Posts tonen met het label "bob dylan" dylan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label "bob dylan" dylan. Alle posts tonen

maandag 13 april 2009

Beeld bij Bob

Bob was er

Ooit, een keer, zag ik met, denk ik, (kleine) Ton in (geloof ik) Den Haag op (waarschijnlijk) een festival D.A.F, Killing Joke en nog wat bandjes. Het was warm, heel warm. We kochten een blikje cola maar het lipje brak af. Een dun, miezerig straaltje spoot recht omhoog. Ik weet nog dat we daar lang naar hebben zitten kijken, naar dat straaltje terwijl er een luid gierend heavy metal bandje speelde. We hielden niet zo van heavy metal. Omdat Den Helder een erg eind af ligt van (ik denk toch echt) Den Haag moesten we weg voor het laatste bandje, The Beat, helemaal klaar was. Terwijl we van het veld schuifelden speelden ze een mooie, langszaam stuiterende "psychedelic rockers". Het was een mooie dag.
Maar op de herinnering na is niets meer van terug te vinden. Geen recensies, geen opnames, geen foto's, niet eens een verfrommeld toegangsbewijs.

De afgelopen dagen, het is misschien bekend, speelde Bob Dylan in Amsterdam. Ik was er twee van de drie keer bij. De oude man zong heel vroeger al dat de tijden aan het veranderen waren. En dat is ook zo, de tijden zijn voorgoed veranderd. Want Dylan was dan wel in Amsterdam, hij was en is met die drie optredens ook overal. In de krant, op fansites (al is het koppelen van het woord fan aan Dylan nogal een taboe), op blogs, liedjes zijn gefilmd en staan op YouTube, foto's van de shows staan op Flickr en opnames van de optredens zijn te downloaden (een link naar die site geven is wat zinloos, je moet er eerst lid van worden). De tape van de eerste avond stond 1 uur en drie kwartier na afloop online, de tweede avond duurde het wat langer, twee uur en een kwartier.
Allerlei mensen knutselen zo een blijvend beeld, een blijvende herinnering aan die avonden in elkaar. En dat is mooi. Denk ik. Maar ik weet het ook niet helemaal zeker. Soms twijfel ik. Omdat het wel beelden zijn, maar niet de mijne. Ik was er zelf. Maar ik stond ergens anders. Op dit moment zijn mijn herinneringen nog vers maar als dat over een half jaar anders is, en ik blijf de filmpjes kijken, ga ik dan denken dat ik toch ongeveer daar stond, waar de filmer stond? Verschuift dan je herinnering?

Ik maakte geen foto's en vertrouwde blindelings op de aanwezigheid van tapers. Michael, die mee was terwijl hij niet van Dylan hield stak tijdens "Like A Rolling Stone" plots zijn mobiel in de lucht. Ik zet die opname in het volgende postje. Waardoor ik zijn herinnering aan die seconden algemeen maak. Alweer een knutselstukje voor de herinnering. Een heel frommelig stukje, dat is zo, maar toch.

O, Dylan maakte het trouwens allemaal niet uit. Al die mobieltjes, fototoestelen enzo. Hij deed zijn ding. Zong soms boven verwachting goed, speelde hoorbaar op zijn orgeltje en negeerde ons verder totaal. Zoals altijd. Maar hij speelde goed. Op het eind stond hij even stil, keek de zaal in en zag ons nog steeds niet. Toen liep hij weg, zonder te groeten. Maar dat hoeft ook niet, over twee jaar staat hij daar weer. En wij ook.

maandag 6 april 2009

Bob komt (kwam)

En helemaal op het eind zal hij daar weer staan. Misschien spelen zijn vingers wat met een knoop van zijn jasje of met de zoom van zijn broek. Maar voor de rest zal er niets merkbaars gebeuren. Hij zal daar staan. Kaarsrecht. Naast de rest, die dezelfde kant op zal kijken. Onze kant. Al zijn er velen die zich afvragen of hij ons wel ziet.

Dit is een testpost. Ik hoef hem daarom nog geen nummer te geven. En het hoeft ook nog niet over 23 dingen te gaan. Of misschien moet dat wel. Zoals veel mensen lees ik vluchtig als het gaat om "Dit en dat moet je gaan doen en het kan zus en zo" teksten.
Je begint en daarna ga je verder. En struikelen hoort erbij.

Bob komt. Maar als deze zinnen gelezen worden is hij waarschijnlijk al weer weg. Om de twee jaar is hij er even. Een wonderlijk fenomeen. Dat ik zelf net zo min snap als de anderen die er zich over verbazen. Ik heb weinig tot niets met "popmuziek". En toch ga ik om de twee jaar naar Bob Dylan kijken. Als hij langs komt. Het voelt als een familielid bezoeken. Een oom met veel verhalen. Sommige verhalen hoor je graag nog een keer, al zijn er ook een stel waarvan je denkt "Ach toe, nee, niet weer die". Bob, ome Bob, is een raadsel. Zingen kan hij nog maar soms, het keyboard dat hij bespeelt is nauwelijks hoorbaar in de geluidsmix, communiceren met het publiek doet hij niet. En zijn wereld, waarvan hij glimpen laat horen, is donker en gesloten. Maar ondanks dat, of misschien wel dankzij, is hij echt. Hij wuift niet, geen "i love you Amsterdam". Hij is er, hij staat er. En je moet zelf maar weten of je ook wilt komen. Je zoekt het zelf maar uit, als je dat wilt. En anders neem je maar een biertje en steek je je armen in de lucht als hij na wat minder bekende liedjes dat gitzwarte "Like A Rolling Stone" weer speelt, en doe je alsof het lied niet over jou gaat.

En als hij klaar is met kaarsrecht staan, met kijken, draait hij zijn hoofd opzij. Iemand van zijn band kijkt dan even naar hem en knikt kort. Onzichtbaar ademt Dylan dan even uit. Het zit er weer op. Hij draait zich om en loopt het podium af. Zonder te groeten.