'Leuk he?', zei de vrouw voor ons in de rij het met een vrolijk glimlachende trots waarvan ze zelf misschien vond dat die niet helemaal meer gelijk op liep met haar leeftijd. 'Toen hij 10 dagen terug niet kon zingen en daarna een dag vrij had dacht ik, hij gaat misschien Amsterdam wel in. Hij is verzot op Amsterdam. Dus mijn mijn man en ik zijn toen op vrijdag langs plekken gelopen waar hij wel eens komt, een studio waar hij opneemt, een platenzaak waar hij graag komt. En net toen ik tegen mijn man wilde zeggen, 'Dit wordt niks meer" kwamen we hem tegen. En hij ging meteen met ons op de foto. Nee, mijn man kon vanavond niet. Die had een andere afspraak.'
'Waarvoor is deze rij?', de vraag kwam, in het Frans, van het stel dat achter ons in de rij stond.
'Paul Weller.' zeiden we, wat in verwarring gebracht door het misschien filosofische karakter van de vraag. Maakten ze een grap en hadden we eigenlijk, wijzend op de rij moeten zeggen 'Er is geen rij'? Na een korte geschiedenis van meneer Weller bleef een "Oh, Paul Weller' uit. Nee, ze hadden nog nooit van hem gehoord in Frankrijk. Toch bleven ze in de rij staan. Misschien stond Paradiso wel onderstreept in hun reisgids.
De vrouw zat, net als bij het optreden van een jaar geleden van Weller, in een rolstoel. Net als toen gaf ze Weller een bos rozen. Anders dan toen kreeg ze er nu een handkus voor terug.
Er was iets met de gitaar. Misschien klonk hij niet goed. Ik hoorde het niet, ik stond alweer rechtszijdig doof te worden maar Weller keek bar geïrriteerd. Een roadie nam de gitaar over en terwijl Weller op een mondharmonica blies werd het ding gestemd en daarna weer aangereikt. Het had, aan de mondhoeken van Weller te zien niet veel uitgehaald. Ik hoorde het nog steeds niet.
How disappointed I was
To turn out after all
Just a porcelain God
That shatters when it falls
Sing you little fuckers
Sing like you've got no choice
Hij zingt het zelf, maar of hij het nog echt gelooft, daar begin ik wat aan te twijfelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten