woensdag 26 januari 2022

Stroompje

David is dood.  Nu kenden Annet en ik hem niet dus doen alsof we geschokt waren toen we het hoorden zou gespeeld zijn. Maar, het is al de tweede buitenlander van hier die overlijdt sinds we hier wonen. David liet voor zijn vrouw een pand verbouwen tot restaurant. Na jaren van geknutsel en gedoe met afgewezen vergunningen ging het restaurant open. Het was waarschijnlijk het enige Thaise restaurant in een dorp in Bulgarije. Al voor de covid ging woekeren werd David ziek en ging het restaurant dicht zodat zijn vrouw voor hem kon zorgen. Het zal nu wel dicht blijven. Dan is er geen Bulgaars dorp meer met een Thais restaurant.

De eerste buitenlander die overleed, in juli of augustus al, pleegde zelfmoord.

We weten nu hoe koud het echt is. In een rommelig ieniminiewinkeltje, verscholen achter de markt in Popovo vol met niet bij elkaar horende zooi liep de eigenaar naar een bakje vol buitenthermometers. Het verbaasde hem geloof ik nogal dat we er meteen maar een paar kochten. We weten nu hoe koud het binnen en buiten is. 

Koud.

IJswinderig koud.

In het noord oosten zijn nu al een aantal dorpen waar de gemeente 's avonds de straatlantaarns uit doet. Ook hier stijgen de prijzen van energie fors. Gemeentes kunnen die stijging niet meer betalen. De straatlantaarn voor de deur van buurman Jordan is al een paar weken uit. Al komt dat gewoon omdat niemand het ding komt repareren. Maar, hij wacht ook al langer dan een jaar op een nieuwe afvalcontainer. Die staat op het veld voor ons huis. Er zit een groot gat in de onderkant. Katten, honden, vossen, jakhalzen en ongedierte trekken 's nachts de gedumpte zakken uit de container. Omdat we hier pas een half jaar wonen wachten wij dus ook pas een half jaar.

Het is gelukt het Bulgaarse coronabewijs met het boostershot werkend te krijgen. Weliswaar door op de Bulgaarse website ijzerenheinig in een geheel verkeerd vakje ons id-nummer in te tikken maar toch, het werkt. Niemand vraagt er hier verder naar. Maar daar gaat het dan ook niet om.

Tussen Palamartsa en Gagovo loopt, verstopt achter bomen en struiken een onbenullig stroompje. Er ligt ijs op waar je het water onder kunt zien stromen. Gisteren vond ik na lang treuzelen een plek waar je er net overheen kon springen. Net. Aan de overkant liep ik vast in dichte, ook in de winter prikkende struiken. Onbezorgd vrolijk als een zevenjarige bedacht ik me dat ik nu weer over het stroompje moest springen.


maandag 17 januari 2022

Het is koud, maar hoe koud is het?

"Hoe koud is het bij jou?". "Bij mij is het -4. En bij jou?". "Gek, bij mij is het -6. Of zou dat de gevoelstemperatuur zijn?". "Nee, vast niet. Die staat bij mij ergens anders. Zie jij nog sneeuw?". "Op dinsdag". "Volgende week? Net als we met Ollie naar de dierenarts moeten? Misschien valt het mee. Bij mij zie ik niets geen sneeuw". 

Het is kouder. In de nacht vriest het tot 10 graden. Gelukkig zijn de dagen met ook overdag vorst weer even voorbij. Het zal een graad of drie zijn nu. Tenminste dat denken we. Of beter, dat lezen we. Zo'n beetje.

Annet en ik hebben verschillende telefoons met verschillende weerapps. En die weerapps blijken echt verschillend want ze geven maar hoogst zelden dezelfde informatie. En dat terwijl we toch graag willen weten hoe koud het nu echt is.

