vrijdag 20 juni 2025

(Alle) beelden in de stad Popovo (deel 3)

Ik dacht, ik doe nog één deel en dan is het wel klaar, met de beelden in de stad Popovo. Maar ik begin te vermoeden dat dat niet zo is. Daarom nu maar deel 3 en dan komen de echt goed verstopte zoekbeelden misschien hierna nog een keer.  

Voor de chitalishte (verzamelgebouw van bibliotheek, zalen en meer van dat) van Popovo staat dit beeld van een meneer met een harpje. Ik vind er weinig van. Nou ja, ik moest, ik ben al heel oud, aan Henk Elsink en zijn "Harm met het harpje" denken. Ik heb die conference opgezocht, maar het verleden kun je maar beter het verleden laten.

Vlak voorbij het enorme, oergezellige plein voor het al even oergezellige stadhuis staat deze buste van Petar Ivanov. Ivanov was, en meer kan ik niet over hem terugvinden, partizanenleider van het district Omurtag (die plaats ligt 50 km naar het zuiden) en werd in 1944 gedood. Of dat in Popovo was en of er daarom een beeld van hem in een parkje staat, ik heb geen idee. 

Reuze obscuur vond ik dit beeld dat eigenlijk geen beeld meer is. Het is alleen nog een sokkel. Er heeft ooit een buste van Stamo Kostov op gestaan. Kostov was een helper van partizanen en werd in de oorlog doodgeschoten. Eenzelfde sokkel maar dan met buste er nog op zou ergens hier in de buurt in een dorp moeten staan. Dat dorp staat op de nog te bezoeken lijst, dat begrijpt u. Waarom de sokkel nog steeds in een parkje staat? Ik heb geen idee. Alweer heb ik geen idee.


In het noorden, aan de rand van de stad ligt een niet al te best onderhouden parkje. Er staat een monument voor de gevallen Russische soldaten in de oorlog van 1876. Zo'n monument vindt je hier in bijna elke stad of dorp. Er vlakbij staat een monumentje dat vertelt dat op 8 september 1944, op die plek de partizanen van Popovo besloten de macht in de stad over te nemen. Dat klinkt allemaal reuze heldhaftig, dat macht overnemen maar het leger van de USSR staat letterlijk voor de deur en dat had op 9 september het hele noord-oosten (waar Popovo ligt) al in handen.

Ok, dit beeld hoort er eigenlijk helemaal niet bij. Het ligt in de graanvelden ten noorden van Popovo. Maar omdat Annet en ik het toevallig vonden en het een mooi voorbeeld van iets dat ik hier "genegeerde beelden" ben gaan noemen zet ik het er toch even bij.

Naast een tractorweggetje staat in een graanveld, op een heuvelig stukje een enorme kei. Op de kei een hamer en sikkel en een tekst die zegt dat in september 1923 op die plek onder leiding van Petar Lazarov de opstandsgroep van Popovo werd gevormd (in 1923 was er een voornamelijk communistische opstand tegen de half fascistische regering). Wat voor de kei lijken twee grafstenen te staan maar of het echt graven zijn en wie er liggen is niet meer te ontcijferen. Van Petar Lazarov staat er een buste in Popovo (zie deel 1). De opstand werd neergeslagen, Lazarov vluchtte en werd vlak bij de Turkse grens neergeschoten. Zijn lichaam werd begraven op het veldje voor de chitaliste in Popovo (waar nu het beeld met het harpje staat). Bij de renovatie van dat gebouw in de jaren '90 werden zijn botten toevallig gevonden. En vervolgens geheel zonder ceremonie of wat dan ook weggegooid. 

Het is allemaal redelijk treurig, die beelden die zo her en der staan zonder dat er iemand echt naar omkijkt. Maar daardoor ook weer prachtig. Ik begrijp er weinig van, van al die beelden. En daar kan ik dan weer erg vrolijk van worden. 

  

zaterdag 14 juni 2025

Henk is geen pieper.

Toen Henk hier een jaar of twee geleden voor het eerst langskwam sleepte hij met zijn linkerachterbeen. Hij schrokte toen een bak brokjes leeg en verdween weer. Dagen later kwam hij weer. Hij sleepte toen met het andere achterbeen. Toch merkte je niets van de pijn die hij gehad moet hebben. Hij gaf geen kik. Henk is geen pieper. 

Elke avond, voor we naar bed gaan krijgt Henk zijn, uit een ver buitenland komend poezenstickje. Hij kijkt daar al de hele avond naar uit. Met verlangende ogen kijkt hij naar me op als ik het staafje in stukjes breek. Soms maakt hij dan een soort pieperig geluid. Een aanzet tot een poging tot miauwen. 

Henk is nogal een stille poes.

Vorige week lag Henk in de middag wel heel erg lang te slapen. En hij lag nog in de zon ook. Dat doet hij anders nooit. Toen ik hem wakker maakte deed hij een korte, harde kreet. Daarna ging hij ergens anders liggen. Die avond zat hij niet klaar voor zijn poezenstickje.

De volgende ochtend ontbrak Henk in de kluwen poezen die om zes uur 's ochtends zat te wachten op brokjes. Iedereen was er. Wim, Anneke, Lenie, Wilma, Steve en Gijs. Maar geen Henk. 

Ik vond hem, veel later, opgerold onder een struik. Hij bewoog nauwelijks en toen ik hem aanraakte kermde hij. 

Belangrijk om te vermelden, Annet was een paar dagen naar Nederland en dus was het poezenpassen mijn hoofdtaak. Fijn. Dat Henk naar de dierenarts moest was wel duidelijk. Ik heb geen rijbewijs, daar kun je lang over praten maar het gaat niet over mij maar over Henk. Ik belde Ali, de taxichauffeur. Ik legde hem het probleem uit en hoewel hij vaak in het weekend niet werkt zei hij dat hij er meteen aankwam. Pas in de taxi bedacht ik me, terwijl hartgrondig Ali de aanstaande Euro vervloekte en zich met een aanhoudend "Warum?" verbaasde over de haat (zijn woord) van het westen tegen Rusland, dat ik de dierenartsen misschien moest bellen. Meneer de dierenarts bleek eigenlijk een operatie in zijn schema te hebben staan maar, ok, kom maar.

Henk werd onderzocht, en nog een keer, bloed werd afgenomen, spuitjes werden gegeven. Mevrouw de dierenarts bleek weer eens beter met gepriegel op de vierkante millimeter. Henk vond er ondertussen overduidelijk helemaal niks aan.

Het was iets, waarschijnlijk, met een ontsteking ergens. Niet echt iets om je heel druk over te maken. Je moet hem gewoon zes dagen deze twee pillen geven. Henk en ik werden nog net niet uitgezwaaid en Ali zei, terwijl hij ons terugreed  "och, och, little kotka" in zijn gebruikelijke mengeling van Bulgaars, Engels en Duits.

Ik weet niet of de lezer poezen heeft. En of die lezer dan misschien wel een goede manier weet om een te grote pil in een klein poezenbekje te krijgen. Bij mij ging er één halve pil verloren die ik verstopte in een smakelijke paste waarvoor elke poes anders echt alles laat vallen maar nu dus niet. De andere helft ging verloren toen ik kleine stukjes pil probeerde te verstoppen in een normaal zo geliefd poezenstickje. Ik geloof dat ik toen licht wanhopig werd. Hoewel ik twijfel aan dat "licht".

De oplossing bleek fijnwrijven met een vijzel, een druppel of twee water erbij, in een spuitje (zonder naald natuurlijk) en dat hup in Henk's onwillige bekje spuiten. Waarna hij mij vol afgrijzen aan ging zitten kijken.

Nu, een week later ligt Henk weer lekker in de schaduw. De ontsteking is verdwenen. Henk kan zich er waarschijnlijk al weer niets meer van herinneren. Geluid maakt hij niet meer al probeerde hij gisteravond, toen hij zijn poezenstickje zonder verstopte pillenstukkjes kreeg wel weer een aanzet tot een poging tot miauwen te doen.

Alles is dus weer zoals het hoort te zijn.

vrijdag 6 juni 2025

Wachten op de geiten.

In 2010 reden Chris en Claire met hun zelf verbouwde bus naar Bulgarije. Bij de grens werden ze, natuurlijk, gecontroleerd. En dat duurde lang, heel erg lang. Er ging één beambte de bus in, daarna nog één en omdat het aantal beambten in Bulgarije eindeloos is daarna nog een paar. Net toen Chris zich zorgen ging maken zei één van de douanemannen dat er echt niets aan de hand was, hun collega wilde ook een kachel in zijn caravan en ze bekeken de constructie.

Ik dacht, laat ik met dat stukje beginnen. Maar voor je het weet gaat de lezer dan misschien een boek vol "leuke" anekdotes over bureaucratie en gelanterfant verwachten. En daarvoor wordt er veel te veel gestorven in het boek. 

Waiting for the goats van Christopher Fenton gaat over het dorp in Bulgarije. Fenton (als ik steeds Chris schrijf valt het misschien op dat ik hem ken) doet alsof het boek in Podgoritsa speelt maar dat is natuurlijk onzin, of dichterlijke vrijheid. Podgoritsa ligt hier 30 kilometer vandaan en Annet en ik rijden er elke week langs, op weg naar weer een hoofdbrekende Bulgaarse les. De enige claim to fame van Podgoritsa is dat het een een prachtige oude houten schuur heeft die zo in "Once upon a time in the west" had gekund. Nee, Waiting for the goats speelt in Palamartsa. Heus. 

Chris omschrijft ergens het boek als (en ik tik het Engels over, het boek is nu eenmaal in het Engels) "a hybrid memoir of self-sufficiency, Bulgarian history, landscape, memory and village tales".

Chris en Claire leven aan een andere kant van het dorp. In de buurt van de schapenfarm. Ze kennen daardoor andere mensen dan de mensen die ik ken. De verhalen zijn daardoor ook weer andere verhalen. In dit dorp zijn veel verhalen. Elk huis heeft weer een ander. Ik herkende daardoor wel veel grote lijnen in het boek, maar de details, de persoonlijke verhalen, die wijken af in elke straat. Wat natuurlijk ook weer mooi is. Het boek, zeker de verhalen over mensen, gaat wel over Palamartsa maar weer helemaal niet alleen over Palamartsa. 

Fenton schrijft beeldend over hoe het is om zelfvoorzienend te leven. Daar wordt soms nogal makkelijk over gedacht, over zelfvoorzienendheid. Maar het is toch vooral heel erg hard werken. En het betekent, en dat was voor een niet diereneter zoals ik wel even slikken, als je heel consequent bent ook dat je je eigen dieren slacht. Maar het boek is geen gids voor zelfvoorzienend leven, net zo goed als het geen geschiedenis van dit dorp is, of een reisgids Bulgarije. Het zijn allemaal dingen die voorbij komen, zoals er hier zoveel voorbij komt. Door de verhalen van, over de bewoners is het vooral en erg menselijk boek.

Ja ok, het is moeilijk om objectief te zijn over dit boek. Ik woon hier. Ik loop hier rond. Ik heb ook naar de kapel gezocht waar Chris over schrijft. Ik heb ook uit moeten zoeken waar die rare schoorsteen boven op de hoge heuvel voor was. Maar, laten we eerlijk zijn, een boek waarin Crass, Kapka Kassabova, Joy Division, rakia, James Joyce, 1923 en het prachtige "The same night awaits us all" van Hristo Karastoyanov voorkomen moet wel een goed boek zijn.

Is er niets te zeuren dan? Jawel. Natuurlijk. Het boek heeft 219 pagina's, maar 219 pagina's. En dat is te weinig. Nu ben ik geen automatische fan van heel dikke boeken maar er staat teveel in Waiting for the goats voor 219 pagina's. Er mist soms, vond ik, lucht. Lucht om te ademen. Er wordt nogal wat gestorven in dit boek, en dat kan ook niet anders in een dorp als dit en daar had, vond ik soms misschien wat meer lucht, ruimte omheen gepast. 

"New Year's day was just like any other and i was back at the cow farm for milk. Our goats were pregnant so their milk had already dried up. Bogdan's mum Maya, was there in her headscarf and baggy floral printed trousers to pour it out and take the coins. [...] 'This is a land of milk and honey', she told me in old fashioned language. 'It always was and will be so forever,' and then she handed me the plastic bottles filled with fresh milk that warmed my hands all the way back down the road."

Christopher Fenton - Waiting for the goats is als eBook (maar een eBook is natuurlijk geen boek maar gewoon een bestandje) of paperback te bestellen bij Amazon.nl voor een luttele 11 euro en nog wat.



vrijdag 30 mei 2025

Even terug.

Ik was een paar dagen in Nederland. Ik zag er erg veel schilderijen, haalde boeken op, sprak veel mensen, zag jazz en regende vaak nat.

De mevrouw die de toegangskaartjes verkocht voor de Daan van Golden tentoonstelling in Schiedam vroeg me of ze mijn postcode mocht noteren. Na een kort overleg met zichzelf zei ze zachtjes, toen ik antwoordde dat ik uit Bulgarije kwam, dat het dan waarschijnlijk niet hoefde.  

Toen de mevrouw van het busje waar Hugo-Hopper op stond bevestigend antwoordde op mijn vraag of ze ook naar Langedijk reed reageerde ik daar verheugd op en begon me in het busje te vouwen. "Maar bent u lid dan?". Ik keek zo verbaasd dat ze het antwoord zelf invulde en me meedeelde dat er zo een busje zou komen waar ik wel in mee mocht. En inderdaad, drie minuten later kwam een zelfde busje, maar nu met de sticker van een ander bedrijf en daar hoefde ik geen lid van te zijn. Al keek de chauffeur alsof hij dat jammer vond.

Ik zag in zes dagen vijf poezen. 

In het BIMhuis was "de meneer die voor het concert erg veel foto's maakt van de instrumenten" er ook na vier jaar nog steeds. Ik maakte ook zo'n foto. Om te kijken of dat nou leuk was, een foto van instrumenten die nog staan te wachten. Ik vond het tegenvallen.

Ik zag in Nederland, en als sociale media gebruiker in het buitenland verbaasde me dat haast, geen groepen plunderende AZC bewoners.

In het Kröller Muller museum was een lege ruimte. Er hing een briefje aan de muur dat meedeelde dat, wanneer je het woord "Time" hardop uitsprak de gelijknamige installatie tot leven kwam. Ik liep een paar keer in en uit en zei elke keer "Time". Ik stopte ermee toen ik het gevoel kreeg dat de lege ruimte dacht in de maling te worden genomen.

In Alkmaar zag ik een schilderij van een erg jonge Johannes de Doper. Ik weet niet meer wie het schilderde, ik weet vrijwel niets over schilderijen waarop je kunt zien wat het voorstelt. Hij leek "hoi" te zeggen, en te zwaaien naar een schaap.

Ik kocht best een prjzige stapel boeken in de boekwinkel in Amsterdam. Ik moest toch betalen, aan een automaat, om te mogen plassen. Ik dronk er koffie en het bedienmeisje sprak geen Nederlands. En ook geen Bulgaars. 

Ik zag in Nederland, en als sociale media gebruiker in het buitenland verbaasde me dat haast, geen groepen marcherende fascisten. 


In het Stedelijk had ik een lang gesprek met een kaartjesverkoopjongen. Maar hij won de discussie vrij flauw door op mijn argument dat het toch raar was dat ik een kaartje moest gaan kopen in het Van Gogh (waar ik dan een polsbandje (een polsbandje!) zou krijgen) om de stukken van Kiefer die tot de collectie van het Stedelijk behoren te kunnen zien, te zeggen "Ik heb de regels niet gemaakt meneer". Nu kwam ik gelukkig voor andere oude bekenden. Dus aan het eind won ik toch. Ha!

Ik sprak met alle mensen die ik wilde zien. Dat was fijn. Nederland was helemaal heel. De treinen reden op tijd en ook nog eens om de paar minuten. Er zaten geen waarneembare gaten in de weg. Alles en iedereen leek op weg te zijn naar iets erg zinvols. Er was op heel veel plekken heel veel te zien, vaal was er ook van alles te koop. Heel veel mensen leken zich daarmee bezig te houden. En alles was heel. Maar misschien zei ik dat al. Nederland functioneerde zich duidelijk drie of veel meer slagen in de rondte. Het was er al met al dus hartstikke leuk. En heel.

Maar ik was, en ben toch erg blij dat ik er niet meer hoef te wonen.

vrijdag 16 mei 2025

Hoe het met ze gaat?

"Nee, volgende week. Woensdag. Om 9.15 stap ik in Popovo op de trein naar Varna en na heel lang rondhangen en een stukje vliegen ben ik om een uur of 6 in het prachtige Eindhoven".

"Oh, de gewoonlijke dingen. Langs vrienden en familie, een stel musea, de boekwinkel en iets met een saxofonist die uit de maat speelt". 

"In Bulgarije? Hier is altijd wat. Er was een gloednieuw aangekochte F16 die net uit de VS was komen vliegen en die het meteen niet meer deed. Volgens geruchten, en alles is hier een gerucht, zou iemand geprobeerd hebben de software te kopiëren en was het vliegtuig daarom op slot gesprongen. Oh, en president Radev heeft voorgesteld een referendum over de Euro te houden. Die moet hier in '26 worden ingevoerd en die beslissing is ook allang genomen door het parlement maar je kunt ook hier niet populistisch genoeg zijn". 

"Met de poezen? Ik neem ze wel even door"

"Hoezo? Je vroeg toch zelf hoe het met ze ging? 

Gijs had laatst iets met een voorpoot en omdat zijn andere been het al niet goed doet kon hij nauwelijks meer lopen. Maar gelukkig gaat het nu weer goed. Als het hier eindelijk eens warm wordt moet hij naar de kapper, meer is er niet. Hij is zijn gebruikelijke wollige zelf Nou ja, hij wordt ouder. Maar daar wil ik het niet over hebben.

Lenie, de zus van Gijs. Liep hier toch altijd een beetje rond met een "Buig voor de Koningin wurm!" houding maar de laatste maanden is ze de gezelligheid zelve. Ze speelt met Gijs, balletjes en zelfs met Henk. Nou ja, zij holt achter Henk aan en die doet alsof hij het allemaal wel prima vindt.

Henk, de meest stoïcijnse poes die ik ooit zag. Wil graag Gijs zijn maar Gijs vindt dat maar niks. Heeft een rare obsessie met het eten dat anderen krijgen. Als die klaar zijn eet hij de restjes brokjes op. Als hij vervolgens diezelfde brokjes krijgt hoeft hij ze niet. Mag graag met een balletje of touwtje spelen en zou graag vaker in een boom klimmen maar zijn achterpoten doen het niet helemaal goed meer. Grote goedzak.

Wim. Zit permanent in een soort van puberteit. Is met grote regelmaat boos op de hele wereld maar vooral op onze andere poezen. Kent geen manieren. Maar slaapt ondertussen wel elke nacht tegen of op het hoofd van Annet. Eigenlijk is het een schatje. 

Anneke woont hier nu overdag vrijwel permanent. Wordt door de andere poezen steeds iets meer geaccepteerd maar ze heeft besloten dat de aanval de beste verdediging is. Alleen Gijs bekijkt ze met een verbaasde "Tjee zeg, wat heb jij een hoop haren" blik. 

Steve die weliswaar van de buren is maar wel elke ochtend bij de slaapkamerdeur op zijn brokjes zit te wachten. Af en toe moet hij weer even op zijn "Nee, jij bent hier niet de baas Steve" plek gezet worden. Daar doet hij niet moeilijk over.

En de nieuwste aanwinst, Wilma. Ze komt nu twee keer per dag langs om te eten. Het lijkt een erg beleefde en zelfs goed opgevoede poes. Miauwt kleine aandoenlijke miauwtjes naar Annet en mij en gromt angstaanjagend naar de anderen. Die komt er wel.

zaterdag 10 mei 2025

Je zou het soms zomaar kunnen vergeten.

Er is natuurlijk altijd wel wat. Een poes die apart doet. Serieus "gedoe" met familie in Nederland. Dat er plots vijf rode alarmlichtjes in de auto branden in plaats van de gebruikelijke drie. Dat de erg late vorst er misschien voor gezorgd heeft dat we geen fruit aan de fruitbomen krijgen. Of dat er een afvalstoffenheffingsformulier moet worden ingevuld op het gemeentehuis. 

Allemaal dingen waardoor je het soms zomaar zou kunnen vergeten.

We reden naar Tabachka. Dat dorp ligt maar 50 kilometer verderop maar je doet er meer dan ruim een uur over. De weg probeert het laatste stuk succesvol een aardappelschudmachine te imiteren.

Tabachka is een leuk dorpje. Netjes. Veel huizen zijn er heel. Ze hebben er een bijna aandoenlijk beeld voor de gevallenen in de Balkanoorlogen. Al gingen we er niet daarvoor heen. We kwamen voor de Vodna grot. 

Je rijdt de auto door het dorp en zet hem net over een bruggetje langs de kant van de weg. Daarna klim je over een stijl, brokkelend onhandig maar leuk pad naar boven. 

Op het plateau staat een wegwijzer. Wanneer je naar rechts loopt kom je bij een dreigend bord uit. Het zegt tegen je dat je zonder zeer serieuze ervaring met rotsklimmen hier niet naar beneden moet gaan. Ik durfde niet eens in de buurt van dichterbij de rand te komen. Maar het uitzicht op waar de Vodna grot is is erg mooi.

We liepen, weg van het dreigende bord, in de zon bijna slenterend over het plateau. Aan het eind daarvan zakt het pad langzaam naar beneden tot het punt dat je op een richelachtig pad langs de rotswand loopt. Naast maar vooral onder ons floten zeker 100.000 vogels over dat het mooi weer was en dat ze een prachtig nest gebouwd hadden.

Op twee momenten nam mijn hoogtevrees bijna de macht over. Niet toevallig misschien waren dat de punten dat er handgrepen in de rotsen waren aangebracht. Die had ik kunnen fotograferen, die handgrepen. Maar dat ontschoot me geheel op het moment. 

De Vodna grot bleek een 50 meter brede, redelijke diepe niche in de rots te zijn. Al sinds bijna 5000 voor Christus komen er mensen. In het midden is een soort vijvertje. Al stond dat natuurlijk droog. 

Daarna liepen we terug. Er waren wat fluitende vogels bij gekomen. Ik schat dat het er nu 125.000 waren. We hoorden een harde, zware plons van iets dat in de onzichtbare rivier ergens beneden viel of sprong. Op de terugweg vonden we nog een pad dat naar weer ergens anders ging. Dat doen we een andere keer. 

Soms zou je, door allerlei opdringerige omstandigheden bijna vergeten waar het eigenlijk over gaat. Maar op het plateau boven Tabachka wisten we het weer.



  

donderdag 1 mei 2025

(Alle) beelden in de stad Popovo (deel 2)

Nu het met Gijs al een stuk beter gaat (hij bleek een wond te hebben die iedereen, door al dat haar, over het hoofd zag)(dank voor de getoonde interesse naar de gezondheid van de leukste poes van Bulgarije trouwens) is het handig, voor mijn aandacht verslapt om vlug verder te gaan met de intens zinloze inventarisatie van de beelden in Popovo.

Bijna tegenover onze dierenartsen staat het enige beeld van na de geruisloze overgang in 1989 van socialisme naar kapitalistisme. 

Tsaar Boris III was de niet onvriendelijke maar helaas naar het fascisme neigende laatste koning van Bulgarije. Tijdens zijn heerschappij koos Bulgarije de kant van Hitler Duitsland. Boris III was van Hitler niet bepaald onder de indruk. Bulgaarse soldaten hebben niet of nauwelijks gevochten en vanuit Bulgarije zijn geen joden afgevoerd naar vernietigingskampen. Op de terugvlucht na een gesprek met Hitler in 1943 overleed Boris III onder verdachte omstandigheden. Het beeld in Popovo werd vlot na overgang neergezet namens de burgers van Popovo. Boris III wordt er op omschreven met het woord "vereniger". Lelijke, aan plakletters doen denkende belettering. 

Twintig meter na Boris III staat dit ansichtkaartachtige beeld van spelende kinderen. In de zomer is het beeld nauwelijks zichtbaar door de rap groeiende struiken eromheen. 

Dit beeld van, ik gok een moeder met kind, staat voor een erg groot, en tot voor een maand of drie geleden erg vervallen flatachtig gebouw. Het staat al leeg sinds Annet en ik hier komen maar nu is men het toch aan het opknappen. Hulde. Voor dat opknappen dan. Het beeld zelf, mwah.

Daarna kom je op het enorme en immer lege Alaksander Stamboliyskiplein voor het gemeentehuis. 

Er staat een irritant zoetig beeld van een man en een vrouw op een bankje. Het beeld is verscholen in een bosje. Ik had het van dichterbij kunnen fotograferen maar voor het beeld staat sinds kort één van de drie internetzuilen van het plein. Je zou er gratis mee op het internet kunnen, via bluetooth geluid via boxjes in de zuil kunnen laten horen en dat alles zou werken door een paneeltje met zonnecellen op de zuil. Omdat wij de flauwste niet zijn hebben we twee keer getest wat het deed. Beide keren deed het internet het op geen van de zuilen en één keer deden van één zuil de bluetoothboxjes het. Omdat we nergens terug kunnen vinden wat de zuilen gekost hebben, maar de zuilen wel betaald zijn vanuit een fonds van de EU dat plattelandsgemeenten in arme streken moet stimuleren was het vast geen toeval dat we kortstondig "Suspicious minds" van Elvis over het plein lieten schallen.

