zaterdag 14 juni 2025

Henk is geen pieper.

Toen Henk hier een jaar of twee geleden voor het eerst langskwam sleepte hij met zijn linkerachterbeen. Hij schrokte toen een bak brokjes leeg en verdween weer. Dagen later kwam hij weer. Hij sleepte toen met het andere achterbeen. Toch merkte je niets van de pijn die hij gehad moet hebben. Hij gaf geen kik. Henk is geen pieper. 

Elke avond, voor we naar bed gaan krijgt Henk zijn, uit een ver buitenland komend poezenstickje. Hij kijkt daar al de hele avond naar uit. Met verlangende ogen kijkt hij naar me op als ik het staafje in stukjes breek. Soms maakt hij dan een soort pieperig geluid. Een aanzet tot een poging tot miauwen. 

Henk is nogal een stille poes.

Vorige week lag Henk in de middag wel heel erg lang te slapen. En hij lag nog in de zon ook. Dat doet hij anders nooit. Toen ik hem wakker maakte deed hij een korte, harde kreet. Daarna ging hij ergens anders liggen. Die avond zat hij niet klaar voor zijn poezenstickje.

De volgende ochtend ontbrak Henk in de kluwen poezen die om zes uur 's ochtends zat te wachten op brokjes. Iedereen was er. Wim, Anneke, Lenie, Wilma, Steve en Gijs. Maar geen Henk. 

Ik vond hem, veel later, opgerold onder een struik. Hij bewoog nauwelijks en toen ik hem aanraakte kermde hij. 

Belangrijk om te vermelden, Annet was een paar dagen naar Nederland en dus was het poezenpassen mijn hoofdtaak. Fijn. Dat Henk naar de dierenarts moest was wel duidelijk. Ik heb geen rijbewijs, daar kun je lang over praten maar het gaat niet over mij maar over Henk. Ik belde Ali, de taxichauffeur. Ik legde hem het probleem uit en hoewel hij vaak in het weekend niet werkt zei hij dat hij er meteen aankwam. Pas in de taxi bedacht ik me, terwijl hartgrondig Ali de aanstaande Euro vervloekte en zich met een aanhoudend "Warum?" verbaasde over de haat (zijn woord) van het westen tegen Rusland, dat ik de dierenartsen misschien moest bellen. Meneer de dierenarts bleek eigenlijk een operatie in zijn schema te hebben staan maar, ok, kom maar.

Henk werd onderzocht, en nog een keer, bloed werd afgenomen, spuitjes werden gegeven. Mevrouw de dierenarts bleek weer eens beter met gepriegel op de vierkante millimeter. Henk vond er ondertussen overduidelijk helemaal niks aan.

Het was iets, waarschijnlijk, met een ontsteking ergens. Niet echt iets om je heel druk over te maken. Je moet hem gewoon zes dagen deze twee pillen geven. Henk en ik werden nog net niet uitgezwaaid en Ali zei, terwijl hij ons terugreed  "och, och, little kotka" in zijn gebruikelijke mengeling van Bulgaars, Engels en Duits.

Ik weet niet of de lezer poezen heeft. En of die lezer dan misschien wel een goede manier weet om een te grote pil in een klein poezenbekje te krijgen. Bij mij ging er één halve pil verloren die ik verstopte in een smakelijke paste waarvoor elke poes anders echt alles laat vallen maar nu dus niet. De andere helft ging verloren toen ik kleine stukjes pil probeerde te verstoppen in een normaal zo geliefd poezenstickje. Ik geloof dat ik toen licht wanhopig werd. Hoewel ik twijfel aan dat "licht".

De oplossing bleek fijnwrijven met een vijzel, een druppel of twee water erbij, in een spuitje (zonder naald natuurlijk) en dat hup in Henk's onwillige bekje spuiten. Waarna hij mij vol afgrijzen aan ging zitten kijken.

Nu, een week later ligt Henk weer lekker in de schaduw. De ontsteking is verdwenen. Henk kan zich er waarschijnlijk al weer niets meer van herinneren. Geluid maakt hij niet meer al probeerde hij gisteravond, toen hij zijn poezenstickje zonder verstopte pillenstukkjes kreeg wel weer een aanzet tot een poging tot miauwen te doen.

Alles is dus weer zoals het hoort te zijn.

vrijdag 6 juni 2025

Wachten op de geiten.

