dinsdag 27 juni 2023

... en soms zit het tegen


Hoewel Annet en ik meer Bulgaars kennen dan een jaar terug blijven de dingen die we kunnen zeggen toch iets schoolboekerigs houden. We kunnen nu redelijk vloeiend koffie bestellen en die later betalen op de Vitosha boulevard in Sofia, of aan iemand vragen hoeveel lessen hij per dag op de universiteit heeft. Maar handige zinnen als "Wilt u misschien uw schapen voor onze poort weghalen?" of "Ik denk dat de aandrijfas kapot is" liggen nog ver buiten onze mogelijkheden. Om maar te zwijgen van de zin "Een deel van het gezichtsveld van mijn rechteroog is weg".
Eerst was er een lekke band, toen ging de bosmaaier stuk. Daarna reageerde Gijs angstaanjagend slecht op een anti-vlooienpil. En toen zag Annet door een deel van haar rechteroog alleen maar zwart. Er waren hier leukere weken.

Net als in Nederland ga je hier met gebreken naar de huisarts. Dokters zijn er zat maar er is er maar één die goed Engels spreekt. De praktijk van dokter Neli is in het ziekenhuis van Popovo. We konden gewoon komen en wachten zei een krom Engels sprekende meneer over de telefoon. 
Voor de deur van de praktijk van Dokter Neli zaten een aantal mensen te wachten. Er kwamen ook weer mensen bij. Sommige daarvan liepen meteen naar binnen. Anderen gingen staan wachten. Bijna iedereen had papieren bij zich. Nu zijn Bulgaren vaak erg vriendelijk maar zodra er iets van rijvorming is gaat een aantal onmiddellijk in de doodgemoedereerde voordringmodus. Je let even niet op en hup, staat er zo weer een door je heen kijkende oudere meneer voor je. Na een aantal voordringers besloot Annet pal voor de deur te gaan staan waarna ze zich, toen die open ging naar binnen wierp. Al vlug stond ze weer buiten. De dokter verwees haar door naar de oogarts. Die zat niet in het ziekenhuisgebouw maar wel maar iets verderop. Annet had een handgetekend plattegrondje gekregen. 

Het plattegrondje bleek niet erg te kloppen. Buiten het ziekenhuis verdwaalden we al vlug tussen identieke, treurig uitziende flatgebouwen. We hebben geloof ik vijf keer gevraagd naar waar de oogarts zat. Maar ondanks alle aanwijzingen bleven de flats treurig, identiek en geen had een bord met daarop oogarts aan de gevel hangen. Een oudere meneer die zijn sigaret op het balkon stond te roken bekeek ons dwalen met waarschijnlijk lichte verbazing. Maar nadat ik hem de weg vroeg wist hij het wel duidelijk uit te leggen.  


De oogarts was gehuisvest in een, nou ja, zo'n depressief makende flat. Maar het was een vriendelijke, Bulgaars met wat Engels her en der sprekende mevrouw die, nadat ze haar onderzoek begon steeds serieuzer begon te kijken. 
Als moderne internetpatient had Annet al uitgezocht dat het iets met het netvlies van het oog moest zijn en dat dat simpel met een laser in oogkliniek in Targovishte (drie kwartier met de taxi van Ali, hoewel misschien rijdt die het wel in een half uur) kon worden verholpen.
Nadat de oogarts klaar was keek ze erg ernstig. Het netvlies van het oog laat los, en er is haast want als het netvlies helemaal loslaat is het oog weg. En nee, niks geen dichtbij Targovishte, opereren in een gespecialiseerde kliniek in Sofia. 

Na wat bellen en later weer wat bellen staat de afspraak nu op donderdag 29 juni om 9.00 uur. In de Petar Protichstraat in Sofia.