(Dat van die verschillende telefoons heb ik trouwens even heel kundig opgelost. Op mijn telefoon zit een pincodebeveiliging. En, ik zit ver weg dus ik schaam me er niet voor, die pincode was ik van het ene op het andere moment kwijt. Weg. Ik weet de cijfers nog maar de volgorde is zoek. Zo zoek dat de telefoon nu permanent geblokkeerd is. Ja, het is dom. Maar ik kan dat)

Omdat een telefoonapp ook maar een idee is bedachten we dat een buitenthermometer een oplossing zou kunnen zijn. Niet dat die laat weten of het gaat sneeuwen maar de temperatuur is er op af te lezen. 

In het dorp kun je geen thermometer kopen. Het internet dan? Je kunt erg veel blogjes wijden aan het vreemde van de e-commercie in Bulgarije (één van de raarste dingen is dat je vrijwel altijd gebeld wordt door de leverancier om mondeling te bevestigen dat je toch wel echt iets via hun website gekocht hebt) maar laat ik het houden op "na vele pogingen zijn we met pogingen gestopt". Een doe het zelf winkel dan? Nee. Toen bedachten we de agroteka (die soms ook agroapteka heet). De agroteka is een wonderlijk fenomeen. In Popovo (op 10 km afstand, 14.000 inwoners) ken ik al 6 agroteka's terwijl ik maar een fractie van die stad ken. Het zijn een soort tuincentra maar dan met de oppervlakte van een krappe krantenkiosk. Je kunt er alles kopen voor buiten. Planten, zaden, bollen, rubberlaarzen, rare hoedjes en bestrijdingsmiddelen als round-up ("classic, not the modern round-up" zei de eigenaar alsof hij duidelijk wilde maken dat je met de classicversie echt alles voor eeuwig plat kon spuiten). Maar helaas, dus ook geen thermometer. 

Dus. Het is koud.

Maar we weten niet echt hoe koud.

 


woensdag 12 januari 2022

Vroeger is hier nog lang niet voorbij

De mensen die in het gemeenschapshuis naar de foto kijken zullen mensen van vroeger zien. Zichzelf misschien, of hun ouders, kennissen, zoiets. Voor mij is het alleen een foto met mensen in klederdracht. Een foto met mensen die zitten voor de afbeeldingen van Lenin en Dimitrov

Bulgarije werd communistisch in 1944, al kun je over dat jaartal nog wel wat vitten. Het communisme zorgde voor een flinke verhoging van de levensstandaard in Bulgarije. Iedereen ging naar school, dorpen kregen elektriciteit, vrouwen gingen werken, de gezondheidszorg werd verbeterd. 

Je ziet ze her en der nog, de rode sterren van vroeger. Hoog op de muren van transformatorhuisjes. Of roestend boven waterputten. Er staan nog kleine monumentjes voor mensen die niemand meer kent, ook weer met een rode ster. Soms is er nog een propagandakreet, net niet helemaal weggebleekt te zien. 

Duizenden werden omgebracht na de machtsovername van 1944. Wat jaren daarna kwamen de kampen. Belene en Lovech zijn het beruchtst maar er waren er door het hele land tientallen. 

In 1989 is het in het hele Oostblok onrustig en rumoerig. Mensen willen meer vrijheid, een ander systeem. Ook in Bulgarije wordt gedemonstreerd maar hier ging het om het milieu, de angst voor een oude kerncentrale en de wanhopig slechte elektriciteitsvoorziening. De BCP (Bulgaarse Communistische Partij) voelt dat er iets geheel uit de hand kan lopen en met een geruisloze interne coup wordt Todor Zhivkov die al aan de macht is vanaf 1954 verwijderd. De BCP neemt de naam BSP (Bulgaarse Socialistische Partij) aan, organiseert vrije verkiezingen en wint die dan ook nog. 

Bij elke verkiezing die er hier is wordt er altijd een keer een artikel geschreven waarin staat welke te kiezen mensen banden hadden met de inlichtingendiensten uit de communistische periode. Vaak zijn dat er meer dan vijftig.

