maandag 22 oktober 2012

Man en Beer


"Die beer? Die beer heeft pa gekocht voor je geboren werd. We hadden een oude wieg, van bij mij thuis. Die wieg staat nu in Canada. Maar ik wilde een eigen wieg. Je moet denken, na zoveel jaar...
Op een maandagmiddag zijn pa en ik toen naar Utrecht gegaan. Ik moest voor controle naar het ziekenhuis en we hebben toen in één of andere winkel een wieg gekocht. En toen zei pa, "hij krijgt" of "ze krijgt", ik weet niet meer wat hij zei, "hij krijgt van mij een beer". En toen heeft hij die beer gekocht, in diezelfde winkel. Van Steiff, en dat was toen heel veel geld hoor, tweeëntwintig en een halve gulden. Maar hij was ook zo blij".

"Je hebt ook nooit een andere beer gehad. En één keer, toen logeerden we een paar dagen in De Bilt en toen reden we ongeveer bij, ik weet niet meer precies waar, en toen sprong je overeind, "M'n beer", riep je, "Waar is m'n beer?". Ik zei, "ja, ik maar ik kan toch niet terug", want ik had nog een andere beer. Die had je nooit gebruikt. Maar die was niet goed. Mijn zwager heeft de beer meteen op de post gedaan en toen was het weer goed".

"Ik ging je halen. In het ziekenhuis. En toen zei de zuster, "U moet nog even wachten", want je had een bloeding gehad. Dat schijnt meer te gebeuren bij amandelen knippen, maar goed. En ik zie je nog staan aan de hand van de zuster en jij had de beer in je hand. En de beer zat helemaal onder het bloed".
Het bloed heb ik geprobeerd er af te krijgen maar hij heeft altijd vlekken gehouden. Het mooie was er vanaf. Och ik zie je nog, je was toen nog zo klein. En met de beer in je ene hand. Och ja".

"Hij was gewoon versleten, je nam hem overal mee naar toe ook. Altijd die beer, nooit een ander speeltje. Altijd die beer".

In de nacht zit hij voor de wekker. Omdat ik denk dat ik slechter slaap als ik de rode getallen kan zien. Ik zou de wekker natuurlijk om kunnen draaien, dan zijn die cijfers ook onzichtbaar.
Maar dan zou Beer zich waarschijnlijk overbodig gaan voelen.


woensdag 17 oktober 2012

Wachten op eGodot

Zelf heb ik niks met eBoeken.
Helemaal niks.
Ik houd wel eens zo'n eLezer vast hoor. Als er weer eens wat mee is. En toen ik dat voor het eerst deed vond ik het ook best bijzonder, dat je er bladzijdes mee kon omslaan en dat de letters groter en kleiner konden. Maar ik kan al jaren heel goed bladeren met papier, en ik heb al een leesbril.
Op vakantie schijnt zo'n ding ook heel handig te zijn. Al heb ik dat altijd een aan decadentie grenzend verkoopzinnetje gevonden. En op de meeste van mijn vakantiebestemmingen is er erg veel zand en erg weinig elektriciteit.

Nou niet meteen gaan roepen van "Weer zo'n zich aan de ouderwetsigheid vastklemmende bibliothecaris". In "mijn" bibliotheek kopen we ook boeken over onbewijsbare boomknuffel therapieën en figuurzagen. En de boeken van Heleen van Royen worden ook gewoon aangeschaft.

Wat ik zelf van eBoeken vind doet er dus niet zoveel toe.

Al een paar jaar kunnen klanten/leden/gebruikers en waarschijnlijk ook gasten in "mijn" bibliotheek de beperkte hoeveelheid eBoeken lenen uit de ePortal van de NBD. Als het tenminste lukt om ze in te schrijven en als ze zelf het magisch realistische downloadproces volbrengen.

We doen ook blij optimistisch over het aanbod van stromend leesbare titels.

Maar het schiet allemaal niet echt op he.

