donderdag 4 december 2025

Mijn leven als gids.

We kozen de mistigste dag sinds mensenheugenis voor het begin van mijn carrière als socialistische monumenten gids. In de auto zagen we nog hoogstens een halve hand vooruit. Maar, het was nu eenmaal afgesproken. Dus dan moet je.

Het was alweer een paar jaar geleden dan Annet en ik het monument vlakbij Strazhitsa vonden. Groot, overwoekerd en op de rand van instorten. Dat herinnerde ik me er van.

Chris, die dit jaar het boek "Waiting for the goats", over Palamartsa schreef vroeg me of ik hem het monument wilde laten zien. Hij had het weer eens, half verborgen vanuit de trein naar Sofia zien liggen en was nu toch wel nieuwsgierig geworden naar wat het eigenlijk was. 

De partizanen van de Gornooryahosky brigade begonnen met vechten in 1941(zo'n beetje toen Duitsland de Sovjet Unie binnenviel) (dat was geen toeval, de meeste partizanengroepen waren communistisch). Ze bezetten wat dorpen, trokken zich weer terug. In 1944 werd er zwaar gevochten in de heuvels en bossen achter het monument. Daarbij vielen onder de partizanen veel doden. Voor hen is het monument in 1976 neergezet (al kun je ook zeggen dat het monument is gebouwd als legitimatie van het communistische bewind).

Er bleek al vlug weinig veranderd te zijn. Hoogstens was het overwoekeren erger geworden. Het was maar goed dat het december was en dat er nauwelijks meer blad aan de bomen of struiken zat. Zo kon je jezelf nog een beetje in de goede richting duwen.

Ondertussen vertelde ik, een goede gids doet zoiets, wat ik wist over het monument aan Chris die er beleefd naar luisterde en net zo verbaasd was als ik toen ik het monument een paar jaar terug voor het eerst zag. Het is echt een groot ding. En het staat daar maar een beetje te vervallen. Genegeerd door bijna iedereen. 

Omdat het ding ook een aardedonker binnen heeft liepen we wat rond met zaklampen. Ik deelde mijn theorie dat de enorme betonnen buitenkant een soort van vlam moest verbeelden, waarschijnlijk omdat er binnen, precies eronder, een eeuwige vlam heeft gebrand. Ik had niet het idee dat mijn theorie echt aansloeg.

In een gangetje dat vol lag met van de muur gevallen puin keek ik aan het eind omhoog. En, zo was er toch iets nieuws, je kon daar omhoogklimmen! Het monument bleek, al is dat heel logisch eigenlijk, hol van binnen. Voor je gaat denken dat ik ook echt omhoog klom, ik heb een absurde hoogtevrees en zeker geen doodswens dus ik bleef beneden. Er zijn grenzen aan wat een gids doet. Chris woont al heel lang in Bulgarije dus die hoef je ook niets te vertellen over de bouwkundige kunsten van Bulgaren, ook hij liet het dus bij constateren. 

Door de nog steeds dikke mist reden we terug. Het was een fijne ochtend. En in de middag begon met het in elkaar steken van een tour langs brokkelige monumenten. U kunt zich opgeven in het reactie veld. De kosten zijn te verwaarlozen en souvenirs zijn er ook niet.



zaterdag 29 november 2025

Maar dat deed ze dus toch maar niet.

Het ziet er gezellig uit, zo op de foto. Veel mensen. Veel gepraat, je hoort het bijna door het beeld heen. Het was de wens van Annet's moeder, die hierna gewoon Betsie heet al was het maar omdat dat korter is dan "Annet's moeder". Maar, het was dus de wens, dat doen ze daar in dat tehuis. De wens was wel naar voren gehaald. Buiten een sorbet eten. Met iedereen. Omdat dat nog kon. 

Maar iedereen die er was, misschien Betsie zelf ook wel, dacht, of wist, dat het bijna klaar was. 

Maar dat was het dus niet. 

Het blog is een beetje een rommeltje de laatste tijd. Net als in het echte leven is het ritme weg. Annet is in vijf weken drie keer naar Nederland gevlogen. En op zeven poezen passen is best leuk maar je hersenen gaan er toch wat raar van doen. Nou ja, of ze gaan raarder doen dan ze al deden.

Betsie kwam dit jaar in een tehuis terecht. Iets kleinschaligs voor dementerende mensen. Er werd erg tegenop gezien, tegen dat tehuis. Maar ze voelde zich er veel eerder dan gedacht best op haar gemak. Ze hielp met aardappelen schillen, want alleen maar zitten, wat is daar nou aan? Net toen iedereen een beetje aan de nieuwe situatie was gewend wilde ze een bord pakken, uit een kast. Het is een beweging van niks. Maar voor je dat kon bedenken lag ze al op de grond. 

Het leek eerst een gebroken heup. Maar dat was het dan weer net niet. Of toch wel, daar wil ik vanaf zijn. Betsie is 92 en, eerder dan ik me realiseerde ging het plots over of ze dan nog wel of niet geopereerd zou worden. Het werd "wel". Ik geloof dat het best goed ging, al blokkeer ik vrij vlug als het over pinnen in benen gaat. Mannen hebben dat, die kunnen nergens tegen. Maar, er werd dus geopereerd. Wat best goed ging. Maar daarna hield het bijna op. Er was een vreemde hoge koorts. Aftakeling, weinig tot geen contact meer, een soort van opgeven misschien. 

"Ik ben levensmoe" heeft ze tegen een dokter gezegd. Wat ik best een heldere gedachte vind. Met pillen en dat soort dingen werd gestopt. Er was altijd wel iemand bij haar. Annet ook, al moest ze daarvoor dan naar Nederland vliegen. 

Maar Betsie ging niet dood. Misschien dat het soms wel bijna zo leek. Ze heeft het geloof ik zelfs een keer aangekondigd, "Roep iedereen maar want ik ga dood hoor". Maar dat deed ze dus toch maar niet.

Annet woont nu alweer drie dagen in Bulgarije. Heel voorzichtig, heel langzaam wordt het iets rustiger. Soms hebben we het alweer over of Gijs nu wel of niet aan zijn oor geopereerd moet worden. Of over waar we een volgende keer gaan wandelen. Of over de absurde gedachte dat Betsie in februari misschien gewoon 93 gaat worden. Al is februari natuurlijk nog wel een heel eind weg.



vrijdag 21 november 2025

Ik vond de grot!


Steek een schep in de grond en je vindt iets ouds. De meeste scheppen in de grond worden hier gezet door de mensen van het Historisch Museum in Popovo. En als ze wat vinden berichten ze daarover op hun Facebookpagina (echte websites zijn hier niet zo populair, te duur enzo). En die berichten jagen je (ok, mij) dan volledig de gordijnen in. Want ze doen het slim hoor, ze vinden een nog intacte Romeinse put, of een prachtig graf van lang geleden, en dat beschrijven ze dan glorieus. En met foto's. En daar gaat het dan "fout", want je kunt natuurlijk nooit zien waar dat wat er gevonden is nu precies staat.

Zo'n beetje links achter het dorp is een heuvel, wij noemen hem "De uitzichtheuvel". Hij kijkt uit over het dorp en er gaan nog wel eens (nou je, heel erg soms) mensen naar toe om te picknicken of zo. Je kunt aan de linkerkant omhoog maar dan moet je over een saai tractorpad. Aan de rechterkant is veel leuker maar dan moet je het dorp uitlopen langs een plek waar je, als je pech hebt, wordt achtervolgd door een clubje wild blaffende honden. Mocht je daar een gezellig beeld bij hebben, gisteren beten ze nog iemand. 

                                      (foto Historisch Museum)

In 2023 vonden de mensen van het Historisch Museum, min of meer per ongeluk, de ingang van een grot. Luid trompetgeschal want de gemeente Popovo had tot op dat moment nog geen grot. Er kwamen grotonderzoekers over en die deelden mee dat de grot iets van 7 meter lang was, en dat hij misschien nog wel verder liep. Iemand gaf als reactie op het Facbookbericht dat hij zeker wist dat er een heel gangenstelsel liep. Tot wel aan Ruse toe. Ruse ligt hier 60 kilometer vandaan. Bulgaren denken graag groots.

                                      (foto Historisch Museum)

Deze week liep ik het dorp uit zonder honden tegen te komen. Waarschijnlijk sliepen ze nog. Aan de rechterkant de heuvel op en dan fijn door het hoge gras en de dicht opeenstaande bosjes heen. Er was niemand, er was zelfs geen konijn of hert. Bovenop de heuvel zou ooit een kasteel hebben gestaan. Dus ik zocht een beetje naar de overblijfselen van ingestorte muurtjes. Maar die waren er natuurlijk niet. Maar er was wel een gat, een best groot gat. De ingang van de al eerder gevonden grot. Ik twijfelde niet. Nee zeker niet. Ik ging daar echt niet in. Weet je hoe claustrofobisch die dingen zijn, grotten? Ik vind de foto's van Historisch Museum al beklemmend. Maar ik weet nu waar de grot is. En dat lijkt me wel genoeg.

                            (foto Historisch Museum)

(Annet is ondertussen weer teruggekomen uit Nederland. En er vandaag weer naar toe gegaan. Je zou er vast een hoop over kunnen zeggen. Maar dat doe ik toch maar niet.)


donderdag 6 november 2025

(geen)

Ze hadden een beetje een "En wat ga je nu met ons doen?'" blik. Of misschien was het eigenlijk een "En hoe zit het met eten? Is er wel genoeg eten in huis? blik. Dat laatste ligt eigenlijk meer voor de hand.

Het is waarschijnlijk iets waar je wel aan denkt voor je naar een buitenland emigreert. Nou ja, ik niet. Ik heb al een tijd geen ouders meer en broers of zussen heb ik nooit gehad. Maar Annet zal er vast wel eens aan gedacht hebben. Dat er iets zou gebeuren met haar moeder. Of een broer of zus. Maar er is een verschil tussen denken en meemaken.

Meemaken is slecht nieuws te horen krijgen om vervolgens in een soort waas op zoek te gaan naar een vliegtuig, een vliegveld en hoe daar te komen. Vanmorgen vroeg ging ze op weg. Taxichauffeur Ali bracht haar naar het vliegveld van Boekarest. Vandaar vliegt ze naar Amsterdam om dan weer met een trein naar het oosten van het land te gaan. Voor misschien/waarschijnlijk/maar je weet het nooit/nee, waarschijnlijk toch waarschijnlijk, haar laatste bezoek aan haar moeder. 

Ik zou natuurlijk best, zonder het voorafgaande mee te delen zo om de week wat op dit blogje kunnen zetten. Vorige week vonden we na veel vloeken en tieren de wel erg goed in doornstruiken verstopte resten van een Romeinse villa. Of een herfstrondje, dat had ook gekund. Maar, dat zou gekunsteld zijn. Niet echt enzo.

Maar tegelijkertijd ben ik ook niet zo van de kommer en kwel of erger stukjes. Er zijn vast mensen die dat kunnen. Maar mijn zinnen worden er dan niet beter op. 

Ik blijf hier in Palamartsa. Er moet iemand tegen Gijs zeggen dat hij beter niet van die muur af kan springen, of tegen Wim dat hij Anneke niet achterna moet zitten. Maar dat schrijf ik misschien later nog wel eens op. Een keer. Al heb ik geen idee wanneer.

zaterdag 25 oktober 2025

Ik begrijp ze steeds beter, die arbeidsmigranten.

Het hondje heet Jacko, hoe de man zelf heet vergeet ik altijd. Soms, zoals afgelopen week kom ik hem tegen als ik een stukje ga lopen. Aardige man, en hij is de enige in het hele dorp die zijn hond aan de lijn uitlaat. Hij vertelde dat het hondje eigenlijk van zijn dochter is. Maar de dochter is in Nederland gaan werken. We vergeleken even de inwoneraantallen. Nederland 18 miljoen, Bulgarije 6 miljoen. Zijn dochter had net een huis gekocht in Nederland. Ze werkt daar als Digitale Manager. We wisten alle twee niet goed wat dat precies was. Maar het leek ons een knappe baan.

Zo'n drie jaar terug werd er hier een vrij gigantische fraude ontdekt bij de aanleg van de Hemus snelweg. Rond de 55 miljoen leva (tussen de 25 en 30 miljoen euro) werd weggesluisd  naar, ik dacht Dubai. Afgelopen week werd in het parlement door een oppositiepartij voorgesteld een commissie op te richten die zich bezig zou gaan houden met achterhalen waarom er voor die fraude nog steeds niemand is aangeklaagd. Het voorstel werd verworpen.

De zoon van de buren werkt al sinds jaren als boekhouder in Londen. De zoon van Anneta, die ons onze eerste woordjes Bulgaars leerde, werkt als vrachtwagenchauffeur in Spanje. De zoon van Ali de taxichauffeur werkt in Gent. Hij repareert er treinen. 

Ook weer afgelopen week werd in het parlement voorgesteld om een commisssie te laten kijken naar het verloop van de burgemeestersverkiezing in de stad Pazartsjik. De signalen van fraude, het kopen van stemmen en andere onrechtmatigheden waren wel heel erg sterk. Het voorstel werd verworpen.

Petar, onze andere buurman werkte een tijd in Italië. Ali de taxichauffeur werkte zelf in Duitsland. Vladimir, die we tegenkwamen in een supermarkt was conciërge op een school in Den Haag. Fatme, die op de boerderij aan de rand van het dorp woonde werkt nu ergens in Duitsland.

In één van de wijken van Sofia moest het vuilnis ophalen worden aanbesteed. Er deden twee bedrijven mee. Van het ene bedrijf vlogen in een week tijd drie vuilniswagens "spontaan" in brand. Het andere bedrijf vroeg 3 maal zoveel als verwacht voor het ophalen van het vuilnis. De gemeente weigerde dit te betalen. Er wordt nu geen vuil opgehaald. 

De zoon, of dochter, daar wil ik van af zijn van Dancho die op de hoek van de straat woont heeft een tuindersbedrijf in Ierland. De dochter van Mustafa werkt al jarenlang voor een distributiecentrum in Nederland. 

Het gemiddelde maandloon in Bulgarije ligt, bruto, tussen de 1500 en 3500 Lev (deel het door 2 en je hebt de euro bedragen). Het gemiddeld maandloon in 2024 was in Nederland 3875 euro (vermenigvuldig het met 2 en je het het getal in Lev). 

En het is klein hoor, maar toch. Vlak buiten het dorp is een illegale vuilnisdump. Voornamelijk bouwafval ligt er. Begin dit jaar werd de plek afgesloten. Een beetje op z'n Bulgaars, aarden walletje met een greppel er achter. We zagen zelfs een beveiligingsbedrijf er controlerend langs rijden. Ik liep er deze week toevallig langs. Er was een groepje struiken verwijderd en langs de aarden wal en greppel was gewoon een nieuw weggetje aangelegd. Het eerste verse bouwafval lag er al weer.

Ik begrijp ze steeds beter, die arbeidsmigranten.




zaterdag 18 oktober 2025

Stemmen is nog een heel gedoe.

De laatste keer dat we mochten stemmen kregen we onze stembiljetten, drie weken na de verkiezingsdag licht gekreukt terug van Nelly van de post. Ze lachte er een beetje besmuikt bij. De stembiljetten waren niet verder dan Sofia gekomen.

Nederland heeft het stemmen vanuit het buitenland prima geregeld. Je schrijft je een keer in via de website stemmenvanuithetbuitenland.nl en daarna krijg je keurig en ruim op tijd alle papieren toegestuurd. Al kan er daarna nog van alles misgaan natuurlijk.

Dit jaar ging het bij mij bijna verkeerd. Weken geleden ging ik naar Sofia om mijn paspoort te verlengen bij de ambassade. Dat leek allemaal Nederlands efficiënt te verlopen. Tot ik nooit meer iets hoorde over mijn paspoort. Vroeger verlengde ambassades zelf paspoorten maar, bezuinigen, bezuinigen, dat werk wordt nu in Nederland gedaan. En dat duurt natuurlijk veel langer. Na een week of negen begin ik me toch wat zorgen te maken. Ik zal de lezer verder mijn licht gekmakende zoektocht langs naar niets verwijzende websites en geautomatiseerde telefoonnummers besparen maar, pas nadat iemand me, misschien per ongeluk, het mailadres van de ambassade in Sofia stuurde kwam het goed. Mijn paspoort lag daar al een tijdje op me te wachten. Het, ongetwijfeld geautomatiseerde email bericht was niet verstuurd. Maar daarna ging het snel. Een koerier bracht het naar het dorp en Godlof, ik was weer Nederlander.  

Met een ingevuld stembiljet ("Doe het stembiljet in de witte envelop", "Doe de witte envelop met de stempas en een kopie van een paspoort(!) in de oranje envelop") gingen we naar het postkantoor. Het postkantoor is een hokje in het gemeentehuis, koud in de winter en overdadig warm in de zomer. Je brengt er post, haalt er post, je kunt er de elektriciteit betalen en je pensioen ophalen (het is goed om te weten wanneer de pensioendagen zijn, je moet dan hemeltergend lang wachten).

Wacht, wat uitleg. De post in Bulgarije is een staatsbedrijf. Voor je gaat juichen, het is een intens inefficiënt en al jaren over de rand van het faillissement glijdend bedrijf. Ik was jarenlang ideologisch voorstander van staatsbedrijven maar dat was dus voor ik in Bulgarije ging wonen. De post, een langzame hel. Het openbaar vervoer, tragisch slecht met onbehoorlijk onbeschofte mensen. Al moet ik toegeven dat alles wat aan de markt wordt overgelaten niet veel beter werkt.  

Wat weken terug moest de minister die over de post gaat in het openbaar toegeven dat sommige postkantoren al jaren het geld dat ze ontvingen van klanten die de elektriciteit kwamen betalen niet doorstuurden naar het stroombedrijf maar zelf hielden om de huur, de salarissen en het hout voor in de kachel te betalen. Vraag me niet hoe het kan, maar hier kan het.

Nelly, zij van de post, moet het hele adres wat op de envelop staat intikken in een rammelend automatiseringsprogramma, als ze alles (ja, ook de afzender) in allerlei vakjes heeft getikt komt er een barcode uit een printertje en dat gaat dan op de envelop. Per envelop duurt het ongeveer 6 minuten. Omdat het nog veel langer duurt als ze westers schrift naar cyrillisch om moet zetten (nee, daar is op het postkantoor geen handig programmaatje voor) besloot ik deze keer maar mijn stembiljet naar de ambassade in Sofia te sturen, zo bleek het adres gewoon in het cyrillisch en Sofia ligt ook veel dichterbij dan Den Haag. Drie weken lijkt me overbrugbaar. 

