maandag 10 september 2012

Met Bob in de auto



"Het lijkt op dat liedje van Gerard Cox".
"Wat?".
"Het lijkt op dat liedje van Gerard Cox. Kom, hmm, lalalaala mooie ... Ja. T is weer voorbij die mooie zomer".
"Doe niet zo raar. Duquesne Whistle lijkt er in de verste verte niet op. Dylan gaat toch geen liedje van Gerard Cox nadoen".
"Dat refrein, luister dan".
"Doe niet zo gek. Je zit me gewoon te stangen. Oh. een tractor, kijk uit!".

We vonden Bob op zaterdag in de brievenbus. Omdat er wat met gordijnen moest bleef hij in de Amazon.de envelop tot er gekookt werd. Maar toen Poes, die meestal de muziek van Dylan wel kan waarderen vervaarlijk met zijn staart ging zwaaien hebben we Tempest maar weer uitgezet.

Laatst stond ergens dat ik fan van Bob Dylan ben. Nu heb ik een paar honderd cd's van de man, ik lees wel eens een boek over hem en de naam van dit blog komt ook bij hem vandaan, maar ... fan?
Fan. Fan. Het is zo'n dweperig woord, alsof ik foto's van Bob in mijn agenda zou plakken.

Op zondag reden we naar Overijssel. Wat een heel eind is en er leek dus tijd zat te zijn om naar Dylan's nieuwe cd te luisteren. Maar, vrijwel meteen ging er een uiterst slome tractor voor ons rijden. Iets dat de stemming nogal deed omslaan. Of in ieder geval, Bob paste niet meer bij de stemming. Arabische dansmuziek wel, maar die cd bleek nog thuis in de cd-speler te zitten. Zo'n dag. Overijssel was nog een eind weg.

Een nieuwe cd van Dylan wordt lang verwacht, en er wordt veel over gesproken. Bij het eerste gerucht komt de machine al op gang. Er lekt een liedje, een hoes, en dan nog een lied. Daarna mogen een paar journalisten er naar luisteren. De spanning stijgt. Voor dat moment ben ik al afgehaakt. Teveel lucht, teveel hype. Straks ga ik nog horen wat andere mensen zeggen dat ik zou moeten horen.

Het feestje was leuk. Vijftig worden is heel wat. De gesprekken gingen over vakantie, een in de brand gevlogen surprise bij iemand die eerder vijftig werd. De politieke keuzestress kwam voorbij, en Saron ook natuurlijk. Ergens stond er iemand naast me die opeens wat harder sprak en hoewel ik niet verstond wat hij zei leek het geluid sprekend op dat van Bob Dylan. Echt. Of het werd gewoon tijd om naar huis te gaan en onderweg naar Bob te luisteren.

Een fan, die kijkt uit naar een nieuwe plaat. Om er daarna helemaal in te duiken. Maar, dat doe ik met een nieuwe opname van Dylan maar spaarzaam, verheugen en duiken bedoel ik. Voor mij is Dylan vooral iemand die op een podium staat te zingen, daar vinden de liedjes hun echte vorm, daar klinken ze zoals ze horen te klinken. Dat zijn ook de opnames waar ik het meest naar luister. De opnames in de studio zijn voor mij toch vaak meer een aanzet, een vastleggen. Later, op het podium, waar ze horen, gaan ze pas zingen.

Het was mooi weer zondag, dus de raampjes mochten open. En het was druk op de weg, dus de muziek moest wat harder. En bij liedje vier van Tempest gebeurde het. Een doedelend begin, en dan die stem die klinkt alsof hij van onder een afbrokkelende grafzerk vandaan komt "It's been such a long, long time". Een bluesje dreint. Gruizig is het, raspend. "Shake it out (up?) baby, twist and shout. You know what it's all about". Geniale regels zijn het niet. Maar door die stem klinken ze, ze zuigen en pakken. Hier jij! Kijk eens goed naar die grafzerk!

"I wear dark glasses to cover my eyes. There are secrets in them that i can't disguise".

We zoeven door Friesland, als er ergens een plek is waar ik blij ben dat de maximumsnelheid verhoogd is dan is het wel in Friesland. De teksten van Dylan zijn met de raampjes open niet meer zo te volgen. Maar ook zonder onmiddellijke tekstexegese klinkt het fijn. Op de afsluitdijk doen we "Pay in blood" nog een keer. "The more i take, the more i give. The more i die, the more i live" vang ik op als er op de andere rijbaan antieke vrachtwagens aankomen.

Als we eindelijk Den Helder bereiken en rechts de boten in de haven liggen te pronken en links de soms vervallen huizen staan klinkt "Long and wasted years" weer. Hoe passend.
Er zit veel dood, verderf en vergankelijk in Dylan's nieuwste cd. De regelpluizers kunnen hun lol vast weer op. Er klinkt country, waarschijnlijk zelfs wat folk maar wat mij betreft heeft Dylan met Tempest zijn beste bluesplaat in jaren gemaakt. Geen opsmuk, geen gedoe, geen gepoch. Eerlijk.

Ik ga nog steeds geen foto's van Bob in mijn agenda plakken. Maar door Tempest begrijp ik wel weer waarom ik toch steeds maar naar de man blijf luisteren. Die stem, dat zuigende, hier jij, je dacht toch niet echt dat het in het leven om koopkrachtplaatjes ging.

‘I ain’t dead yet. My bells still ring’








3 opmerkingen:

Rob Coers zei

Mooie recensie Ton! En ik kan niet anders dan volledig met je mee te zwijmelen. Het doet me zo denken aan een eerder album, maar welk ook weer?
De hemel zij geprezen, want het album is nu ook op Spotify te beluisteren :-)

Anoniem zei

Je kent toch "City of New Orleans" van Steve Goodman wel? Folkblues inderdaad, Steve en Dylan hebben samen nog wel eens op het podium gestaan.

Jouw mening: "De opnames in de studio zijn voor mij toch vaak meer een aanzet, een vastleggen. Later, op het podium, waar ze horen, gaan ze pas zingen" vind ik geweldig vanwege de kernachtigheid, die ga ik onthouden, bedankt!.

Ton de Kruyff zei

@Rob, t is weer een fijne plaat Rob. Al weet ik niet waar hij me aan doet denken. Mocht je er nog opkomen dan hoor ik het misschien nog van je?

@anoniem City of New Orleans is een prachtig lied. Dat horen we te weinig. Goed dat je het hier even neerzet. Bedankt daarvoor. Steve Goodman is te onbekend gebleven.