'Ik doe niet ongeduldig.'
'Wel.'
'Sta niet te mokken.'
'Ik mok niet.'
'Je mokt wel. Ik zie het toch. Je mokt en je drentelt ongeduldig.'
'(...).'
'Het is vijf over zeven. De deur is net open. We zijn veel te vroeg, we zijn altijd veel te vroeg. Er is nog bijna niemand. En je mokt en drentelt.'
'De deur gaat om zeven uur open, je zou dus ook kunnen zeggen dat we vijf minuten te laat zijn.'
'Echt. Doe niet zo dwaas. We staan echt wel weer vooraan. Doe eens rustig, altijd hetzelfde dit. We zijn idioot te vroeg en dan staan we binnen weer anderhalf uur te hangen voor het begint.'
'Er is een voorprogramma.'
'Ja, pfff, hebben we ooit een voorprogramma gezien dat leuk was?'
'Voor Faithless een keer.'
'Dat was niet leuk, dat was raar. Die man zat zwaar onder de pillen en hij had een konijnenpak aan.'
'Het was best een mooi konijnenpak anders.'
'Zal ik konijnenpak voor je kopen, als je 53 wordt?'
'(...).'
'Iedereen is ook boven de 50 trouwens'
'Niet, daar staan een jongere, daar in dat groene t shirt.'
'Nou nou, poe, één maar liefst en trouwens, die moest mee, van z'n vader. Dat zie je toch, zo vrolijk kijkt die jongen niet.'
'Hoor eens, gaan we nu naar binnen? Want ik zie niemand van de mensen die we altijd tegen komen. De voorzitter van de fanclub, de ontzettend kleine Indische mevrouw, Daan. en zijn zus, de enorme Engelsman met het kale hoofd, de man met de te moderne bril. Ze zijn vast allemaal al binnen en ik heb ze al een jaar niet gezien en ik ben nieuwsgierig of ze er weer zijn.'
Boven de deur van Paradiso hing een printje.
Een Engelse meneer die zo te horen speciaal was overgekomen was verre van gelukkig.
Toen we, heel erg vroeg weer thuis waren vertelden we Poes dat Paul Weller een zere stem had. Poes gaapte wat. Hij vond het konijnenpak veel interessanter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten