donderdag 11 juli 2024

Het is te warm, gewoon te warm.



"Nee, het is echt te warm. Voor morgen, en ik denk de dagen erna geldt een weerwaarschuwing vanwege de hitte. Nee, ik zeur helemaal niet, het is gewoon achterlijk heet joh. Echt. De weersvoorspelling op mijn tweedehands iPhone stopt volgende week bij 37 graden maar de voorspellingen op de Zuid Koreaanse telefoon van Annet zeggen voor volgende week doodleuk 40 graden. Dat zou trouwens de eerste keer zijn, die 40". 

"Dus nee, er is eigenlijk niets te vertellen. Dus ik dacht, vrij naar David Byrne "Als je niets te zeggen hebt waarom doe je dat dan nog een keer?". Een keer per week staan we om half vijf op en gaan dan een stukje lopen. Dat is leuk. Zolang je maar om acht of negen uur weer terug bent. De rest van de week staan we om half zes op. Dan is het maar iets van twintig graden. Kunnen de poezen meteen nog een beetje afkoelen". 


"Nee, die slapen zowat de hele dag. Dan weer in deze schaduw, dan weer onder die kruiwagen. Gijs deed vanmorgen tegen elf uur een wat zielige piepmiauw. Hij wilde in de wasbak liggen. Meestal doet hij dat 's middags pas maar, nou ja, niets veranderlijker dan een poes".

"Door de warmte, hitte mag ook, is er niet veel nieuws. Ja, er is natuurlijk weer watergedoe. Net als vorig, en net als volgend jaar. Ondanks de sneeuw en de regen is het water in de heuvels aan het opraken. Het noordelijke deel van het dorp heeft hierdoor in de ochtend zes uur water. Wij, in het zuidelijke deel hebben 's middags zes uur water. Burgemeester Gosho kan dat met afsluitkleppen in het dorp zo regelen. Maar net toen iedereen aan het schema gewend was begon het Europese voetbalgedoe. En Gosho houdt met hoofdletters van voetbal. Dus vergat hij zo af en toe wel weer eens ergens een klep om te zetten. Maar goed, dat gevoetbal is bijna voorbij dus zal het schema wel gaan werken". 

"Weet je nog dat ik vertelde dat een Nederlander een kroeg/eetcafé of zoiets ging openen in Popovo? Ja, ik droomde inderdaad al van vegetarische kroketten. Maar, die opening gaat niet door. Het (eet)café was eindelijk klaar, dat konden we zien door de grote glazen ruiten, en toen hoorde de man dat hij geen vergunning kreeg voor een terras. Dat zou problemen geven voor brandweer en ambulances. De man was enorm boos. Alle andere eetdingen in dezelfde straat, zelfs naast hem hebben wel een terras. En opeens, na maanden kreeg hij, als buitenlander plots te horen dat hij geen vergunning kreeg. Er werd hem gesuggereerd geld te schuiven. Maar daar wil hij niet aan meedoen. Hij gaat een rechtszaak beginnen. Tja. Ik denk dat die vegetarische kroketten er niet zullen gaan komen".

"Meestal gaan we nu nergens met de auto heen. De airco van de Volvo is al jaren stuk en nu gaat het raampje aan de kant van Annet ook niet meer open. Dus dan is rijden geen pretje. Maar, we reden wel naar Vabel. Dat ligt een heel eind weg bij de Donau. Nederlanders die Annet kent uit Den Helder hebben er een huis waar ze zomers heen gaan. Ze hadden eerste levensbehoeften als kaas, vissaus, maïzena en inderdaad hagelslag mee. En ik kreeg een Geschiedenis van Bulgarije in het Nederlands. Prachtig. Uit 1981 en in Bulgarije geschreven dus ook nog eens geschiedenis op z'n onleesbaar marxistisch. Dat sleept me wel door de landerige middagen".

"Ik laat wel weer van me horen als we weer wat beleven. Kunnen beleven. Ooit wordt het weer koeler. Dat moet. Statistisch enzo. Dan zeg ik wel weet wat".  











vrijdag 5 juli 2024

Na 3 jaar.

Wat we gedaan hadden als we niet naar Bulgarije waren gegaan. Dat vroeg iemand een tijd terug. Omdat het nu drie jaar geleden is dat we naar Palamartsa verhuisden is het een mooi moment om die vraag te beantwoorden.

Ik heb het natuurlijk eerst aan Annet gevraagd. Zo kon ik mooi mijn eigen antwoord nog even uitstellen. Maar zij had verder weinig problemen met het antwoord. Ze was gewoon doktersassistente gebleven. We waren ook gewoon in Den Helder blijven wonen. En we waren naar Paradiso blijven gaan en naar ... nou ja, eigenlijk was er niets veranderd. 

En ik? Voor mij is het, wat betreft werk iets anders.

De gemeente waar de bibliotheek waar ik werkte stond ging fuseren met een andere, grotere gemeente. Dat betekende dat "mijn" bibliotheek op zou gaan in een andere, veel grotere bibliotheek. Nu had ik daar misschien/met wat geluk/ander woord een andere baan kunnen vinden maar, nou ja, maar. Die andere, veel grotere bibliotheek was een heel goede hoor. En de mensen die ik er kende waren ook prima. Aardig en nog kundig ook. Dus dat had allemaal wel gekund. Maar veel zin had ik er niet in. Al een tijd geloof ik niet meer in grote/grotere/grootste instellingen. Dat moet een beetje begonnen zijn toen ik een hekel begon te krijgen aan dingen als privatisering. Het ziet er allemaal leuk uit maar vaak is er toch wel heel veel buitenkant en erg weinig inhoud. Niet dat er bibliotheken privatiseerden maar ze deden, in mijn ogen, wel steeds meer alsof ze bedrijfjes of, erger nog bedrijven waren. Van die echte. Met bijbehorende zaken als zelfsturende teams, front dan wel backoffice, communicatieafdelingen en klantmanagers. Het zal allemaal fantastisch zijn. En zinvol ook. Maar ik word er erg ongelukkig van. Daar doet geen overlegstructuur iets aan.

Zijn jullie daarom dan naar Bulgarije gegaan? Vanwege dat werk?

Nee, nee. Dat denk ik niet. Het waren allemaal stukjes. En een belangrijke is dat Nederland vol is. Te vol. En nee, dat bedoel ik niet zoals het lijkt. Ik heb nooit moeite gehad met veel mensen. In een stad, geen enkel probleem. En dat een flink deel van die mensen oorspronkelijk niet uit Nederland komt? Wie ben ik om te bepalen dat iemand in een uitzichtloos land arm moet blijven wezen? 

Maar Nederland is wel te vol. Te vol met recreërende mensen. Het was verdorie nergens meer echt rustig. Altijd kwam er wel een groepje fors gebuikte wielrenners aangejakkerd, roepend van "Aan de kant, aan de kant!". En dat er een volstrekte idioot twee windmolens in (in!) het Robbenoordbos liet bouwen hielp ook niet echt. 

Zijn jullie eigenlijk al een beetje geïntegreerd in Bulgarije? Palamartsa is een nogal raar dorp. Van de 400 inwoners zijn er zo'n 125 tot 150 buitenlanders. Meestal komen ze uit Engeland. En omdat het er zoveel zijn wordt het meteen duidelijk dat taal alles is. Veel buitenlanders komen niet verder dan een paar woorden Bulgaars. De meeste beginnen hoopvol met leren maar haken na een paar weken af. En dat kan, omdat er zoveel andere buitenlanders wonen ook. De Engelsen hoeven geen Bulgaars te leren. Er zijn immers zoveel andere Engelsen dat ze onder elkaar genoeg kennissen hebben. En er zijn ook genoeg Engelsen die een auto kunnen maken, of een waterleiding kunnen maken. En omdat ze geen Bulgaars hoeven te spreken kennen ze betrekkelijk weinig Bulgaren. Die spreken, zeker hier op het dorp natuurlijk geen Engels. Maar, sorry, het ging over of wij geïntegreerd zijn? Het Bulgaars van Annet en mij is nog verre van perfect. Dat van Annet is trouwens beter, zij vindt praten leuker dan ik. Maar, ik schat dat we over twee jaar redelijk Bulgaars kunnen spreken. En ons Bulgaars spreken, of de pogingen die we doen, wordt op prijs gesteld. We hebben leuke buren. We groeten hoopjes mensen en als er wat is worden we geholpen. Dus ik denk dat we wel een beetje geïntegreerd zijn. Al kennen we meer Bulgaren dan Engelsen dus aan het integreren in die groep zouden we misschien nog kunnen werken. 

Maar integreren is iets heel anders dan begrijpen. De foto boven dit stukje plukte ik van het Bulgaarse X. Het laat het net, voor een hoge snelheidstrein aangelegde spoor tussen Elin Pelin en Kostenets zien. Als je even naar het spoor kijkt snap je dat dit land begrijpen nog een hele kunst is.