dinsdag 30 december 2025

Henk is er niet meer.

                                                      

Ik zie hem nog over het paadje van de buitenwc naar het huis komen lopen, drie jaar geleden zal het zijn geweest, de poes die later Henk zou gaan heten. Hij sleepte met een been. En hij had honger. En hoewel Annet en ik hadden afgesproken dat we geen nieuwe poezen meer zouden opnemen leek me deze poes hongerig genoeg om een uitzondering voor te maken. En bovendien was Annet toch in Nederland. Nadat hij zijn bakje leeg had gegeten vertrok hij. Maar de volgende dag was hij er weer. En hij is nooit meer weggegaan. Tot gisteren.  

Henk was een makkelijke poes, meteen al. Of hij eerder ergens gewoond heeft weet ik niet maar je zou het denken. Hij wist precies hoe de kattenbak werkte. En hij was grondig. Hij schraapte nog net niet de bodem uit de bak en er zijn momenten geweest dat we beide "Henk, zo is het wel goed hoor!" riepen, zo lang kon hij krabben in die bak.

Henk was een rustige poes. Toen hij hier net woonde en ik nog niet wist hoe leuk hij was noemde ik dat sloom, of ik zei "Gut Henk, schiet toch eens op". Maar Henk liet zich niet opjagen. Henk was Henk, en Henk ging nu eenmaal niet zo vlug. Maar je kreeg er een hoop voor terug.

Hij hield ontzettend van eten. Toen hij hier nog maar net woonde schranste hij de bakjes van de andere poezen leeg. En de brokjes die Gijs kreeg vond hij helemaal heerlijk. Dus ging hij pal achter Gijs zitten. Om aan die irritaties een einde te maken kreeg Henk een eigen, afsluitbaar bakje. Daar zaten precies dezelfde brokjes in maar dat deed er niet toe. Hij had zijn eigen bakje. En niemand had zo'n eigen bakje. 

Elke avond voor het naar bed gaan kwam Henk zijn snoepje ophalen, op de douche. Een vleesstickje dat speciaal uit Duitsland werd opgestuurd. Als ik het stickje dan in stukjes scheurde miauwde Henk een beetje zachtjes, en met vreugde in zijn ogen. Het waren de enige keren dat je Henk kon horen miauwen. Henk was een stille poes. Toen hij doorkreeg dat hij een stickje op kon eten, weg kon gaan, terug kon komen en daarbij dan weer aanbiddelijk keek, en dat hij dan weer een stickje kreeg werd het een heel ritueel. Drie stickjes was het maximum dat hij los kon peuteren. Maar misschien was dat ook omdat ik Henk niks kon weigeren. 

Zelden heb ik een poes langzamer, dieper en welluidender horen spinnen dan Henk. Henk was misschien langzaam, zijn spin was nog honderd keer trager. Als ik het ooit echt goed op had kunnen nemen had ik er zo een succesvol "Yoga met poes Henk" meditatiebandje van kunnen maken.

Ondanks zijn slepende achterbeen kon Henk fantastisch rennen. Vorige week zag ik het hem nog doen. Hij kroop door het gat in het hek met de deeltijdbuurman, keek even om zich heen en holde toen met grote vaart naar ons huis. Het leek wel een huppelend konijn, ik werd er helemaal vrolijk van. Daar holde een poes die het fijn had.

Spelen deed hij ook graag. Achter een touwtje aanhollen maar nog liever achter een balletje. Of beter, als je een balletje naar hem gooide dook hij in elkaar, wachtte op het balletje en holde vervolgens volledig de andere kant op. Ach, daar had hij toch zo'n lol in. 

Henk hield van mij, en ik van Henk. Als Gijs 's avonds klaar was met schootliggen dan klauterde Henk op mijn benen. En hoewel hij eigenlijk niet goed wist hoe hij nou lekker kon zitten vond hij dat fantastisch. Soms ging hij helemaal op me liggen, met een poot languit gestrekt op mijn borst. "Fijn liggen we he!" kon je dan in zijn ogen zien staan. 

Gisteren, zo tussen drie en half vier zagen we Henk op het bankje dat tegen de buitenwc staat zitten. In de zon. Daarna was hij weg. We zagen daar niet meteen een ramp in, Henk was wel vaker een tijd weg. Maar hij bleef weg. Toen het avond was, en donker, hebben we nog door de buurt gelopen. Met een zaklantaarn, "Kom maar Henk! Henkie kom dan!". Maar er kwam geen Henk. 

Vanmorgen vonden we hem. Aan de overkant van het grasveldje voor ons huis. Naast het huis van Stefka waar hij waarschijnlijk vluchtend over een muur wilde klimmen. Henk was doodgebeten. Door één of meer zwerfhonden.

Henk, één van de leukste poezen die ik ooit ben tegengekomen ligt nu achter in de tuin naast Ollie begraven. Beiden zijn ze, misschien was het om te bewijzen dat toeval niet bestaat met een tussenruimte van twee jaar, op dezelfde datum doodgegaan. 









Geen opmerkingen: