpad zelf was er niet meer. Aan het eind van het bos ga je weer naar links. Dan een heel eind over een stoffig zandpad. Langs een bosje waar je, als het winter is en begaanbaar, een oude steen kunt zien liggen met namen van twee mannen die daar in 1923 zijn doodgeschoten. 

We liepen door, terug naar de auto. Onwetend van al de dingen die ergens anders gebeurden. Onwetend van het diepe verdriet dat ergens anders ontstond. We hoorden die dingen pas later. Maar toen was het landschap ons allang weer vergeten.


vrijdag 22 augustus 2025

Hoe het met ze gaat (deel 214).

Gijs begon de zomer kwakkelend en chagrijnig. Ergens liep hij een wond aan zijn been op die er eeuwen over deed om dicht te gaan. Hij lag maar wat te liggen, speelde niet, bromde zich door de dag heen. Maar, de laatste weken is hij weer zijn oude zelf. Hij holt driftig achter een touwtje aan en rolt weer door het gras. En zijn geknipte haren zijn ook weer bijna terug.

Lenie had een matige zomer. Eigenlijk ziet zij Annet en mij als noodoplossing. Haar hartje gaat pas echt sneller kloppen als Petar er weer is. Petar is onze deeltijdbuurman die zomers naast ons woont en obsessief met de tuin bezig is. Maar dit jaar is Petar's vrouw ziek en zelf voelt hij zich ook niet al te tof. Hij komt daardoor maar soms langs want Lenie een beetje kwijnend maakt. Maar, bikkel als ze is slaat ze zich er wel doorheen.

Henk had natuurlijk die ontsteking waardoor ik met hem naar de dierenarts moest. Daarvoor en daarna was en is Henk zijn stoïcijnse zelf. Hij verblikt noch verbloost van wie dan ook en wacht ijzeren Heinig op zijn snoepje dat hij 's avonds krijgt. Wel slim, hij heeft ontdekt dat als hij wacht tot wij zelf naar bed gaat hij weer een snoepje kan vragen. Henk is daardoor wat zwaar. Maar dat past goed bij zijn onverzettelijkheid.

Wim is nog net zo hysterisch adhd'erig als voor de zomer. Hij springt boven op iedereen en alles, besluipt, slaat en bijt en dat alles met een blik van "Ik weet ook niet hoe het komt maar het moet!". 's nachts ligt hij als een doodvermoeide kleuter tegen Annet aangeklemd. 

Anneke is een tijdlang wat minder aanwezig geweest. En ze haat (met hoofdletters) Wim. Net als Wim heeft ze een klein zwart opschrijfboekje waarin ze alles en iedereen noteert die haar iets aandoet. Ook weken later kan ze het boekje tevoorschijn halen en plots uithalen naar een poes die allang vergeten is dat hij in het opschrijfboekje staat. Anneke is tegelijkertijd een leukerdje die ontzettend graag mag spelen. Gelukkig is ze weer wat vaker hier aanwezig.

Over Steve is niet zo heel veel te vertellen. Hoogstens heeft hij plots kaas ontdekt. Tijdens het ontbijt zit daar de oude baas braaf naast de tafel te wachten op een blokje kaas. En als hij te laat komt krijgt hij een paar blokjes op een schoteltje. Want we sleuren hem de zomer en de winter door.

En dan natuurlijk de verrassing van deze zomer, Wilma en Zorro/Sorri. Wilma kwam al een tijd hier, zolang dat we haar maar lieten steriliseren. Tot mijn verbazing waren er, toen ik terugkwam uit Sofia echter drie kleine poesjes. Wilma, hebben we terug geredeneerd, heeft al kinderen gekregen voor de sterilisatie, en die kwam ze nu laten zien. Een dag of drie zaten de poezen overal. In de oude buitenwc, in de tuin, kijk daar ging er weer één. De andere poezen keken vol afgrijzen naar de overname van hun tuin. Na een dag of wat was iedereen verdwenen en alleen Wilma en Sorri keerden terug. Sorri is een aanbiddelijk klein ding dat zich volledig aan zijn moeder, en als die er niet is aan ons vastgrijpt. Hij zit schoot, hij loopt door het huis, hij is een persoonlijkheid in opkomst. Wilma is er elke dag wel een tijdje niet. We hebben bedacht dat ze dan naar de twee andere poesjes gaat die ze gestald heeft bij de oude mevrouw die aan het einde van de straat woont. Nou ja, soms hopen we dat. Vaker doen we gewoon alsof dat zo is. Omdat dat nu eenmaal rustiger voor onze hersenen is. 



zaterdag 16 augustus 2025

Altijd dat lastige verleden.

Natuurlijk is het groot, 41 meter hoog, al die dingen zijn groot, enorm enzo. Van een afstand lijkt er niets aan de hand. Pas als je dichterbij komt valt op dat het er heel anders uitziet dan de anderen die je eerder zag.

Als je in Sofia vanaf het metrostation Serdika naar het Borisova park loopt kom je het, net als je wat dwaas van alle langs toeterende auto's wordt, aan de rechterkant van de weg tegen. Het monument voor het Sovjet leger. Beter is, je komt de ijzeren schotten tegen die om het monument staan. Een deel van het monument is weggehaald, de rest wacht nog op verwijdering. 

