dinsdag 18 maart 2025

Macht, corruptie en leugens

Je zou, wanneer je deze stukjes tekst zo af en toe eens leest, zomaar het idee kunnen krijgen dat het hier in Bulgarije één groot, vrolijk, weliswaar zwaar rammelend maar toch, feestje is. Maar wat wij beleven is natuurlijk niet waar het (ook) echt over gaat.

Het Bulgaarse constitutionele hof heeft de laatste verkiezingen eens doorgenomen en er zijn ernstige fouten in procedures, stemcommissies, tellingen en ander schoons geconstateerd. Er werd door 1 of 2 mensen 273 stembiljetten ingevuld en er bleek dat sommige Bulgaren die vanuit het buitenland stemden dat nog een keer in Bulgarije zelf deden. Vanwege deze bevindingen moeten 16 parlementariërs de Bulgaarse tweede kamer verlaten. Er kwam ook alsnog een nieuwe partij het parlement in. Maar aangezien dat weer eens een extreem nationalistische splinter is wordt je daar ook niet echt vrolijk van. 

Corruptie is misschien het grootste probleem van dit land. Populair is husselen met gemeenschapsgeld. Met regelmaat lees je weer eens dat van een opgeleverde (snel)weg het asfalt de helft dunner is geworden dan was afgesproken. Ook de al veel geplaagde watervoorziening is populair. In Shumen liep 80% van het water door breuken de waterleiding uit voor het de klant bereikte. Na een miljoenen kostende operatie waarbij de leidingen werden vervangen (door bedrijven die dit anders nooit deden) loopt nu 83,7% van het water weg. Voor wie op de hoogte wil blijven van corruptie met Europese subsidies is het account van de Europese Aanklager (@EUProsecutor) op X een niet te missen hulpmiddel. Alle Europese landen zie je voorbij komen maar Bulgarije toch weer net iets vaker dan de rest. "Mooi" vond ik vooral de fraude van 94,5 miljoen euro door de voormalige directeur van de Bulgaarse spoorwegen en twee bedrijven. De bedrijven deden alsof ze een bepaald veiligheidssysteem aan konden leggen (wat ze helemaal niet konden), de ex-directeur wist dat en de hele klus werd in het geniep uitbesteedt aan een derde partij. De Europese Aanklager heeft ook een dik jaaroverzicht gemaakt. Gelukkig staan er makkelijk leesbare infoplaatjes in. Die van Bulgarije staat boven dit stukje.

Ik schreef een tijd terug hier al eens over illegale vuilnisdumpplekken. Het is geheel toevallig maar de Bulgaarse staat kwam direct in actie. Burgemeesters werden verplicht om de illegale sites schoon te laten maken. In het begin van  dit jaar dook er een interactieve kaart op waarop je kon zien welke illegale sites er waren en welke al waren opgeruimd. Met grote vreugde zagen Annet en ik dat de enorme dump net buiten het dorp Svetlen een groen bolletje had gekregen. Hoe fantastisch was dat! We rijden elke week langs de dump bij Svetlen, op weg naar weer een hoofdbrekende Bulgaarse les. En het zal de lezer waarschijnlijk verder niet interesseren maar, de illegale dump bij Svetlen is nog net zo groot en net zo vies als toen we er vorig jaar gingen kijken. Er is niets gedaan, niet schoongemaakt, niet opgeruimd. Er is alleen van een rood bolletje op de kaart een groenbolletje gemaakt.

Aan het eind van deze week organiseert de club van (of voor) gepensioneerden een lunch omdat de lente dan echt begint. Het vrolijk rammelende leven gaat gewoon weer door. Maar er is iets op de achtergrond, altijd.

donderdag 13 maart 2025

Tot zover mijn spreekbeurt.

Zoals wel vaker met de uitjes die hier georganiseerd worden was het tot op de dag dat we gingen onduidelijk wanneer we precies weg zouden gaan. Burgemeester Gosho had geregeld dat we naar het stadion van FC Ludogorets zouden gaan en daar van alles over de club te zien zouden krijgen. Hij vertelde er over toen we de Bulgaarse ozb belasting op het gemeentehuis gingen betalen. Er leken steeds meer mensen met het uitje mee te gaan. We zouden met een busje gaan, na een tijdje verdween het -je en werd het "Een BUS". Ik zag al een spelersbus voor me.

Toen we om 12.30 op het plein voor het winkeltje van Stefka kwamen hingen er wat buitenlanders op een bankje. Er was geen bus. Ongetwijfeld kwam die nog. Er werd wat heen en weer gekletst over wie er nu verzonnen had dat de vertrektijd 12.30 zou zijn terwijl iedereen wist we om 13.00 weg zouden gaan. Er kwamen nog wat mensen aangeslenterd. Gosho zelf kwam ook. Er kwam geen bus, zelfs geen busje. Zoals altijd werden we over wat stoffige auto's verdeeld.  Annet en ik reden met een Bulgaar mee die een paar jaar in Duitsland had gewerkt en beter Duits sprak dan wij ooit Bulgaars zullen spreken. Zijn oude vader was ook mee. Een man met pretoogjes en negen katten. Buurman Jordan zat, met zijn chronische rugpijn ongemakkelijk tussen ons in op de achterbank.

Bij het stadion van Ludogorets in Razgrad stopten de auto's op de geheel lege parkeerplaats voor spelers. We slenterden naar het veld. Na een minuut of vijf kwam er een publiciteitsmedewerker, we mochten hem Emo noemen, die Engels sprak en vaak "come on" en "you guys" zei. Emo vertelde dat Ludogorets in 1945 werd opgericht, dat er 11.000 mensen in het stadion konden en dat de ploeg moeite had een binding met de stad Razgrad te hebben. Het stadion zat bijna nooit in de buurt van vol. Maar er kwam een plan dat dat zou gaan verhelpen. Hij moest daar zelf om grinniken. 

We kregen van alles te zien. Al is er in een stadion niet zo heel veel te zien. De gang waar de spelers staan te wachten tot ze het veld op gaan en waar ze een kind in de hand krijgen gedrukt. De kleedkamers, vitrines met vaantjes, de perskamer. Buurman Jordan kreeg meteen een zekere vanzelfsprekendheid toen hij achter de interviewtafel ging zitten.

Zo'n beetje op het eind kwam er een meneer die overduidelijk vele uren in de sportschool doorbracht. Hij had het hoogtepunt van de rondleiding in zijn hand. Fortuna is een adelaar en de mascotte van de club. Voor elke wedstrijd vliegt Fortuna van het dak van het stadion naar een standaard op de middenstip. Alle aanwezigen klappen dan. Er zijn wedstrijden waar de vlucht van Fortuna het hardste applaus oplevert. Iedereen mocht op de foto met Fortuna maar dat heb ik maar aan me voorbij laten gaan. Adelaars zijn niet geboren om op een veredelde selfie terecht te komen.

Was het nu klaar? Nee, er bleek ook nog een trainingsveld te zijn. Daar gingen we ook nog kijken maar het enthousiasme bij een deel van het groepje begon wat weg te zakken. Er stond een grote spelersbus met een adelaar erop geschilderd. Ik wilde nog opgetogen wijzen en zeggen dat het toch bijzonder was dat men Fortuna daarop had afgebeeld. Maar ik bedacht me net op tijd dat Fortuna er natuurlijk was omdat een adelaar het symbool van de club was, en niet andersom. Al had ik dat leuker gevonden. Er waren voetbalvelden, kleedkamers, en een prijzenkast. FC Ludogorets is al 13 jaar achter elkaar kampioen van Bulgarije dus er stonden flink wat bekers. Dat steeds maar winnen leek me weinig spannend maar Emo was er duidelijk trots op.   

Na afloop reden we met de Duits sprekende meneer, zijn vader en buurman Jordan terug naar Palamartsa. De Duits sprekende meneer vertelde dat hij met het geld dat hij opzij had kunnen leggen toen hij in Duitsland werkte een paar stukken land had gekocht waar hij nu aardbeien en frambozen op verbouwde. Als er geplukt moest worden had hij soms wel 40 mensen in dienst. Het is me toch wat met die arbeidsmigranten. 

Bij thuiskomst bleek de buurvrouw op visite te zijn gegaan en had Jordan zijn huissleutel niet mee. We dronken koffie in de zakkende zon en hij zei dat het een mooie dag was. 

maandag 3 maart 2025

3 maart was weer zoals elk jaar.

