woensdag 11 september 2024

Groot, groter, grootst (toeristische informatie)


Je kunt het doel van de dag een beetje zien, op de foto, een groterig iets dat boven de bomen uitsteekt.

Maar eerst de rest.

Shumen is een best grote stad (90.000 inwoners), anderhalf uur ten oosten van Palamartsa. Zoals veel meer plaatsen heeft het een bevrijdingsplein. Er staat een dramatische meneer op een hoge pilaar en er is een muur met wat uitgehakte figuren. Die muren zien er ook altijd een beetje hetzelfde uit, wat treurig kijkende,duidelijk onderdrukte mensen die op weg zijn naar vriendelijk en hulpvaardig kijkende Sovjetsoldaten. 

Vroeger werd 9 september 1944 de dag van de bevrijding genoemd. Maar steeds vaker wordt die bevrijding nog slechts gevierd door wat vasthoudende aanhangers van de socialistische partij. Dit jaar bracht het Nationale Archief op 9 september een website in de lucht met als titel "De Sovjet bezetting van Bulgarije 1944 - 1947".

Naast het bevrijdingsplein ligt het historisch museum. Dat ziet er van buiten nogal blokkig uit maar bleek van binnen een eigenlijk best goed museum. Fijne zalen met mooie vondsten uit de omgeving rond Shumen. 



Er was, we zagen zoiets al eens eerder, een afgesloten zaal met een getraliede deur die door een niet al te toeschietelijk meisje werd geopend als je naar de beveiligde deur liep. In de zaal lag een ware schat aan gouden munten, beelden en andere kostbaarheden. Mooi hoor maar ik werd wat recalcitrant van het niet toeschietelijke meisje dat steeds op een meter of 2 van ons op haar telefoon bleef kijken. Je zou er inbreker van worden.

Na het museum was het dan eindelijk tijd voor het echte doel van de dag, het monument "De vaders van de Bulgaarse staat". Je kunt er heenlopen van het Bevrijdingsplein, maar dat is 2 km en 1300 traptreden. Bij een temperatuur van 30 graden leek dat ons wat overdreven. Met de auto was, zelfs zonder airco, een stuk makkelijker.


Het monument dat in de categorie "groot, groter, grootst" valt werd verzonnen in 1977, de bouw begon in 1979 en het was in 1981 klaar. Nog precies op tijd voor de viering van 1300 jaar Bulgarije. Die viering was het hoogtepunt van de pogingen van het communistische regime om de bevolking meer aan zich te binden door steeds meer terug te grijpen op de geschiedenis, nationale gewoontes, dat soort dingen. 


Het monument is zichtbaar van 40 kilometer afstand en, anders dan bij andere monumenten, het is nog helemaal heel en wordt ook nog bezocht. We zagen wel een mens of twintig. 

Ik kan natuurlijk de beelden hier een beetje uit gaan leggen. Maar dat vindt niemand de moeite waard. Jammer wel, eigenlijk.

Mocht je ooit in Bulgarije komen, aan het strand bij Varna bijvoorbeeld, dan zou je best eens naar dit monument kunnen gaan kijken. Als je een dag niet hersenloos aan het strand wilt liggen bijvoorbeeld. Het monument is een wonderlijke mix van brutalisme, kubisme en voor mensen die wat ouder zijn, de Transformers. Bij de kassa kun je een geplastificeerde folder in het Nederlands krijgen. Die moet je als je weggaat weer inleveren maar ik vond het een onverwachte en mooie service.

En de mozaïeken zijn, vind ik, echt heel prachtig. En, nogmaals, het monument is helemaal heel. Ongekend.  Mooie plek, fijne uitzichten. en terwijl je daar een beetje staat te kijken kun je ondertussen mooi bedenken hoe je die beveiligde zaal in het museum leeg kunt halen. Niet om er rijk van te worden. Maar gewoon om dat verveelde meisje de schrik van haar leven te bezorgen.

donderdag 5 september 2024

De bijeneters, die zijn er nog heel even.

Het was een zondags rondje. Niets bijzonders. Via de niet werkende bron met roestige communistische ster richting Gagovo, ergens links, ergens rechts, een vierkantje zonder pretenties of enig doel.


Het graan is al lang van de velden. Zonnebloemen staan er nog, op sommige plekken. Vrolijk wordt niemand meer van ze. Ze hangen, zijn dor, eigenlijk staan ze te wachten tot het onverbiddelijke einde. 

De mais staat er nog. Hele velden met verdroogde stengels, licht, alweer dor, bruin. Op een rare manier is het het mooiste moment van de mais. Verbleekt lichtbruin. Ook de mais staat te wachten, een beetje aarzelend, op het einde. 


Op de terugweg komen we een combine tegen. Als we iets later omkijken zien we een veld zonnebloemen verdwijnen. In de bossen op de heuvels zie je sommige bomen gelig bruin worden. 

De zomer is voorbij. Een meteorologisch instituut liet weten waar we al bang voor waren. Het was de warmste, heetste eigenlijk, zomer sinds ze hier temperaturen meten, 140 jaar. 

De ooievaars zijn natuurlijk al een tijd weg. De nachtegalen ook. De wielewaal is al op weg naar waar het nog langer warm blijft. Alleen de bijeneters zijn er nog. Ze vliegen hoog, te hoog om hun kleuren te zien. Maar je kunt ze nog wel horen. Nog even.