maandag 31 oktober 2016

Wandelen in Petra: De siq van Tibn en Wadi Sabra (9)



Bijna alle routes in Petra kun je, met soms wat inspanning, goed zelf doen. Voor echt lange routes die buiten Petra beginnen heb je een gids nodig. Echt. Gidsen kun je regelen. In je hotel, bij één van de adventure companies in de straat naar de ingang van Petra of al in Nederland met wat zoeken op het internet.

Wij liepen dit jaar van het plaatsje Taybeh via de siq van Tibn en Wadi Sabra naar Petra. Daar deden we, met pauzes 11 uur over.

Over die toch valt een hoop te vertellen. Ik zou op kunnen schrijven hoe je kunt lopen. Maar ik vergeet waarschijnlijk iets belangrijks, en dan zit je daar, midden in het niks. Of ik zou iets kunnen zeggen over de steile puinhelling waar je tegenop moet. En dat je dan ook weer naar beneden moet. Of over dat het in de Wadi Sabra altijd gruwelijk heet is.
Of iets algemeen beschouwends over ouder worden, en dat je dat gaat merken.

Maar ik plak gewoon een rij foto's.



















Wij zijn nu klaar in Petra.
We liepen er alles wat je kan doen zonder serieuze klimervaring.
Dus wij zijn klaar.
Dat wisten we zeker.

Tot we op weg naar het vliegveld uitstapten om wat koffie te drinken en om ons heen keken.
Naar de leegte.
















Wandelen in Petra: klauteren in wadi Abu Ullayqa (8)




Aan de noordkant van Petra zijn drie valleien waar je door kunt. Vorig jaar zei ik nog dat de meest rechtse, wadi Anu Alluyqa te verstopt met rotsen was om door te gaan. Dus probeerden we het dit jaar nog een keer.

Duur: iets van anderhalf tot twee uur vanaf het sjieke restaurant bij de trappen naar het klooster.

Ga voor het restaurant naar rechts en neem de weg naar B'dul, het dorp waar in 1983 de bedoeïenen werden gehuisvest toen ze niet meer in de grotten van Petra mochten wonen.



Neem, wanneer de weg naar rechts en omhoog naar B'dul buigt de vallei,wadi aan je linkerhand.


Na iets van een kwartier is er links een oude boom en rechts een afslag. Negeer de afslag en loop door. De vallei lijkt omhoog de bergen in te lopen, buig naar links een met oleander begroeid ravijn in.


Na een hoop irritante struiken en het negeren van een afslag naar rechts kom je bij het eerste obstakel. Een fors grote rots verspert het ravijn. Helemaal. Klim aan de rechterkant omhoog en ga terug het ravijn in.

Er zijn in totaal iets van zeven obstakels waar je in het ravijn overheen moet. Drie zijn lastig.

NB Het lijkt in Nederland, met de verwarming aan misschien wat overdreven maar vraag je elke keer als je omhoog klimt af of je weer terug kunt/durft. De kans dat je op deze route iemand tegenkomt is ongeveer 0.


Meteen nadat je weer in het ravijn bent verspert alweer een enorm rotsblok de weg. Links is ruimte, ga er daar onderdoor en klauter daarna omhoog. Hierna komt direct nog een lastig klautertje over een grote gladde rots met weinig houvast maar daarna wordt het makkelijker.


Wanneer je uit het ravijn en in de vallei bent zie je achter je B'dul liggen. Volg de vallei naar het noorden. Negeer afslagen.


Echt fout lopen kun je nu niet meer. De weg wordt nog een keer verspert door een erg grote rots. Ga een stukje terug en loop er links omheen. Wanneer je in het midden van de vallei een grote rotstoren (berg mag ook) ziet ga daar dan aan de rechterkant omheen.

Aan het einde van de vallei worden de rotsen wit van kleur. Ga schuin links en vindt een weg door de witte rotsen. Er zijn er meerdere.


Je kunt nu links afslaan en door de middelste vallei terug gaan naar Petra, naar little Petra lopen of, als je echt veel energie hebt naar het klooster via de richel gaan.


zaterdag 29 oktober 2016

Jaar


Er was een vos, die me aankeek
in de Willem Barentszstraat.
Toen we in het late donker
naar huis reden.

Nadat ze overstak.

Een jaar of veel minder lang
geleden.

Waar zij is weet ik,
maar van die vos vraag
ik het me nog wel eens af.

woensdag 26 oktober 2016

Wandelen in Petra: het vinden van de Eagle Shrine (7)


De  Eagle Shrine (soms Eagle Niche) komt in een paar boeken en reisgidsen voor. Daar staat dat het een prachtig uitgehakt iets is. Ik heb ook een kaart waar precies staat waar het ding te vinden is. Toch kom je nauwelijks foto's van de shrine tegen en lukte het eerder niet het te vinden.

Nu wel.

Dit is geen wandeling, dit is een ommetje.

