vrijdag 22 augustus 2025

Hoe het met ze gaat (deel 214).

Gijs begon de zomer kwakkelend en chagrijnig. Ergens liep hij een wond aan zijn been op die er eeuwen over deed om dicht te gaan. Hij lag maar wat te liggen, speelde niet, bromde zich door de dag heen. Maar, de laatste weken is hij weer zijn oude zelf. Hij holt driftig achter een touwtje aan en rolt weer door het gras. En zijn geknipte haren zijn ook weer bijna terug.

Lenie had een matige zomer. Eigenlijk ziet zij Annet en mij als noodoplossing. Haar hartje gaat pas echt sneller kloppen als Petar er weer is. Petar is onze deeltijdbuurman die zomers naast ons woont en obsessief met de tuin bezig is. Maar dit jaar is Petar's vrouw ziek en zelf voelt hij zich ook niet al te tof. Hij komt daardoor maar soms langs want Lenie een beetje kwijnend maakt. Maar, bikkel als ze is slaat ze zich er wel doorheen.

Henk had natuurlijk die ontsteking waardoor ik met hem naar de dierenarts moest. Daarvoor en daarna was en is Henk zijn stoïcijnse zelf. Hij verblikt noch verbloost van wie dan ook en wacht ijzeren Heinig op zijn snoepje dat hij 's avonds krijgt. Wel slim, hij heeft ontdekt dat als hij wacht tot wij zelf naar bed gaat hij weer een snoepje kan vragen. Henk is daardoor wat zwaar. Maar dat past goed bij zijn onverzettelijkheid.

Wim is nog net zo hysterisch adhd'erig als voor de zomer. Hij springt boven op iedereen en alles, besluipt, slaat en bijt en dat alles met een blik van "Ik weet ook niet hoe het komt maar het moet!". 's nachts ligt hij als een doodvermoeide kleuter tegen Annet aangeklemd. 

Anneke is een tijdlang wat minder aanwezig geweest. En ze haat (met hoofdletters) Wim. Net als Wim heeft ze een klein zwart opschrijfboekje waarin ze alles en iedereen noteert die haar iets aandoet. Ook weken later kan ze het boekje tevoorschijn halen en plots uithalen naar een poes die allang vergeten is dat hij in het opschrijfboekje staat. Anneke is tegelijkertijd een leukerdje die ontzettend graag mag spelen. Gelukkig is ze weer wat vaker hier aanwezig.

Over Steve is niet zo heel veel te vertellen. Hoogstens heeft hij plots kaas ontdekt. Tijdens het ontbijt zit daar de oude baas braaf naast de tafel te wachten op een blokje kaas. En als hij te laat komt krijgt hij een paar blokjes op een schoteltje. Want we sleuren hem de zomer en de winter door.

En dan natuurlijk de verrassing van deze zomer, Wilma en Zorro/Sorri. Wilma kwam al een tijd hier, zolang dat we haar maar lieten steriliseren. Tot mijn verbazing waren er, toen ik terugkwam uit Sofia echter drie kleine poesjes. Wilma, hebben we terug geredeneerd, heeft al kinderen gekregen voor de sterilisatie, en die kwam ze nu laten zien. Een dag of drie zaten de poezen overal. In de oude buitenwc, in de tuin, kijk daar ging er weer één. De andere poezen keken vol afgrijzen naar de overname van hun tuin. Na een dag of wat was iedereen verdwenen en alleen Wilma en Sorri keerden terug. Sorri is een aanbiddelijk klein ding dat zich volledig aan zijn moeder, en als die er niet is aan ons vastgrijpt. Hij zit schoot, hij loopt door het huis, hij is een persoonlijkheid in opkomst. Wilma is er elke dag wel een tijdje niet. We hebben bedacht dat ze dan naar de twee andere poesjes gaat die ze gestald heeft bij de oude mevrouw die aan het einde van de straat woont. Nou ja, soms hopen we dat. Vaker doen we gewoon alsof dat zo is. Omdat dat nu eenmaal rustiger voor onze hersenen is. 



Geen opmerkingen: