vrijdag 21 november 2025

Ik vond de grot!


Steek een schep in de grond en je vindt iets ouds. De meeste scheppen in de grond worden hier gezet door de mensen van het Historisch Museum in Popovo. En als ze wat vinden berichten ze daarover op hun Facebookpagina (echte websites zijn hier niet zo populair, te duur enzo). En die berichten jagen je (ok, mij) dan volledig de gordijnen in. Want ze doen het slim hoor, ze vinden een nog intacte Romeinse put, of een prachtig graf van lang geleden, en dat beschrijven ze dan glorieus. En met foto's. En daar gaat het dan "fout", want je kunt natuurlijk nooit zien waar dat wat er gevonden is nu precies staat.

Zo'n beetje links achter het dorp is een heuvel, wij noemen hem "De uitzichtheuvel". Hij kijkt uit over het dorp en er gaan nog wel eens (nou je, heel erg soms) mensen naar toe om te picknicken of zo. Je kunt aan de linkerkant omhoog maar dan moet je over een saai tractorpad. Aan de rechterkant is veel leuker maar dan moet je het dorp uitlopen langs een plek waar je, als je pech hebt, wordt achtervolgd door een clubje wild blaffende honden. Mocht je daar een gezellig beeld bij hebben, gisteren beten ze nog iemand. 

                                      (foto Historisch Museum)

In 2023 vonden de mensen van het Historisch Museum, min of meer per ongeluk, de ingang van een grot. Luid trompetgeschal want de gemeente Popovo had tot op dat moment nog geen grot. Er kwamen grotonderzoekers over en die deelden mee dat de grot iets van 7 meter lang was, en dat hij misschien nog wel verder liep. Iemand gaf als reactie op het Facbookbericht dat hij zeker wist dat er een heel gangenstelsel liep. Tot wel aan Ruse toe. Ruse ligt hier 60 kilometer vandaan. Bulgaren denken graag groots.

                                      (foto Historisch Museum)

Deze week liep ik het dorp uit zonder honden tegen te komen. Waarschijnlijk sliepen ze nog. Aan de rechterkant de heuvel op en dan fijn door het hoge gras en de dicht opeenstaande bosjes heen. Er was niemand, er was zelfs geen konijn of hert. Bovenop de heuvel zou ooit een kasteel hebben gestaan. Dus ik zocht een beetje naar de overblijfselen van ingestorte muurtjes. Maar die waren er natuurlijk niet. Maar er was wel een gat, een best groot gat. De ingang van de al eerder gevonden grot. Ik twijfelde niet. Nee zeker niet. Ik ging daar echt niet in. Weet je hoe claustrofobisch die dingen zijn, grotten? Ik vind de foto's van Historisch Museum al beklemmend. Maar ik weet nu waar de grot is. En dat lijkt me wel genoeg.

                            (foto Historisch Museum)

(Annet is ondertussen weer teruggekomen uit Nederland. En er vandaag weer naar toe gegaan. Je zou er vast een hoop over kunnen zeggen. Maar dat doe ik toch maar niet.)


donderdag 6 november 2025

(geen)

Ze hadden een beetje een "En wat ga je nu met ons doen?'" blik. Of misschien was het eigenlijk een "En hoe zit het met eten? Is er wel genoeg eten in huis? blik. Dat laatste ligt eigenlijk meer voor de hand.

Het is waarschijnlijk iets waar je wel aan denkt voor je naar een buitenland emigreert. Nou ja, ik niet. Ik heb al een tijd geen ouders meer en broers of zussen heb ik nooit gehad. Maar Annet zal er vast wel eens aan gedacht hebben. Dat er iets zou gebeuren met haar moeder. Of een broer of zus. Maar er is een verschil tussen denken en meemaken.

Meemaken is slecht nieuws te horen krijgen om vervolgens in een soort waas op zoek te gaan naar een vliegtuig, een vliegveld en hoe daar te komen. Vanmorgen vroeg ging ze op weg. Taxichauffeur Ali bracht haar naar het vliegveld van Boekarest. Vandaar vliegt ze naar Amsterdam om dan weer met een trein naar het oosten van het land te gaan. Voor misschien/waarschijnlijk/maar je weet het nooit/nee, waarschijnlijk toch waarschijnlijk, haar laatste bezoek aan haar moeder. 

Ik zou natuurlijk best, zonder het voorafgaande mee te delen zo om de week wat op dit blogje kunnen zetten. Vorige week vonden we na veel vloeken en tieren de wel erg goed in doornstruiken verstopte resten van een Romeinse villa. Of een herfstrondje, dat had ook gekund. Maar, dat zou gekunsteld zijn. Niet echt enzo.

Maar tegelijkertijd ben ik ook niet zo van de kommer en kwel of erger stukjes. Er zijn vast mensen die dat kunnen. Maar mijn zinnen worden er dan niet beter op. 

Ik blijf hier in Palamartsa. Er moet iemand tegen Gijs zeggen dat hij beter niet van die muur af kan springen, of tegen Wim dat hij Anneke niet achterna moet zitten. Maar dat schrijf ik misschien later nog wel eens op. Een keer. Al heb ik geen idee wanneer.