donderdag 7 augustus 2025

De verdroging.

De zomer, de echte zomer begint zo'n beetje als de zonnebloemen open gaan. Her en der zie je dan velden elke dag wat geler worden. Herhaling, herhaling, want zoiets stond er al in het vorige blogje. 

Maar dat stralend gele, dat vrolijk makende gele, dat is natuurlijk niet waar de zonnebloem over gaat. Niet hier tenminste, niet waar ze ingezaaid, bespoten en daarna genegeerd worden.

De zomer was, of eigenlijk is want het de zomer is nog lang niet voorbij, heet. Alweer. Zo'n beetje vanaf half juni is de temperatuur nog maar erg incidenteel, ik denk alles bij elkaar een dag of 5 tot 6, beneden de 30 graden gekomen. Het hoogtepunt leek 40 graden te worden maar, ook dit jaar bleef het steken bij 39,5. Jammer. Als het dan toch ongemakkelijk heet is dan ook graag met een mooi nieuw record voor dit huis.

Behalve dat de eindeloos durende hitte irritant, saai, sloom makend en op een rare manier uitputtend is betekent het ook altijd de terugkeer van dat eeuwige zomerse probleem, het watergebrek. Al een tijd komt er 's ochtends tot een uur of 9 water uit de kraan. Dan stopt het en stroomt het pas tegen 8 of 9 uur 's avonds weer. Heel soms is er eerder water maar dat is eigenlijk alleen als burgemeester Gosho ergens verder weg naar een voetbalwedstrijd gaat kijken. Gosho draait het water open, en weer dicht. 

(Voor de nieuwe lezers van dit blog, al het drinkwater in het dorp komt uit de hoger gelegen heuvels bij het dorp. Via pijpen stroomt dat naar een bassin. Uit het bassin loopt het via een pijp naar het dorp. De pijpen zijn in de jaren 70 gelegd en sindsdien niet meer onderhouden. In Bulgarije loopt gemiddeld 60% van het water dat door pijpen loopt weg door scheuren, lekken en andere ellende. Palamartsa ligt in een dal. Er zijn huizen die laag in dat dal staan (Annet en ik wonen daar) en huizen die veel hoger staan. Door de zwaartekracht loopt het drinkwater eerst naar beneden en pas daarna naar de huizen die hoger liggen. Er zijn mensen die maar een maand of 4 per jaar water uit de kraan zien komen.)

Voor het eerst was er dit jaar een heuse dorpsvergadering over het waterprobleem. Want er was gemor. Gemor van klagende Bulgaren die elke dag, in de ochtend in het "centrum" hun koffie drinken, roddelen en klagen. En gemor van buitenlanders die vooral digitaal roddelen en klagen. Het was druk op de vergadering, al liet iedereen de eerste rij natuurlijk vrij, zo hoort dat. Burgemeester Gosho vertelde langdurig over alle ellende waar hij mee te maken had, een lek hier, een lek daar, het had niet genoeg gesneeuwd dus was het water op (van dat geklets over sneeuw word ik dus helemaal dol. In elke discussie over het water is er altijd wel iemand die wijsneuzerig zegt "ja, maar, het sneeuwt gewoon niet genoeg. Deze winter viel er 30 centimeter sneeuw! Wat nou niet genoeg? En als dat niet genoeg is waarom gaat er dan niemand .., sorry, daar ga ik weer). Nadat Gosho klaar was kwamen de vragen. En al vlug begon iets op te vallen. Er zijn hier steeds meer buitenlanders en een aantal van hen heeft een heus zwembad in de tuin. En dat zet dus, logisch denk ik, kwaad bloed. Toen er ook nog een mevrouw die weliswaar Bulgaars is maar getrouwd met een buitenlander begon te vertellen hoe zuinig en milieubewust zij met water omgingen werd het enige aanwezigen teveel. Wat ze wel niet dacht, een beetje jaren in het buitenland wonen en dan even aan hen komen vertellen hoe ze zich moesten gedragen. Nee, de sfeer was even helemaal weg.

Gosho haalde de Bulgaarse Ombudsvrouw aan die heeft uitgerekend dat er in Bulgarije 174.000 mensen geen of onvoldoende toegang hebben tot water. En hij zei ook, en dat was voor een toch anders erg optimistische Gosho erg realistisch en waarschijnlijk ook pijnlijk dat er niemand het waterprobleem van Palamartsa op kwam lossen. De staat is niet geïnteresseerd, de gemeente is niet geïnteresseerd en het waterbedrijf kan het al helemaal niets schelen. 

De vergadering doofde langzaam uit. Er waren geen oplossingen. Er waren niet eens suggesties voor een idee. Hoogstens denken Annet en ik aan het laten bedrukken van een tshirt met de tekst "niama bassein" ofwel "ik heb geen zwembad". 

De zonnebloemen, degene die hier staan, daarvoor is de droogte weer precies goed. Want het doel van de zonnebloem is verdrogen, tot zo'n veld bijna helemaal zwart is. En dan worden de koppen geoogst. Die koppen, of beter de zaden die daar in zitten, daar wordt dan weer zonnebloemolie van gemaakt. En dat brengt dan weer wat geld op. Al is dat lang niet genoeg voor de aanleg van een zwembad.

donderdag 10 juli 2025

Jaarlijks zonnebloemen waarderingsblogje

Hij kwam van rechts aangehold, over een veld waar een paar dagen geleden nog graan had gestaan. Hij leek me nog vrij jong, lenig, vlug ook. Op het pad bleef hij een tijdje naar ons zitten kijken maar toen we zijn kant uit bleven gaan dook hij het veld met zonnebloemen in. We maakte geen foto van hem. Vossen houden daar niet van, van ongevraagd gefotografeerd worden.

Rond Palamarsta kwamen ze wat later op, de zonnebloemen. We bekeken ze daarom bij Gagovo. Dat dorpje ligt op een ruim kwartier lopen. Je hebt daar een Thrasisch graf met een mooi hellinkje erachter waar dit jaar zonnebloemen op staan. 


Je kunt er misschien wel een hoop over zeggen, over die zonnebloemen. Maar er wordt al zoveel gezegd en gevonden over allerlei dingen. Je kunt beter kijken en verder gewoon stil zijn. Vossen vinden dat trouwens ook fijner.



Toen we naar de zonnebloemen gingen kijken, afgelopen zondag erg vroeg, woonden we hier precies vier jaar. Na vier jaar gaan dingen wennen, of ze komen niet meer heel erg onverwacht. En het is niet dat er niets te melden is. 


Ik bezocht een paar maal een Bulgaarse tandarts. Annet en ik werden geïnterviewd door de regionale tv over de Euro die hier op 1 januari 2026 de plaats van de Lev inneemt. Het huis kreeg een dakgoot aan de voorkant, er werd geschilderd, het trottoir lieten we opnieuw bestraten. En natuurlijk, het is tenslotte zomer, zijn er weer waterproblemen. Er komt soms wel, en soms geen water uit de kraan. 


Over al die dingen zou best wat, en ook meer dan wat gezegd kunnen worden. Maar het is, en ook dat is niet nieuw, warm. Veel te warm. Heet is misschien beter. Je hersenen gaan er langzamer door denken. Vandaag is het even beneden de 30 graden maar dat is hoogst uitzonderlijk. En nee, ook dat hoort erbij, bij wonen in Bulgarije, maar het is wel een ernstig beletsel bij het in elkaar zetten van een aardige zin. 

Dus neem ik een tijdje vrij van het schrijven van een stukje. Tot ergens eind augustus of zo. Dan gaan we weer naar Sofia voor een optreden van Orbital. Met een beetje geluk kan ik dan de draad naadloos oppikken met een stukje dat "Piemel, staart en Orbital" heet.


 

dinsdag 1 juli 2025

"Piemel", "Staart" en Massive Attack.

De groep Bulgaarse ME'ers keek lusteloos naar het kleine groepje anti-Euro demonstranten dat zich verzameld had bij het parlementsgebouw. De demonstranten hadden het veel te warm om te beginnen met iets wat ook maar vaag op een relletje leek. Zelfs demonstreren zat er met deze temperaturen niet in. Sommige ME'ers knikten vriendelijk toen we langs hen liepen, op weg naar ons hotel. De meesten hielden het bij staren en hittepuffen. 

Het was een nog bijna Nederlandse reflex geweest, het kopen van kaartjes voor de derde dag van het Sofia Live Festival. Massive Attack, o leuk, laten we heen gaan. Pas toen ik na een hoop gevloek en getier op de ondoorgrondelijke kaartjesverkoopwebsite de kaartjes uit de printer liet komen bedacht ik me dat Annet en ik Massive Attack al eerder zagen. Ergens in 2014. En dat we het toen leuk maar niet meer dan dat vonden. Maar dat we toen niet 5 uur heen, en ook weer terug met de trein hoefden te reizen. Of een hotel moesten regelen.

Het duurde een hele tijd voor ik me realiseerde wat er nu zo raar was aan wat ik las. We aten iets, ergens buiten, voor we zouden gaan proberen het festivalterrein te vinden. Het eten was aardig, de meneer die het bracht Bulgaars nors. En pas na een minuut of vijf realiseerde ik me dat ik de, met een slordige spuitbus op een elektriciteitskastje aangebrachte woorden gewoon kon lezen omdat ze in het Nederlands waren. "Piemel" stond er, en daarna, met wat ruimte ervoor, "Staart". In het Nederlands dus. In Sofia.

Het festivalterrein, een oude wielerbaan lag langzaam maar zeker weg te koken in de zonder hitteplan functionerende vooravond. Een beveiliger controleerde me en daarna begon een volgende hetzelfde nog een keer te doen. Ik verbaasde me daar zichtbaar over. Maar dat maakte de tweede beveiliger alleen maar fanatieker, en chagrijniger.

Het festivalterrein, ach, podium hier, wc's daar, stalletjes met te dure dingetjes die je alleen maar koopt omdat het programma tegenvalt, en veel drankdingen. O, en geen schaduw natuurlijk. 

Voor Massive Attack speelde iemand van wie ik dacht dat ik geen liedje kende, Michael Kiwanuka. Ik bleek erg veel liedjes van hem te kennen, al kwam dat misschien ook omdat de liedjes best wel op elkaar leken. Het publiek had er zin in. De bassist, die sprekend op Carlos Santana leek, en niet alleen wat betreft uiterlijk was boven alles uit te horen. Meneer Kiwanuka leek me een aardige man. Het optreden kwam een beetje over als "Het is zondag dan is dit Sofia" maar, het was best leuk al ben ik nu alle liedjes ook al weer vergeten.

Her en der viel er iemand om, of flauw. Door de warmte. En misschien het gedrang. Want iedereen die op het festival was leek voor het optreden van Massive Attack opeens in de eerste paar rijen voor het podium te willen gaan staan. En daar stonden wij al. In Nederland was dat ook wel, dat kleinere mensen (en heel veel mensen zijn kleiner dan ik) opeens voor je willen staan omdat ze anders niets kunnen zien. Nu ben ik niet onvriendelijk maar als je daar aan gaat beginnen sta je voor je het weet buiten, voor de deur van Paradiso. "Dan had je eerder moeten komen", wilde ik in Nederland nog wel eens zeggen. Maar die zin ken ik nog niet in het Bulgaars. Dus hield ik het maar bij vriendelijk nee schudden en bonkig blijven staan. 

Massive Attack maakte ergens midden jaren negentig van de vorige eeuw een paar mooie, traag lome en soms dreigende platen. Zeker de helft van de mensen die vooraan stonden moesten toen nog geboren worden. Maar, en dat verhoogde de stemming aanzienlijk, elk liedje werd met een enorm gejuich ontvangen. Sommige bandleden waren daar zelfs zichtbaar verheugd over. Er waren geen echt verrassende liedjes, de band maakt al jaren geen nieuwe dingen meer. Oneerbiedig zou je kunnen zeggen dat ze hun eigen retro act zijn. 

Maar, misschien tot mijn eigen verbazing, het was een erg goed optreden. Het geluid was fijn, af en toe mocht een liedje een enorme bak ontspoorde tyfusherrie worden, de gebruikelijke gastzangers en zangeressen waren allemaal duidelijk ouder geworden. Elizabeth Fraser (voormalig Cocteau Twin) leek verbazend veel op een gepensioneerde bibliothecaresse die vrijwilligerswerk was gaan doen maar haar stem was nog prima. Fijn optreden.

Terwijl we terugliepen naar het metrostation, met gehaaste stappen want de metro stopt al met rijden tegen 12 uur, bespraken we wat nou vonden van al de filmpjes die de band projecteerde. Annet vond het allemaal wel erg eenzijdig "de witte mens is schuldig aan al het kwaad in de wereld", en ik ben al zo cynisch dat ik m'n schouders ophaal bij het gemakzuchtige want risicoloze "Free free Palestine" geroep. Maar ook die constatering mocht de pret niet drukken.

Die pret daalde wel toen in het metrostation de kaartjesautomaten het niet deden en we terug moesten lopen. Al kwamen we daardoor wel weer langs het "anti Euro" demonstratie pleintje. Er stonden vijf of zes tentjes met slapende demonstranten. De ME was allang naar huis. Op het elektriciteitskastje stonden nog steeds de Nederlandse woorden "piemel" en "staart". En ik zal dus nooit weten waarom.


vrijdag 20 juni 2025

(Alle) beelden in de stad Popovo (deel 3)

Ik dacht, ik doe nog één deel en dan is het wel klaar, met de beelden in de stad Popovo. Maar ik begin te vermoeden dat dat niet zo is. Daarom nu maar deel 3 en dan komen de echt goed verstopte zoekbeelden misschien hierna nog een keer.  

Voor de chitalishte (verzamelgebouw van bibliotheek, zalen en meer van dat) van Popovo staat dit beeld van een meneer met een harpje. Ik vind er weinig van. Nou ja, ik moest, ik ben al heel oud, aan Henk Elsink en zijn "Harm met het harpje" denken. Ik heb die conference opgezocht, maar het verleden kun je maar beter het verleden laten.

Vlak voorbij het enorme, oergezellige plein voor het al even oergezellige stadhuis staat deze buste van Petar Ivanov. Ivanov was, en meer kan ik niet over hem terugvinden, partizanenleider van het district Omurtag (die plaats ligt 50 km naar het zuiden) en werd in 1944 gedood. Of dat in Popovo was en of er daarom een beeld van hem in een parkje staat, ik heb geen idee. 

Reuze obscuur vond ik dit beeld dat eigenlijk geen beeld meer is. Het is alleen nog een sokkel. Er heeft ooit een buste van Stamo Kostov op gestaan. Kostov was een helper van partizanen en werd in de oorlog doodgeschoten. Eenzelfde sokkel maar dan met buste er nog op zou ergens hier in de buurt in een dorp moeten staan. Dat dorp staat op de nog te bezoeken lijst, dat begrijpt u. Waarom de sokkel nog steeds in een parkje staat? Ik heb geen idee. Alweer heb ik geen idee.


In het noorden, aan de rand van de stad ligt een niet al te best onderhouden parkje. Er staat een monument voor de gevallen Russische soldaten in de oorlog van 1876. Zo'n monument vindt je hier in bijna elke stad of dorp. Er vlakbij staat een monumentje dat vertelt dat op 8 september 1944, op die plek de partizanen van Popovo besloten de macht in de stad over te nemen. Dat klinkt allemaal reuze heldhaftig, dat macht overnemen maar het leger van de USSR staat letterlijk voor de deur en dat had op 9 september het hele noord-oosten (waar Popovo ligt) al in handen.

Ok, dit beeld hoort er eigenlijk helemaal niet bij. Het ligt in de graanvelden ten noorden van Popovo. Maar omdat Annet en ik het toevallig vonden en het een mooi voorbeeld van iets dat ik hier "genegeerde beelden" ben gaan noemen zet ik het er toch even bij.

Naast een tractorweggetje staat in een graanveld, op een heuvelig stukje een enorme kei. Op de kei een hamer en sikkel en een tekst die zegt dat in september 1923 op die plek onder leiding van Petar Lazarov de opstandsgroep van Popovo werd gevormd (in 1923 was er een voornamelijk communistische opstand tegen de half fascistische regering). Wat voor de kei lijken twee grafstenen te staan maar of het echt graven zijn en wie er liggen is niet meer te ontcijferen. Van Petar Lazarov staat er een buste in Popovo (zie deel 1). De opstand werd neergeslagen, Lazarov vluchtte en werd vlak bij de Turkse grens neergeschoten. Zijn lichaam werd begraven op het veldje voor de chitaliste in Popovo (waar nu het beeld met het harpje staat). Bij de renovatie van dat gebouw in de jaren '90 werden zijn botten toevallig gevonden. En vervolgens geheel zonder ceremonie of wat dan ook weggegooid. 

Het is allemaal redelijk treurig, die beelden die zo her en der staan zonder dat er iemand echt naar omkijkt. Maar daardoor ook weer prachtig. Ik begrijp er weinig van, van al die beelden. En daar kan ik dan weer erg vrolijk van worden. 

  

zaterdag 14 juni 2025

Henk is geen pieper.

Toen Henk hier een jaar of twee geleden voor het eerst langskwam sleepte hij met zijn linkerachterbeen. Hij schrokte toen een bak brokjes leeg en verdween weer. Dagen later kwam hij weer. Hij sleepte toen met het andere achterbeen. Toch merkte je niets van de pijn die hij gehad moet hebben. Hij gaf geen kik. Henk is geen pieper. 

Elke avond, voor we naar bed gaan krijgt Henk zijn, uit een ver buitenland komend poezenstickje. Hij kijkt daar al de hele avond naar uit. Met verlangende ogen kijkt hij naar me op als ik het staafje in stukjes breek. Soms maakt hij dan een soort pieperig geluid. Een aanzet tot een poging tot miauwen. 

Henk is nogal een stille poes.

Vorige week lag Henk in de middag wel heel erg lang te slapen. En hij lag nog in de zon ook. Dat doet hij anders nooit. Toen ik hem wakker maakte deed hij een korte, harde kreet. Daarna ging hij ergens anders liggen. Die avond zat hij niet klaar voor zijn poezenstickje.

De volgende ochtend ontbrak Henk in de kluwen poezen die om zes uur 's ochtends zat te wachten op brokjes. Iedereen was er. Wim, Anneke, Lenie, Wilma, Steve en Gijs. Maar geen Henk. 

Ik vond hem, veel later, opgerold onder een struik. Hij bewoog nauwelijks en toen ik hem aanraakte kermde hij. 

Belangrijk om te vermelden, Annet was een paar dagen naar Nederland en dus was het poezenpassen mijn hoofdtaak. Fijn. Dat Henk naar de dierenarts moest was wel duidelijk. Ik heb geen rijbewijs, daar kun je lang over praten maar het gaat niet over mij maar over Henk. Ik belde Ali, de taxichauffeur. Ik legde hem het probleem uit en hoewel hij vaak in het weekend niet werkt zei hij dat hij er meteen aankwam. Pas in de taxi bedacht ik me, terwijl hartgrondig Ali de aanstaande Euro vervloekte en zich met een aanhoudend "Warum?" verbaasde over de haat (zijn woord) van het westen tegen Rusland, dat ik de dierenartsen misschien moest bellen. Meneer de dierenarts bleek eigenlijk een operatie in zijn schema te hebben staan maar, ok, kom maar.

Henk werd onderzocht, en nog een keer, bloed werd afgenomen, spuitjes werden gegeven. Mevrouw de dierenarts bleek weer eens beter met gepriegel op de vierkante millimeter. Henk vond er ondertussen overduidelijk helemaal niks aan.

Het was iets, waarschijnlijk, met een ontsteking ergens. Niet echt iets om je heel druk over te maken. Je moet hem gewoon zes dagen deze twee pillen geven. Henk en ik werden nog net niet uitgezwaaid en Ali zei, terwijl hij ons terugreed  "och, och, little kotka" in zijn gebruikelijke mengeling van Bulgaars, Engels en Duits.

Ik weet niet of de lezer poezen heeft. En of die lezer dan misschien wel een goede manier weet om een te grote pil in een klein poezenbekje te krijgen. Bij mij ging er één halve pil verloren die ik verstopte in een smakelijke paste waarvoor elke poes anders echt alles laat vallen maar nu dus niet. De andere helft ging verloren toen ik kleine stukjes pil probeerde te verstoppen in een normaal zo geliefd poezenstickje. Ik geloof dat ik toen licht wanhopig werd. Hoewel ik twijfel aan dat "licht".

De oplossing bleek fijnwrijven met een vijzel, een druppel of twee water erbij, in een spuitje (zonder naald natuurlijk) en dat hup in Henk's onwillige bekje spuiten. Waarna hij mij vol afgrijzen aan ging zitten kijken.

Nu, een week later ligt Henk weer lekker in de schaduw. De ontsteking is verdwenen. Henk kan zich er waarschijnlijk al weer niets meer van herinneren. Geluid maakt hij niet meer al probeerde hij gisteravond, toen hij zijn poezenstickje zonder verstopte pillenstukkjes kreeg wel weer een aanzet tot een poging tot miauwen te doen.

Alles is dus weer zoals het hoort te zijn.