Nadat we Nelly hadden beloofd dat we dit jaar geen kerstkaarten meer zouden sturen, ze was met het omzetten van alle adressen bijna een dag bezig geweest, liepen we naar huis. Daar las ik over de verkiezingen in Pazardzjik. Er waren schimmige mannen met dikke pakken bankbiljetten in auto's met ondoorzichtige ramen gesignaleerd. Stemmen, vooral die van armere Roma werden gekocht, zo werd gezegd, voor 50 leva (25 euro). Deze laatste verkiezingen werden gehouden omdat de vorige ongeldig was verklaard, wegens omkoping en andere onrechtmatigheden. 

Het is hier altijd wat. En vaak is het erger.



vrijdag 10 oktober 2025

Anneke vloog door de lucht.

"Nee, ik denk dat Annet net een uurtje in de trein zat. Die is even naar Nederland, familie enzo. Ze was misschien net bij Targovishte toen ik buiten een hels geblaf en kattengekrijs hoorde. Toen ik buiten kwam zag ik nog net Anneke door de lucht vliegen. Wat? Ja, letterlijk vliegen. Waarschijnlijk had een hond haar in zijn bek gehad en ... nou ja, ze vloog. Er waren twee honden. Ze kon nog net een boom in klimmen. Nee, honden van de dronken herder die ook grafdelver is. Klote honden, ze lopen vaak door het dorp, op zoek naar dingen om in te bijten. Nee, ik heb ze weggejaagd en Anneke kwam daarna wel uit de boom maar ze had duidelijk pijn. Gelukkig kwam ze naar binnen en sloeg ze niet op de vlucht. Ik kon een wond zien zitten dus heb ik de dierenarts en de taxi maar gebeld. Ja, ik weet het, geen rijbewijs hebben is hier niet handig maar, nou ja. Ali de taxichauffeur die ik altijd bel was er vlot, kankerde in de auto zoals altijd op de politiek "Alles scheisse, scheisse maffia", hij heeft ooit een tijd in Duitsland gewerkt maar hij wist nog precies naar welke dierenarts ik wilde. De dierenarts vond bijtplekken en wonden, misschien een gebroken rib, hechtingen, injecties, het is niet ongewoon. Het komt wel goed, we halen haar zaterdag weer op. Toen ik weer thuis kwam moest ik Gijs van het dak halen, ondertussen was het gaan regen. Maar die wilde ondanks de regen niet naar beneden. Doodsbang voor honden is hij. Ooit zelf in zijn buik gebeten. Wat? Nee, ik heb hem van het dak getild."

"Regen, heel erg veel en dan nog meer regen. De godganselijke dag en nacht regende het. Drie en halve dag. Ja ja, ik weet het in Nederland regende het ook. Maar hier was zo'n beetje heel Bulgarije veranderd in een Code Rood melding. Idiote hoeveelheden water zijn er gevallen. Er waren aardverschuivingen, wegen waren geblokkeerd omdat halve bossen op de rijdbaan gleden. Er zijn dorpen ontruimd en aan de kust kwamen drie mensen om. Nee, waarschijnlijk omdat de nieuwbouwwijk waar ze in woonden in een droge rivierbedding was gebouwd. Nee, dat klopt, dat zou ook niet moeten mogen. Maar zoals Ali de taxichauffeur al zei "Scheisse maffia", ook waar je niet mag bouwen doen "ze" dat wel. Nee? Had je er niets over gehoord? Ach, Oost Europa komt vaak alleen in het nieuws als er iets te zeuren is over presidenten die van Putin houden enzo". 

"Nee, het is raar, maar ook toen het de hele dag en nacht fors regende kwam er nog steeds overdag geen water uit de kraan. Dat duurt nu al sinds half juni. Nee, ik snap het ook niet echt. Wat je altijd hoort is dat het dan het afgelopen jaar niet genoeg gesneeuwd heeft. Maar als we moeten gaan wachten tot het weer gaat sneeuwen. Ach welnee, nee, nu blijkt dat er ergens een enorme breuk in een waterleiding buiten het dorp zit. En, hoe handig, omdat het zo idioot veel geregend heeft kan er geen graafmachine bijkomen want alle "wegen" zijn veranderd in zompige modderstroken. En voor die droog zijn zijn wel wel weer een week of wat verder".

"Nee, die komt vannacht weer terug. Morgen gaan we Anneke halen en dan is alles weer normaal. Het is droog, er komt geen water uit de kraan. Al met al, alles is weer zoals het was".

zaterdag 4 oktober 2025

Ik kocht twee paar wandelsokken.

Het was zondag en we gingen sokken kopen. Wandelsokken. In de oude zaten gaten en hoewel je daar weinig van merkt hoort het niet. Omdat de dichtstbijzijnde wandelsokkenwinkel een Decathlon in Veliko Tarnovo is en die plaats anderhalf uur verder ligt konden we meteen testen of de Volvo, die de laatste tijd vaker bij een garage was dan dat hij voor de deur stond het weer goed deed.

Ik denk, ik zet het er maar even bij. Dat men niet gaat denken dat het enige dat we hier doen het zoeken naar obscure en vervallen socialistische monumenten is. 

Na een tijdje rijden over wegen die al net zo druk bevolkt waren als het gemiddelde wandelpad kwamen we in Draganovo. Nu stond daar een monument dat ik graag even wilde zien maar dat had ik pas gezegd toen we al onderweg waren. Annet wordt ook wel eens wat moe van mijn monumentenafstreeplijst.

Ik zal eerlijk zijn, het viel nogal tegen. Het blijft natuurlijk het enige monument op de hele wereld voor "De internationale" maar, nou ja, ze hadden er wel iets creatievers van kunnen maken dan iets dat sprekend lijkt op de klokkentoren van een mislukt brutalistische kerkgebouw. Wel aardig om te weten is dat na de geluidloze omwenteling van 1989 de plaat met de tekst van de eerste twee strofen van "De internationale" werd gestolen. En dat de bevolking van Draganovo geld inzamelde om de tekst opnieuw aan te brengen. 

Omdat het monument nogal tegenviel dwaalden we wat door het verlaten centrum van de plaats. We kwamen een grote lagere school tegen (die nu voornamelijk leeg zal staan) met een enorme schildering op de muur.

Bloemen, gewassen, vrolijke mensen met uitgestrekte handen. Dat herkende ik wel. Maar wat was dat rare ding bovenaan de schildering? Een maancapsule? Een douche? Een tijdmachine? Toen we na een tijdje vruchteloos raden het schoolplein afliepen kwam er een vrolijk kwispelend hondje aanlopen. Je zag aan zijn ogen dat hij het antwoord op onze vragen wist. Maar ook dat hij het niet ging vertellen. Zo zijn ze, die Bulgaarse hondjes.

Draganovo was nog steeds leeg toen we op de muur van een haveloos postkantoor deze muurschildering zagen. Stalin en Dimitrov (Dimitrov was de eerste president van Bulgarije en een groot fan van Stalin. Al gaan er hardnekkige en onbewijsbare geruchten dat Stalin hem liet vermoorden). Nu is het misschien voor mensen in het westen een schouderophalende afbeelding. Maar je zou kunnen zeggen dat, als je de afbeelding zou willen vergelijken met iets, stel je een nu nog bestaande muurschildering van Hitler met Mussert op het postkantoor van zeg Hoogeveen of Anna Paulowna voor. 

Naast de hoofden was een tekst nog vaag leesbaar. "Voor de 70ste verjaardag van de grote Stalin" en dan iets met procenten en het woord "overwinning". Stalin werd 70 in 1948, het jaar dat Bulgarije een communistisch land werd. Als de tekst echt zo oud is zou dat betekenen dat de muurschildering er al 77 jaar is. Maar vooral, niemand heeft het ding in de 36 jaar na 1989 over-, of beter weg geschilderd. Niemand.

We reden verder naar Veliko Tarnovo, naar het winkelcentrum waar de Decathlon is. Dat winkelcentrum was een stuk groter geworden sinds ons laatste bezoek. Ik kocht twee paar wandelsokken, en betaalde ze contactloos. We zagen een grote winkel met allerlei spullen voor dieren, er waren kledingzaken en een supermarkt met dingen voor de tuin. Op straat lagen wat verwaaide zakjes waar MacDonalds maaltijden in hadden gezeten. 

Er zijn momenten dat ik dit land snap. Maar afgelopen zondag snapte ik eigenlijk alleen het vrolijk kijkende hondje




donderdag 25 september 2025

Het dorp waarin we wonen (deel 4)

Ik geloof dat dit eerder "De buurt waarin we wonen" heette maar omdat we nu toch te ver van Ulitsa Pirin 6 verwijderd raken maak ik van buurt maar dorp.

Vandaag gaat het naar de linkerkant van het dorp. Maar eerst nog een stukje dorpsplein. Op de foto hierboven zie je nog een glimps van de oude school. Die is natuurlijk allang gesloten. In Palamartsa woont nog maar een enkel kind. Die gaat met de brakke schoolbus naar Popovo. Op de foto zie je rechts een berg asfaltschaarpsel liggen. Dat kun je gebruiken om kuilen in de niet verharde straten te dichten. Alleen de doorgaande weg is geasfalteerd. 

Na het plein ga je linksaf en dan meteen weer rechts. Voor je het erg smalle straatje, misschien is het meer een steegje in gaat zie je één van de bijzonderheden van Palamartsa. Waarschijnlijk is dit het enige dorp in heel Bulgarije met een Thais restaurant. Het zit natuurlijk wel dicht. Het restaurant is van Tui en het werd als een soort hobby project voor haar gebouwd door haar IJslandse man. Het bouwen duurde jaren. En daarna moest er nog vergunningen komen, dat duurde ook weer erg lang. En daarna kwam de COVID. Ik denk niet dat het ooit nog open gaat. Tui verkoopt nu één maal per maand haar eten op de markt. Ik geloof niet dat ze er van hoeft te leven.

Het is een verraderlijk straatje, of steegje. Er komt nauwelijks zon en na sneeuw en vorst blijft het daar nog wekenlang spekglad. Vallen is vrijwel gegarandeerd. Alle huizen in de straat staan leeg. 

Dit is een voorbeeldhuis. Het is ooit verkocht. Met het opknappen is wel begonnen, ik gok door Engelsen want er hangt een slinger met Engelse vlaggetjes. Maar het is nooit afgekomen en het huis staat alweer een lange tijd leeg. 

Als je met de bocht in de straat meeloopt is er rechts een kleine boerderij waar nog een oude mevrouw woonde. Die is overleden en ook dit huis staat leeg. Niet op de foto staat het huis wat daarna weer komt. Daar wonen Bulgaren die een paar kleine hondjes hebben. Echte helden zijn het. Ze bekijken je als je langsloopt vanaf hun bankje in de zon. Als je voorbij bent beginnen ze stoer te blaffen. Al stoppen ze daarmee als je je omdraait. 

Dit huis was lang een bouwval maar de laatste twee jaar wordt er zo af en toe aan gewerkt. Er zit al een keurig dak op dus wie weet gaat er ooit iemand in wonen. Al hoeft dat niet.

Dit huis staat iets verder en hoewel het nieuwe kozijnen heeft gekregen (je gaat hier op de raarste dingen letten) woont er niemand. Na dit huis staat er her en der nog een vervallen huis maar daar woont alleen heel soms in de zomer een zigeunergezin. Die komen naar het dorp om voor een schijntje abrikozen en aardbeien te plukken. 

En dan is het dorp klaar. Buiten begint. Er loop daar een weggetje maar dat wordt maar een paar maal per jaar gebruikt door vrachtwagens met gekapte bomen. Er zitten ook veel te veel gaten in om te dichten met het aanwezige asfaltschraapsel. Maar je komt hier niet om van mooi asfalt te genieten.

woensdag 17 september 2025

Stefan is er niet meer.

De eerste keer dat ik me Stefan Hoegen echt herinner was van toen hij als accountmanager bij een gesprek zat dat ik had met iemand van de financiële administratie. Het was zo'n van kwaad tot veel erger gesprek. Ik werd boos, de meneer van de financiële administratie reageerde daar geïrriteerd op en daarna werd het een schreeuwwedstrijd die maar zelden in het bibliotheek vak plaatsvond. Stefan suste de ruzie na een tijdje maar ergens in zijn ogen kon je zien dat hij het geschreeuw ook best een verfrissende afwisseling vond.

Stefan zou niet gewild hebben dat ik dit stukje schreef. Omdat hij het liefst op de achtergrond bleef. En omdat hij dan nog geleefd had natuurlijk.