Het monument was een jarenlang stekende likdoorn in de voet van Sofia. Al jaren geleden besloot de gemeenteraad dat het monument dat de "bevrijding" van Bulgarije door het nobele en edelmoedige sovjetleger verwijderd moest worden. Van dat verwijderen kwam niets terecht toen iemand ontdekte dat het beeld onder de landelijke overheid viel. En de landelijke overheid is hier permanent met zichzelf in discussie dus van dat verwijderen kwam niets terecht. Het duurde tot 2023 voor een slimme ambtenaar in Sofia bedacht dat er af en toe een brokje van het monument viel en dat het beeld dus moest worden verwijderd omdat er anders mensen beschadigd zouden kunnen raken. Nu staan er eindeloos veel ijzeren schotten rond het monument. Niet bepaald mooi maar er is iets gedaan en dat is hier al heel wat. Een deel van het monument gaat naar het Museum voor Socialistische kunst. Een wat vreemd, contextloos museum waar je in de museumwinkel bekers met de afbeelding van Stalin kunt kopen.

(Ik was kort in Sofia omdat mijn paspoort verloopt en de ambassade de plek is om daar wat aan te doen. Sofia is vijf uur en nog wat met de trein. De eerste trein gaat om half elf in de ochtend dus moest ik een nacht daar blijven. Nadat ik tegen 5en een pasfoto had laten maken was er nog mooi ruim tijd om op zoek te gaan naar het weinig genoemde monument "broederlijke heuvel". Ja, ik weet het, erg nerdy maar je zult mij maar zijn)

Het monument "broederlijke heuvel" ligt aan het eind van het Borisova park. Mooi park, om de tien meter staat er een gebeeldhouwde schrijver of toneelspeler die ooit wereldberoemd was in Bulgarije. Je zou er een prima, best lastige speurtocht kunnen organiseren. 


De Broederlijke heuvel lijkt van een afstand op alle andere socialistische monumenten, groot, groter, grootst. In het midden een grote obeliskachtige pilaar met een strijdbaar kijkende meneer en mevrouw. Links gekweld kijkende strijdende partizanen en rechts gelukkig kijkende burgers die aantrekkelijke Sovjetmilitairen verwelkomen. 



Wat het monument anders maakt is dat er overal graffiti is aangebracht. Dat zag ik nergens eerder. Voor ik wat Bulgaars begreep had ik kunnen denken dat het hier om anti Sovjet kreten ging. Hoewel de hakenkruizen al iets duidelijk zouden moeten maken. Overal is geklad, veel "cska" (een grote voetbalclub uit Sofia", veel beelden zijn beklad met rode verf, stukken van beelden zijn afgehakt. En de kreet "Ik haat zigeuners" doet ook niet veel voor je humeur. 

Het monument werd in 1956 "geopend". Er liggen 17 mensen uit het communistische verzet in en rond Sofia begraven. En je kunt van alles vinden van beelden uit de socialistische periode van dit land. Dat ze lelijk zijn, overdreven patriottistisch, zwaar pathetisch, een spel spelen met de geschiedenis. Maar ik werd toch wat droef van al het geklad. Als het monument geen waarde meer heeft, of gezien wordt als achterhaald, misschien zelfs fout in een oorlog die nooit echt gevoerd is, haal het dan weg, net als dat monument voor het Sovjet leger. Breek het af. Maar dit opzettelijke negeren, dat doet pijn aan de ogen. 

(De dag daarna duurde het verlengen van mijn paspoort, en daarmee mijn tijd in de ambassade 13 minuten. 13! Misschien kan de Bulgaarse Staat er stage gaan lopen)

donderdag 7 augustus 2025

De verdroging.

De zomer, de echte zomer begint zo'n beetje als de zonnebloemen open gaan. Her en der zie je dan velden elke dag wat geler worden. Herhaling, herhaling, want zoiets stond er al in het vorige blogje. 

Maar dat stralend gele, dat vrolijk makende gele, dat is natuurlijk niet waar de zonnebloem over gaat. Niet hier tenminste, niet waar ze ingezaaid, bespoten en daarna genegeerd worden.

De zomer was, of eigenlijk is want het de zomer is nog lang niet voorbij, heet. Alweer. Zo'n beetje vanaf half juni is de temperatuur nog maar erg incidenteel, ik denk alles bij elkaar een dag of 5 tot 6, beneden de 30 graden gekomen. Het hoogtepunt leek 40 graden te worden maar, ook dit jaar bleef het steken bij 39,5. Jammer. Als het dan toch ongemakkelijk heet is dan ook graag met een mooi nieuw record voor dit huis.

Behalve dat de eindeloos durende hitte irritant, saai, sloom makend en op een rare manier uitputtend is betekent het ook altijd de terugkeer van dat eeuwige zomerse probleem, het watergebrek. Al een tijd komt er 's ochtends tot een uur of 9 water uit de kraan. Dan stopt het en stroomt het pas tegen 8 of 9 uur 's avonds weer. Heel soms is er eerder water maar dat is eigenlijk alleen als burgemeester Gosho ergens verder weg naar een voetbalwedstrijd gaat kijken. Gosho draait het water open, en weer dicht. 

(Voor de nieuwe lezers van dit blog, al het drinkwater in het dorp komt uit de hoger gelegen heuvels bij het dorp. Via pijpen stroomt dat naar een bassin. Uit het bassin loopt het via een pijp naar het dorp. De pijpen zijn in de jaren 70 gelegd en sindsdien niet meer onderhouden. In Bulgarije loopt gemiddeld 60% van het water dat door pijpen loopt weg door scheuren, lekken en andere ellende. Palamartsa ligt in een dal. Er zijn huizen die laag in dat dal staan (Annet en ik wonen daar) en huizen die veel hoger staan. Door de zwaartekracht loopt het drinkwater eerst naar beneden en pas daarna naar de huizen die hoger liggen. Er zijn mensen die maar een maand of 4 per jaar water uit de kraan zien komen.)

Voor het eerst was er dit jaar een heuse dorpsvergadering over het waterprobleem. Want er was gemor. Gemor van klagende Bulgaren die elke dag, in de ochtend in het "centrum" hun koffie drinken, roddelen en klagen. En gemor van buitenlanders die vooral digitaal roddelen en klagen. Het was druk op de vergadering, al liet iedereen de eerste rij natuurlijk vrij, zo hoort dat. Burgemeester Gosho vertelde langdurig over alle ellende waar hij mee te maken had, een lek hier, een lek daar, het had niet genoeg gesneeuwd dus was het water op (van dat geklets over sneeuw word ik dus helemaal dol. In elke discussie over het water is er altijd wel iemand die wijsneuzerig zegt "ja, maar, het sneeuwt gewoon niet genoeg. Deze winter viel er 30 centimeter sneeuw! Wat nou niet genoeg? En als dat niet genoeg is waarom gaat er dan niemand .., sorry, daar ga ik weer). Nadat Gosho klaar was kwamen de vragen. En al vlug begon iets op te vallen. Er zijn hier steeds meer buitenlanders en een aantal van hen heeft een heus zwembad in de tuin. En dat zet dus, logisch denk ik, kwaad bloed. Toen er ook nog een mevrouw die weliswaar Bulgaars is maar getrouwd met een buitenlander begon te vertellen hoe zuinig en milieubewust zij met water omgingen werd het enige aanwezigen teveel. Wat ze wel niet dacht, een beetje jaren in het buitenland wonen en dan even aan hen komen vertellen hoe ze zich moesten gedragen. Nee, de sfeer was even helemaal weg.

Gosho haalde de Bulgaarse Ombudsvrouw aan die heeft uitgerekend dat er in Bulgarije 174.000 mensen geen of onvoldoende toegang hebben tot water. En hij zei ook, en dat was voor een toch anders erg optimistische Gosho erg realistisch en waarschijnlijk ook pijnlijk dat er niemand het waterprobleem van Palamartsa op kwam lossen. De staat is niet geïnteresseerd, de gemeente is niet geïnteresseerd en het waterbedrijf kan het al helemaal niets schelen. 

De vergadering doofde langzaam uit. Er waren geen oplossingen. Er waren niet eens suggesties voor een idee. Hoogstens denken Annet en ik aan het laten bedrukken van een tshirt met de tekst "niama bassein" ofwel "ik heb geen zwembad". 

De zonnebloemen, degene die hier staan, daarvoor is de droogte weer precies goed. Want het doel van de zonnebloem is verdrogen, tot zo'n veld bijna helemaal zwart is. En dan worden de koppen geoogst. Die koppen, of beter de zaden die daar in zitten, daar wordt dan weer zonnebloemolie van gemaakt. En dat brengt dan weer wat geld op. Al is dat lang niet genoeg voor de aanleg van een zwembad.

donderdag 10 juli 2025

Jaarlijks zonnebloemen waarderingsblogje

Hij kwam van rechts aangehold, over een veld waar een paar dagen geleden nog graan had gestaan. Hij leek me nog vrij jong, lenig, vlug ook. Op het pad bleef hij een tijdje naar ons zitten kijken maar toen we zijn kant uit bleven gaan dook hij het veld met zonnebloemen in. We maakte geen foto van hem. Vossen houden daar niet van, van ongevraagd gefotografeerd worden.

Rond Palamarsta kwamen ze wat later op, de zonnebloemen. We bekeken ze daarom bij Gagovo. Dat dorpje ligt op een ruim kwartier lopen. Je hebt daar een Thrasisch graf met een mooi hellinkje erachter waar dit jaar zonnebloemen op staan. 


Je kunt er misschien wel een hoop over zeggen, over die zonnebloemen. Maar er wordt al zoveel gezegd en gevonden over allerlei dingen. Je kunt beter kijken en verder gewoon stil zijn. Vossen vinden dat trouwens ook fijner.



Toen we naar de zonnebloemen gingen kijken, afgelopen zondag erg vroeg, woonden we hier precies vier jaar. Na vier jaar gaan dingen wennen, of ze komen niet meer heel erg onverwacht. En het is niet dat er niets te melden is. 


Ik bezocht een paar maal een Bulgaarse tandarts. Annet en ik werden geïnterviewd door de regionale tv over de Euro die hier op 1 januari 2026 de plaats van de Lev inneemt. Het huis kreeg een dakgoot aan de voorkant, er werd geschilderd, het trottoir lieten we opnieuw bestraten. En natuurlijk, het is tenslotte zomer, zijn er weer waterproblemen. Er komt soms wel, en soms geen water uit de kraan. 


Over al die dingen zou best wat, en ook meer dan wat gezegd kunnen worden. Maar het is, en ook dat is niet nieuw, warm. Veel te warm. Heet is misschien beter. Je hersenen gaan er langzamer door denken. Vandaag is het even beneden de 30 graden maar dat is hoogst uitzonderlijk. En nee, ook dat hoort erbij, bij wonen in Bulgarije, maar het is wel een ernstig beletsel bij het in elkaar zetten van een aardige zin. 

Dus neem ik een tijdje vrij van het schrijven van een stukje. Tot ergens eind augustus of zo. Dan gaan we weer naar Sofia voor een optreden van Orbital. Met een beetje geluk kan ik dan de draad naadloos oppikken met een stukje dat "Piemel, staart en Orbital" heet.


 

dinsdag 1 juli 2025

"Piemel", "Staart" en Massive Attack.

De groep Bulgaarse ME'ers keek lusteloos naar het kleine groepje anti-Euro demonstranten dat zich verzameld had bij het parlementsgebouw. De demonstranten hadden het veel te warm om te beginnen met iets wat ook maar vaag op een relletje leek. Zelfs demonstreren zat er met deze temperaturen niet in. Sommige ME'ers knikten vriendelijk toen we langs hen liepen, op weg naar ons hotel. De meesten hielden het bij staren en hittepuffen. 

Het was een nog bijna Nederlandse reflex geweest, het kopen van kaartjes voor de derde dag van het Sofia Live Festival. Massive Attack, o leuk, laten we heen gaan. Pas toen ik na een hoop gevloek en getier op de ondoorgrondelijke kaartjesverkoopwebsite de kaartjes uit de printer liet komen bedacht ik me dat Annet en ik Massive Attack al eerder zagen. Ergens in 2014. En dat we het toen leuk maar niet meer dan dat vonden. Maar dat we toen niet 5 uur heen, en ook weer terug met de trein hoefden te reizen. Of een hotel moesten regelen.

Het duurde een hele tijd voor ik me realiseerde wat er nu zo raar was aan wat ik las. We aten iets, ergens buiten, voor we zouden gaan proberen het festivalterrein te vinden. Het eten was aardig, de meneer die het bracht Bulgaars nors. En pas na een minuut of vijf realiseerde ik me dat ik de, met een slordige spuitbus op een elektriciteitskastje aangebrachte woorden gewoon kon lezen omdat ze in het Nederlands waren. "Piemel" stond er, en daarna, met wat ruimte ervoor, "Staart". In het Nederlands dus. In Sofia.

Het festivalterrein, een oude wielerbaan lag langzaam maar zeker weg te koken in de zonder hitteplan functionerende vooravond. Een beveiliger controleerde me en daarna begon een volgende hetzelfde nog een keer te doen. Ik verbaasde me daar zichtbaar over. Maar dat maakte de tweede beveiliger alleen maar fanatieker, en chagrijniger.

Het festivalterrein, ach, podium hier, wc's daar, stalletjes met te dure dingetjes die je alleen maar koopt omdat het programma tegenvalt, en veel drankdingen. O, en geen schaduw natuurlijk. 

Voor Massive Attack speelde iemand van wie ik dacht dat ik geen liedje kende, Michael Kiwanuka. Ik bleek erg veel liedjes van hem te kennen, al kwam dat misschien ook omdat de liedjes best wel op elkaar leken. Het publiek had er zin in. De bassist, die sprekend op Carlos Santana leek, en niet alleen wat betreft uiterlijk was boven alles uit te horen. Meneer Kiwanuka leek me een aardige man. Het optreden kwam een beetje over als "Het is zondag dan is dit Sofia" maar, het was best leuk al ben ik nu alle liedjes ook al weer vergeten.

Her en der viel er iemand om, of flauw. Door de warmte. En misschien het gedrang. Want iedereen die op het festival was leek voor het optreden van Massive Attack opeens in de eerste paar rijen voor het podium te willen gaan staan. En daar stonden wij al. In Nederland was dat ook wel, dat kleinere mensen (en heel veel mensen zijn kleiner dan ik) opeens voor je willen staan omdat ze anders niets kunnen zien. Nu ben ik niet onvriendelijk maar als je daar aan gaat beginnen sta je voor je het weet buiten, voor de deur van Paradiso. "Dan had je eerder moeten komen", wilde ik in Nederland nog wel eens zeggen. Maar die zin ken ik nog niet in het Bulgaars. Dus hield ik het maar bij vriendelijk nee schudden en bonkig blijven staan. 

Massive Attack maakte ergens midden jaren negentig van de vorige eeuw een paar mooie, traag lome en soms dreigende platen. Zeker de helft van de mensen die vooraan stonden moesten toen nog geboren worden. Maar, en dat verhoogde de stemming aanzienlijk, elk liedje werd met een enorm gejuich ontvangen. Sommige bandleden waren daar zelfs zichtbaar verheugd over. Er waren geen echt verrassende liedjes, de band maakt al jaren geen nieuwe dingen meer. Oneerbiedig zou je kunnen zeggen dat ze hun eigen retro act zijn. 

Maar, misschien tot mijn eigen verbazing, het was een erg goed optreden. Het geluid was fijn, af en toe mocht een liedje een enorme bak ontspoorde tyfusherrie worden, de gebruikelijke gastzangers en zangeressen waren allemaal duidelijk ouder geworden. Elizabeth Fraser (voormalig Cocteau Twin) leek verbazend veel op een gepensioneerde bibliothecaresse die vrijwilligerswerk was gaan doen maar haar stem was nog prima. Fijn optreden.

