dinsdag 31 mei 2011

Ruimte, geld en punaises




In november 2010 won Hans-Peter Feldmann $100.000,-. Er zijn natuurlijk meer mensen die een groot geldbedrag winnen maar Feldmann is een conceptueel kunstenaar en het geld kwam niet van de postcodeloterij maar hoorde bij de Hugo Bos Prize.

Over de waarde van conceptuele kunst kun je lang en hartgrondig van mening verschillen. En dat is dan meteen weer het aardige ervan. Ga maar eens bij één van de "Beginpunt van een door Stanley Brouwn op 20 december 1984 gelopen afstand van xxxx-stappen" bordjes staan in de beeldentuin van het Kroller Muller Museum. Aanspraak, gegrinnik of mogelijke ruzies zijn vrijwel gegarandeerd.

Feldmann deed iets bijzonders met zijn $100.000,-. Of, als conceptueel kunstenaar, bedacht hij iets bijzonders dat met het geld gedaan kon worden. In een ruimte in het Guggenheim Museum liet hij 100.000 biljetten van 1 dollar met punaises op de muren prikken.
Om te laten zien hoeveel dat nu eigenlijk is $100.000,- of misschien gewoon omdat het kan.

Ik kwam foto's van de ruimte in het Guggenheim tegen op het internet en het viel me op dat de biljetten niet horizontaal maar verticaal waren opgehangen. Horizontaal leek me eigenlijk het meest logisch, zo ken je tenslotte een bankbiljet. Maar verticaal had misschien een bijzondere betekenis. Misschien was het een reflectie op het uitgeven van geld, het overhandigen, of misschien had het iets met de uitgifterichting van een geldautomaat te maken. Of zou het een beetje wapperen, als je het verticaal ophangt?
Ja, kunst zet je aan het denken.

Maar het antwoord is anders, en eigenlijk vind ik dat antwoord mooier dan het idee en de realiteit van een hele kamer vol met geld.

Why vertically? Mr. Feldmann said it was an entirely pragmatic decision: “It’s easier because they only will need one pin.”

De geldruimte is tijdelijk. Na afloop neemt Feldmann het geld mee naar huis. Al zal dat nog een hele sjouw worden.

donderdag 26 mei 2011

Er gaan weer mensen weg

Foto uit de Flickrstream van @westher

Met afstand de irritantste mens ter wereld, dat was Rammy Speijer toch wel. Zo'n 25 jaar geleden dan. In de bibliotheek waar ik toen werkte was van alles aan de hand, al weet ik niet meer zo goed wat precies. Om ons uit de ongetwijfeld doffe ellende te trekken kwamen er een aantal mensen van de PBC Noord-Holland (ja, het is echt zolang geleden) regelmatig op bezoek. Rammy was één van hen.

Het kwam door het woord "waarom", met een vraagteken erachter, dat Rammy de irritantste mens was. Bij zo'n beetje alles wat we vertelden over het werk en hoe we dat deden kwam hij met "waarom?". En nadat we daar dan een antwoord op hadden gegeven kwam hij gewoon met weer een "waarom?"!
Gek werd je van die man. En dan zeg ik het nog netjes.

Tegenwoordig vragen mensen die in bibliotheken werken zich natuurlijk de hele tijd af waarom ze dingen doen. Er zijn doelen, meetpunten, afspraken, teruggekoppelde reflectiemomenten, dat soort dingen. Maar echt, vroeger deden we soms dingen gewoon omdat we ze deden.

Sommige momenten blijven je bij. Rammy die tussen de kasten hardnekkig naar het "waarom?" van dingen bleef vragen is voor mij zo'n moment. Zeker, toen had ik hem het liefst met een zijschot van een Bomefa serie 100 kast op z'n hoofd geslagen, maar wat later realiseerde ik me dat het nogal belangrijk was wat hij daar liep te vragen.

Vandaag nemen Rammy, Len, Gerard en Theo afscheid van ProBiblio. Ik had over de anderen ook wel wat kunnen schrijven, ik kom ze allemaal al jaren tegen. Maar alleen Rammy was nu eenmaal kortstondig de irritantste mens ter wereld.

En ja, ik weet het, er gaan de hele tijd mensen weg. Dat hoort erbij. Mensen komen, en ze gaan ook weer. Niks blijft hetzelfde. Dat is ongetwijfeld goed enzo.
Maar het zal wel wennen worden.

dinsdag 24 mei 2011

70


"Ladies and gentlemen please welcome the poet laureate of rock 'n' roll. The voice of the promise of the 60's counterculture. The guy who forced folk into bed with rock. Who donned makeup in the 70's and disappeared into a haze of substance abuse. Who emerged to find Jesus. Who was written off as a has-been by the end of the 80's, and who suddenly shifted gears releasing some of the strongest music of his career beginning in the late 90's."

