maandag 28 april 2014

In Bulgarije


Een paard. Een wagen. Man met de teugels in de hand. Vrouw volledig gesluierd ernaast. Dat beeld herkende ik. Check.

De Amerikaan voor het hotel vertelde dat hij in de tram een zes dagen geleden ontslagen advocate bemoedigend had toegesproken. "Jullie moeten niet klagen", had hij gezegd, "Jullie moeten aan de slag". En je moest ook durven dromen. Hij vertelde niet wat de mevrouw had terug gezegd.

Een taxichauffeur die al 40 jaar rondreed in de hoofdstad mompelde dat hij democratie een goed idee vond. Alleen, waar waren de banen gebleven?

Een glimmende auto met daarin twee gezonnenbrilde jongens in trainingspak passeerde de wagen met paard. Uncheck. Dit was het Midden Oosten niet. Dit was geen burqa. De vrouw beschermde zich met een lijfgrote doek tegen de neerstortende regen.

"Er zit een gat in de weg!".
"De hele weg zit vol gaten!".

Ik heb me nooit zo verdiept in voormalig Oost Europa. Het was er. En dat was wel genoeg. Als ik er aan dacht zag ik grijzige, nauwelijks bewegende beelden van lege landschappen waarin oude vrouwtjes met takkenbossen op de rug rondliepen. En ergens klonk de stem van Cherry Duyns die VPRO-langzaam iets uitzichtloos vertelde.

Bulgarije is groen. Heel groen, soms onderbroken door felgele velden met koolzaad. Her en der ligt een grote, grijze stad. Veel van de dorpjes waar we doorheen reden stonden voor driekwart leeg.
Mocht u nog een mooi gelegen dorpje willen kopen, Onak (kan ook Onek zijn) staat vrijwel geheel leeg.

We pasten in een klein dorpje dat voor meer dan de helft vervallen stond te zijn op twee honden. We liepen door druilerige Oost Europa bossen en reden over bomkraterwegen door met zon overgoten velden. We kwamen langs enorme, leegstaande voormalige partijgebouwen die ook in de kleinste dorpjes door iedereen genegeerd werden. We zagen mensen het land bewerken met hulpmiddelen uit een agrarisch museum.

De durven dromen propagerende Amerikaan ging de volgende dag naar Athene. En daarna zo om de drie dagen naar weer een andere hoofdstad. Hij leek nog maanden onderweg te zullen zijn. Er zat iets kleinerends in zijn combinatie van weten hoe het moet en het zijn van een voorbijganger. Maar ik had geen zin in een discussie.

In Nederland, voorbij Alkmaar waar alles keurig, heel en glanzend was zei de leukste vrouw ter wereld, "Eigenlijk is het een wonder dat er niet nog veel meer Bulgaren naar Nederland komen".

We zijn al een paar dagen terug uit Bulgarije maar we zijn nog lang niet thuis.






vrijdag 11 april 2014

En alle vier zaten we met tranen in onze ogen


Tussen dit blog, mijn blog en het werkblog waar ik ook wel eens iets op (of voor) schrijf zit een verschil. Maar vandaag niet. Daarom een tekst van daar nu ook hier.

Zelden zal een liedje zo ontoepasselijk zijn geweest als het liedje van vandaag.

Vrijdags mag er een liedje, en ergens in de dagen voor vrijdag verzin ik welk lied.
Happy van Pharrell Williams zou het worden. Niet omdat het zou mooi is, ook al is het zeldzaam lastig uit het hoofd te krijgen als je het voorbij hoort komen, maar omdat er overal op de wereld van die leuke filmpjes bij gemaakt worden.

Maar dat was dus voor we met tranen in onze ogen zaten.

Na vandaag ben ik twee weken met vakantie. En daar kon ik die Happy filmpjes mooi bij gebruiken. Eerst één uit Dahab in Egypte, omdat het de tijd van het jaar is om daar te zijn en om daarna de Sinaï in te trekken. Maar de Sinaï is onveilig dus zou het volgende filmpje uit Jordanië komen. Maar dat ging ook niet door omdat ik plots op twee honden ga passen die eerst in Turkije woonden (filmpje) maar die nu net naar Bulgarije zijn verhuisd. En dan een Happy filmpje dat in Bulgarije is gemaakt.

Maar dat was dus voor die tranen, alleen kan ik nu niet meer op een ander liedje komen.

Afgelopen woensdag kregen we te horen dat de bibliotheek volgend jaar 40% minder subsidie zal krijgen. Zo'n 260.000 minder is dat. In één keer.

En die boodschap breng ik nu nog gauw over aan de mensen die hier werken. Voor ik naar Bulgarije ga.

En er is boosheid, verslagenheid, opstandigheid. En er is een vreemd soort melancholie. Omdat we om ons heen kijken naar wat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd hier. Een plek waar mensen graag komen, waar bezoekers Noord-Hollands nuchter maar met veel persoonlijke vriendelijkheid worden geholpen, waar alle scholen komen, waar dingen gebeuren, waar we met een klein team zonder al teveel nota's en planningen heel veel doen.

En ik zou willen dat ik nu mooie, hoopgevende zinnen kon zeggen, of schrijven. Maar ik ben nooit een voorstander geweest van liegen, of je groter voordoen dan je bent.
Op dit moment weten we het gewoon even niet.

Natuurlijk gaan we onze vreselijkste best doen om er wat van te maken. En natuurlijk gaat dat ook lukken. Maar een zo forse bezuiniging zal een enorme impact hebben op wat we voor de inwoners van Langedijk kunnen doen.

En daarom zaten we, denk ik met tranen in onze ogen.

Een ontoepasselijk liedje, niks aan te doen, ik kan even niks anders verzinnen.

Ton