maandag 6 juni 2022

Even terug

Het kwam eigenlijk door de hond die bij de buren op bezoek kwam. Onze poezen zijn wat honden wel gewend. Maar van deze onbekende hond verstijfden ze. En het pension dat we na erg lang zoeken vonden om hen in onder te brengen wanneer we naar Nederland zouden gaan was voornamelijk een hondenpension. Een pension vol onbekende honden. Na wat voor ons uit schuiven besloten we dat dat zo niet kon. Ik ging alleen naar Nederland. En Annet gaat wat later.

Ik liep langs de rand van Sint Pancras. Aan de overkant van het water, achter het riet, waar eerst nog grasland was werden nieuwe huizen gebouwd. Best grote huizen leek me zo. Misschien lag de sociale woningbouw daar weer achter. 

In het Bimhuis speelde een trompettist met zijn gelegenheidsgroep langzaam steeds zenuwachtiger wordende muziek. Er waren zo'n 30 mensen in de zaal. Of de andere aanwezigen er net zo ontspannen van werden als ik weet ik niet, al ging de man die ergens links van me zat wel voor het einde weg.  

Ik liep van Alkmaar naar Bergen. Over een smal stukje gras naast een breed fietspad. Het fietspad had een keurige, mooi onderbroken witte streep in het midden. Ik telde de fietsers op het fietspad. Voor ik op de helft van de af te leggen afstand was stopte ik met tellen. Ik was tot 74 gekomen. 

In het Stedelijk in Amsterdam waren de schilderijophangers eindelijk weer bij zinnen gekomen. De echte schilderijen, die jarenlang bovenop elkaar en weggedrukt in de kelder hadden gehangen waren weer terug waar ze hoorden. Boven, in de echte zalen hingen ze nu weer. Newman, Martin, Ryman, ze hadden eindelijk weer de ruimte. Er hing zelfs weer eens een andere De Kooning. Ik werd daar erg vrolijk van. 

Ik takelde water naar boven, uit een put bij een kapel bij Heiloo. Het water was gezegend stond er op een bord. Maar ik kon dat niet proeven. Een mevrouw liet haar paard uit. Al zat het paard niet aan de riem.

In Den Haag lagen drie boekhandels zowat naast elkaar. Drie! Hier, waar ik woon had ik in een heel jaar nog geen enkele boekhandel gezien. 

Het was fijn om mensen die ik al bijna een jaar niet zag weer te zien. Al was het dan maar even. Alles was er en het was ook nog eens heel. Ik begreep alles en wist overal wat ik kon of moest doen.

Op de terugweg, op vliegveld Eindhoven, waar een Schipholwaardige rij stond en het net zo druk was als eerder in Den Haag, Amsterdam en de andere plekken waar ik was stonden vijf mannen met een geel hesje. Op het hesje stond "informatie". De vijf stonden in een dicht kringetje met elkaar te grappen. Na wat aandringen kreeg ik informatie en liep naar het einde, of het begin van een lange rij. 

In mijn hoofd zong die ene zin uit "The big country" van Talking Heads. Het was goed om weer naar huis te gaan.  






 

Geen opmerkingen: