Het begint elk jaar te laat. Maar bijna alles hier begint te laat. Een groep oudere Bulgaren loopt rond 9.45 (afgesproken was 9.30) het plein tegenover het winkeltje van Stefka op. Burgemeester Gosho zegt tegen een aantal mensen die op het "terras" van Stefka blijven zitten dat ze ook bij de groep moeten gaan staan. De meesten doen dat. Dan houdt er iemand een toespraak waarbij de stemverheffingen steeds in volume toenemen. Daarna zingt de Pensionerski Klup een paar liederen. Er worden een viertal kransen gelegd bij het monument op het plein. En daarna wordt het rommelig.
Vanaf 1396 tot 1878 is Bulgarije Ottomaans. Rond 1760 begint er iets van een Bulgaars zelfbewustzijn te ontstaan. Rond 1800 beginnen Bulgaarse revolutionairen met gewapende groepen Bulgarije vanuit Roemenië binnen te vallen. Ze hopen zo een revolutie tegen de Ottomanen te ontketenen. Dat lukt niet echt. In april 1876 is er weer zo'n inval. Ook deze is niet succesvol maar de reactie van de Ottomanen is zo buitensporig (vele honderden mensen komen om, tientallen dorpen worden in brand gestoken) dat de verontwaardiging in West Europa en Rusland groot is. Rusland valt Bulgarije binnen en verslaat na een lange en bloedige oorlog de Ottomanen. Op 3 maart 1878 wordt het verdrag van San Stefano getekend. Dit verdrag is het begin van de onafhankelijkheid van Bulgarije. En het is ook het begin van de Bulgaarse aanhankelijkheid voor Rusland.
Zo'n 2 kilometer ten westen van Palamartsa staat een klein monumentje dat herinnert aan de Russisch Ottomaanse oorlog. Elk jaar op 3 maart wurmen de bezoekers van de formele herdenking op het plein zich in een onduidelijk aantal auto's met vierwielaandrijving. Dit jaar zat ik bij iemand in de auto die ik nog nooit eerder zag, maar dat maakt niet uit. Af en toe zei hij wat in een zwaar dialect, ik verstond het niet. Maar hij vond het wel leuk, zo'n buitenlander in de auto. Na een hoop gestuur en geglij (door de gesmolten sneeuw zijn de meeste "wegen" veranderd in modderpoelen) kwamen we bij het monumentje. Waar het ook weer ging als elk jaar. Er worden wat kransen gelegd, er is een groepsfoto en er wordt wat met alarmpistolen geschoten. Ondertussen wordt er vrolijk met Bulgaarse en Russische vlaggen gezwaaid. Omdat 1878 niets met Putin, Oekraïne of andere moderne pijnpunten te maken heeft besloot ik me van de Russische vlag niets aan te trekken.
Na de foto's reden we weer hotsend en klotsend terug naar het dorp. Tot de volgende 3 maart.
Annet, die voor de geopereerde Anneke zorgde en daarom was thuisgebleven vroeg of het allemaal weer hetzelfde was. Ja, maar ook weer niet helemaal.
Tot dit jaar deden wij als buitenlanders op 3 maart gewoon onwetend wat mee. Of en wat er in die lang voorbije oorlog precies gebeurde, we wisten het niet. Hoogstens verbaasde me de nogal decentrale plek van het monumentje me.
Om en rond Palamartsa blijkt, stond in een artikel dat ik vond terwijl ik zocht naar heel iets anders, lang en hard gevochten te zijn. Bijna alle inwoners van het dorp vluchtten het dorp uit en delen van het dorp werden vernield. Een aantal malen heeft het er op geleken dat de Russische troepen het onderspit zouden delven. De gevechten vonden voornamelijk plaats in de vallei waar het kleine monumentje staat. Na de oorlog is er zelfs een kleine kapel gebouwd om "het wonder van Palamartsa" te gedenken. In de kapel werd door een oudere mevrouw dag en nacht een kaars brandend gehouden.
Maar, de mevrouw ging dood, de kapel was van leem en brokkelde door een gebrek aan onderhoud langzaam weg. Wat nu nog aan de kapel herinnert is een klein bosje. En, omdat je hier zeker als het sneeuwt weinig te doen hebt, ik heb het bosje opgezocht. Als je heel goed kijkt zie je nog een houten paal staan die ooit van een afrastering was. Dat is, ik geef het toe, vrij weinig en misschien ook niet echt heel bijzonder. Maar ik vond het, al kan dat aan het geploeter door de sneeuw liggen, toch een hele vondst.