Het leven hier was tot nu toe vaak bedrieglijk eenvoudig. Er was wel eens wat, een stukke auto, de stroom die het een dag niet deed of het water dat opeens niet meer uit de kraan kwam. Maar dat was allemaal, ach, je grinnikt er later weer eens om. Maar dit is anders. Nu wonen we plots echt in een ver en deels onbegrijpelijk buitenland. 



donderdag 22 juni 2023

De snelweg naar Pliska


Een bijvangstvoordeel van een uitje naar Pliska is het rijden over het laatst voltooide deel van de Hemus snelweg. Het deel, op een uur rijden van hier was af maar stortte zonder dat er een auto overheen had gereden deels weer in. Maar nu is het echt af.
Van Sofia, in het westen naar Varna in het oosten aan de zwarte zee is het 441 kilometer. De bedoeling is dat er tussen die twee steden een vierbaans snelweg gaat lopen, de Hemus snelweg. Voor delen is de snelweg af maar er moeten nog hele stukken worden aangelegd. Oh ja, niet onbelangrijk, het werk aan de snelweg begon al in 1974. Dat is bijna 50 jaar geleden en ik denk niet dat wij de voltooiing nog gaan meemaken. 

Nu ben ik geen groot fan van asfalt maar zelfs ik zie dat de snelweg broodnoodzakelijk is. Daar waar nog geen vierbaansweg loopt proppen zich nu dagelijks honderden vrachtwagens over een tweebaans karrenspoor. Als je daar met je auto tussen rijdt voel je je al vlug de hoofdpersoon in een remake van Steven Spielberg's "Duel" (die film waarin een nietsvermoedende automobilist plots wordt achtervolgd door een waanzinnige vrachtwagenchauffeur). En ik wil niet weer beginnen over de doodsdrift van Bulgaarse automobilisten. Eindeloos kunnen Bulgaren doen over het uitzoeken van een pak melk maar in een auto komt er een idiote ... Nee, ik begin er dus niet weer over.


Pliska was tussen 681 en 893 de eerste hoofdstad van het Bulgaarse rijk. Voor 681 zaten de Bulgaren in zuid Roemenië en daarna, nou ja, invasie, vechten, strijd en meer ellende. Na 893 verhuisde de hoofdstad naar Preslav
Wat boven Pliska kun je de ruïnes van die eerste hoofdstad bekijken. Ons bezoek verliep volgens een nu bekend stramien. Bij de ingang zagen we geheel niemand en nergens werd duidelijk waar wat was. Na wat ronddwalen vonden we een museum waar een ook Duits sprekende mevrouw ons vrolijk een kaartje verkocht. Haar zus studeerde logistiek in Rotterdam. Het museum was klein en zonder enige moderne interactieve prullaria. Gewoon dingen die men op het terrein gevonden had. Toen we weggingen wenste de mevrouw ons nog vriendelijk en gemeend een heel leuke dag. 


We dwaalden wat over een grote terrein waar her en der wat fundamenten van gebouwen stonden. De uitlegborden waren in het Bulgaars en in het Engels maar door de warmte ontging me vrij veel. Helemaal vrolijk werd ik toen we overal kleine diertjes zagen rondhollen. Het waren geen eekhoorns, geen muizen en marmotten waren het ook niet. Maar wat het wel nu wel was, geen idee. Maar ze waren minstens zo leuk als het zoveelste fundament. Verder was er erg veel mooi onkruid. Al werd dat die dag net weggebosmaaid. Een van de maaiers vertelde dat hij Amsterdam kende en dat hij familie in Popovo had. Je kletst wat af. 

Iets boven het grote terrein vol oud steen ligt de ruïne van de basiliek van Pliska. Een indrukwekkend gebouw, al is alleen de vloer echt heel oud, de rest is nagebouwd. Er stond ook hier weer een groot bord met veel uitleg maar de tekst wilde niet echt tot me doordringen. Voor ons uit liep namelijk een hele groep andere bezoekers. We waren niet langer de enige. Uniek! Het bleek te gaan om een schoolklas middelbare scholieren die een uitje hadden. Echt vrijwillig waren ze daar dus niet maar toch, er waren andere bezoekers. 


De basiliek is best groot, en denk ik ook wel indrukwekkend. Wanneer ik door de boogramen naar de helblauwe lucht met her en der een wolkje keek kreeg ik een beetje het gevoel van een Carel Willink schilderij. Maar ik bedacht me dat ik die schilderijen eigenlijk erg lelijk vind. Had ik al gezegd dat het erg warm was?