Het begint elk jaar te laat. Maar bijna alles hier begint te laat. Een groep oudere Bulgaren loopt rond 9.45 (afgesproken was 9.30) het plein tegenover het winkeltje van Stefka op. Burgemeester Gosho zegt tegen een aantal mensen die op het "terras" van Stefka blijven zitten dat ze ook bij de groep moeten gaan staan. De meesten doen dat. Dan houdt er iemand een toespraak waarbij de stemverheffingen steeds in volume toenemen. Daarna zingt de Pensionerski Klup een paar liederen. Er worden een viertal kransen gelegd bij het monument op het plein. En daarna wordt het rommelig. 

Vanaf 1396 tot 1878 is Bulgarije Ottomaans. Rond 1760 begint er iets van een Bulgaars zelfbewustzijn te ontstaan. Rond 1800 beginnen Bulgaarse revolutionairen met gewapende groepen Bulgarije vanuit Roemenië binnen te vallen. Ze hopen zo een revolutie tegen de Ottomanen te ontketenen. Dat lukt niet echt. In april 1876 is er weer zo'n inval. Ook deze is niet succesvol maar de reactie van de Ottomanen is zo buitensporig (vele honderden mensen komen om, tientallen dorpen worden in brand gestoken) dat de verontwaardiging in West Europa en Rusland groot is. Rusland valt Bulgarije binnen en verslaat na een lange en bloedige oorlog de Ottomanen. Op 3 maart 1878 wordt het verdrag van San Stefano getekend. Dit verdrag is het begin van de onafhankelijkheid van Bulgarije. En het is ook het begin van de Bulgaarse aanhankelijkheid voor Rusland.

Zo'n 2 kilometer ten westen van Palamartsa staat een klein monumentje dat herinnert aan de Russisch Ottomaanse oorlog. Elk jaar op 3 maart wurmen de bezoekers van de formele herdenking op het plein zich in een onduidelijk aantal auto's met vierwielaandrijving. Dit jaar zat ik bij iemand in de auto die ik nog nooit eerder zag, maar dat maakt niet uit. Af en toe zei hij wat in een zwaar dialect, ik verstond het niet. Maar hij vond het wel leuk, zo'n buitenlander in de auto. Na een hoop gestuur en geglij (door de gesmolten sneeuw zijn de meeste "wegen" veranderd in modderpoelen) kwamen we bij het monumentje. Waar het ook weer ging als elk jaar. Er worden wat kransen gelegd, er is een groepsfoto en er wordt wat met alarmpistolen geschoten. Ondertussen wordt er vrolijk met Bulgaarse en Russische vlaggen gezwaaid. Omdat 1878 niets met Putin, Oekraïne of andere moderne pijnpunten te maken heeft besloot ik me van de Russische vlag niets aan te trekken. 

Na de foto's reden we weer hotsend en klotsend terug naar het dorp. Tot de volgende 3 maart.

Annet, die voor de geopereerde Anneke zorgde en daarom was thuisgebleven vroeg of het allemaal weer hetzelfde was. Ja, maar ook weer niet helemaal.

Tot dit jaar deden wij als buitenlanders op 3 maart gewoon onwetend wat mee. Of en wat er in die lang voorbije oorlog precies gebeurde, we wisten het niet. Hoogstens verbaasde me de nogal decentrale plek van het monumentje me. 

Om en rond Palamartsa blijkt, stond in een artikel dat ik vond terwijl ik zocht naar heel iets anders, lang en hard gevochten te zijn. Bijna alle inwoners van het dorp vluchtten het dorp uit en delen van het dorp werden vernield. Een aantal malen heeft het er op geleken dat de Russische troepen het onderspit zouden delven. De gevechten vonden voornamelijk plaats in de vallei waar het kleine monumentje staat. Na de oorlog is er zelfs een kleine kapel gebouwd om "het wonder van Palamartsa" te gedenken. In de kapel werd door een oudere mevrouw dag en nacht een kaars brandend gehouden. 

Maar, de mevrouw ging dood, de kapel was van leem en brokkelde door een gebrek aan onderhoud langzaam weg. Wat nu nog aan de kapel herinnert is een klein bosje. En, omdat je hier zeker als het sneeuwt weinig te doen hebt, ik heb het bosje opgezocht. Als je heel goed kijkt zie je nog een houten paal staan die ooit van een afrastering was. Dat is, ik geef het toe, vrij weinig en misschien ook niet echt heel bijzonder. Maar ik vond het, al kan dat aan het geploeter door de sneeuw liggen, toch een hele vondst.

dinsdag 25 februari 2025

Sneeuw wordt overschat

Het liefst zou ik het niet meer over de sneeuw hebben. Maar, omdat dit blog ook een verkapt dagboek is voor veel later, als we in het verzorgingstehuis zitten ofzo, moet het toch maar even.

Ik heb ook niet echt wat sneeuw. Misschien komt dat omdat ik lang in Den Helder woonde. Sneeuw in Den Helder is maar net iets zeldzamer als een goed functionerend gemeentebestuur. De sneeuw, als die al viel in Nederland, begon vaak pas, voorzichtig, bij de gemeentegrens. In de stad zelf was het dan nog lente.

Er viel alleen in het eerste jaar dat we hier woonden sneeuw van enige betekenis. Al kon je er nog gewoon doorheen lopen. Kouder dan -10 was het 's nachts ook nog nooit geweest. Er is ergens een filmpje waarin ik, op het hoogtepunt van de zomer, bij +36 ofzo, luidruchtig laat weten dat alles beter is dan de hitte, dat het me niet koud genoeg kon zijn. 


Op zondag 16 februari begon het met licht sneeuwen. En daar bleef het eigenlijk bij, bij licht sneeuwen. Alleen stopte het geen moment meer. 

Ik sta altijd als eerste op en geef dan de poezen eten. Ik geloof dat het dinsdag was toen ik beneden het licht aandeed en doorkreeg dat er best een hoop sneeuw lag. Woensdag was het in ieder geval rond de 25 cm. 

Bij zoveel sneeuw stopt het dorp. Er wordt hier pas serieus sneeuw geruimd als het ook echt gestopt is met sneeuwen. We konden daardoor het dorp niet uit. Neurotisch als we zijn is er in de winter echter altijd eten voor twee weken in voorraad. Alleen slonk het poezeneten wel erg vlug. Optimistisch zei ik nog dat ik, als het moest wel naar Popovo zou lopen (twee uur als het mooi weer is).

Hoe belachelijk die uitspraak was ontdekte ik toen ik een stukje ging lopen. Bij de schapenfarm het land in, tot het rijtje bomen en struiken, naar rechts, een heuveltje op en weer terug. Zo'n beetje op de helft begon ik me af te vragen wat ik in hemelsnaam aan het doen was. Waarom had niemand even gezegd dat het belachelijk vermoeiend lopen is in diepe sneeuw? En waarom had ik dat zelf niet kunnen bedenken?

Ja, het was erg mooi. Nou nou, wat een prachtigheid. Zo om de twintig stappen was ik zo onder de indruk van de schoonheid dat ik hijgend in de verte ging staan staren. 

Na woensdag stopte het met sneeuwen. Maar toen werd het serieus koud, tot -18 in de nacht. Overdag ging de zon schijnen, de sneeuw werd harder en we liepen wat stukjes rond het dorp. Popovo werd weer bereikbaar en de poezen hadden ook weer eten. Het viel dus al met al best mee. Er vroor niets kapot en ook de buitenpoezen hebben het overleefd. 



Maar, en het was best mooi hoor, al dat wit. Hier wit, daar wit, overal wit. Maar, ik heb het wel een beetje gezien, al dat wit. Weg ermee. En dan doen die poezen tenminste ook weer eens wat anders dan eeuwig en altijd willen schootzitten.

woensdag 19 februari 2025

Socialistische beeldenroute

Mijn favoriete socialistische monumentje (ja, ik heb favoriete socialistische monumentjes) was tot voor zo'n drie weken geleden de afbrokkelende rode ster langs de weg iets voorbij Dolets. Het herinnert aan een hinderlaag van partizanen en aan het buitmaken door hen van een vrachtwagen. Annet en ik vonden het toevallig toen we er in de winter langsreden en ik naar buiten keek en iets roods in het bos zag. In andere jaargetijden is het monumentje niet zichtbaar. Teveel struiken, teveel bomen met teveel bladeren onttrekken het aan het gezicht.

Het afbrokkelen, het slecht vindbaar zijn, dat maakt de socialistische monumenten zo boeiend. Beeldend zijn ze vaak niet echt interessant. Het gaat meer om de verwrongen verhouding die dit land met die beelden heeft. Ze staan er. Maar slechts een enkeling kijkt er nog naar om. 

Echte hardcore marxistische beelden, een boze Lenin, een orerende Marx, die zie je alleen nog in het Museum voor kunst uit de socialistische periode in Sofia. Je kunt er, als je smakeloos genoeg bent een beker met het hoofd van Stalin kopen. In de echte wereld zijn het vooral nog beelden, monumenten die met de tweede wereldoorlog te maken hebben die er staan. 

In 1941 koos Bulgarije de kant van nazi-Duitsland. Het moment dat Duitsland Rusland binnenviel was ook het begin van de strijd van partizanen in Bulgarije. Om die strijd is door de socialisten na 1944 een complexe mythologie gebouwd. Hoe succesvol de strijd was is erg onduidelijk. Maar op mijn pc staat een Excel bestand met de namen van 3056 gewelddadig omgekomen partizanen en helpers. 

Op de geïmproviseerde beeldenroute die we drie weken terug zelf maakten kwamen we eerst in Strazhitsa. In de buurt van de plaats vonden we al eens een enorm, vrijwel overgroeid monument. Strazhitsa heeft een zeldzaam armoedige buitenwijk maar verder is het best een keurige plaats. Ik zag er eerder een monument maar toen was er geen tijd om het te bekijken.


In het centrum staat het monument "Moeder, voor de gevallenen in de oorlogen". Het is een mooi voorbeeld van een herdenkingsmonument zoals je ze hier ziet. Oorspronkelijk heette het "Moeder, voor de gevallenen in de anti-fascistische strijd". Het gemeentebestuur zat na de omwenteling van 1989 wat met die naam, en het monument in de maag. Weghalen ging te ver. Dus heeft men aan de achterkant van het monument de namen geplaatst van gevallenen uit de onafhankelijkheidsoorlog en de twee Balkanoorlogen. En zo kan het weer jaren mee.


In Tsarksi Izvor, een dorp meteen na Strazhitsa reden we totaal onverwacht tegen alweer een herdenkingsmonument aan. Ik werd er helemaal blij van. Hier waren de socialisten al zo slim geweest om meteen de namen van gevallenen uit eerdere oorlogen op het monument aan te brengen. Aan de voorkant de partizanen, aan de achterkant andere gevallenen. Je hebt belangrijk, en belangrijker.

Daarna kwam Gorski Senovets en ja hoor, alweer een monument. Maar de sfeer in het dorp was door een grote groep rondhangende mannen ronduit unheimisch dus hebben we er maar kort gekeken.

Het hoogtepunt, en mijn nieuwe favoriete monument stond langs een verlaten c-weg die hobbelend en bobbelend naar Dryanovets ging. Kijk nou toch eens. Een groot, tja, wat is het? Een bord? Een billboard avant la lettre? Ooit moet het helrood geweest zijn. De tekst vertelt dat in de strijd tegen het fascistisme en kapitalisme partizanen hier over heuvels en door de velden trokken. En dat is het. Meer niet. Er werd daar niet gevochten, er ging niemand dood en toch staat het enorme bord er. Prachtig. Als het niet zo ver weg was ging ik er elke week even kijken.


Langs de weg bij Koprivets vonden we het monument wat het hoogtepunt van de beeldenroute had moeten zijn. Maar niet was. Met heel veel gevloek en gescheld worstelden we ons door dood struikgewas. Overgroeid en nauwelijks zichtbaar staan er drie partizanen die voorzichtig op weg zijn naar ... geen idee waar ze heen gingen. De parkeerplaats lag vol met troep, zooi en andere vuiligheid. Zelden zoiets smerigs gezien. 

Ik weet niet of onze socialistische beeldenroute een succes gaat worden. Veel interesse in de geschiedenis van nog maar kort geleden is hier niet. De monumenten worden over het algemeen, als ze in dorpen of steden staan goed onderhouden, dat wel. En heel soms staat er nog een oud, verdord bosje bloemen bij. Wat ik op een onuitlegbare manier dan weer treuriger vind dan de totale verwaarlozing.