Als accountmanager kwam Stefan, een paar maal per jaar langs in de bibliotheek om, tja, misschien om te praten over hoe diensten bevielen, over nieuwe producten. Misschien. Zoiets. Als hij in Langedijk kwam, wat een veel te kleine bibliotheek was voor allerlei modernerigheid, was het altijd een mooie gelegenheid om het over mijn wanhoop over het veranderde bibliotheekwerk, de staat van de wereld in het algemeen en D'Angelo in het bijzonder te hebben. Al schreef hij de steekhoudende dingen altijd netjes op. 

Stefan zag in 1988 Prince spelen in het Paard van Troje in Den Haag. Niet omdat hij nou zo heel ontzettend graag bij die aftershow aanwezig wilde zijn maar omdat hij 's nachts langsliep en aan de portier vroeg waarom het zo druk was op een doordeweekse dag. Ik heb hem nooit gevraagd of hij het eigenlijk een goed optreden vond. Dat hij erbij was geweest was al genoeg.

Zover ik weet studeerde Stefan ooit sociologie. En deed hij een tijd de marketing van het Centraal Boekhuis. Al weet ik dat pas sinds ik hem voor het laatst zag, ergens in het voorjaar toen ik in Nederland was.

De eerste mails die ik van hem kreeg komen zo'n beetje uit 2011. Slechts hoogst zelden gingen ze over werk. Linkjes naar filmpjes van obscure reggaeartiesten, ingewikkelde betogen over de filosofie, wat te doen bij het hebben van teveel fruitvliegjes en vooral erg veel fijne zinnen over mensen die hij zomaar in Den Haag zag en sprak, over dat soort dingen kun je het beter hebben vond hij. 

"Beter: het was nog heel rustig, vrijwel niemand, maar wel: een gezelschap van vier gesluierde Marokkaanse vrouwen in het zand. Twee van middelbare leeftijd, twee in hun twenties. De jongsten waren druk met hun cellphone en droegen allebei een fel gekleurd lang gewaad en een witte Hijab, strak om het kapsel. Een van hen had daarbij een kunstroos bij haar rechteroor; een geheel andere setting natuurlijk, maar ik moest toch denken aan Gaugain: Tahitian Women on the Beach (1891). Op uiterst gepaste afstand keek ik uit over de zee, maar net binnen geluidsafstand, luisterend naar een symfonie van vier stemmen die thuis waren in een gemeenschap zonder de idiote mannen erbij. Toen zij rond 8:40 opstonden zag ik de gezichten, de uitzonderlijke schoonheid van de jonge vrouw met de kunstroos rijmde op de genade van het felblauwe hemel. Zij klopte het zand uit haar sneakers en ik zag spierwitte enkels en voeten: geen zonnestraal heeft ooit haar huid gekust. Toen de vrouwen mij passeerden op weg naar de trap, zeiden zij mij vriendelijk gedag en ik mompelde iets over de windturbines …"

Van heel veel dingen uit het leven van Stefan weet ik helemaal niks. Misschien gaat dat zo bij mannen, die praten liever over of "Live in Seattle" van John Coltrane nu een fantastische plaat was (Stefan) of een irritante oefening in onafgebroken atonaal blazen (ik) dan, nou ja, dan over andere dingen.

Stefan ging in april van dit jaar met pensioen. Met wat hij daarna ging doen was hij al een tijd bezig, misschien zou hij filosofie gaan studeren. Maar misschien ook niet. Hij zat er wel een beetje mee, met dat pensioen. Al kon hij dat bedachtzame ook geloofwaardig weglachen. Hij zou nog dit gaan doen, of dat, en hij wilde ook wel op onze poezen komen passen.

In de laatste mail die ik van hem kreeg ging het over een stuk dat hij ergens gelezen had maar hij twijfelde of hij de link zou sturen, het was een erg conservatief stuk en hij wilde toch vooral geen mopperende oude man zijn. Waarna ik hem schreef dat hij niet moest zeuren en dat hij nu eenmaal een mopperende oude man was, sturen die link.

Er kwam geen antwoord.

Stefan moet ergens in die tijd een hartstilstand hebben gekregen. 

Hij zal gemist blijven worden.







vrijdag 12 september 2025

Er is niet altijd een verhaal.

Linksom of rechtsom, het is een eind lopen naar Kerk nr. 1. Linksom duurt veel langer maar is leuker, rechtsom is saaier. Kerk nr. 1 is oud, erg oud. Uit de 5e of 6e eeuw of iets dergelijks. Hij ligt niet erg in de loop. Je moet er naar zoeken. Al is het niet zeker dat je hem ook vindt.

We waren al een tijd niet meer wezen kijken in Missionis, de oude stad in de heuvels bij Targovishte. We waren er zo vroeg dat de niet heel grote parkeerplaats pleinvrees gevend leeg was. 

Bossen zijn er veel in Bulgarije. En vaak zijn het enorme of een ander groots woord bossen. Toch is er van geen enkel bos een kaart of zoiets te vinden. Er staat ook nooit een handig bord met paden of routes bij de ingang. "Daar is het bos. Je vindt het verder wel he?", lijkt het idee. Voor Missionis vond ik lang terug via allerlei vage websites gps bestanden voor de zogenaamde Missionis Trail. Die Trail is een jaarlijkse hardloopwedstrijd over de hellingen van het bos. Van beneden naar boven, en weer terug, en weer naar boven en dat nog een paar keer. Alleen van de kaartjes krijg je al kramp in de kuiten.

We hijgden ons een weg naar boven. Al was boven veel verder weg dan we ons konden herinneren. We bekeken daarom erg regelmatig het uitzicht. Erg mooi. Gut, nou zeg, mooi hoor. 

Pas op de weg naar beneden herinnerde ik me Kerk nr. 1. Die staat ergens links van het pad, in een donker deel van het bos. Hij staat daar al eeuwen. Al is wat er over is van het gebouw pas in 1962 gevonden.

Wat anders was geworden was het geïmproviseerde altaar. Het was er een eerdere keer ook al maar nu stond er een klein glaasje met even zo kleine kaarsjes. En een glazen bakje waar je geld in kon doen. 

Je ziet dat vaker hier, kleine zelfgemaakte altaartjes bij of in opgravingen. Er zijn er op het terrein van Missionis zeker nog twee. Er is er één in de kerk bij Pliska. En volgens mij ook in Veliki Preslav. Ik heb geen idee hoe ze ontstaan, wie de eerste keer de iconen meeneemt en neerzet, of waarom. Wie er besluit dat er daar, op die plek een klein altaartje komt. En wie heeft de kaarsjes mee genomen die bij Kerk nr. 1 stonden? Wanneer gaat er iemand kijken of de kaarsjes al aangevuld moeten worden? Wie neemt het geld mee? En wat denken archeologen er van (bij Missionis wordt elk jaar nog gegraven)? Hebben die niet iets van "Ja hallo, dit is een heuse opgraving en van groot belang ook nog eens!" en halen zij dan zo'n altaartje weg?

We staken twee kaarsje aan. Meestal doen we er meer. Er zijn tenslotte steeds meer mensen om te herinneren. Maar omdat we niet wisten wanneer iemand de kaarsjes aan zou komen vullen lieten we het bij twee. 

vrijdag 5 september 2025

Zondagsrijders

Omdat het zondag was deden we zondagse dingen. We hadden een stuk kunnen gaan lopen maar het jachtseizoen is net geopend en veel vertrouwen in de oplettendheid van de helden die met een enorm geweer op een heel klein vogeltje schieten heb ik niet, dus reden we een stukje langs, het wordt voorspelbaar, oude socialistische monumenten.

Op Google Maps staat een tekentje aan de rand van het onooglijke dorpje Dolets. De beschrijving bij het tekentje liet weten dat daar een monument stond voor Arco Ovcharov. Er was nergens ook maar iets over Arco te vinden maar toch, je krijgt niet zomaar een monument. De weinige inwoners van Dolets keken met toenemende verbazing hoe we ons, in de forse Volvo over een steeds brakkiger wordend weggetje naar de aangegeven plaats begaven. Daar aangekomen vonden we precies helemaal niets. Er had iets kunnen staan maar er stond niets. Met een stevige rookpluim, de Volvo heeft startproblemen reden we daarom maar door naar de volgende monumentenplek. Een oude meneer keek ons na. Hoofdschuddend.

Yastrebino is een nog onooglijker plaatsje dan Dolets. We zagen er helemaal niemand op straat. Buiten het dorp ligt het monument dat je hierboven ziet. In december 1943 werden op deze plek 24 mensen, waaronder de 6 kinderen (de jongste was 7) geëxecuteerd door het Bulgaarse leger omdat ze verdacht werden van het helpen van partizanen. Een paar jaar terug opperde iemand dat de 24 werden doodgeschoten door de partizanen. Over waarom, hoe en wat precies wordt sindsdien ernstig gesteggeld. 

In Yastrebino reden we ook nog, over een steeds dichter begroeide "weg" naar dit beeld. Ergens las ik wat zinnen die suggereren dat er in Yastrebino een kindervakantiekamp was. Als dat zo was is het helemaal opgeslokt door bomen en struiken. We zagen nog wel een deels ingestort, redelijk spookachtig huis. Gelukkig was de begroeiing er omheen te dicht om er bij in de buurt te komen. 

In Antonovo vonden we deze beeldengroep. In januari 1944 werden op deze plek 57 lichamen verbrand van door de Bulgaarse gedode partizanen gedode partizanen. Ik vond het een mooi beeld, vrouwen zoekend naar een lichaam terwijl ze slechts as vonden. 


Aan de overkant van de weg, in een redelijk mooi park waar twee meneren met hun kinderen ons totaal liepen te negeren staat dit, vrij enorme ding. Je ziet ze op meer plekken in Bulgarije, "Voor de gevallenen in de strijd tegen het kapitalisme en fascisme". Een koene partizaan in het midden, links de strijdende partizanen en rechts de overwinnende partizanen en de krachtige en vooral ook erg schoon ogende bevrijders uit de Sovjet-Unie. Je kunt er van alles van vinden maar deze, vond ik, had wel menselijke afbeeldingen. 

Omdat de lucht er steeds donkerder en vooral ook erg dreigend begon uit zien reden we dezelfde route terug.


 In Dobrotitsa zagen we dit beeld nog. Voor drie gevallen partizanen in de oorlog. Het stond voor een kerk die overduidelijk al jaren geleden voor het laatst was gebruikt. Het begon nu ook stevig te waaien.

In de plensregen, leve de plensregen trouwens, het had al weken niet meer geregend reden we terug door Dolets. Waar ik, naast een vrij enorm verlaten gebouw, uit een ooghoek een grote steen langs de weg zag staan. Arco! Daar was het dan, het monument voor Arco Ovcharov. Het stond gewoon op een verkeerde plek, op Google Maps of in het echt, één van de twee moet het zijn. Ovcharov was jong, en hij werd doodgeschoten door de politie. Maar verder moet ik de steen nog vertalen.

Het was een fijne dag. We zagen veel beelden, die niet eens zo vreselijk oud zijn. 70, 80 jaar misschien. Maar de betekenis, waar ze voor zijn, over wie ze gaan, die wordt steeds moeilijker te achterhalen. Over een jaar of 20 staan ze er nog. En dan is hun betekenis waarschijnlijk helemaal opgelost.

zaterdag 30 augustus 2025

Landschap

Je loopt het veld in, zo'n beetje net voorbij het eind van Gagovo. Als je pad volgt dat naar beneden gaat zie je links een opgraving. Daar ligt een Thracisch graf. Het bezoeken heeft weinig zin. Een paar jaar terug brandde de houten overkapping af en nu wacht "men" op de burgemeester van Popovo die opdracht moet geven om de overkapping weer op te bouwen. Maar alles duurt hier lang. Zeker als het geen stemmen oplevert. 

Zo, of zo ongeveer was het begin gepland. Daarna had ik dan uitgelegd dat je, omdat er nog mais staat, met een wijde boog rechts om het veld heen moet lopen en dat er na een klein uur een afslag naar rechts was. En dat je die in moet gaan.

De zomer is nu bijna op. Het is nog wel warm maar steeds vaker blijft het ergens net onder de 30 graden steken. Mooi weer voor een nieuwe wandeling. Mooi weer voor een wandeling door wat eigenlijk een breed rivierdal is, al is de rivier, de Cherni Lom, maar een kabbelend stroompje, en daarna omhoog naar de bossen voor Opaka en weer terug langs de bosrand. 

Maar ook in het landschap is de buitenwereld nooit echt ver weg.

Armando heeft het vaak over "het schuldige landschap". Maar dat heb ik altijd een beetje mooipraterij gevonden. Het landschap is gewoon, het trekt zich niets van ons aan. Daar is het landschap veel te groot voor. Het landschap heeft wel wat anders te doen.

Terwijl we liepen, langs enorme velden met dode zonnebloemen, langs oude boomgaarden met doorgeschoten kersenbomen en stoppend bij het hek van een hut gebeurde er van alles. Niet hier, elders.

Ik kende B niet, niet echt. Ik ken zijn ouders. Met zijn moeder werkte ik jarenlang samen en zijn vader had veel met muziek. We zagen hem nog bij het afscheid van de Fatal Flowers. Maar, B dus. Die er voor koos om te stoppen met het leven. Plots. Misschien niet zomaar, maar wel plots. Op een dag dat het hier zonnig was, maar dragelijk warm. Terwijl we door het landschap liepen. Onwetend.

Bij het hek van de hut ga je naar links. Hoe je moet lopen is wel duidelijk. Net als je bijna wilt beginnen met fluiten, zo mooi is het allemaal duikt het pad naar beneden, en weer omhoog, raar genoeg staat er een auto, een oude Lada Niva. Iets later komt er nog een auto  met twee mannen die pas zwaaien als wij dat doen. Wij lopen verder, zij rijden verder. Daarna ga je rechts het bos in. Nou ja, je blijft aan de rand van het bos maar dan in het bos.

Dimitri, die woonde hier. Russisch. Een aardige, heel rustige man. We kenden hem omdat een hond die van de mevrouw was van wie we het huis kochten bij hem terecht kwam. Houdini heette die. Later werd dat Nudel. Geen idee waarom eigenlijk. Dimitri wandelde veel, niet hier, verder weg. Hij liep met Joe in het Rila gebergte, werd niet lekker, kwam in een ziekenhuis in Sofia terecht en overleed daar aan een maagbloeding. Ook daar liet het landschap niets over los.

Langs, maar ook weer in het bos liepen we. Ik zag nog het schild van een schildpad liggen. De schildpad zelf was er niet meer. Aan het eind van het bos ga je weer naar links. Dan een heel eind over een stoffig zandpad. Langs een bosje waar je, als het winter is en begaanbaar, een oude steen kunt zien liggen met namen van twee mannen die daar in 1923 zijn doodgeschoten. 

We liepen door, terug naar de auto. Onwetend van al de dingen die ergens anders gebeurden. Onwetend van het diepe verdriet dat ergens anders ontstond. We hoorden die dingen pas later. Maar toen was het landschap ons allang weer vergeten.


vrijdag 22 augustus 2025

Hoe het met ze gaat (deel 214).

Gijs begon de zomer kwakkelend en chagrijnig. Ergens liep hij een wond aan zijn been op die er eeuwen over deed om dicht te gaan. Hij lag maar wat te liggen, speelde niet, bromde zich door de dag heen. Maar, de laatste weken is hij weer zijn oude zelf. Hij holt driftig achter een touwtje aan en rolt weer door het gras. En zijn geknipte haren zijn ook weer bijna terug.

Lenie had een matige zomer. Eigenlijk ziet zij Annet en mij als noodoplossing. Haar hartje gaat pas echt sneller kloppen als Petar er weer is. Petar is onze deeltijdbuurman die zomers naast ons woont en obsessief met de tuin bezig is. Maar dit jaar is Petar's vrouw ziek en zelf voelt hij zich ook niet al te tof. Hij komt daardoor maar soms langs want Lenie een beetje kwijnend maakt. Maar, bikkel als ze is slaat ze zich er wel doorheen.

Henk had natuurlijk die ontsteking waardoor ik met hem naar de dierenarts moest. Daarvoor en daarna was en is Henk zijn stoïcijnse zelf. Hij verblikt noch verbloost van wie dan ook en wacht ijzeren Heinig op zijn snoepje dat hij 's avonds krijgt. Wel slim, hij heeft ontdekt dat als hij wacht tot wij zelf naar bed gaat hij weer een snoepje kan vragen. Henk is daardoor wat zwaar. Maar dat past goed bij zijn onverzettelijkheid.

Wim is nog net zo hysterisch adhd'erig als voor de zomer. Hij springt boven op iedereen en alles, besluipt, slaat en bijt en dat alles met een blik van "Ik weet ook niet hoe het komt maar het moet!". 's nachts ligt hij als een doodvermoeide kleuter tegen Annet aangeklemd. 

Anneke is een tijdlang wat minder aanwezig geweest. En ze haat (met hoofdletters) Wim. Net als Wim heeft ze een klein zwart opschrijfboekje waarin ze alles en iedereen noteert die haar iets aandoet. Ook weken later kan ze het boekje tevoorschijn halen en plots uithalen naar een poes die allang vergeten is dat hij in het opschrijfboekje staat. Anneke is tegelijkertijd een leukerdje die ontzettend graag mag spelen. Gelukkig is ze weer wat vaker hier aanwezig.

Over Steve is niet zo heel veel te vertellen. Hoogstens heeft hij plots kaas ontdekt. Tijdens het ontbijt zit daar de oude baas braaf naast de tafel te wachten op een blokje kaas. En als hij te laat komt krijgt hij een paar blokjes op een schoteltje. Want we sleuren hem de zomer en de winter door.

En dan natuurlijk de verrassing van deze zomer, Wilma en Zorro/Sorri. Wilma kwam al een tijd hier, zolang dat we haar maar lieten steriliseren. Tot mijn verbazing waren er, toen ik terugkwam uit Sofia echter drie kleine poesjes. Wilma, hebben we terug geredeneerd, heeft al kinderen gekregen voor de sterilisatie, en die kwam ze nu laten zien. Een dag of drie zaten de poezen overal. In de oude buitenwc, in de tuin, kijk daar ging er weer één. De andere poezen keken vol afgrijzen naar de overname van hun tuin. Na een dag of wat was iedereen verdwenen en alleen Wilma en Sorri keerden terug. Sorri is een aanbiddelijk klein ding dat zich volledig aan zijn moeder, en als die er niet is aan ons vastgrijpt. Hij zit schoot, hij loopt door het huis, hij is een persoonlijkheid in opkomst. Wilma is er elke dag wel een tijdje niet. We hebben bedacht dat ze dan naar de twee andere poesjes gaat die ze gestald heeft bij de oude mevrouw die aan het einde van de straat woont. Nou ja, soms hopen we dat. Vaker doen we gewoon alsof dat zo is. Omdat dat nu eenmaal rustiger voor onze hersenen is.