Wat verder op het plein staat dit afwijkende vormgegeven beeld. Het moet Tanyu Voivoda uitbeelden. Tanyu was één van de revolutionairen die in 1876 vanuit Roemenië met een groep medestrijders Bulgarije binnenviel om daar een opstand tegen de Ottomanen uit te lokken. Er werd her en der gevochten tot Tanyu en zijn makkers bij Aprilovo door de Ottomanen in de pan werden gehakt. Tanyu's hoofd werd daarna door de Ottomanen door dorpen in de omgeving rondgedragen. Zo om de zoveel maanden gaat er iemand aan het zwaard van Tanyu hangen. Het duurt dan weer een kleine eeuwigheid voor er iemand het weer terugbuigt. Mooi kan ik heb beeld niet vinden maar in ieder geval is het totaal afwijkend van de erg realistische of mierzoete aan de jaren 50 doen denkende andere beelden die ik tot nu toe tegenkwam. 

Dit waren de makkelijk vindbare beelden. Er zijn er meer hoor maar daar moeten we echt naar op zoek. Het volgende deel kan dus, u kunt uitademen, wat langer op zich laten wachten.

vrijdag 25 april 2025

Met Gijs is er altijd wat.

Het tweede deel van "Beelden in de stad Popovo". Hoe het verhaal afliep van die jongen die een ongeluk met zijn motor kreeg, was dat nou een ongeluk of is hij vermoord? Of hoe je met een gps kaart van een lange afstandsloop door een onbekend heuvelig bos loopt. Het had allemaal in een blogje gepast.

Maar met Gijs is er altijd wat.

Toen we Gijs vier jaar terug vonden was hij aan het doodgaan. Broodmager en helemaal uitgedroogd. De dierenarts waar we terechtkwamen vond het maar een rare kat, "Hij kijkt zo vreemd uit zijn ogen, als ik bij het onderzoek wat raars tegenkom laat ik hem inslapen", gelukkig kon ik hem uitleggen dat Gijs loenst. We zijn niet meer naar deze dierenarts teruggegaan, dat lijkt me duidelijk.

Plassen, dat is vrijwel elk jaar wel een groot probleem. Er is ook een verhaal over poepen maar dat is te vies om duidelijk op te schrijven. Hij heeft een keer langdurig vastgezeten onder de metalen poort van de deeltijdbuurman. Als er een hond was langsgekomen was hij kansloos geweest. Van een middel tegen vlooien begon hij angstig vlug te ademen en de keer dat de deeltijdbuurman hem weggekropen onder een tafel vond, helemaal koud en doodziek, die keer scheelde het maar heel weinig.

Toen we dinsdag na een tandartsbezoek (dat had ook nog een leuk onderwerp geweest) thuiskwamen leek er weinig aan de hand. Gijs lag lekker te slapen. Maar even later liep hij naar de tuin en ging daar liggen. En daar bleef hij liggen. Toen ik hem optilde gromde hij. Eten wilde hij niet en zwijgzaam ging hij binnen verder met slapen. Woensdag gebruikte hij plots zijn linkervoorpoot niet meer. Eten deed hij niet, en drinken ook niet. Hij lag, en daarna lag hij nog steeds. Er leek iets ernstigs met zijn voorpoot te zijn, hij gebruikte het niet en piepte en gromde van de pijn. 

Nu zijn Annet en ik over het algemeen ontzettend stoer en eigenlijk gewoon heldhaftig. Maar niet als er iets met de poezen is. En zeker niet als er iets met Gijs is.

Vanmorgen, vrijdagochtend, was er nog steeds niets veranderd, hij hinkte wat naar buiten en ging daarna geheel niet communicatief toch liever binnen op een stoel verder met slapen.

Toen we bij de dierenartsen kwamen (het zijn er twee en echt, als u niet zo ver weg woonde zou ik zeggen, ga naar deze praktijk, er is geen betere en aan woekertarieven doet men hier niet) vroeg de dierenartsmevrouw of we Gijs (ze kan de g van Gijs niet uitspreken maar blijft haar best doen) op de grond wilden zetten zodat ze kon zien hoe hij liep. En daar liep Gijs. En er was helemaal niets te zien van wat voor gebrek of pijn dan ook! Hij was gewoon zijn harige, vrij onbenullige zelf.

Gijs heeft geen gebroken poot. En ook niets anders. En hij ligt nu gewoon lekker in de zon. Wat er gebeurd is zullen we ook deze keer niet weten. En misschien waren er voor de lezer interessantere tekstjes geweest dan verhaal nummer zoveel over een poes. Maar het ging hier wel om Gijs. En er is maar één Gijs! 



zaterdag 19 april 2025

(Alle) beelden in de stad Popovo (deel 1)

 

Het leek me dat na succesvolle serieblogjes als "Bronnen in en rond Palamartsa" en "Verlaten benzinestations" het wel tijd was voor iets cultureels als "(Alle) beelden in de stad Popovo". Popovo is de grote stad vlak bij het dorp waar we wonen. Er wonen maar net iets meer dan 13.000 mensen. En ondanks dat dat niet veel is kom je er om in de (stand)beelden. Het zijn er zoveel dat ik alle maar tussen haakjes heb gezet.

Misschien zou ik eerst moeten omschrijven wat wel en wat niet een beeld is. Maar dat doet me teveel aan mijn oude beroep denken. Dus, ik bepaal. Dat betekent ook meteen dat fonteinen (en er zijn ook idioot veel fonteinen in Popovo) vaak met een beeldje erbij niet meedoen. Ik vind ze allemaal lelijk, saai en ze zijn ze toch allemaal kapot.

Annet vind dat ik een kaartje moet printen en daarop aan moet geven welke straten we gehad hebben. Ik weet niet helemaal zeker of ze me in de maling neemt en of ze deze speurtocht wel serieus neemt. Maar, hierboven een kaartje van Popovo. De rode lijn is de Bulevard Bulgaria (iedereen zegt Bul. Bulgaria), de belangrijkste straat van Popovo. Die doen we eerst. En om dit eerst blog niet te lang te maken doen beelden meer dan 10 meter buiten de Bul. Bulgaria niet mee.

Petar Lazarov. Organisator en leider in het gebeid rond Popovo van de mislukte communistische opstand in 1923. Vrij treurig is dat zijn naam verkeerd gespeld is. Er staat Aazarov in plaats van Lazarov op de sokkel.

Ivan Stoyanov. Dichter en revolutionair. Werd in 1944 doodgeschoten door Bulgaarse soldaten. Van zijn gedichten zijn er maar er een paar bewaard gebleven.

Mara Taseva. Communistsche activiste. De eerste vrouw die in Bulgarije ter dood werd veroordeeld. Ze werd in 1942 geëxecuteerd.

Vasil Levski. Ideoloog en organisator van de Bulgaarse vrijheidsbeweging. Levski probeerde het Bulgaarse volk in opstand te laten komen tegen de Ottomaanse heersers. Dat lukte niet erg maar dat kun je beter niet hardop zeggen in Bulgarije. Er is geen dorp of stad zonder beeld, straat of gebouw dat zijn naam draagt. Levski werd in 1923 opgehangen.

Net binnen de 10 meter grens van de Bul. Bulgaria staat dit beeld waarvan ik jaren dacht dat het gewoon een onbekende liggende man was. Maar, als je goed kijkt zie je iets in zijn hand waarvan ik denk dat het een lasmasker is. Misschien had iemand in de tijd van de socialistische heilstaat een keer een beeld van een noeste arbeider over want in en rond Popovo zijn er geen staalfabrieken of zoiets.

Ok, dit is geen beeld, ik weet het. Maar het is wel een erg apart plaket. Afgebeeld is Georgi Dimitrov. Dimitrov was één van de mannen die de Bulgaarse communistische partij oprichtte. Leider van de mislukte opstand in september 1923. Stond met Marinus van der Lubbe terecht voor de Rijksdagbrand. Was secretaris generaal van de Komintern. Dimitrov leefde in Moskou, was stalinistischer dan Stalin en overleefde de zuiveringen van Stalin door zelf mensen te verraden. Hij werd minister president van Bulgarije in 1946 en overleed in 1949 onder verdachte omstandigheden. Het plaket is ergens vorig jaar deels rood gemaakt en zit in een muur naast een geldautomaat.

En dat was straat één.



donderdag 10 april 2025

Hoe we hier terecht kwamen.

Een nadeel van wonen in Bulgarije is dat er mensen zijn die je, als ze je niet kennen, gemakshalve en zonder nadenken in het rijtje wappie, rechts nationalist, vacinatie-angstige en Eu-hater zetten. Nu moet ik toegeven dat het aantal mensen dat in dat rijtje past nogal groot is in dit land. Zelf sta ik ergens keurig links van Trotski en heb ik al mijn vaccinaties. En mensen die fluitend en gemakkelijk uit een EU land naar een ander EU land emigreren en daarna roepen dat ze een hekel aan de EU hebben, die kan ik met geen mogelijkheid serieus nemen. En dan zeg ik het nog vriendelijk.

Maar goed, waarom zijn we dan hier gaan wonen? 

Toeval. Echt.

Misschien heb ik dit al eerder opgeschreven. Maar het is grondig zeikweer. Het regent, het sneeuwt en nu waait het minstens zo hard als ooit in Den Helder. En door de vorst zou er dit jaar weleens erg weinig fruit aan de fruitbomen in de tuin kunnen komen. Vanwege dat weer bladerde ik door YouTube en kwam een filmpje van Noura en Zeno tegen. En eigenlijk zitten we hier door hen.

Ooit, in een ander leven gingen Annet en ik mee op een trektocht door de Sinaï. De vrouw die de tocht organiseerde was Nederlands maar woonde in Turkije. Daar had ze twee honden. Voor die honden zocht ze, als ze met een reis meeging oppassers. Of wij eens op wilden passen? 