Soms verbaas ik me wat over de hele bibliotheek en het eBoek discussie. Was ik er net wat aan gewend dat een bibliotheek zich niet moest vastklampen aan het uitlenen van het papieren boek. Begon ik er net over te denken om "mijn" klanten/leden/gebruikers en ook gasten uit te leggen dat zij al decennia de bibliotheek op een geheel foute manier zien en gebruiken ("Nee, sorry, u kunt dat boek niet zomaar stilletjes lenen, u zult er toch echt eerst een zoekvraag over moeten stellen"). En dan moeten we plots weer wel veel tijd en ook geld in het uitlenen van eBoeken gaan steken.

Maar, die verbazing sla ik dan wel even over. Je kunt je tenslotte niet chronisch blijven verbazen. Laten we er vanuit gaan dat het uitlenen van boeken/eBoeken een goed idee is.

Al een tijdje hangt er ergens op mijn pc een pdf rond. Van de VOB inkoopcommissie. Die pdf gaat over eBoeken. Er staat zelfs een opzet in voor een lidmaatschap waarmee klanten/leden/gebruikers, nee gasten waarschijnlijk niet, eBoeken kunnen gaan lenen. Ik heb het gelezen en er over nagedacht. Dat nadenken kwam vooral door het precieze getal van 17 bij het gelimiteerde lidmaatschap. Het duurde even voor ik bedacht dat dat dan wel zou betekenen dat je eenmaal per drie weken een eBoek mocht lenen.

Maar wanneer komen nu de titels?

In december komt er een actie. Met een campagne, stations, QR codes, en stromende boeken. Mooi. Ik kom vaak op stations dus ik heb er zin in. Op de Q&A pagina van de actie lees ik dat de titels een half jaar beschikbaar blijven. Een half jaar? En welke titels gaan het nu eigenlijk worden?

Plannen zat, pdf'jes te over.

Maar, en ik weet dat ik van nature ongeduldig ben, en dat ik een korte attentiespanne heb, wanneer gaan we nou eindelijk eens wat doen? Iets van enige omvang, en voor langer dan een actieperiode.
Ik hoor voor mijn gevoel nu al jaren dat "we" wat "moeten" met eBoeken en dat er gesproken wordt. Met waarschijnlijk van alles en iedereen. En dat is vast heel goed, en mooi ook. En het zal ook vast razend ingewikkeld zijn.

Maar wanneer komt het nu eindelijk eens? Hoelang moet het nog duren? Want laten we eerlijk zijn, zo heel erg veel onkommerde wachttijd heeft de bibliotheek niet meer. Tenminste, de "mijne" niet.

Dus. Schiet eens op verdorie!







maandag 15 oktober 2012

Luister je nou alweer naar Bobby - Tom Willems (boek)


Ik las "Luister je nou alweer naar Bobby - de Bob Dylan aantekeningen 2011 - 2012" van Tom Willems een paar weekenden terug.
Aan het begin van dat weekend viel er iets zwaars op mijn rechtervoet en al vlug zwol de grote teen van die voet op tot ongewone en redelijk belachelijke proporties. In een schoen paste de voet niet meer. Dus ik kon ook niet veel anders doen dan het boek lezen.

Is het een boek dat je wilt lezen, ook als je voet nog gewoon in een schoen past?

Willems schreef eerder twee boeken, die gingen ook over Dylan. Of beter, het tweede ging echt over Dylan. Dit tweede boek met aantekeningen gaat net zoveel over Willems als over Dylan. Of nog een stapje verder, het gaat over iemand met een (daar komt een modernerig woord, maar ik weet even geen beter) passie.

Willems luistert naar Dylan, heel veel. Willems leest over Dylan, ook heel veel. Het concert van Dylan wordt bezocht, platenbeurzen worden afgelopen, gesprekken worden gevoerd. Alles draait om Dylan. Dat zou vreselijk saai kunnen zijn.

"Ondertussen draait "Bringing it all back home" [...]. Ik ben niet meer Tom, niet meer ik. De ogen zijn dan wel open, maar zien doen ze niet. Ik ben niet meer de pijn. Ik ben niet meer de kop vol afspraken of de duizend vragen zonder ooit een antwoord te vinden.
Ik ben niet meer de woorden, niet meer de grote bek die ik te vaak opzet.
Ik ben er niet.
Even."

Een boek dat ik soms herlees is "Een boekenkast op reis" van Boudewijn Buch. Een dagboek vol aankopen van boeken, gezeul met boeken, gezeur over boeken. Boeken die me meestal niks zeggen. Af en toe, goed verstopt staan er wat zinnen over de man achter de verzamelaar.

Ik hou van het obsessieve, ik begrijp het ook. Ik probeer er zelf wel ver weg van te blijven. Al twijfelt de pakjesbezorger van de PTT, of hoe dat tegenwoordig ook heet denk ik aan die zin.

In "Luister je nou alweer naar Bobby" breek je je nek over Dylan. Maar Lee Morgan, een onterecht haast vergeten trompetheld, komt ook even voorbij. Kerouac en Ginsberg zijn er, en Hunter S. Thompson. En Willems vraag zich af of hij "Parting the waves" van Taylor Branch, over Martin Luther King zou moeten lezen. Iedereen zou dat boek trouwens moeten lezen. In het Nederlands heet het "De geschiedenis van een droom".
Ja, sorry, obsessief.

"Ik kan wel proberen om uit te leggen waarom dit mij nu raakt. Dan moet ik het hebben over stem, inleving. Maar wat heeft het voor zin? Morgen kan het weer anders zijn.
Bovendien wordt het niet persoonlijker dan die drie woorden: "het raakt me". Als ik dat wil uitleggen moet ik mijn ziel op tafel leggen.
En dan nog is het mijn ziel die daar op tafel ligt. Je kunt er omheen lopen om hem van alle kanten te bekijken. Je kunt hem oppakken, misschien zelfs er aan snuffelen, maar het blijft mijn ziel.
Je kunt dichtbij komen, ongeveer tot de rand van de tafel en dan houdt het op.
Het is nooit dichtbij genoeg."

Willems komt in "Luister je nou alweer naar Bobby" dichtbij een paar antwoorden. Niet op vragen over Dylan. Maar wel op vragen die ik zelf wel eens heb. En die waarschijnlijk meer mensen met een, sorry, passie wel hebben. 

Prima boek, ook als je gewoon kunt lopen. 












zondag 14 oktober 2012

Tiny Desk Concerts

Ik heb het niet zo op mannen met een akoestische gitaar, alleen, op zichzelf op een podium. Zelfs niet als het gaat om de man die de Nobelprijs niet won deze week.
Het schijnt heel wat te zijn, als je dat niet mooi vindt. Maar ik vind het niks, dat gezing in combinatie met gehark over een akoestische gitaar. Kijk mij eens zingen, hoor je wel hoe bijzonder m'n teksten zijn?
Het is zondag, niemand let op, dus kan ik dat best wel even zeggen.

Buiten regent het. Of in ieder geval regent het zo weer, of dan toch zeker straks.

Op de site van de NPR (National Public Radio) kun je naar Tiny Desks Concerts luisteren en kijken. Geen idee hoe ik er ook al weer achter kwam dat die concertjes bestonden. Maar leuk zijn ze wel.
In een onooglijk kleine ruimte, soms inderdaad achter een tiny desk worden er liedjes gezongen, of wordt er muziek gemaakt. Als je door het archief bladert kom je de Cowboy Junkies tegen, The Cranberries, Glen Hansard, Wilco en de Toearegs van Tinariwen.

