donderdag 29 januari 2015

Maar, hoe gaat het nu eigenlijk, in de bibliotheek Langedijk (deel 173)?



Ik geloof dat het nu voorbij is. Nee, niet zo voorbij. Maar ik geloof dat het nu klaar is.
Duidelijk bedoel ik, we weten het nu.

Ja, soms duurt het lang.
Heel lang.

Korte samenvatting van het voorafgaande.
In de eerste helft van 2014 besloot  de gemeenteraad van Langedijk dat alle instellingen, verenigingen en stichtingen 40% moesten bezuinigen.
Voor de bibliotheek kwam dit neer op het ontslaan van 6 van de 10 medewerkers en het opgeven van één van de twee verdiepingen in het gebouw waar we zitten.

Er werd een reorganisatieplan opgesteld, en niet meteen uitgevoerd omdat er geen schriftelijke kennisgeving kwam van het bezuinigingsbesluit. Er werd vergaderd met de gemeente, soms hard en naar het leek redelijk uitzichtloos. Maar de sfeer verbeterde. Er werd nog meer gepraat. En gerekend. Het reorganisatieplan werd nog een keer uitgesteld. Er werd nog meer gepraat. En gerekend. De vondst van het begrip maatschappelijke huur leek een ultieme oplossing te zijn. Maar na nog meer gepraat en 34 verschillende rekensommen met 18 andere uitkomsten bleek dit toch niet zo te zijn. Of eigenlijk wel maar toch weer niet helemaal. Er werd weer gepraat, weer gerekend, weer gepraat.

En nu is het klaar.
Echt.

Afgelopen vrijdagmiddag, tegen 5'en. De wethouder en ik namen nog maar weer eens wat dingen door. Maakten een rijtje cijfers, telden ze op. En het klopte. We deden een handdruk en ik geloof dat ik, ondiplomatiek als ik kan zijn iets zei als "En nou is het ook echt af hoor. Ik ben er helemaal zat van".

Toen dit hele gedoe begon nam ik mezelf voor om steeds open en duidelijk te vertellen hoe de gesprekken gingen. Maar dat is dus niet gelukt. Deels omdat het teveel heen en weer ging, deels ook omdat het een "work in progress" was. Steeds opschrijven wat er gebeurde zou de voortgang, een oplossing geen goed gedaan hebben.

Het heeft lang geduurd, heel lang, je zou ook "te lang" kunnen zeggen. Voor de mensen die een ontslag op zagen doemen was het te lang. Je zult maar maanden dan weer dit en dan weer dat horen. Toch kon het niet anders. Nou ja, we hadden natuurlijk gewoon hard het oorspronkelijke plan uit kunnen voeren, 6 mensen ontslaan, klaar. Dat was duidelijk geweest. Maar het had de basis van de bibliotheek hier wel heel smal, te smal gemaakt.

Maar, en dat vind ik ook nu nog steeds bijzonder, niemand werd ziek, niemand gooide de kop in of tegen de wind. Niemand riep "Joh, barst jij effe lekker met die bibliotheek!". Buiten dat dat mooi is geeft het ook meer weer eens aan dat de mensen die hier werken dat, hoe lastig het soms (of vaker) ook is dat doen omdat ze het prachtwerk vinden dat belangrijk is voor de mensen die hier wonen.

En nee, dat betekent niet dat iedereen vrolijk bleef fluiten. Zeker in het begin, na de eerste harde berichten over ontslagen is het bar lastig geweest. Verdriet, boosheid, onbegrip. En dat is een klein bedrijfje als dit, nou ja vul het zelf maar in.

Maar, hoe gaat het nu verder?

Van de tien medewerkers die er vorig jaar nog waren heeft er één een andere baan gevonden, gaan er twee dit jaar met pensioen en is voor 1 medewerker het ontslag niet te voorkomen. Zelf ga ik minder uren werken. Voor een buitenstaander lijkt het misschien een klein verschil, geen 6 maar maar 4 arbeidsplaatsen die verdwijnen. Voor hier betekent het echter dat de vrijwilligers waar we veel meer mee zullen gaan werken beter begeleidt kunnen worden. En dat is op de langere termijn voor de dienstverlening een groot verschil.

De huur van één verdieping is opgezegd. Dat kon niet anders. Maar, voor nu is er nog geen kast van boven naar beneden gegaan. Met de huisbaas (de gemeente) is afgesproken dat wanneer duidelijk is wat er verder met het gebouw gaat gebeuren, wanneer er duidelijk is wie of wat er op de vrijgekomen verdieping komt de bibliotheek naar beneden verhuist. Dat kan volgende week zijn. Of over een paar maanden.

En ondertussen is het werk gewoon doorgegaan. Alle 13 basisscholen komen nog steeds langs. Met één praten we trouwens over een bibliotheek in de school die dan ook best voor de rest van de wijk open zou kunnen. Er is nog steeds een steunpunt in één van de kernen, met wat doorzetten komt dat misschien in een dorpshuis. Er zijn taalbijeenkomsten en als het goed is wordt de bibliotheek een heus taalhuis. En verder gebeurt er ook nog van alles maar ik geef toe dat ik dat met al het gereken en gepraat soms een beetje uit het oog ben verloren.

En zo gaat het door. Niet makkelijk, het zal nog een hele toer worden. Maar het gaat wel door. En we gaan er iets verdomd moois van maken.

Maar dat komt hierna dan wel weer.

En dan moet er een muziekje bij. Daar heb ik maanden over na kunnen denken. En raar genoeg heb ik nooit iets echt toepasselijks kunnen verzinnen. Tot net.

I guess I should give it, give it a little more time
Give it, give it, a little more time

maandag 19 januari 2015

The library of unrequited love


'Wat moet jij nou met een boekje over onbeantwoorde liefde in een bibliotheek?'
'Sorry?'
'Hier "The library of unrequited love", volgens mij heb je verder geen enkel boek met love in de titel, dus waarom nu wel?'
'Unrequited, dat is een mooi woord. Misschien door die q. Onbeantwoord is niks, maar unrequited is mooi.'
'Dus je hebt een boekje gekocht vanwege een woord'.
'Ja, of eigenlijk omdat dat woord me aan een optreden van Brad Mehldau deed denken.'
'Die verwrongen zwaar moeilijk kijkende jazzpianist?'
'Ja. Als ik unrequited lees moet ik meteen denken aan de eerste keer dat ik hem zag spelen. In Den Haag. Het was vreselijk druk voor de deur en er konden maar beperkt mensen naar binnen. Achter me krijsschreeuwde een klein rond Amerikaans mevrouwtje dat ze "all the way from New York" was gekomen voor Mehldau en dat ze daardoor het recht had om nu naar binnen te mogen.'
'En, heb je haar voor laten gaan?'
'Natuurlijk niet, ik ben juist nog wat massiever voor haar gaan staan. Als je naar binnen wil moet je op tijd komen, anders heb je pech.'
'Was het een mooi concert?'
'Fantastisch was het, zeldzaam prachtig.'
'En hij speelde een liedje dat Unrequited heette?'
'Geen idee. Maar hij had het kunnen spelen. Het stond toen vaak op z'n setlist, geloof ik. Dus het zou kunnen.'
'Wacht even. Dus je hebt een boek gekocht vanwege een woord dat je doet denken aan een concert waar iemand misschien een liedje speelde. Maar dat weet je niet zeker?'
'Nee.'
'Het is maar goed dat jij op je werk niet over de aanschaf van boeken gaat he?'

'Maar, is het wat, dat boekje van Sophie Divry, The library of unrequited love?'
'Ja. Het is een beetje raar, maar het heeft wel wat.'
'Hoezo raar?'
'De hoofdpersoon is een Franse bibliothecaresse die op een ochtend, voor de bibliotheek open gaat op haar afdeling, geografie, een bezoeker aantreft die de nacht in de bibliotheek heeft doorgebracht. De bezoeker blijft verder vaag maar tegen hem, ik denk dat het een hem is steekt zij een monoloog van negentig pagina's af over haar werk en haar leven.'
'En dat is raar?'
'Nou, ik vind 's ochtend nooit een bezoeker in de bibliotheek, het inbraakalarm was ook afgegaan maar, misschien is het meer warrig dan raar.'
'Warrig?'
'Warrig. Eigenlijk spreek ze zich het hele boekje door tegen. Ze gaat helemaal los over haar voorliefde voor indelingsschema's maar vervloekt ze ook weer. Ze haat de bezoekers die boeken op een verkeerde plek terug zetten maar vertroetelt ze als in de winter gewoon lekker in de warmte willen zitten. Sinds haar man haar verliet voor een werkneemster van een kerncentrale houdt ze alles wat man is op een afstand maar tegelijk gaat het boek voor een groot deel over haar niet uitgesproken gevoelens voor een studerende bezoeker, die haar niet ziet staan. Kinderen vindt ze niks, zeker niet als ze met een klas langskomen maar ze vertedert als ze praat over kinderen die aan het lezen slaan.'
'Is het een beetje moderne bibliotheek, waar ze werkt?'
'Haar collega's van literatuur doen wel van alles met boeken aanraden maar verder wordt het niet echt duidelijk. De hoofdpersoon moet daar trouwens niets van hebben. Ze vervloekt de burgemeester die heeft bepaald dat de bibliotheek meer fun en beleving moet bieden omdat daardoor mensen aan het lezen slaan. Daar heeft ze niks mee, ze ziet de bibliotheek al een nachtclub worden, gewoon omdat het zieltjes trekt. "I feel like the Maginot line of public reading" zegt ze ergens.'
'Goed gevonden.'
'Ja, he. "I am a cultural assemblyline worker" zegt ze ergens anders, bitter maar mooi.'

'Is het herkenbaar?'
'Ja, toch wel. Al is haar ouderwetsigheid soms irritant, er zit ook herkenbare dingen in, als ik eerlijk ben. Ze is al wat ouder, ze komt uit een tijd waarin je, tenminste zo was het bij mij, eerst een overhalend gesprek moest voeren met iemand van de bibliotheekopleiding voor je werd toegelaten. Kun je nagaan, er waren toen meer mogelijke studenten dan beschikbare plekken. Al gauw was duidelijk dat je vooral niet moest zeggen dat je van boeken of lezen hield maar dat je bibliothecaris wilde worden vanwege het toegang geven tot informatie en dat je het voor de mensen deed. Dus loog iedereen en zeiden we wat men wilde horen. En zo zit de hoofdpersoon misschien ook wel in elkaar. Ze weet dat het anders wordt, anders is. Maar stukjes in haar verzetten zich. Nog. Soms. Misschien.
En dan kan ik wel doen alsof ik er nu geheel en totaal en altijd van overtuigd ben dat de bibliotheek de magische zetpil tegen alle maatschappelijke en sociale problemen is maar soms, noem het een moment van onoplettendheid wil ik nog gewoon tegen iemand zeggen "He, lees dit eens, gewoon omdat het prachtig is en het staat er toch, en niet onmiddellijk nuttige prachtigheid is ook belangrijk".

'Maar, goed boek?'
'Ja, ondanks of misschien wel dankzij de warrigheid. Ze moppert mooi, de treurigheid is soms pijnlijk voelbaar en er zitten her en der mooie zinnen in. Maar het concert was beter'.

donderdag 15 januari 2015

'En ik hoorde het hondje maar blaffen'


'Het is een aardige jongen hoor, verslaafd natuurlijk. Dat wel. Als hij komt zet hij zijn fiets altijd achter op het plaatsje neer. Er zit geen slot op z'n fiets.'

'Hij huilde zo, toen hij belde. Gisteren belde hij al, er woonde een vriend bij hem in. Ook verslaafd. En het ging slecht met die vriend. Hij belde om te vragen of die vriend bij de dokter langs kon komen. Want zelf had die jongen geen huisarts. Dat was goed, dat kan bij ons wel. Dus ik had een afspraak voor hem gemaakt.'

'Die jongen, hij was niet oud, midden dertig of zo, die bij hem woonde had een een hondje. Hij liet het hondje uit. Zijn vriend kon dat niet meer.'

'Hij vertelde dat hij het merkte toen het stil was. Hij hoorde geen gerochel meer. Z'n vriend rochelde bij elke adem. En toen hoorde hij dat niet meer. Dood. Hij huilde zo. Hij had de ambulance al gebeld. Die waren er net. Ik hoorde het hondje blaffen, tegen de mannen van de ambulance. En hij bleef maar huilen, en ik hoorde het hondje maar blaffen.'

'Hoe was het bij jou op je werk?'

Ik dacht na over het pensioengedoe, participatie, brede bibliotheken, smallere bibliotheken, de eindeloze rekensommen over geld, richtingen, structuren, meningen, de potjes voor laaggeletterdheid, achterstandsbestrijding en weet ik wat nog meer.
Ik dacht over verbinden, het praten, het geld, het praten en het geld.

En ik aaide de poes.
En bedacht me dat het onwaarschijnlijk was dat die ooit zou blaffen.






vrijdag 2 januari 2015

#boekperweek


Eigenlijk stelde ik alleen maar de licht kliederige vraag of er al een website was, voor dat wat plots een hashdinges is geworden.

Een website waar we dan met z'n allen konden gaan bij houden welk boek we gelezen hadden. Een website waar dan vast allerlei misverstanden of onduidelijkheden over waren ontstaan, of je moest beginnen met de titel, of de achternaam van de schrijver/schrijfster, of de voornaam. En, omdat het toen nog een bibliotheekspelletje leek, waarschijnlijk was er ergens een keer iets gezegd over of er ook een sticker op de boeken moest. Omdat in alle discussies in bibliotheken die vraag nu eenmaal altijd een keer opduikt.

Maar, in plaats van het te laten bij die wat klierderige vraag naar een website doe ik nu plots mee. Aan het lezen van één boek per week.

Ik had me ook voor kunnen nemen om te stoppen met roken, of om dit jaar nog te emigreren naar Bulgarije. Maar het werd dus een boek per week lezen. Er zijn slechtere dingen om te doen. En omdat het vast wel weer een chaotisch werkjaar gaat worden is een overzichtelijk en licht dwangmatig afwerken van een voornemen in ieder geval iets van houvast

Regels zijn er niet. Lees een boek, fictie of non fictie en deel dat lezen met de rest van de wereld. Al is dat laatste misschien ook weer geen echte voorwaarde. Maar delen hoort er nu eenmaal erg bij tegenwoordig. Delen kan via Twitter, zet er #boekperweek bij en klaar. Ik geloof dat er ook een Pinterest bord is. En het zou me niet verbazen als er ook een Facebookding komt. Of een Instagram iets waar je selfies, al dan niet gemaakt met selfiestick kunt plaatsen van jou en je weekboek. En wie weet komt er ooit wel een symposium, of een congres.

Maar daar ga ik allemaal niet aan mee doen. Het gaat tenslotte om het lezen.

Boek 1 was van James Salter. Op een schaal van 1 tot en met 10 kreeg het een 11+. Misschien dat één van de nog komende 52 boeken beter blijkt te zijn dan Lichtjaren. Maar dan hoort u dat nog.

Liedje erbij.