donderdag 21 juni 2012

Boekje erbij?!


"Ja dat klopt. Ik zat al langer met, zeg maar, een stukje onvrede. Kijk, we roepen wel van alles, als branche zeg maar, maar echt doorpakken is er dan toch vaak weer niet bij. Ideetje hier, projectje daar maar het blijft toch eigenlijk altijd om hetzelfde draaien, we blijven toch ... Sorry, maar ik moeten even ...".

"Nee mevrouw Annie, daar moet toch echt een kwart kop suiker in hoor".

"Daar was ik weer. Ja, het blijft opletten he. Maar, dat zei ik. Echt doorpakken, echt die grens over gaan, echt in die andere markt stappen, nee. En het duurde bij mij ook even hoor. En het was eigenlijk nog toeval ook. Ik zat 's avonds met die branchestrategienota "Meer waarde" op schoot wat met een half oog naar de zoveelste herhaling van oude Star Trek afleveringen te kijken en toen gebeurde het. Ik las de nota en hoorde toen die beroemde zin "to boldly go where no man has gone before" en, hoe het kwam weet ik niet maar toen was er die klik in mn hoofd zeg maar. Een gevoel van openbaring, u kent dat wel. Niet? Oh. Da's jammer voor u. Ik krijg bijna medelijden.

"Mevrouw Annie, servetje erbij doen!".

"En het lag zo voor de hand. Dat we het niet eerder zagen. Kijk, het stond wel overal hoor, stukjes dan. Verblijfsfunctie, seats2meet, comfort, kwaliteit, werkplekken voor zzp'ers, dat soort dingen. Maar het bleef erbij hangen he. Als dan weer ergens de cd's werden weggesaneerd dan kon daar wel een koffiedingetje komen. Maar het bleef rommelen in de marge". 

"Wilt u daar organische, rechtsgestapelde suiker bij?".

"Nee, het kwam nogal als een dreun ja. Juist bij de gemeente. Daar had men net besloten dat er nog iets van een voorziening over zou blijven toen ik met mijn idee kwam. Dus daar moest men wel even een nieuw denkkader voor aansnijden maar toen duidelijk werd dat er in het geheel geen subsidie meer overgemaakt hoefde te worden ... nee, helemaal geen. Als je dan die stap maakt moet je ook al je hulplijnen doorsnijden vind ik. En natuurlijk moest men op het gemeentehuis even wennen aan het idee van een Regionale Koffiehub, ja zo noemden we het nog in de planfase. Maar, echt, een leuke Prezi doet wonderen".

"Zeker, plassen is gratis. Even doorlopen en dan aan uw rechterhand".

"Kijk. Als je even mentaal in die andere zone gaat zitten zeg maar, dan zie je dat alles weg kan. Echt alles. En dat is ook goed, anders blijft het kwakkelen. We hebben wifi, superwifi niet zomaar van dat gewone, slome "net één streepjes op je telefoon" wifi he.. En wat staat er nu niet op het internet? Wat kun je nou niet downloaden? Dus waarom nog langer dingen kopen en ze weer doorlenen? Onzin. Weg ermee. Het is niet langer nodig. Nou ja, en met dat besef was er plots die ruimte. Letterlijk zeg maar. Als je al die kasten wegdoet dan heb je me toch een bak ruimte over. En dan kunnen er een hoop tafeltjes, stoeltjes en loungebanken in zo'n gebouw hoor. Zo!

"Annie! Hoe vaak heb ik het nu al gezegd. Het lepeltje doen wij hier rechts naast het kopje leggen!".

Natuurlijk. Het was wennen. Ook voor de klant. Maar die klant neem je bij de hand zeg maar. Die klant moet je niet alleen verleiden maar ook leiden. Dat scheelt maar een paar letters. En veranderen doet pijn. Ook voor ons. Een aantal medewerkers moesten we loslaten, de opleiding tot barista is een zware. Dat kan niet iedereen. Maar. Kijk om u heen en dan ziet u toch iets bijzonders. Een enorm grand café, maar dan modern. Werkplekken, hangplekken, drinkplekken, downloadplekken, uploadplekken, eetplekken. Overal plekken. Meer dan 42 verschillende soorten koffie, 18 exclusieve theesoorten, lunchgerechten, smoothies, hapjes. Wij staan weer mooi op de kaart in Korterdam en omstreken.

"Nee, het spijt me, tosti's kunt u in Korterdam alleen bij Bakkerij "In 't mandje" krijgen. Wij serveren wel een prima croque-monsieur al zeg ik het zelf". 

Sorry, wat zegt u? U vindt het nogal erg rustig hier? Hoe bedoelt u? Maar twee klanten? Ach, dat is nu weer van dat beperkte denken. Waar u zegt "rustig" zeg ik "wij zijn klaar voor de gasten die zo gaan komen". Natuurlijk, wij hadden het ook graag meteen iets drukker gezien. Maar ik heb begrepen dat het vrij slecht graag met de spinaziefabriek hier in de buurt dus ik verwacht binnenkort nogal wat verse zzp'ers. Ja, de één zijn crisis is de ander zijn omzet.

"Annie, je moet het wel duidelijk zeggen! Articuleren verdorie!"

Nee, zeker niet. We hebben de boeken die hier stonden niet weggegooid. Nou ja, niet allemaal. Kijk. Natuurlijk moet je het verwachtingspatroon van de vooral wat oudere klant niet uit het oog verliezen. Die bleven toch nog verbazingwekkend lang vragen om een boek. Opmerkelijk, we waren er toch met z'n allen wel uit dat dat een verdwenen productlijn was. Maar. Je bent geen goed ondernemer als je niet wat doet met de vraag de klant. En van het één kwam alweer het ander, en zo hadden we ook meteen de nieuwe naam voor het bedrijf.
Hmm? Nee, nee gewoon een boek. Wie hier iets bestelt die krijgt daar een boek bij. Gewoon een boek, any boek zeg maar. Ze mogen er geen uitkiezen. Dat houdt vreselijk op en bovendien, vroeger kochten we allemaal toch ook dezelfde boeken. Iedereen in Nederland wilde toch dezelfde dingen lezen riepen we. Dus nee, iedereen krijgt gewoon een willekeurig boek. Het is een aardigheidje he, een soort parapluutje op een sorbet.

"Annie! Annie? Annie waar ben je? Annie je kunt toch niet zo maar weglopen! Heus het went echt! Het is ook jouw toekomst!"

Sorry, maar ik moet nu echt zelf in gaan springen. Ja, u ziet, voor sommige medewerkers blijft het gewoon erg wennen. Die hebben er dan toch moeite mee. Van informatiespecialist naar "floormanager non-european coffees" en dan nog met zo'n slogan, te commercieel vinden ze. Dus, als u zo genoeg heeft ...

"Dat is dan € 8,45 alstublieft. Best prijzig? Nou, u heeft er anders wel een handvaardig gemaakt kopje koffie voor. Oh, en trouwens, voor ik het zelf nu ook vergeet, boekje erbij?













maandag 18 juni 2012

La Mer



"Je kun nog beter naar het Nederlands elftal kijken zeg".
Na twintig minuten zwijgend kijken had de leukste vrouw ter wereld het wel gehad met de film "Tinker, tailor, soldier, spy".
"Waar gaat het over? Wie is die man, deed die net ook al mee? En in welke tijd zitten ze nu weer?".
Ik probeerde het uit te leggen maar kon dat alleen maar omdat ik het boek van John Le Carré uit mijn hoofd ken. De Smiley boeken van Le Carré staan in de boekenkast vlak bij Voskuil en Joyce, die plaatsing zegt iets. Spionage verhalen, al gaan ze natuurlijk eigenlijk over trouw, verraad, loyaliteit en menselijk falen.