Hieronder plak ik, omdat het zo weer gaat regenen, een Tiny Desk optreden van Kurt Wagner. Hij van Lambchop. Hij mompelzingt, zichzelf begeleidend op alleen een akoestische gitaar door wat liedjes heen. Iets wat ik dan wel weer mooi vind.
Ik heb ook nooit gezegd dat ik consequent ben.

Twee liedjes van Lambchop ("Slipped, dissolved and loosed" en "National talk like a pirate day"), één van Don Williams en hij begint met "You're a big girl now" van Dylan, die ook volgend jaar de Nobelprijs niet gaat winnen.

En ja hoor, buiten regent het weer.




maandag 8 oktober 2012

Het antwoord op (bijna) alles

"Koffie, o nee, eerst nog brood. Zeg, wat doe je?".
"Ik maak een foto".
"Dat zie ik. Maar waarom maak je een foto in de supermarkt, om half tien 's ochtends, van een leeg bankje?".
"Kijk dan. Die tekst, op dat bordje. Dit is toch het antwoord op alles".
"Het antwoord op alles?".

"Nou ja, misschien niet het antwoord op echt alles, dat is natuurlijk 42. Maar het is wel een antwoord op heel veel".
"Een foto, van een leeg bankje met een bordje erboven, dat is het antwoord op bijna alles?".

"Ja. Ik denk dat ik de foto laat afdrukken en lamineren. En als iemand dan wat vraagt dan laat ik gewoon die foto zien".
"Ton, kom nou, die mensen staan te kijken".

"Ik zie het helemaal voor me. Als iemand vraagt, "Waarom wil je toch altijd naar een woestijnig land op vakantie?", of "Wat is er toch aan de hand met Nederland?". En hij kan ook bij "Is retail de oplossing voor de bibliotheek?" en ook bij "Komt het ooit nog goed?", al dan niet met de bibliotheek".

"Kom nou maar he, het brood ligt daar".
"Oh, en wat denk je van "Wat heb je toch met die Bob Dylan en die irritante jazzmuziekjes?", dan pak ik gewoon de foto en klaar. En hij kan ook goed bij "Is er nog echte natuur in Nederland?", en misschien zelfs bij "Gaat Spotify failliet?", wat denk jij?".

"Tuurlijk. Kom nou maar, over vier weken hebben we vakantie. Dat brood kopen we wel ergens anders".

woensdag 3 oktober 2012

Zo'n zes uur Shakespeare



Na die keer dat er net voor de voorstelling een luide zoemer klonk ging ik jaren niet naar een toneelstuk kijken. Misschien was het bijgeloof. Ik ben waarschijnlijk een stuk irrationeler dan ik zelf denk.

Een stuk met "tragedies" in de titel leek een aardig moment om de ban te doorbreken.

"Romeinse tragedies" van Toneelgroep Amsterdam duurt zo'n beetje zes uur en bestaat uit drie stukken van Shakespeare. Coriolanus, Julius Caesar en Antonius & Cleopatra. Achter elkaar. Zes uur.

(kopiëren en plakken van de website van TA)

"De Romeinse tragedies zijn Shakespeares meest politieke stukken. Anders dan zijn koningsdrama’s gaan ze niet over machtswellust, maar ligt het accent op het politieke mechanismen en de maatschappelijke context. Zonder vooringenomen standpunt beschrijft Shakespeare oorzaak en gevolg van politieke structuren in een veranderende samenleving. Drie maal wordt het slagen en falen van een politicus getoond, zijn idealen maar ook de persoonlijke drijfveren die meespelen.

Het publiek bevindt zich midden in de politieke arena, waar de voorstelling non-stop gespeeld wordt. Men kan in- en uitlopen, van plaats veranderen en naar eigen goeddunken een pauze nemen in een ontmoetingsruimte op het toneel, waar ook drank en kleine gerechten verkrijgbaar zijn. De voorstelling wordt op monitors op verschillende plekken in de schouwburg rechtstreeks uitgezonden. Het publiek maakt zelf keuzes waar het zich wil bevinden en op welke situatie het wil focussen."