Zo gaat de introductie, tenminste, zo was het de laatste keer nog dat ik hem zag. Vroeger was hij korter, de introductie dan. Toen schalde er ook nog eerst  muziek van Aaron Copeland door de zaal, Hoedown. Maar die cd zal misschien ergens achtergelaten zijn.

Er niks over schrijven zou suf zijn, hoewel het ook weer wat overdreven voelt om juist vandaag wel wat te schrijven. Alsof zo'n dag een aanleiding is. Ik ken de man niet eens. Maar, niks zeggen is eigenlijk ook weer zo gedwongen.

Het is geen vrolijk lied, allesbehalve. Het is nog niet donker, maar het schiet wel op. Niet dat het droevig is, meer berustend. Zo zong hij het ook, trekkend aan de lettergrepen, woorden die buigen, rollend in zijn mond.  De zaal, een betonnen bak, werd klein. Echt, tenminste, zo beleefde ik het. Er was geen ander geluid meer, geen gepraat of geroezemoes. De zaal werd een kamer, een huiskamer misschien wel. Haartjes in je nek die overeind gaan staan.
Nee, echt uitleggen kun je het niet. Maar als ik naar de opname luister die er bestaat lijkt het, lijkt het, alsof ik niet de enige ben. Tijdens de regels "I know it looks like I’m moving, but I’m standing still. Every nerve in my body is so vacant and numb" is het gespannen stil. Onder "I can’t even remember what it was I came here to get away from", lijkt het alsof het publiek weer bij komt. Als de regel, bijna bijtend, klaar is wordt er luid geklapt.
Dan is het moment voorbij, de muziek rommelt naar een eind. En klaar.

Vandaag wordt de man zeventig. Er zal her en der misschien een regel of wat over verschijnen. Die zullen dan waarschijnlijk gaan over zijn belang in de jaren zestig, of over zijn ongenaakbaarheid, de literaire kwaliteiten van zijn zinnen, de Nobelprijs die hij nog niet kreeg. Er zal ook wel weer staan dat hij tegenwoordig rottig zingt, en dat het vroeger allemaal beter was.

Maar dat zijn natuurlijk eigenlijk allemaal bijzaken.

"Ladies and gentlemen - Columbia recording artist Bob Dylan!"
.

Bob Dylan - Not Dark Yet (Live in Rotterdam 27 september 2000) by roio

vrijdag 20 mei 2011

Alles verdient een naam


Gisteren kreeg het nieuwe stadspark van Den Helder een officiële naam. Ik wist niet dat er naar een naam gezocht werd en dat er een officieel iets gepland was ontdekte ik pas toen de gebeurtenis al bijna voorbij was.

Ik zag wat tentjes in het park staan toen ik het station uitliep. Er stonden een paar mensen aan tafeltjes die je vaker op een receptie ziet, van die hoge dingen waar je op kunt leunen. Al moet je er weer niet te stevig op leunen, dan vallen ze om.
Er leunden nog maar een paar mensen, er liep iemand te bellen, er stond een dixieland groepje te toeteren. Feest in Nederland. Wat verderop, aan de andere kant van het park zaten mensen op een bankje. Die hadden overduidelijk al flink gedronken, maar hun kleding week nogal af van die van de mensen bij de tentjes. Dus ik denk dat de mensen op het bankje niet bij de mensen hoorden die nog stonden te leunden. Al weet je dat natuurlijk nooit zeker.

Dat park is nog een heel gedoe geweest. De bomen staan er met opzet scheef en maanden stonden er hekken om het park. Dat was omdat het gras goed moest hechten. Of zoiets. Weken terug waren plots de hekken weg en reden er goedgehelmde mannen met overduidelijk plezier in kleine graafmachientjes over het gras. Paden, hele wegen zelfs werden aangelegd. Van het gras bleef niet zo heel veel over. Maar wat er nog was had zich waarschijnlijk wel goed gehecht.

Gisteren kreeg het park een officiële naam. Er was een wedstrijd, inzendingen en een heuse jury. De winnende naam voor het stadspark was "Stadspark".
Kan het nuchterder? Nou ja, "Park" had ook gekund. Dat was nog net een graadje minimaler geweest.

Ik was de gebeurtenis en het niet al te grote park al voorbij toen ik aan een video van de ontwerper Milton Glaser moest denken die ik laatst tegenkwam. Hij heeft het over falen.
Daarna ontweek ik nog een aanstormende scootmobiel. Maar dat heeft er verder weer niets mee te maken.


Milton Glaser – on the fear of failure. from Berghs' Exhibition '11 on Vimeo.
"A characteristic of artistic education is for people to tell you that you’re a genius. [...] So everybody gets this idea, if you go to art school, that you’re really a genius. Sadly, it isn’t true. Genius occurs very rarely. So the real embarrassing issue about failure is your own acknowledgement that you’re not a genius, that you’re not as good as you thought you were. [...] There’s only one solution: You must embrace failure. You must admit what is. You must find out what you’re capable of doing, and what you’re not capable of doing. That is the only way to deal with the issue of success and failure because otherwise you simply would never subject yourself to the possibility that you’re not as good as you want to be, hope to be, or as others think you are."

woensdag 18 mei 2011

(boek) De Bob Dylan aantekeningen - Tom Willems


Ik heb "iets" met Bob Dylan. Al komt er dan wel meteen achteraan dat ik regelmatig niet precies weet wat ik met die Dylan heb.
Goed, het aantal cd's dat ik van hem heb is een getal van drie cijfers en het eerste cijfer is niet 1 en misschien ook geen 2. En het zou ook erg opluchten wanneer Bob eindelijk duidelijk maakt of en vooral wanneer hij in het najaar naar Nederland komt, we willen namelijk de vakantie wel eens gaan boeken.
Maar, voor de lezer zijn of haar ogen ten hemel richt, er zijn maanden dat ik niet naar de man luister en er zijn liedjes die me weinig doen. Dat gehark op een akoestische gitaar uit het begin van de jaren zestig bijvoorbeeld, dat gaat vaak totaal langs me heen.

Tom Willems heeft ook "iets" met Dylan. Heel veel "iets" zelfs. Willems houdt een precieze, mooie en vaak zeer persoonlijke website bij over Dylan en schreef een boek over de man. Nou ja, hij schreef een boek waarin Dylan op elke pagina een flink aantal malen voorbij komt. Maar gaat "De Bob Dylan aantekeningen" daarmee over Bob Dylan?
Nee, eigenlijk niet. Of, niet alleen.

Het boek kent twee delen. Eerst komen teksten die deels eerder op de website van Willems verschenen en die een mooie inkijk geven in het leven van een Dylan liefhebber. Er worden lp's bezorgd, er worden cd's gekocht, recensies worden gelezen, er wordt herinnerd, overwogen en gepeinsd. Ja, het gaat over Dylan maar eigenlijk gaat het over wat muziek, een misschien wat obsessieve liefde voor muziek met iemand doet. Nee, er wordt niet gestolen om de hobby te betalen, Willems is ook gewoon gelukkig met zijn vrouw, er is geen groot drama. Het is het alledaagse leven dat gelezen kan worden. De invloed op het alledaagse leven van muziek, wat het met je doet. Of kan doen. En Willems schrijft er mooie zinnen over.

Het tweede deel, zo'n 20 pagina's, gaat over de opnames die er gemaakt zijn tijdens Dylan's tour in 1966.
In 1966 was Dylan een icoon. Een man met een gitaar en mooie, literaire, soms scherpe teksten. Het publiek projecteerde van alles, en waarschijnlijk voornamelijk zichzelf op hem. Tijdens zijn tournee in '66 kwam hij aan dat beeld voor de pauze nog tegemoet. Maar na de pauze stond hij op het podium met een band, een band die hard speelde, voor die tijd misschien wel heel hard. En bijna elke avond liet een deel van het publiek die tweede helft weten dat ze het maar niks vonden. Waar was de folk? Waar was de zachtmoedige scherpte? Gefluit, boegeroep, of erger nog, ijzige stilte.

Elke avond ging het fout tussen Dylan en het publiek, het was bijna een ritueel. Dat ritueel werd vervolmaakt op 17 mei, in Manchester. Na een hard "Ballad of a thin man" wordt het stil maar in die stilte roept er iemand uit het publiek plots hard "Judas!". Misschien was Dylan van slag, misschien raakte het hem kortstondig of deed het hem niets. Het kan allemaal, niemand weet het. In ieder geval draaide hij zich, na wat gemompelde tussenzinnen om en liet zijn band weten "Play Fucking Loud!".

