vrijdag 31 januari 2025

De buurt waar we wonen (3)


De laatste keer dat ik over de buurt waar we wonen schreef is al bijna een jaar geleden. Eigenlijk dacht ik dat het gisteren was. Tijd vliegt hier. Of verglijdt. Wat je maar wilt.

De vorige keer ging ik de poort uit en linksaf en dan naar de straat die naar het centrum van het dorp gaat. Deze keer ga ik rechtsaf als ik de poort uitga. Daarna loop ik naar de rand van het dorp.

Rechts het huis van Jordan en Duschka, de buren. Ze zijn voor medische dingen nog steeds in Sofia. We hopen dat ze gezond thuis komen en zorgen nog steeds voor hun kippen. Onze poezen hebben de tuin van de buren ontdekt en rukken nu op naar de schuren. Links het huis van Snea. Snea werkte in de winkel en de bar van Miltjo. Maar de bar is verkocht aan Engelsen en Snea is in Veliko Tarnovo gaan wonen. Haar poezen heeft ze achtergelaten. Terwijl het best een aardige vrouw leek.


Bij Jordan kun je rechtsaf, een modderig weggetje loopt daar omhoog. Links (na de brakke schuur) staat een huis maar ik weet niet wie daar woont. Er staat een airco aan, dus er moet iemand wonen. Toen ik Jordan er naar vroeg zei hij dat hij niet wist wie er woonde. Dat lijkt me stug. Waarschijnlijk bedoelde hij dat hij een hekel had aan de bewoner. Na dat huis komt de achtertuin van Graham en Tanja. Graham komt uit Engeland maar woont hier al eeuwen. Hij rommelt met van alles om geld te verdienen. Dat lukt hem aardig al zijn er velen in het dorp die zich hardop afvragen hoe eerlijk hij rommelt. En dan zeg ik het nog vriendelijk.
Aan het eind van de straat staat links nog een typisch Bulgaars huis. Typisch Bulgaars betekent hier dat het onduidelijk is of er echt iemand woont. Er zijn mensen die bv in Popovo wonen die nog een huis hebben in Palamartsa. Ze gebruiken dan bv de tuin om groentes te verbouwen. Of ze hebben er kippen. Wat dan weer betekent dat er een hond aan een ketting bij moet. Maar daar wil ik het niet over hebben.




Aan de rechterkant van het straatje bij Jordan staan alleen maar bouwvallen. In de zomer zie je daar weinig van, dan is het allemaal groen, groener, groenst! Maar in de winter kan de rechterkant van het straatje zo in een cliché documentaire over zielige oude mensen in het voormalige Oostblok. Wat muziek van Arvo Pärt eronder en de giften stromen binnen. 


Aan het eind van het straatje bij Jordan ga je linksaf. Aan de linkerkant van wat de Vassil Levski straat is staan drie huizen. Van het laatste huis weet ik dat er een oud vrouwtje woont. Ze is nu gewend aan mijn gewandel en zegt vriendelijk "sdrasti" of "dobre otro" als ik langsloop. Drie jaar terug liep ze nog net niet vlug het huis in als ik langsliep. 


Aan de rechterkant staat een huis met een enorme tuin te vervallen. 


In sommige dorpen zie je nog wel een afbrokkelende rode ster bovenin een elektriciteitshuisje. In ons dorp brokkelen de elektriciteitshuisjes zelf. Een keer per jaar is er groot onderhoud aan het stroomnetwerk. Het dorp zit dan een dag of twee zonder stroom. Bij het elektriciteitshuisje kun je linksaf, de weg loopt daar naar beneden en naar een pad dat naar het dorp Gagovo gaat. Om aan de rand van het dorp te komen ga je rechts.


Links weer eens een ruïne. Een tijdlang groeide er in de ruïne een boom. Maar die is ook al dood gegaan. Rechts het huis van Tante Annie, een erg vriendelijke meneer die Stefan heet maar die ook een grote gelijkenis vertoont met een tante van Annet. 


En daar is de rand van het dorp. Het aangelegde meer verzamelt water dat uit heuvels rechts van de foto komt. Het stroomt daarna richting het dorp Gagovo en daarna weer naar een rivier. Als je heel goed kijkt zie je op de dam links van het meer een auto staan. Het is een erg gekke plek om een auto neer te zetten. Om de dam niet te beschadigen mag er eigenlijk helemaal geen auto over rijden. En aan de andere kant is het een woest en wild stuk vol greppels en dik onkruid. Toch staat de auto er al sinds kerst. Als gezagsgetrouwe burgers hebben we burgemeester Gosho over de auto verteld. Hij vond het "niama problem", geen probleem. Er is hier weinig een problem. 

Als ik langs de auto loop, en dat doe ik een keer per week of om de week kijk ik even door een ruit naar binnen. Maar elke keer is de auto leeg. Al verwacht ik elke keer iets anders.









donderdag 23 januari 2025

Kippen enzo

We passen op de kippen van de buren. Of eigenlijk past Annet op de kippen van de buren. Jordan vroeg haar vorige week of ze dat wilde doen. Misschien kon hij zien dat ze vroeger zelf kippen had gehad. Bulgaren zien de raarste dingen. Jordan en Duschka gingen naar Sofia, daar woont hun dochter. Duschka zou maandag 74 worden, of 75. Dus zouden ze haar verjaardag daar wel gaan vieren, dachten we. Jordan zelf was er wat vaag over. Maar zodra iets vaag overkomt schuiven we dat op bepaalde wonderlijke vervoegingen van Bulgaarse werkwoorden die we nog niet kennen.

Er is niet altijd iets te vertellen over het leven in een Bulgaars dorp. Zeker niet nu wat dat al een tijd doen. Ik kan niet elke keer over weer een wandeling beginnen. Hoewel, laatst liep ik een hevig bloedend oor op toen ik me weer eens door wat struiken probeerde te duwen. En de keer daarna gleed ik in een irrigatiekanaal, nee, er stond geen water in. Maar het was nog een heel gedoe om er weer uit te komen.

We weten ondertussen waar Poes Anneke vandaan komt. De mevrouw in wiens huis ze geboren werd is verhuisd naar Targovishte. Ze nam de poezen niet mee. Daar zeg ik eigenlijk nooit iets over hier, over hoe Bulgaren in het dorp met hun poezen en honden omgaan. Poezen zijn een soort behang. Honden, och, dat is nog veel erger. Het lukt me niet dat op te schrijven.

De kippen van Jordan gedragen zich keurig. Elke dag is er een ei, of twee. Overdag lopen ze op de geploegde grond van de tuin naar dingetjes te pikken. Steeds vaker staat het hele stel naar onze tuin te kijken. Een tuin vol met groen. Onze poezen kijken dan met angstige nieuwsgierigheid naar hen terug. 

James en Dimka verhuizen terug naar Engeland. We reden altijd met hun mee als er weer naar het voetbal moesten gaan kijken van burgemeester Gosho. Aardige mensen zijn het. James is Engels, Dimka Bulgaars. Ze drinken niet, je kunt ze verstaan en het zijn de enige veganisten die we hier kennen. Maar, de ouders van James gaan ernstige gebreken vertonen. Dus dan ga je terug.

We lieten Janine het huis zien. Ze past binnenkort op het huis, en vooral de poezen als Annet en ik voor het eerst in 3,5 jaar samen naar Nederland gaan. Ik ben maar een dag of 4 weg. En zelfs dat vind ik eigenlijk al te lang. Maar de poezen leken haar wel aardig te vinden dus misschien valt het allemaal wel mee.

Gisteren belde de dochter van Jordan en Duschka. En wat we al een heel klein beetje dachten bleek zo te zijn. De verjaardag van Duschka was een leuke aanleiding maar beiden werden in het ziekenhuis doorgelicht. De dochter werkt in dat ziekenhuis dus dat helpt. Duschka had die klachten, Jordan weer andere. Volgende week komen ze, als het goed is allebei weer terug naar Palamartsa. Als het goed is.

Drie-en-een-half jaar geleden kenden we hen een beetje. Nu maken we ons zorgen. Er is misschien niet altijd iets te vertellen maar er is ondertussen wel veel gebeurd. 


maandag 13 januari 2025

Vic is daar niet meer.

Victor's huis ligt vlakbij de schapenboerderij aan de rand van het dorp. Ik loop er regelmatig langs als ik aan die kant een stuk ga lopen. Ik zong het liedje wel eens, in stilte natuurlijk, als ik langs het huis van Vic liep. Een beetje als grapje voor mezelf. Ik heb geen idee of Vic het liedje kende. Hoewel hij uit Engeland kwam. En hij er de leeftijd voor had.

The night is young
The mood is mellow
And there's music in my ear

Say, is Vic there?

We kwamen Victor een jaar of wat geleden tegen toen hij met zijn zwaar antieke Lada langs de kant van een verlaten weg stond. Een van de even antieke banden had het begeven en de reserveband was leeg. We lieten lucht in de reserveband lopen en hij kon weer een stukje verder. Hij had er al een tijd gestaan zei hij. Maar hij leek daar niet van onder de indruk. Victor was niet gauw ergens van onder de indruk geloof ik.

Victor was klein, erg mager en de eerste keer dat ik met hem sprak dacht ik dat hij Bulgaars was, zo onverstaanbaar was zijn Engelse accent. Wij hangen hier maar zo'n beetje rond maar Vic was één van de mensen die hier met vrijwel niets naar toe was gekomen en zelf maar moest zien hoe hij hier rondkwam. Dat deed hij door dakpannen op daken te leggen. En daar was hij erg goed in, de allerbeste was hij wordt er wel gezegd. Zoals zo veel mannen hier dronk Vic nogal. En geld had hij maar zo soms. Naast gesjouw met dakpannen probeerde hij wat geld te verdienen door een camping op zijn terrein te beginnen. Maar bijna iedereen die hier op doortocht terechtkomt wil in een echt bed slapen. Het kampeerterrein begint alweer aardig te overgroeien. Ik ga niet doen of ik Victor goed kende. Maar hij was één van de gezichten van dit dorp. En hij was altijd vriendelijk, altijd. Hij groette altijd. In een dorp waarin steeds meer mensen komen wonen die niets met elkaar te maken hebben was hij één van de weinigen die dat deed. 

Burgemeester Gosho vertelde met een snik in zijn stem hoe vriendelijk Victor was. En hoe hij iedereen eigenlijk altijd een te lage prijs berekende voor het werk dat hij deed. De woorden van Gosho werden vertaald voor de zoon van Victor die uit Engeland over was komen vliegen. Het was druk op de modderige, koude begraafplaats van Palamartsa. Druk met Bulgaren en vrijwel alle buitenlanders die hier al langer wonen. Iedereen stond, en keek en er werd gehuild, omarmd en in de grijze verte gestaard. 

En ik zal van die buitenlanders vast niet de enige zijn geweest die nadacht over oud worden, ziek worden en doodgaan in een land waar je niet vandaan komt.

Kevin (Engels maar hij kent wat Nederlands omdat hij een tijd in Volendam en Marken heeft gewerkt), een vriend van Victor vertelde dat hij was gebeld door mensen uit Engeland die geen contact met Vic meer konden krijgen. Kevin vond Victor dood binnen de muren van zijn tuin, bij de deur van het woonhuis. In zijn hand had hij de inhaler die hij de laatste tijd moest gebruiken. Victor heeft daar vier dagen gelegen.

Ik heb het nageteld, in mijn hoofd. Maar ik ben daar in die dagen niet langsgelopen. En ik heb dus ook niet in mijn hoofd gezongen van "Is Vic there?".


donderdag 9 januari 2025

Bosrondje

Wanneer je aan de noordkant van het dorp in de richting van wat hier de scouting hut wordt genoemd (maar wat eigenlijk ooit het gebouw van de communistische jeugd was) wilt lopen moet je aan de rand van het dorp je adem inhouden. En je moet een stok meenemen. Er woont daar een boer met een onbekend maar enorm aantal zeer blaf- en bijtgrage honden. 


Als je loopt loop je ergens heen, er moet een doel zijn, anders wordt het slenteren. Turend op Google Maps (je krijgt hier de raarste hobby's) zag ik ergens in het bos naast de scouting hut een open plekje. Het leek me dat dat de plek van de bron moest zijn waar burgemeester Gosho met pijpleidingen in de weer was geweest tijdens de grote droogte van afgelopen zomer. Als je nu voor de scouting hut links het bos in ging, dan naar die open plek, daarna weer rechts over een dirtroad, dan zou je een rondje moeten kunnen lopen. En rondjes, die lopen het fijnst.


De honden aan de noordkant waren nog niet wakker. De zon scheen en de stukken nog niet gesmolten sneeuw waren spekglad.


Er lopen hier nauwelijks paden door het bos. Soms is er een tijdelijk weggetje door de modder waar vrachtwagens voor de houtkap overheen rijden. Die weggetjes zijn handig. Maar ze eindigen altijd zomaar pats boem zonder aankondiging. Dat vindt verder niemand erg want er komt nooit iemand in het bos.


Zonder pad of weg kun je natuurlijk ook best door een bos heen. Al wil ik wel eens vergeten dat er naast bomen ook heel erg veel struiken en andere wegversperrers groeien. En dat er diepe watergeulen zijn. En dat de grond ook nat en glibberig is door de sneeuw en de regen. 

Maar, na een hoop geploeter, gestruikel en geglij, met bijbehorende verwensingen kwam ik dan toch uit bij de bron. Er is daar weinig zon dus er lag nog sneeuw met erg veel sporen van dieren. Ik weet weinig van dierensporen. Wat maar beter is want er zou best een wolvenspoor tussen kunnen zitten. De bron deed trouwens niets meer. Dat was een kleine tegenvaller.


Over een nog goed bevroren en daardoor goed beloopbare dirtroad waar ik maar een keer of vier over een omgevallen boom hoefde te klauteren (ik ben vrij onhandig dus er vlogen weer wat krachttermen door het verder doodstille bos) kwam ik na een uurtje uit bij de scouting hut. 





Hoewel het gebouw al jaren leeg staat is er vorig jaar een gloednieuw dak op gezet. Niemand weet waarom en eigenlijk ook niet door wie. Het gebouw was verder helemaal leeg. Niet onvriendelijk, of angstig leeg. Meer alsof het tegen beter weten in aan het wachten was op een groep nieuwe, vakantie vierende kinderen. Maar er zijn nog maar nauwelijks kinderen in het dorp.


Over de lange weg liep ik terug naar Palamartsa. En ik zag ze al van verre op me wachten. Vier waren het er eerst, daarna zes. Wild blaffende en grommende honden. Ze lieten het deze keer bij beangstigend van erg dichtbij dreigen. En dat was fijn want anders was het geen perfecte wandeling meer geweest.