Terwijl we terugliepen naar het metrostation, met gehaaste stappen want de metro stopt al met rijden tegen 12 uur, bespraken we wat nou vonden van al de filmpjes die de band projecteerde. Annet vond het allemaal wel erg eenzijdig "de witte mens is schuldig aan al het kwaad in de wereld", en ik ben al zo cynisch dat ik m'n schouders ophaal bij het gemakzuchtige want risicoloze "Free free Palestine" geroep. Maar ook die constatering mocht de pret niet drukken.

Die pret daalde wel toen in het metrostation de kaartjesautomaten het niet deden en we terug moesten lopen. Al kwamen we daardoor wel weer langs het "anti Euro" demonstratie pleintje. Er stonden vijf of zes tentjes met slapende demonstranten. De ME was allang naar huis. Op het elektriciteitskastje stonden nog steeds de Nederlandse woorden "piemel" en "staart". En ik zal dus nooit weten waarom.


vrijdag 20 juni 2025

(Alle) beelden in de stad Popovo (deel 3)

Ik dacht, ik doe nog één deel en dan is het wel klaar, met de beelden in de stad Popovo. Maar ik begin te vermoeden dat dat niet zo is. Daarom nu maar deel 3 en dan komen de echt goed verstopte zoekbeelden misschien hierna nog een keer.  

Voor de chitalishte (verzamelgebouw van bibliotheek, zalen en meer van dat) van Popovo staat dit beeld van een meneer met een harpje. Ik vind er weinig van. Nou ja, ik moest, ik ben al heel oud, aan Henk Elsink en zijn "Harm met het harpje" denken. Ik heb die conference opgezocht, maar het verleden kun je maar beter het verleden laten.

Vlak voorbij het enorme, oergezellige plein voor het al even oergezellige stadhuis staat deze buste van Petar Ivanov. Ivanov was, en meer kan ik niet over hem terugvinden, partizanenleider van het district Omurtag (die plaats ligt 50 km naar het zuiden) en werd in 1944 gedood. Of dat in Popovo was en of er daarom een beeld van hem in een parkje staat, ik heb geen idee. 

Reuze obscuur vond ik dit beeld dat eigenlijk geen beeld meer is. Het is alleen nog een sokkel. Er heeft ooit een buste van Stamo Kostov op gestaan. Kostov was een helper van partizanen en werd in de oorlog doodgeschoten. Eenzelfde sokkel maar dan met buste er nog op zou ergens hier in de buurt in een dorp moeten staan. Dat dorp staat op de nog te bezoeken lijst, dat begrijpt u. Waarom de sokkel nog steeds in een parkje staat? Ik heb geen idee. Alweer heb ik geen idee.


In het noorden, aan de rand van de stad ligt een niet al te best onderhouden parkje. Er staat een monument voor de gevallen Russische soldaten in de oorlog van 1876. Zo'n monument vindt je hier in bijna elke stad of dorp. Er vlakbij staat een monumentje dat vertelt dat op 8 september 1944, op die plek de partizanen van Popovo besloten de macht in de stad over te nemen. Dat klinkt allemaal reuze heldhaftig, dat macht overnemen maar het leger van de USSR staat letterlijk voor de deur en dat had op 9 september het hele noord-oosten (waar Popovo ligt) al in handen.

Ok, dit beeld hoort er eigenlijk helemaal niet bij. Het ligt in de graanvelden ten noorden van Popovo. Maar omdat Annet en ik het toevallig vonden en het een mooi voorbeeld van iets dat ik hier "genegeerde beelden" ben gaan noemen zet ik het er toch even bij.

Naast een tractorweggetje staat in een graanveld, op een heuvelig stukje een enorme kei. Op de kei een hamer en sikkel en een tekst die zegt dat in september 1923 op die plek onder leiding van Petar Lazarov de opstandsgroep van Popovo werd gevormd (in 1923 was er een voornamelijk communistische opstand tegen de half fascistische regering). Wat voor de kei lijken twee grafstenen te staan maar of het echt graven zijn en wie er liggen is niet meer te ontcijferen. Van Petar Lazarov staat er een buste in Popovo (zie deel 1). De opstand werd neergeslagen, Lazarov vluchtte en werd vlak bij de Turkse grens neergeschoten. Zijn lichaam werd begraven op het veldje voor de chitaliste in Popovo (waar nu het beeld met het harpje staat). Bij de renovatie van dat gebouw in de jaren '90 werden zijn botten toevallig gevonden. En vervolgens geheel zonder ceremonie of wat dan ook weggegooid. 

Het is allemaal redelijk treurig, die beelden die zo her en der staan zonder dat er iemand echt naar omkijkt. Maar daardoor ook weer prachtig. Ik begrijp er weinig van, van al die beelden. En daar kan ik dan weer erg vrolijk van worden. 

  

zaterdag 14 juni 2025

Henk is geen pieper.

Toen Henk hier een jaar of twee geleden voor het eerst langskwam sleepte hij met zijn linkerachterbeen. Hij schrokte toen een bak brokjes leeg en verdween weer. Dagen later kwam hij weer. Hij sleepte toen met het andere achterbeen. Toch merkte je niets van de pijn die hij gehad moet hebben. Hij gaf geen kik. Henk is geen pieper. 