Niet iedereen doet wat het publiek lijkt te willen.

Het is een fijn boek, "De Bob Dylan aantekeningen" van Tom Willems. Het gebruik van & in plaats van het woordje "en", dat hoeft van mij niet zo maar verder zou in ieder geval elke bibliotheek die nog geschreven teksten over muziek koopt het boek toch zeker aan moeten schaffen.

En de individuele lezer? Die zou het gewoon eens moeten proberen. Goede boeken over muziek zorgen ervoor dat je naar de muziek gaat luisteren en ik ben in ieder geval door de zinnen van Willems weer eens gaan luisteren naar de Dylan met alleen een gitaar, die van voor de pauze.


Tom Willems - De Bob Dylan aantekeningen is een uitgave van Atelier 9en40, daar is het ook te bestellen.

maandag 16 mei 2011

Je moet wat, op zo'n zondag



Bij het voetbal was de verkeerde ploeg aan het winnen, het balkon was al opgeruimd en de wind was te hard om er aangenaam te gaan zitten.

Als je even niets te doen hebt kun je altijd nog een filmpje op YouTube zetten. Er was geen groot, langdurig durend idee voorhanden maar er moest nog wel iets met "We shall not be overwhelmed" van Lambchop.

Geen idee waarom dat moest, soms moet er gewoon iets.

YouTube is net een jukebox. Er hangen duizenden liedjes rond. Vaak met bewegend beeld maar minstens zo vaak is het filmpje gewoon een muziekje met een niet bewegend plaatje van de artiest of de hoes. Als variant zie je soms een filmpje van een platenspeler waarop een single of een lp draait.

Maar ja, "We shall not be overwhelmed" staat alleen op een cd en het hoesje is ook niet echt bijzonder. Een foto van de band leek plots ook te makkelijk.

We vonden een variant op de "platenspeler in beeld".

Je moet wat op een zondag. Als de verkeerde ploeg wint.

zaterdag 14 mei 2011

Het dwarrelt soms alle kanten op


Het ging over cultuur, en dat er een nota zou komen, moest komen. Want een nota was er nog niet en iets waar geen nota over is, dat bestaat lastig. Het was al de derde avond en de opmerkingen, aanvullingen, het kunnen ook verbeteringen zijn geweest van de aanwezigen waaierden alle kanten op.

Er moest over muurtjes worden gekeken. Al was de dorpse eigenheid ook weer niet iets dat uit het oog mocht worden verloren. Kwaliteit, out of the box, input/output, ergens in mijn hoofd begon het soms kortstondig af te dwalen. Er kwam jongerencultuur en een poppodium voorbij, dat was er ook al niet. En ik dacht even aan Kurt Wagner en Cortney Tidwell die we maandag nog in een half lege kleine zaal van Paradiso zagen spelen. "So let's think about where we're going and forget about where we've been". Je kunt best heel, heel zachtjes een liedje hummen terwijl je praat.

Ah, daar kwamen toch de subsidies weer voorbij. Al vonden we ook allemaal dat het niet alleen over geld mocht gaan. Subsidies, bezuinigingen. Ik dacht even aan de 75% van Harderwijk. En, zonder dat ik zelf begreep waarom dacht ik aan de eBooks Eregalerij, en dat die al 20.000 keer was gedownload. Zouden al die downloaders nu plots Couperus en Beets gaan lezen? En is dat downloaden dan een soort virtuele uitleenfabriek?

De meneer van het gemengde zangkoor vertelde over zijn geldzorgen. En hoewel ik die zorgen snapte dacht ik tegelijkertijd toch even aan de Raad van Cultuur die constateert dat er een aansprekende, inhoudelijke visie op nut en noodzaak van het werk van de openbare bibliotheek ontbreekt. Ik wilde nog op een briefje schrijven "Toch eens aan klanten vragen of zij dat nu ook vinden, van dat ontbreken" maar de discussie kwam plots bij samenwerking en daar was iedereen voor. Al moesten we het een volgende keer maar eens hebben over hoe dan precies.

Toen ik later, na een lange avond vol gepraat, voornemens en dwalende gedachtes naar de trein fietste drong Lambchop, het ambient country groepje van Kurt Wagner zich in mijn hoofd. Met "Up with people" en vooral met die ene zin.

"Unto you will most certainly leave the doing undone".

Dat is een mooie zin, hij zingt fijn mee, ook zachtjes en soms begrijp ik zelfs wat hij betekent.