Over sommige boeken en aardig wat muziek kan ik wel wat vinden, over die dingen weet ik wel wat. Van toneel weet ik weinig, die taal spreek ik niet.

Dus kom ik niet verder dan zeggen dat ik soms letterlijk met m'n mond open zat te kijken. Hier gebeurde wat, daar denderden zinnen over het podium. Er was muziek, Dylan kwam zelfs even voorbij. Je kon op het podium gaan zitten, tussen de acteurs, op een bank. Al was ik niet zo heldhaftig.
Zo'n zes uur lang. En die uren waren zo voorbij.
Misschien was die lengte nog wel één van de mooiste dingen van de voorstelling. Door die tijdsduur vergat je haast dat er buiten de zaal nog een wereld was, gewoon een Leidse plein met langs schurende trams.

Prachtig was het. Of, om het maar zo eens te zeggen, een unieke ervaring. Maar dat zijn ook maar beperkte woorden. Die halen het allemaal niet bij de taal die op het podium klonk.

Ik zag het stuk daarna nog een keer en er was een derde keer geweest als er niet iets met sneeuwoverlast was geweest.

Op vrijdag, zaterdag en zondag worden de Romeinse tragedies weer gespeeld. In de Stadsschouwburg in Amsterdam. Wij gaan zondag, dan begint het om vier uur.
Ik kan de zinnen niet schrijven die er voor zorgen dat je er naar gaat kijken. Dat weet ik ook wel.
Maar je zou het kunnen gaan doen, misschien zou je het wel moeten gaan doen. Gaan kijken bedoel ik. Al was het maar omdat het zeldzaam is om iets te zien dat je nooit meer vergeet.


maandag 1 oktober 2012

"Zo'n klein boerenventje"



"Nee, ik nam de telefoon niet op. Ik had ze denk ik meteen laten komen. Als ouders bellen voor een kind, dat er iets is, dan laat ik ze eigenlijk meteen komen. Zeker als ze eigenlijk bijna nooit bellen. Maar iemand anders nam op, er werd even overlegd. En toen konden ze komen. Niet dat het wat uit heeft gemaakt trouwens, die paar minuten vertraging".

"Ik kende ze niet maar ze hadden een boerderij, vlak in de buurt. Het was een klein ventje, zo'n klein boerenventje. Van drie of vier. Je zag hem zo naast zijn vader op de tractor zitten. Dat vond hij vast het mooiste wat er was".

"Zijn moeder dacht dat muggensteken waren, op zijn benen. Allemaal kleine rode vlekjes. Maar er waren geen bultjes, het voelde glad".

"Hij reageerde niet. Kinderen kijken altijd rond. Maar hij keek helemaal niet. Hij lag alleen maar op de behandeltafel en kreunde zacht. Het was niet goed, ik voelde het. Je kunt dan in de computer zetten "Kom naar de behandelkamer!" Maar het duurde maar. Het duurde te lang. Of misschien voelde het alleen maar zo. Na een tijdje heb ik toen op een deur geklopt en gezegd dat er onmiddellijk iemand moest komen kijken".

"Er is meteen een ambulance gebeld. Weet je, dat voelde haast als een bevrijding. Weg, niet meer bij ons".

"De vader belde laat in de middag nog, dat ze naar het ziekenhuis in Groningen werden gevlogen met een helikopter".

"Nee, het was een bacteriële infectie. Het ziekenhuis belde de volgende dag, er was veel antibiotica toegediend maar de bacterie zat al in het bloed. Dan kun je niets meer doen. Het kindje was die nacht overleden.

"Natuurlijk heb je het er daarna over. Het hele dorp had het er over. Iedereen was aangeslagen, al was er toen hij bij ons binnenkwam al niets meer aan te doen".

"Gek he, het is al zo'n tijd geleden, en dan zit ik er zomaar opeens weer om te huilen".