We vonden de honden fantastisch. En de honden vonden ons fantastisch. De reismevrouw verhuisde naar Bulgarije. En waarom zouden we niet in Bulgarije op de honden gaan passen?

Dat is dus, zie ik bij het filmpje staan, tien jaar geleden. 

De reismevrouw verhuisde na twee jaar naar een land waar Nederlanders wel heen willen als ze op vakantie gaan. Haar huis (niet het huis in het filmpje, dat vond ze te groot dus kocht ze een kleiner huis) zette ze te koop op Facebook en in een opwelling, het was zondag en we hadden niets te doen die dag, kochten we het (huizen waren hier toen nog zo goedkoop dat ik het bedrag niet op durf te schrijven). 

Tijdens een vakantie, we zaten op de veranda, zei Annet "Waarom gaan we hier eigenlijk niet wonen?". "Goed idee", of zoiets zei ik. En dat was het. We woonden al een tijd in Den Helder dus als we die stad aankonden dan was Bulgarije ook goed te doen leek ons.

In het filmpje zie je iets van het dorp toen. Al is het dorp nu niet heel veel anders. Maar je ziet voornamelijk de honden, Noura en Zeno. Noura was de grote, Zeno het kleine hondje. Noura ligt achter in onze tuin begraven. Zeno kwam bij de ouders van de reismevrouw in Nederland terecht. Hij is daar gestorven.

Maar, zo kom je dus in Bulgarije als je geen WEF-roeper, vaccinatiehater of rechtsdraaiende nationalist bent. Door twee honden. En God, wat waren dat leuke honden.

donderdag 3 april 2025

Voor de deur zat een poes.


Bij de rotonde vlak voor Targovishte kwamen we tot stilstand. De werknemers van de Khan Krum fabiek, ze repareren er militair materieel, staakten voor de zoveelste keer. Ze zouden graag hun salaris weer eens willen ontvangen. Geen onredelijk verzoek leek me. Toch stonden ze er al voor de vijfde week.

Het voorjaar verloopt hier in Bulgarije zoals verwacht. Niet gehoopt, verwacht. Al heel vroeg was het onbehoorlijk mooi weer. Net toen we de kachels en de kleden voor op de vloer op wilden gaan ruimen begon het te regenen. En dat bleef het doen. Voor aanstaande maandag wordt 15 cm sneeuw verwacht. Dat lijkt me belachelijk maar niet onmogelijk.

Omdat de Bulgaarse les uitviel en omdat we met het druilweer toch wat moesten reden we naar de Nikola Marinov galerie. De galerie, eigenlijk een museum is gevestigd in een gebouw dat doet denken aan een al erg lang geleden verlaten sporthal.


Voor de deur zat een poes. Een beter welkom kun je je niet denken. Meer musea zouden zo'n verwelkomingshuisdier moeten hebben.

Net als bij vorige bezoeken dook er uit een kantoortje een mevrouw op die zich duidelijk verbaasde dat er bezoekers waren. Bij het betalen van de toegangskaartjes was er even onduidelijkheid of wij nu wel of niet gepensioneerd waren. Voor ik bozig kon gaan roepen dat we er toch niet zo heel oud uitzagen (wat ik helemaal niet had gekund want ik weet niet hoe je "er uitzien" in het Bulgaars zegt) bleek dat de kassamevrouw een ander Bulgaars woord van ons verkeerd had verstaan. Iedereen moest lachen, we betaalden de euro toegang en de mevrouw deed het licht aan.

De galerie heeft 2 zalen. De ene met klassiekers (daar schreef ik al eens over) en in de andere hangen wisselende exposities. Deze keer hing er werk van een kunstenaar of vijf. Misschien was de overeenkomst dat ze allemaal in een min of meer realistische stijl werkten. Of hoe noem je dat? Dat je kunt zien waar het over gaat. Ik ben daar niet zo'n voorstander van maar je moet alles een kans geven.

Er hing, en misschien kun je over smaak twisten en moet je dat ook vooral doen, een hoop bagger. Nou ja, ik vond het bagger. Maar Annet vond het ook en meer bezoekers waren er niet.

Dit bijvoorbeeld. Volgens mij kan het zo in de showroom van een badkamerwinkel.

En deze kan zo in een eng, onverlicht tunneltje onder een niet meer gebruikte spoorlijn.

Maar deze, van Nikola Angelov-Garn vond ik best leuk. Reddingsschip heet het.

Of deze van dezelfde schilder. Nieuwe mens heet het. Ik denk dat ze in het dorp nogal zouden schrikken van de nieuwe mens.


Deze vonden we beiden mooi. Elizabeta Jankova maakte ze. Als we een paar duizend Leva op zak hadden gehad hadden we er één gekocht.

In de galerie hangen niet erg veel dingen die ik mooi vind. Maar toch kom ik er altijd erg vrolijk vandaan. De mensen die er werken zijn altijd blij verrast als er iemand komt kijken en er blijkt leven na de bouwvallen en de uitgestrekte graan- en zonnebloemvelden te zijn.

Toen we Targovishte uitreden waren de stakers van de rotonde verdwenen. Het protest van deze week zat er weer op. Maar ik denk dat ze er volgende week weer zullen staan. In de druilerige regen. Of als het echt tegenzit, in de sneeuw.