Nog steeds is het onbekend hoeveel mensen er in de kampen hebben gezeten. Onbekend blijft hoeveel mensen er daar precies omkwamen. Niemand van enige naam of faam is ooit echt gestraft, dossiers zijn zoek of nog steeds geheim. 

Niet te ontwijken zijn de monumenten ter herinnering aan de mislukte communistische opstand van 1923. Er zijn er hier een stel in de omgeving. Ze zijn neergezet in de communistische periode. Sommige vervallen, maar ze vervallen maar erg langzaam.



woensdag 5 januari 2022

Overal is kal, of kal is overal

Je loopt zo'n tien meter en dan sta je stil om met een stok de ongeveer vijf tot 10 centimeter modder onder de hak van je schoenen weg te steken. Ik moet bij de modderhakken vooral aan van die enorme oude soul en disco schoenen denken, volgens Annet heet dat blokhakken. Ik neurie gewoon verbeten "Sock it to 'em soul brother".

We zijn nu precies zes maanden in Bulgarije. Tijd voor de tussentijdse evaluatie!

Nou ja, dat leek me een leuk idee. Maar volgens Annet is dat idee toch voornamelijk een overblijfsel uit mijn bibliotheektijd. "Ga je ook nog een enquête maken?" vroeg ze nog. Met een blik die me niet het idee gaf dat ze die vragenlijst in zou gaan vullen.

Ok, we gaan niet evalueren.

Het Bulgaarse woord voor modder lijkt "Kal" te zijn. Kort woordje, te kort voor de hoeveelheid modder die je hier tegenkomt. Palamartsa is een boerendorp. Overal om ons heen is landbouwgrond. Kleigrond. Ernstig vruchtbaar. Gooi iets op de grond en het groeit. Als je een zak cement neerlegt staat er overmorgen waarschijnlijk een flatgebouw op een heuvel. 

De meeste dingen hier vielen erg mee. Alle bureaucratische dingen lukte zonder problemen. De meeste Bulgaren zijn erg behulpzaam al kunnen we hun taal nog steeds maar matig volgen. Dat we geen verse koriander kunnen kopen en voor lekkere kaas drie kwartier in de auto zitten zijn zo'n beetje de enige echte "problemen". O ja, en de wegen. Maar dat die belachelijk slecht zijn wisten we al.

Aan het eind van de herfst gaan de boeren hier ploegen. En dat doen ze grondig. Heuvels en velden veranderen in enorme lappen bonkige klei. En omdat ze toch bezig zijn ploegen ze meteen de landbouwpaden ook maar weg. 

De taal was, en is lastig. Lastiger dan we dachten. De dingen die we wel kunnen zeggen (waar is het postkantoor?) lijken nooit overeen te komen met de dingen die we willen zeggen (het linkervoorwiel stuurt heel erg raar). 

In december was het ijswaterkoud. En nat. Het regende of het sneeuwde. En als het dat niet deed hing er een wolk in het dorp. Alles werd nat. Ook de klei. drijfnatte dikke hompen klei. Daar kun je slechts luid vloekend in lopen. Al twijfel ik bij het woord lopen. Voortstrompelvallen is beter. Maar dat tikt rot. 

Ik had in december mijn eerste "wat doen we hier eigenlijk?" dip. Die duurde een week. 

Daarna liep ik langs een leegstaande, spookachtige jachthut ergens bovenop een heuvel. Er was niemand. Links glinsterde vers gras, rechts lagen lagere heuvels, bijna als een teletubbylandschap. Er was geen geluid, er was niet eens wind. In de modder waar ik door voortstrompelviel waren sporen van herten en reeën. Die zag ik verder niet. Maar dat hoefde dan ook niet.

Toen ik nog in een bibliotheek werkte had ik ook al een hekel aan evalueren.