Pliska is een leuke, maar niet noodzakelijke plek om te bezoeken wanneer je hier bent. Op het terrein werken aardige mensen maar verder is het toch een beetje een heel eind rijden voor wat niet heel bijzondere fundamenten. Maar dat rijden, och ja, wat een snelweg zeg. Geen gaten, geen modderstromen, geen kudde schapen en vooral geen schizofrene vrachtwagen die bijna tegen de bumper van onze auto aanduwt. We stopten bij een enorm tankstation en kochten een broodje dat fors duurder was dan het kaartje voor het museum in Pliska. Ongemerkt reden we zomaar 120 km per uur. Heel even waanden we ons in Nederland. 
Maar toen hield, midden in het niks de snelweg ook plots weer op en laveerden we weer om gaten in de weg heen. Zoals het hoort zou ik bijna tikken.

donderdag 15 juni 2023

Een verjaardag in de Iskra

Joe (1) vierde (2) zijn verjaardag (3) in de Iskra (4). Wij (5) gingen even langs. Het was gezellig (6) maar we moesten nog naar Targovishte (7) en konden daardoor maar kort blijven.

(1) Een kwart tot een derde van de inwoners van Palamartsa komt uit het buitenland. Nergens in Bulgarije is dat aantal zo hoog. De meeste buitenlanders komen uit het Verenigd Koninkrijk. Hoeveel het er zijn weet ik niet precies, maar het zijn er veel. De verwachting was dat het aantal Engelsen na de Brexit wel zou stabiliseren. Om hier een verblijfsvergunning te krijgen moeten Engelsen nu een bedrijf hebben. Maar dat blijkt een bureaucratische wassen neus te zijn. Dit dorp zit nu vol met bv's met rare namen. De bv's doen verder niets maar dat vindt verder niemand erg. Omdat er zoveel Engelsen zijn vormen ze, zonder dat ze dat misschien zelf doorhebben een aparte groep in het dorp. Iedereen kent elkaar en daardoor verdwijnt voor een flink deel van hen de noodzaak om Bulgaars te leren. Dat geldt niet voor iedereen hoor. Er zijn ook Engelsen die zich geheel op de Bulgaarse folklore gooien, meezingen in het koor en zichzelf zelfs hullen in originele Bulgaarse klederdracht. Dat vindt ik dan weer het andere uiterste. Engelsen blijken, ook al wist ik dat eigenlijk wel niet allemaal Martin Amis, Julian Barnes of zelfs maar P.D. James te lezen. En ze houden ook helemaal niet allemaal van Joy Division of The Style Council. Joe, want die was tenslotte jarig houdt gelukkig dan weer wel van Leftfield. Joe en zijn vrouw wonen hier nu negen jaar en hebben een lange tijd zelfvoorzienend geleefd. Dat zelfvoorzienende kom je vaker tegen bij mensen die hier al veel langer wonen. Maar vaak blijkt het te zwaar, te lastig om vol te houden. Ik snap dat. Wij hebben onze handen al vol aan een paar bloemperkjes.

(2) Bulgaren zijn gek op feestdagen. Mijn favoriete feestdag is de Dag van Onderwijs, Cultuur en Letterkunde op 24 mei. Scholen zijn dan dicht en er worden de gebruikelijke bloemen gelegd bij de beelden van Cyrillus en Methodius, de grondleggers van het schrift dat het cyrillische schrift werd. Nog erg bedankt daarvoor Cyrillus en Methodius. Aardig detail hier is dat wanneer een officiële feestdag in het weekend valt men de maandag daarop toch een echte vrije dag heeft. 

(3) Je hebt hier een verjaardag als in de dag waarop je geboren bent (rozjden den) en een naamdag (imen den). Je kunt ze alle twee vieren maar de meeste mensen hier geven de voorkeur aan hun naamdag. Ik heb geen idee wanneer mijn imen den is. 

(4) Vrijwel elk dorp heeft een chitalishte, ik heb het vaker gezegd maar je kunt het ook niet vaak genoeg tot je door laten dringen. Het is een gemeenschapsgebouw met verschillende zalen en vaak de bibliotheek. En die staan dus echt tot in het kleinste gehucht. En daar staan ze vaak al sinds de achttiende eeuw. De inwoners onderhouden het gebouw zelf. Hier heet de chitalishte Iskra. Dat Iskra ook de naam was van een krant waarvoor Lenin ooit schreef is ongetwijfeld een ongelukkig toeval. Een chitalishte verbindt een dorp. Maar hier verscheurt hij het dorp. Lang terug wilde de voorzitster van de chitalishte, Juliana, een professioneel koor. Ze benaderde daarvoor bepaalde mensen, en andere weer juist niet. De niet benaderde mensen hebben toen een andere vereniging opgericht. En sindsdien praat de ene groep niet echt meer met de andere. Juliana, die getrouwd was met de vorige burgemeester (ook al geen fijn man. In die tijd betaalde de inwoners de waterlasten eerst aan de burgemeester en die stuurde het dan weer door naar de watermaatschappij. Alleen deed de oude burgemeester dat lang niet altijd. En dan werd het hele dorp weer van het water afgesloten. Geschreeuw, gedoe, ellende) woont allang niet meer in het dorp maar is nog wel voorzitster van de chitalishte. De afgesplitste groep mag door haar maar van één, niet al te groot zaaltje gebruik maken. 

(5) Joe vierde zijn verjaardag in het kleine zaaltje van de afgesplitste groep. Om 11 uur in de ochtend. Toen Annet en ik binnenkwamen om 10 over 11 waren alle stoelen al bezet door vooral oudere Bulgaren. Veel mensen vieren zo hun verjaardag. Overal staan zelfgemaakte hapjes en er is, zoals bijna altijd drank. Drinken kunnen ze hier erg goed. En vooral ook erg vroeg op de dag. Het is hier volstrekt normaal om tegen half negen in de ochtend bier te gaan zitten drinken voor één van de dorpswinkeltjes. Bijna iedereen maakt hier zijn eigen rakia en wijn. Wij zijn nu nog bezig de wijn op te krijgen die we vorig jaar van buren en anderen kregen.  

(6) Zoals misschien al verwacht werd er op de verjaardag van Joe gezongen. Dat doet men hier graag. Zingen. Heel oude liedjes soms gezongen met angstwekkende kopstemmen (zo heet dat toch?). Zelf krijg ik er enorme jeuk van en de liedjes hebben de onhebbelijke neiging zich diep in je hoofd te nestelen. Wanneer je dan 's nachts wakker wordt zing je, voor je het weet zo'n onbegrijpelijk zeurlied. Omdat (zie 4) het zaaltje klein was was er geen ruimte om een folkloristisch dansje te doen. Ergens in die zin kan het woord "gelukkig" worden gevoegd.

(7) Woensdag is "Bulgaarse les" dag. En gisteren was de laatste les tot september. Ja, schoolvakanties duren hier erg lang. De kleindochter van de buren, Kalina, ze woont met haar ouders in Sofia is er ook alweer. Ze blijft tot begin september. Maar, de laatste Bulgaarse les is geweest. We doen de cursus met een Engels stel dat in een dorpje woont waar zij de enige buitenlanders zijn. Elke les kent nu wel een moment waarop we met zijn vieren naar de lesgevende mevrouw kijken met een blik vol wanhoop en een "echt? dat meen je niet!" uitdrukking op het gezicht. Na de les rijden we dan in stilte terug naar het dorp. En na een paar uur zeggen we dan iets als "En toch snappen we het steeds iets beter". En dan zijn we tevreden. Tot de buurman weer eens iets onbegrijpelijks zegt. 

donderdag 1 juni 2023

Vladimir Iljitsj staat in de tuin of, een dag in Sofia

Nu komen Annet en ik al jaren in Bulgarije maar in Sofia waren we nog nooit geweest. Nou ja, we kenden er vliegveldhotels, dat wel. Plekken waar altijd wel iets het niet deed. Het water, of het slot van de deur. Vrolijk werd het altijd opgelost. En als de mevrouw van de keuken hoorde dat we helemaal met de auto naar Palamartsa moesten rijden lag er vaak iets voor onderweg klaar bij het uitchecken. Maar het was tijd om eens te zien wat voor stad Sofia nu eigenlijk was. 

In Sofia wonen 1,2 miljoen mensen. Maar daar merk je verder nauwelijks iets van. Op de boulevard Vitosha, een langgerekte straat met erg veel winkels en nog meer naar eten riekende terrassen is het druk maar verder, nee. Sofia deed mij een beetje denken aan het Amsterdam van na de krakersrellen maar vlak voor het echt grote geld de stad in glibberde. Delen van de stad zijn al helemaal keurig maar sla een onduidelijke hoek om en graffiti bedekt krakende oude gebouwen. Om van her naar der te komen is er een metro. Die is vrij overzichtelijk en je kunt er gewoon een spotgoedkoop kaartje kopen bij een mevrouw in een hokje. 

Wie in Sofia is bezoekt de Alexander Nevski kathedraal. Annet en ik deden dat ook. Mooie buitenkant. De binnenkant is niet echt heel bijzonder al kun je je er wel verlustigen aan uitgeputte tourgroepen met die typerende, half lege "Waarom dacht ik dat dit een goed idee was?" blik.

Vlak tegenover de kathedraal is de National Gallery. Wij liepen er onvoorbereid naar binnen en verdronken er in de verschillende afdelingen. Erg fijn museum al is mij ook nu nog onduidelijk waarom er een afdeling met Japanse prenten was en ook de betekenis voor Bulgarije van de rij Boeddhabeelden ontgaat me nog. Helemaal bovenin hangen modernerige schilderijen. 

Ik herkende, op Christo (die van het inpakken van gebouwen) na geen enkele naam. Van Christo hangen er wat kleine, erg vroege schilderijen die mij duidelijk maakten dat het maar goed is dat hij gebouwen is gaan inpakken.

Het mooiste schilderij was, vond ik van Petar Dochev, uit 1976. Een grote, sterke maar ook erg vermoeide man. Prachtig. En het hing ook nog een beetje scheef. De linker benedenhoek leunde een ietsje op wat stopcontacten. En dan heet zo'n schilderij ook nog "De monteur". Fantastisch. Naast de monteur hangen er op de bovenverdieping nog veel meer schilderijen met dubbele betekenissen uit de communistische periode. Niet te missen.

In een park in de buurt van de National Gallery staat het enorme "Monument voor het Sovjet leger". Het werd in 1954 neergezet als dank van het Bulgaarse volk aan het Russische leger die hen bevrijdde in 1944. Een beetje hypocriet natuurlijk want Bulgarije collaboreerde tijdens de oorlog met Duitsland. De meningen over het monument zijn, op z'n zachtst gezegd verdeeld. Een paar weken geleden heeft de gemeenteraad van Sofia na jarenlange discussies eindelijk besloten dat het monument verwijderd moet worden. Maar de raad gaat daar helemaal niet over, het beeld valt onder de landelijke regering. En er is al twee jaar helemaal geen regering. Dus het beeld staat er nog wel even. Mocht het worden weggehaald dan gaat het naar het "Museum voor kunst uit de socialistische periode". 

Het "Museum voor kunst uit de socialistische periode" (het zou eerst "Museum van totalitaire kunst gaan heten) is één van de raarste musea die ik ooit bezocht. Het ligt een eind uit het centrum en elk bordje met "die kant op" ontbreekt. Een slagboom, die overigens niets met het museum te maken heeft verspert de ingang maar een vrolijke meneer die ook al fan van Marco van Basten was liet ons door. 

Het museum is voornamelijk een grote tuin met daarin beelden die ooit op pleinen stonden en nu bijna als curiositeit bekeken kunnen worden. Lenins staat er een keer of vijf, Marx en Engels zijn er. Dimitrov, de eerste communistische dictator van Bulgarije staat er naast een beeld van een koene arbeider. Van een beeld van Lenin schrik ik niet, al is dat eigenlijk raar. Maar om zomaar tegen een buste van Felix Dzerzhinsky aan te lopen vond ik op zijn minst apart. Dzerzhinsky was ooit in de Sovjet Unie hoofd van de Cheka, de geheime politie. Het aantal doden waarvoor hij (mede) verantwoordelijk is loopt in de duizenden. Nog raarder, al is dat een te klein woord was de plots opduikende buste van Jozef Stalin. Dat hoofd staat binnen en er hangt ook nog een portret van hem. Enige context, uitleg of een verhaal of wat dan ook ontbrak bij zijn hoofd en in het hele museum. Al kon je wel vrolijke koffiebekers met de afbeeldingen van Marx, Lenin en Stalin kopen in het museumwinkeltje. Maar daar moet ik waarschijnlijk niets achter zoeken.

Er is nog veel meer te zien in Sofia maar Annet en ik moesten naar de Fun Lovin' Criminals en hoewel de poezen ondertussen alweer geheel hersteld zijn van de pensionnachtmerrie is het maar de vraag of en wanneer wij nog een keer in die stad gaan komen.