maandag 15 december 2014

'Jezus ligt denk ik in die andere doos'


'Heb jij Jezus al gezien?'.
'Volgens mij ligt hij in de andere doos'.

'Ga je weer een blogje schrijven over Jezus en de kerststal enzo?'.
'Ja, dat is al bijna net zo'n gewoonte geworden als het opzetten van de stal'.
'Maar, leuk hoor, maar wordt het niet eens tijd voor een blogje over hoe het nou gaat met die bibliotheek van jou, of dat je iets zegt over dat bibliotheekcongres? Dat van Jezus in de soepkom weten je lezertjes nu toch wel?'.

'Leukerdje'.
'Dat weet ik, maar, je kan toch wel iets met dat congres doen. Dat je dan begint met wat die mensen voor je in de rij bij het badges ophalen zeiden. Daar moest je zo om lachen toen je dat vertelde'.
'O, die mensen die zonder een spoor van ironie opgewekt 'Nou, succes met netwerken' tegen elkaar zeiden?'.
'Ja, dat'.
'Ik weet het niet hoor. Ik was maar flarderig aanwezig op die dag. Ik hoorde die meneer uit Birmingham een mooi verhaal houden over z'n Peoples Palace maar hij vertelde dan weer niet dat er een gemeentelijk plan lag om iets van de helft van het personeel uit zijn paleis weg te bezuinigen. En onder het verhaal van prinses Laurentien zat ik alweer met ambtenaar Fokko te mailen'.
'Maar tussendoor hoorde je toch nog wel andere dingen?.
'Jawel, de buren van beneden vertelden een goed verhaal over hun medialab. En je kreeg ook een muffin van ze. Dat was fijn, want toen ik weer even klaar was met bellen met ambtenaar Fokko waren alle broodjes al op. 
'En er waren toch dingen over maatschappelijke waarde?'.
'Ja, twee dingen. Er was een bureau dat de maatschappelijke waarde, of opbrengst daar wil ik van af zijn had uitgerekend van een bibliotheek ergens. Maar in elke rekenregel zat een aanname en ik ben tegenwoordig ernstig allergisch voor aannames. En bij het SIOB verhaal over maatschappelijke waarde moest ik weer weg om te bellen ...'.

'Wordt ambtenaar Fokko niet helemaal gek van jou?'.
'Hoor eens, als zij niet elke keer weer met een raar mismaakt konijn uit een ingedeukte hoge hoed kwamen hoefde ik niet steeds te bellen. Zit je verdorie relatief rustig te wachten op de raadsvergadering van morgenavond lees je plots vage zinnen over het berekenen van maatschappelijke huur in het collegevoorstel'.
'De maatschappelijke huur die de bibliotheek moet redden?'.
'Ja. Ze bezuinigen 40% op de subsidie en dat zou dan weer deels worden opgelost door het laten zakken van die idioot hoge huur. Maar toen ik vorige week over die vage zinnen begon te bellen was dat het begin van een soort waardevermindering van de subsidie die nog het meest leek op de koersdaling van de Russische roebel'.
'Maar, het is toch weer goedgekomen?'.
'Zoiets. Denk ik. Misschien. Waarschijnlijk. Morgenavond wordt er gestemd over het voorstel en dat moet in ieder geval worden aangenomen. En daarna komt er een bedrag.  En als het bedrag niet goed is, dan, nou ja, dan gaan we daarover weer in gesprek'.

'Kun je het eigenlijk zelf nog volgen?'.
'Soms. Toen ik mezelf aan het eind van de week in de agenda van de wethouder had laten zetten en we over het probleem spraken zei ambtenaar Fokko een rare, maar ware zin, 'Iedereen heeft een andere rekensom en iedereen heeft gelijk'. Ik snap elke som, en de redenering achter elke formule. Nu gaat het er alleen nog om welke redenering gevolgd wordt'.

'Weet je, misschien moet je toch maar gewoon iets over Jezus en de soepkom zeggen. Dat lijkt me eigenlijk het enige dat mensen nog kunnen volgen'.
'Ja. Dat is tenminste helder. Jezus ligt ook gewoon dit jaar weer in zijn soepkom. En dat is mooi. Er waren geen ziektes, geen ambulances dit jaar, geen hartstilstanden, geen verpleegtehuizen en we hoefden ook niet terug te komen van vakantie. Dus het was een goed jaar, het is toch weer mooi een jaar erbij voor haar'.

'En Jezus ligt lekker in de soepkom'.
'Ja, kijk hem nou lekker liggen. Nog een paar dagen en hij mag weer in z'n kribbe'.

'Weer een jaar'.
'Weer een jaar erbij'.