In 2010 reden Chris en Claire met hun zelf verbouwde bus naar Bulgarije. Bij de grens werden ze, natuurlijk, gecontroleerd. En dat duurde lang, heel erg lang. Er ging één beambte de bus in, daarna nog één en omdat het aantal beambten in Bulgarije eindeloos is daarna nog een paar. Net toen Chris zich zorgen ging maken zei één van de douanemannen dat er echt niets aan de hand was, hun collega wilde ook een kachel in zijn caravan en ze bekeken de constructie.

Ik dacht, laat ik met dat stukje beginnen. Maar voor je het weet gaat de lezer dan misschien een boek vol "leuke" anekdotes over bureaucratie en gelanterfant verwachten. En daarvoor wordt er veel te veel gestorven in het boek. 

Waiting for the goats van Christopher Fenton gaat over het dorp in Bulgarije. Fenton (als ik steeds Chris schrijf valt het misschien op dat ik hem ken) doet alsof het boek in Podgoritsa speelt maar dat is natuurlijk onzin, of dichterlijke vrijheid. Podgoritsa ligt hier 30 kilometer vandaan en Annet en ik rijden er elke week langs, op weg naar weer een hoofdbrekende Bulgaarse les. De enige claim to fame van Podgoritsa is dat het een een prachtige oude houten schuur heeft die zo in "Once upon a time in the west" had gekund. Nee, Waiting for the goats speelt in Palamartsa. Heus. 

Chris omschrijft ergens het boek als (en ik tik het Engels over, het boek is nu eenmaal in het Engels) "a hybrid memoir of self-sufficiency, Bulgarian history, landscape, memory and village tales".

Chris en Claire leven aan een andere kant van het dorp. In de buurt van de schapenfarm. Ze kennen daardoor andere mensen dan de mensen die ik ken. De verhalen zijn daardoor ook weer andere verhalen. In dit dorp zijn veel verhalen. Elk huis heeft weer een ander. Ik herkende daardoor wel veel grote lijnen in het boek, maar de details, de persoonlijke verhalen, die wijken af in elke straat. Wat natuurlijk ook weer mooi is. Het boek, zeker de verhalen over mensen, gaat wel over Palamartsa maar weer helemaal niet alleen over Palamartsa. 

Fenton schrijft beeldend over hoe het is om zelfvoorzienend te leven. Daar wordt soms nogal makkelijk over gedacht, over zelfvoorzienendheid. Maar het is toch vooral heel erg hard werken. En het betekent, en dat was voor een niet diereneter zoals ik wel even slikken, als je heel consequent bent ook dat je je eigen dieren slacht. Maar het boek is geen gids voor zelfvoorzienend leven, net zo goed als het geen geschiedenis van dit dorp is, of een reisgids Bulgarije. Het zijn allemaal dingen die voorbij komen, zoals er hier zoveel voorbij komt. Door de verhalen van, over de bewoners is het vooral en erg menselijk boek.

Ja ok, het is moeilijk om objectief te zijn over dit boek. Ik woon hier. Ik loop hier rond. Ik heb ook naar de kapel gezocht waar Chris over schrijft. Ik heb ook uit moeten zoeken waar die rare schoorsteen boven op de hoge heuvel voor was. Maar, laten we eerlijk zijn, een boek waarin Crass, Kapka Kassabova, Joy Division, rakia, James Joyce, 1923 en het prachtige "The same night awaits us all" van Hristo Karastoyanov voorkomen moet wel een goed boek zijn.

Is er niets te zeuren dan? Jawel. Natuurlijk. Het boek heeft 219 pagina's, maar 219 pagina's. En dat is te weinig. Nu ben ik geen automatische fan van heel dikke boeken maar er staat teveel in Waiting for the goats voor 219 pagina's. Er mist soms, vond ik, lucht. Lucht om te ademen. Er wordt nogal wat gestorven in dit boek, en dat kan ook niet anders in een dorp als dit en daar had, vond ik soms misschien wat meer lucht, ruimte omheen gepast. 

"New Year's day was just like any other and i was back at the cow farm for milk. Our goats were pregnant so their milk had already dried up. Bogdan's mum Maya, was there in her headscarf and baggy floral printed trousers to pour it out and take the coins. [...] 'This is a land of milk and honey', she told me in old fashioned language. 'It always was and will be so forever,' and then she handed me the plastic bottles filled with fresh milk that warmed my hands all the way back down the road."

Christopher Fenton - Waiting for the goats is als eBook (maar een eBook is natuurlijk geen boek maar gewoon een bestandje) of paperback te bestellen bij Amazon.nl voor een luttele 11 euro en nog wat.