Terwijl ik verder keek, en de leukste vrouw ter wereld deed alsof ze dat ook deed kon ik mijn aandacht er niet echt meer bijhouden. Terughoudendheid werd hier verward met saaiheid. En die enorme bril die ze Smiley hadden opgezet, was die bedoeld als een soort uithangbord met "Dit speelt in de zeventiger jaren" erop?

We werden alle twee pas weer echt wakker toen de film al haast was afgelopen. Er klonk een raar vrolijk lied terwijl men het einde verprutste.
"Zit dat in de film of heeft de buurman de muziek hard aan?".

Waar het nu precies door komt weet ik niet. Het lied begint met wat gepraat, alsof het is opgenomen in een nachtclub. Er is een plastic orgeltje, een slaggitaar, een galmend orkest en applaus als bij een vergadering van het Syrische parlement, zo fijn collectief tegelijk en klaterend. En dan komt die stem, die klinkt alsof het hoog zomer is, alsof de zanger omhoog kijkt en alleen maar een strak blauwe lucht ziet. Het is zo warm dat je kunt leunen op de warmte.

"La Mer" blijkt, na wat gezoek een heuse Franse evergreen te zijn. Ooit geschreven door Charles Trenet, later vertaald nog tot wereldhit gezongen door Bobby Darin. Robbie Williams zong het en zelf Rob de Nijs, al heb ik dat niet verder nagezocht. Ik heb niets met Frankrijk, of Franse muziek. Dat gedweep met stokbroden heeft me nooit getrokken. En dit lied was me dus ook volstrekt ontgaan

Maar het lied is mooi. Tenminste, in de uitvoering die in de film klinkt. Julio Iglesias zingt het. Ja, dat was wel even schrikken.
Ik heb geen idee waar het verder over gaat. En dat hoeft ook niet. Af en toe, zomaar zachtjes de woorden "La Mer" zingen en dan de rest fijn lalala-end invullen is ook goed. Voor je het weet leun je op de warmte. Zelfs vandaag.





maandag 11 juni 2012

100



En er was een hond. Wampie, een boxer. Dat kon toen nog, een hond in een bibliotheek. Meestal lag hij te slapen in zijn mand, in een hoek van een kantoor. Soms dreutelde hij wat door het gebouw, op zoek naar een streep zon om in te liggen. Niemand keek daar raar van op. Heel soms scharrelde hij bedaard geheel bedekt door zijn dekentje door het gebouw.
"He kijk, een wandelende deken".
Daar keek trouwens ook niemand van op of om.

Deze week viert Den Helder dat er 100 jaar een bibliotheek in de stad is. Eerst waren er verschillende, geloof enzo. Daarna één.

Ik heb er jarenlang gewerkt, lang geleden. Ik begon er als zaterdaghulp. Op de jeugdafdeling. Soms groet ik op straat volwassen mannen die ik toen, als kind wegens overlast wegstuurde.  Bijna iedereen is trouwens toch nog goed terecht gekomen. Bijna, H. kwam ik ooit in de trein tegen. Nadat we een tijdje hadden gepraat over vroeger vroeg ik waar hij vandaan kwam. "Uit de gevangenis, ik heb er deze keer 90 dagen gezeten".

Het was, toen ik er werkte vast een bibliotheek zoals zo veel.  Er werd veel gepraat, gelachen, en ruzies waren er ook. Het was druk, en je moest veel weten. Computers waarmee je vlotjes kletsend iets na kon kijken waren er niet. Mijn dichtklappende paniek toen ik op mijn eerste dag als officiële jeugdbibliothecaris plots niet meer wist wie "Jip en Janneke" geschreven had was voor Joke, die hoofd van de afdeling was jarenlang bron van veel vermaak.

Joke is, net als een aantal andere mensen van toen, al een tijd dood.

Ik kwam ook als lezer in de bibliotheek. En kom, doe eens gek, dat is heel belangrijk . Natuurlijk, ik had ouders, vrienden, school, die hadden allemaal invloed. Maar er zijn weinig plekken waar ik zoveel gedachten heb opgepikt als in die bibliotheek. Ik heb me door meters en meters boeken gelezen. Orwell heb ik er ontdekt, Kerouac, Burroughs, Nescio, Jeroen Brouwers, Voskuil. Ik bladerde er door kunstboeken en hield er een liefde voor Jan Schoonhoven, Armando, Mondriaan en Willem de Kooning aan over. Ik las er over Marx, daar begreep ik verder weinig van maar zelfs met halfbakken onbegrepen kennis werden de lessen geschiedenis en economie een stuk levendiger.

De bibliotheek in Den Helder was toen natuurlijk heel anders dan nu. Toen waren het gewoon rijen boeken in saaie metalen kasten, kaartenbakken en mevrouwen (en een enkele man) achter bureaus. Inspiratie en context waren nog geen woorden waar iemand mee bezig was. Er was geen mediabar, volgens mij ook geen lezingen en de enige presentatietafel was de tafel waarop de nieuwe boeken lagen.

Maar ook zonder al die dingen was het voor mij een erg belangrijke plek. Een plek die mede heeft bepaald hoe ik denk, of wat ik denk. Dat kan ook.







donderdag 7 juni 2012

Soms wel



"Ik heb gisteren drie rozen voor 'm gekocht".
"Ik zie ze staan, ze zijn mooi".
"Ze zijn echt hoor, geen nep".
"Nee, nep rozen, dat is niet mooi".
"Nee, dat verdient hij niet".

"Ik werd helemaal niet lekker, gisteren, toen ik ze kocht. Net als laatst".
"Bij de bloemenman?".
"Ja, net als laatst".
"Gaat het nu wel weer?".
"Ja. Maar het is een rotdag vandaag".
"Ja".

"Denk je nog wel eens aan hem?".
"Natuurlijk, ik heb toch die kastanje".
"O ja. Heb je die altijd bij je?".
"Hij ligt naast de sleutels op tafel, bij de vissenbak. Ik vergeet hem nooit".

"Het was warm toen he".
"Ja. Ik weet nog dat we in de trein zaten en dat die stil stond, vlak voor Amsterdam, naast een begraafplaats en dat we naar buiten keken en dat er een konijn over de rails huppelde".
"Een konijn?".
"Ja, bij een begraafplaats. Gek he. Dat weet ik nog heel goed".

"Jullie waren in Amsterdam he. Dat was zo ingewikkeld. Ik weet niet meer hoe we jullie gevonden hebben. De huisarts was er natuurlijk en buurman Rob. Die is toen gaan bellen. Naar theaters. Maar hoe die jullie nu precies gevonden heeft weet ik eigenlijk niet meer".
"Wij zaten in de zaal. In de Stadsschouwburg. We zouden naar een toneelstuk gaan kijken, in het Engels".
"Hoe heette dat dan?".
"The homecoming. De thuiskomst. Raar eigenlijk".

"Maar hoe wisten jullie het dan, van pa?".
"Dat weet je toch. We zaten in de zaal. Het zou bijna beginnen. En toen ging er een harde zoemer en werd er omgeroepen dat er telefoon voor me was en of ik naar de receptie wilde komen. Al weet ik niet meer zeker of ze het receptie noemde. Toen wist ik het eigenlijk al. Ik ben opgestaan en ben heel snel gaan lopen. Ik weet nog dat ik van een trap liep en dat ik omkeek en dat Ger een heel stuk achter me aan liep, bijna holde. Beneden stond een meneer. Die vertelde het, "Uw vader is overleden", zei hij. En hij bracht ons naar een telefoon, toen heb ik jou gebeld. Eerst kreeg ik de buurman, en daarna jou".
"Ik moest zo huilen toen".
"Ja, Rob ook. We zijn met de tram naar het station gegaan. Ik weet nog dat die meneer van de schouwburg ons nakeek, misschien om te zien of het wel ging. Van de trein terug weet ik niks meer. Toen zijn we naar je toe gekomen. We fietsten heel snel. En ik denk vaak dat het toen regende, heel erg hard regende. Maar volgens mij was dat helemaal niet zo".

"Vijftien jaar is het al. Wat is het al lang geleden he".
"Soms wel".





maandag 4 juni 2012

Groener gras



"Zeg ...".
"....hmm. Wat?"
"Zeg. Dus als ik het goed begrijp schrijf je drie maanden geen blogpostje en kom je nu hier mee".
"Ja".
"En dat lijkt jou relevant?".
"Relevant? Hoezo? Sinds wanneer gaat het om relevantie?".
"Drie maanden tik je geen letter en dan is dit het beste wat je kunt bedenken ...".
"Nee hoor, ik kan vast betere dingen bedenken maar het is maandagochtend en het regent en ... Nou ja".
"Je las stapels saaie boeken. Over Somalië, afgeluisterde soldaten bij de Wehrmacht, Saoedie-Arabië, Pierre Teillard de Chardin. Zeg daar dan wat over".
"...".
"Syrië dan. Je zit altijd met zo'n bedenkelijk gezicht naar het nieuws te kijken als ze het daar over hebben". "...".
"Ik snap het niet. We gaan naar massa's hinkerdeplink plonkeplonk concerten. Zeg daar dan wat over. Of over hoe we de bejaardendisco dansten bij Orbital".
"Ik danste niet hoor. Ik dans nooit. Ik bewoog gewoon wat epileptischer dan anders heen en weer".
"Je begrijpt best wat ik bedoel. Zo'n blog moet toch ergens over gaan. Je moet toch wat te zeggen hebben".
"Och".
"Je zit al weken te sippen over die bezuinigingen die gaan komen. De indeling in de bibliotheek is veranderd. Doe anders even fijn schelden op die VNG nota. Of op die volgens jou groeiende obsessie met "goeie koffie" in je vak.
"... tja".
"Facebook dan. Daar wordt je ook altijd zo leuk narrig van".
"Het is mijn blog! Dan mag ik toch zeker zelf wel weten waar ik iets over wil zeggen".
"Nou, dan moet je het zelf maar weten.  Maar ik vind het niks voor een bibliotheekblog".
"Kijk! Dat bedoel ik! Daar gaat het fout. Omdat ik toevallig, of minder toevallig misschien in een bibliotheek werk hoef ik toch nog niet te bloggen over bibliotheken?".
"Nee, misschien, maar de mensen die er werken lezen je blog soms wel".
"Dat kan ik ook niet helpen. Er staat nergens "Dit is een bibliotheekblog, lees dit als je in een bibliotheek werkt!".
"..."
"Och kom. Weet je. Luister er nu even naar en als je het niks vindt dan tik ik vlug wat over één van die dingen die je eerder noemde. Goed?".
"Goed. Al begrijp ik niet waarom je zo opgetogen wordt van een cover van een liedje van The Monkees. Vreselijk kinderachtig bandje, die Monkees".
"Daar ga ik niet over discussiëren hoor, over het culturele belang van The Monkees en bovendien, het is geen cover maar een bewerking. The Kik is een Nederlands bandje, of eigenlijk moet je misschien beatgroepje zeggen. Perfecte kopie van de muziek uit het midden van de jaren zestig. En met mooie zinnetjes. Neem nou

Het gras zal heus wel ergens groener zijn
maar ik weet alleen niet waar.

dat is toch een prachtzin? Alleen al door zo'n zin zouden er honderden blogjes over het groepje geschreven moeten worden".
"Ho maar he, je slaat weer eens op hol. Het is gewoon een liedje. Eerst maar eens luisteren, en als ik het niks vind schrijf je mooi over iets anders".
"Als je het niks vindt schrijf ik fijn iets over bibliotheken".