Elke avond, voor we naar bed gaan krijgt Henk zijn, uit een ver buitenland komend poezenstickje. Hij kijkt daar al de hele avond naar uit. Met verlangende ogen kijkt hij naar me op als ik het staafje in stukjes breek. Soms maakt hij dan een soort pieperig geluid. Een aanzet tot een poging tot miauwen. 

Henk is nogal een stille poes.

Vorige week lag Henk in de middag wel heel erg lang te slapen. En hij lag nog in de zon ook. Dat doet hij anders nooit. Toen ik hem wakker maakte deed hij een korte, harde kreet. Daarna ging hij ergens anders liggen. Die avond zat hij niet klaar voor zijn poezenstickje.

De volgende ochtend ontbrak Henk in de kluwen poezen die om zes uur 's ochtends zat te wachten op brokjes. Iedereen was er. Wim, Anneke, Lenie, Wilma, Steve en Gijs. Maar geen Henk. 

Ik vond hem, veel later, opgerold onder een struik. Hij bewoog nauwelijks en toen ik hem aanraakte kermde hij. 

Belangrijk om te vermelden, Annet was een paar dagen naar Nederland en dus was het poezenpassen mijn hoofdtaak. Fijn. Dat Henk naar de dierenarts moest was wel duidelijk. Ik heb geen rijbewijs, daar kun je lang over praten maar het gaat niet over mij maar over Henk. Ik belde Ali, de taxichauffeur. Ik legde hem het probleem uit en hoewel hij vaak in het weekend niet werkt zei hij dat hij er meteen aankwam. Pas in de taxi bedacht ik me, terwijl hartgrondig Ali de aanstaande Euro vervloekte en zich met een aanhoudend "Warum?" verbaasde over de haat (zijn woord) van het westen tegen Rusland, dat ik de dierenartsen misschien moest bellen. Meneer de dierenarts bleek eigenlijk een operatie in zijn schema te hebben staan maar, ok, kom maar.

Henk werd onderzocht, en nog een keer, bloed werd afgenomen, spuitjes werden gegeven. Mevrouw de dierenarts bleek weer eens beter met gepriegel op de vierkante millimeter. Henk vond er ondertussen overduidelijk helemaal niks aan.

Het was iets, waarschijnlijk, met een ontsteking ergens. Niet echt iets om je heel druk over te maken. Je moet hem gewoon zes dagen deze twee pillen geven. Henk en ik werden nog net niet uitgezwaaid en Ali zei, terwijl hij ons terugreed  "och, och, little kotka" in zijn gebruikelijke mengeling van Bulgaars, Engels en Duits.

Ik weet niet of de lezer poezen heeft. En of die lezer dan misschien wel een goede manier weet om een te grote pil in een klein poezenbekje te krijgen. Bij mij ging er één halve pil verloren die ik verstopte in een smakelijke paste waarvoor elke poes anders echt alles laat vallen maar nu dus niet. De andere helft ging verloren toen ik kleine stukjes pil probeerde te verstoppen in een normaal zo geliefd poezenstickje. Ik geloof dat ik toen licht wanhopig werd. Hoewel ik twijfel aan dat "licht".

De oplossing bleek fijnwrijven met een vijzel, een druppel of twee water erbij, in een spuitje (zonder naald natuurlijk) en dat hup in Henk's onwillige bekje spuiten. Waarna hij mij vol afgrijzen aan ging zitten kijken.

Nu, een week later ligt Henk weer lekker in de schaduw. De ontsteking is verdwenen. Henk kan zich er waarschijnlijk al weer niets meer van herinneren. Geluid maakt hij niet meer al probeerde hij gisteravond, toen hij zijn poezenstickje zonder verstopte pillenstukkjes kreeg wel weer een aanzet tot een poging tot miauwen te doen.

Alles is dus weer zoals het hoort te zijn.

vrijdag 6 juni 2025

Wachten op de geiten.

In 2010 reden Chris en Claire met hun zelf verbouwde bus naar Bulgarije. Bij de grens werden ze, natuurlijk, gecontroleerd. En dat duurde lang, heel erg lang. Er ging één beambte de bus in, daarna nog één en omdat het aantal beambten in Bulgarije eindeloos is daarna nog een paar. Net toen Chris zich zorgen ging maken zei één van de douanemannen dat er echt niets aan de hand was, hun collega wilde ook een kachel in zijn caravan en ze bekeken de constructie.

Ik dacht, laat ik met dat stukje beginnen. Maar voor je het weet gaat de lezer dan misschien een boek vol "leuke" anekdotes over bureaucratie en gelanterfant verwachten. En daarvoor wordt er veel te veel gestorven in het boek. 

Waiting for the goats van Christopher Fenton gaat over het dorp in Bulgarije. Fenton (als ik steeds Chris schrijf valt het misschien op dat ik hem ken) doet alsof het boek in Podgoritsa speelt maar dat is natuurlijk onzin, of dichterlijke vrijheid. Podgoritsa ligt hier 30 kilometer vandaan en Annet en ik rijden er elke week langs, op weg naar weer een hoofdbrekende Bulgaarse les. De enige claim to fame van Podgoritsa is dat het een een prachtige oude houten schuur heeft die zo in "Once upon a time in the west" had gekund. Nee, Waiting for the goats speelt in Palamartsa. Heus. 

Chris omschrijft ergens het boek als (en ik tik het Engels over, het boek is nu eenmaal in het Engels) "a hybrid memoir of self-sufficiency, Bulgarian history, landscape, memory and village tales".

Chris en Claire leven aan een andere kant van het dorp. In de buurt van de schapenfarm. Ze kennen daardoor andere mensen dan de mensen die ik ken. De verhalen zijn daardoor ook weer andere verhalen. In dit dorp zijn veel verhalen. Elk huis heeft weer een ander. Ik herkende daardoor wel veel grote lijnen in het boek, maar de details, de persoonlijke verhalen, die wijken af in elke straat. Wat natuurlijk ook weer mooi is. Het boek, zeker de verhalen over mensen, gaat wel over Palamartsa maar weer helemaal niet alleen over Palamartsa. 

Fenton schrijft beeldend over hoe het is om zelfvoorzienend te leven. Daar wordt soms nogal makkelijk over gedacht, over zelfvoorzienendheid. Maar het is toch vooral heel erg hard werken. En het betekent, en dat was voor een niet diereneter zoals ik wel even slikken, als je heel consequent bent ook dat je je eigen dieren slacht. Maar het boek is geen gids voor zelfvoorzienend leven, net zo goed als het geen geschiedenis van dit dorp is, of een reisgids Bulgarije. Het zijn allemaal dingen die voorbij komen, zoals er hier zoveel voorbij komt. Door de verhalen van, over de bewoners is het vooral en erg menselijk boek.

Ja ok, het is moeilijk om objectief te zijn over dit boek. Ik woon hier. Ik loop hier rond. Ik heb ook naar de kapel gezocht waar Chris over schrijft. Ik heb ook uit moeten zoeken waar die rare schoorsteen boven op de hoge heuvel voor was. Maar, laten we eerlijk zijn, een boek waarin Crass, Kapka Kassabova, Joy Division, rakia, James Joyce, 1923 en het prachtige "The same night awaits us all" van Hristo Karastoyanov voorkomen moet wel een goed boek zijn.

Is er niets te zeuren dan? Jawel. Natuurlijk. Het boek heeft 219 pagina's, maar 219 pagina's. En dat is te weinig. Nu ben ik geen automatische fan van heel dikke boeken maar er staat teveel in Waiting for the goats voor 219 pagina's. Er mist soms, vond ik, lucht. Lucht om te ademen. Er wordt nogal wat gestorven in dit boek, en dat kan ook niet anders in een dorp als dit en daar had, vond ik soms misschien wat meer lucht, ruimte omheen gepast. 

"New Year's day was just like any other and i was back at the cow farm for milk. Our goats were pregnant so their milk had already dried up. Bogdan's mum Maya, was there in her headscarf and baggy floral printed trousers to pour it out and take the coins. [...] 'This is a land of milk and honey', she told me in old fashioned language. 'It always was and will be so forever,' and then she handed me the plastic bottles filled with fresh milk that warmed my hands all the way back down the road."

Christopher Fenton - Waiting for the goats is als eBook (maar een eBook is natuurlijk geen boek maar gewoon een bestandje) of paperback te bestellen bij Amazon.nl voor een luttele 11 euro en nog wat.



vrijdag 30 mei 2025

Even terug.

Ik was een paar dagen in Nederland. Ik zag er erg veel schilderijen, haalde boeken op, sprak veel mensen, zag jazz en regende vaak nat.

De mevrouw die de toegangskaartjes verkocht voor de Daan van Golden tentoonstelling in Schiedam vroeg me of ze mijn postcode mocht noteren. Na een kort overleg met zichzelf zei ze zachtjes, toen ik antwoordde dat ik uit Bulgarije kwam, dat het dan waarschijnlijk niet hoefde.  

Toen de mevrouw van het busje waar Hugo-Hopper op stond bevestigend antwoordde op mijn vraag of ze ook naar Langedijk reed reageerde ik daar verheugd op en begon me in het busje te vouwen. "Maar bent u lid dan?". Ik keek zo verbaasd dat ze het antwoord zelf invulde en me meedeelde dat er zo een busje zou komen waar ik wel in mee mocht. En inderdaad, drie minuten later kwam een zelfde busje, maar nu met de sticker van een ander bedrijf en daar hoefde ik geen lid van te zijn. Al keek de chauffeur alsof hij dat jammer vond.

Ik zag in zes dagen vijf poezen. 

In het BIMhuis was "de meneer die voor het concert erg veel foto's maakt van de instrumenten" er ook na vier jaar nog steeds. Ik maakte ook zo'n foto. Om te kijken of dat nou leuk was, een foto van instrumenten die nog staan te wachten. Ik vond het tegenvallen.

Ik zag in Nederland, en als sociale media gebruiker in het buitenland verbaasde me dat haast, geen groepen plunderende AZC bewoners.

In het Kröller Muller museum was een lege ruimte. Er hing een briefje aan de muur dat meedeelde dat, wanneer je het woord "Time" hardop uitsprak de gelijknamige installatie tot leven kwam. Ik liep een paar keer in en uit en zei elke keer "Time". Ik stopte ermee toen ik het gevoel kreeg dat de lege ruimte dacht in de maling te worden genomen.

In Alkmaar zag ik een schilderij van een erg jonge Johannes de Doper. Ik weet niet meer wie het schilderde, ik weet vrijwel niets over schilderijen waarop je kunt zien wat het voorstelt. Hij leek "hoi" te zeggen, en te zwaaien naar een schaap.

Ik kocht best een prjzige stapel boeken in de boekwinkel in Amsterdam. Ik moest toch betalen, aan een automaat, om te mogen plassen. Ik dronk er koffie en het bedienmeisje sprak geen Nederlands. En ook geen Bulgaars. 

Ik zag in Nederland, en als sociale media gebruiker in het buitenland verbaasde me dat haast, geen groepen marcherende fascisten. 


In het Stedelijk had ik een lang gesprek met een kaartjesverkoopjongen. Maar hij won de discussie vrij flauw door op mijn argument dat het toch raar was dat ik een kaartje moest gaan kopen in het Van Gogh (waar ik dan een polsbandje (een polsbandje!) zou krijgen) om de stukken van Kiefer die tot de collectie van het Stedelijk behoren te kunnen zien, te zeggen "Ik heb de regels niet gemaakt meneer". Nu kwam ik gelukkig voor andere oude bekenden. Dus aan het eind won ik toch. Ha!

Ik sprak met alle mensen die ik wilde zien. Dat was fijn. Nederland was helemaal heel. De treinen reden op tijd en ook nog eens om de paar minuten. Er zaten geen waarneembare gaten in de weg. Alles en iedereen leek op weg te zijn naar iets erg zinvols. Er was op heel veel plekken heel veel te zien, vaal was er ook van alles te koop. Heel veel mensen leken zich daarmee bezig te houden. En alles was heel. Maar misschien zei ik dat al. Nederland functioneerde zich duidelijk drie of veel meer slagen in de rondte. Het was er al met al dus hartstikke leuk. En heel.

Maar ik was, en ben toch erg blij dat ik er niet meer hoef te wonen.

vrijdag 16 mei 2025

Hoe het met ze gaat?

"Nee, volgende week. Woensdag. Om 9.15 stap ik in Popovo op de trein naar Varna en na heel lang rondhangen en een stukje vliegen ben ik om een uur of 6 in het prachtige Eindhoven".

"Oh, de gewoonlijke dingen. Langs vrienden en familie, een stel musea, de boekwinkel en iets met een saxofonist die uit de maat speelt". 

"In Bulgarije? Hier is altijd wat. Er was een gloednieuw aangekochte F16 die net uit de VS was komen vliegen en die het meteen niet meer deed. Volgens geruchten, en alles is hier een gerucht, zou iemand geprobeerd hebben de software te kopiëren en was het vliegtuig daarom op slot gesprongen. Oh, en president Radev heeft voorgesteld een referendum over de Euro te houden. Die moet hier in '26 worden ingevoerd en die beslissing is ook allang genomen door het parlement maar je kunt ook hier niet populistisch genoeg zijn". 

"Met de poezen? Ik neem ze wel even door"

"Hoezo? Je vroeg toch zelf hoe het met ze ging? 

Gijs had laatst iets met een voorpoot en omdat zijn andere been het al niet goed doet kon hij nauwelijks meer lopen. Maar gelukkig gaat het nu weer goed. Als het hier eindelijk eens warm wordt moet hij naar de kapper, meer is er niet. Hij is zijn gebruikelijke wollige zelf Nou ja, hij wordt ouder. Maar daar wil ik het niet over hebben.

Lenie, de zus van Gijs. Liep hier toch altijd een beetje rond met een "Buig voor de Koningin wurm!" houding maar de laatste maanden is ze de gezelligheid zelve. Ze speelt met Gijs, balletjes en zelfs met Henk. Nou ja, zij holt achter Henk aan en die doet alsof hij het allemaal wel prima vindt.

Henk, de meest stoïcijnse poes die ik ooit zag. Wil graag Gijs zijn maar Gijs vindt dat maar niks. Heeft een rare obsessie met het eten dat anderen krijgen. Als die klaar zijn eet hij de restjes brokjes op. Als hij vervolgens diezelfde brokjes krijgt hoeft hij ze niet. Mag graag met een balletje of touwtje spelen en zou graag vaker in een boom klimmen maar zijn achterpoten doen het niet helemaal goed meer. Grote goedzak.

Wim. Zit permanent in een soort van puberteit. Is met grote regelmaat boos op de hele wereld maar vooral op onze andere poezen. Kent geen manieren. Maar slaapt ondertussen wel elke nacht tegen of op het hoofd van Annet. Eigenlijk is het een schatje. 

Anneke woont hier nu overdag vrijwel permanent. Wordt door de andere poezen steeds iets meer geaccepteerd maar ze heeft besloten dat de aanval de beste verdediging is. Alleen Gijs bekijkt ze met een verbaasde "Tjee zeg, wat heb jij een hoop haren" blik. 

Steve die weliswaar van de buren is maar wel elke ochtend bij de slaapkamerdeur op zijn brokjes zit te wachten. Af en toe moet hij weer even op zijn "Nee, jij bent hier niet de baas Steve" plek gezet worden. Daar doet hij niet moeilijk over.

En de nieuwste aanwinst, Wilma. Ze komt nu twee keer per dag langs om te eten. Het lijkt een erg beleefde en zelfs goed opgevoede poes. Miauwt kleine aandoenlijke miauwtjes naar Annet en mij en gromt angstaanjagend naar de anderen. Die komt er wel.