Ga naar de Eagle Shrine kijken als je al andere dingen gedaan hebt op een dag en terug loopt naar Wadi Musa. Ga er naar kijken na 1 of 2 uur 's middags. Dat we het ding eerder niet konden vinden lag waarschijnlijk aan de zon die op een eerder tijdstip pal op de berg schijnt waardoor je niet goed kunt kijken. Of we waren gewoon blind, dat kan ook.


Vlak voor je (vanuit de richting van Wadi Musa) de beroemde Siq inloopt zie je rechts een tunnel, brug. Loop er aan de rechterkant heen en steek de brug over.

Neem daarna de tweede vallei aan de linkerkant.


Loop de vallei in en zoek aan de rechterkant naar een deur.


De Eagle Shrine zit links van de deur en is niet erg groot, een meter bij een meter of zo.




Aan het eind van de vallei heb je weer een mooi uitzicht.

Zo. Dat was de Eagle Shrine. Vinkje erbij. Klaar.

Is het echt oogverpletterend bijzonder? Och.
Maar je zult de Eagle Shrine maar zijn en er komt niemand naar je kijken. Dat is toch ook niet leuk.

Wandelen in Petra: van Little Petra naar Petra via "de richel" en het klooster (6)


Niet te missen wandeling over een vlakte en met een fijne klim en ernstig imposante uitzichten.

Duur: ongeveer drie uur tot het klooster/the monastry/ad deir.

De route wordt vaak "the backdoor to Petra" genoemd en wordt vaak gelopen door groepen die uit de richting van Feynan komen. Maar je kunt hem heel goed (en een stuk rustiger) lopen zonder andere mensen. Menig bedouin zal je aanbieden om te gidsen, maar ook dat is overbodig.

Neem een taxi naar Little Petra. Daar kun je weer wat monumenten en facades bekijken. Maar daar gaat het hier niet over.


Neem de "weg" die bij de ingang van Little Petra naar links gaat.


Volg de weg, die naar rechts buigt en door een vallei slingert voor iets van een half uur tot drie kwartier. Voor je zie je een grote, vrijstaande rots. Neem de weg die rechts om de rots gaat.


Neem een vager pad dat rechts over de vlakte loopt (de vlakte is landbouwgrond, bagger daar dus niet met je grote schoenen doorheen, blijf op de weg). Voor je zie je een aantal valleien/wadi's. Sla aan het eind van de vage weg naar rechts af en ga voorbij de hoge berg hierboven op de foto. Het aantal "wegen" neemt nu toe. Volg de weg die links van de hoge berg een vallei in draait. Volg deze weg tot die ophoudt en je bijna de vallei ingaat. Kijk naar rechts en je ziet een metalen paal.


Loop naar het bord en negeer wat er op staat. Zoek rechts van je naar een trap die naar beneden gaat.


Volg daarna dit pad. Meer is het niet.


Het pad is in de loop van de jaren flink opgeknapt dus je kunt rustig om je heen kijken.


Na drie kwartier, een uur of zo kom je op een breed plateau een bedouin tegen die daar thee verkoopt. Het is een aardige, oudere man die daar al jaren staat. Hij vertelt je graag in gebroken Engels over de omgeving. Heel druk heeft hij het niet dus drink wat thee en vraag niet om wisselgeld.

Na de meneer met thee loop je verder, naar de redelijk mythische richel. De richel was ooit een stukje van een meter of drie waar geen pad meer was. En wel een diepe afgrond. Je hield je vast aan een rots en schuifelde verder over een paar centimeter breed stukje steen. Ik deed dat één keer en als er toen geen mannen met bergbeklimervaring waren geweest was ik omgekeerd, doodeng was het. Nadat er eind vorige eeuw weer een toerist dodelijk verongelukte is de richel breder gemaakt. Annet en ik deden die bredere richel eerder, met een groep. Door de groepshysterie over de richel vonden we dat toen nog steeds erg eng.



Dit zou de richel kunnen zijn. Maar we weten het niet zeker. Doordat er niemand was die kon vertellen dat het nu eng werd liepen we makkelijk en redelijk vrolijk, met in het achterhoofd de gedachte dat de richel nog moest komen. Toen we begonnen te dalen begrepen we dat de richel al geweest moest zijn.

Hier is vast een wijze les uit te trekken. Maar voor je het weet krijg je dan twitterbanaliteiten als #goedbezig of #zinin. Dus de wijze les sla ik over.


Daal wat af. Adem uit. En volg een puinig pad naar het klooster.


Hang een tijdje rond bij het klooster.


En ga daarna langs het normale pad met erg veel kraampjes waar het altijd happy hour is en alles ook een special price just for you heeft weer naar beneden.

maandag 24 oktober 2016

Sleutel


Ha meneer Adnan, Antonius hier, ja, die van Antonia. Altijd leuk die westerse namen in paspoorten. Nog even, net als de vorige keer een schriftelijk bedankje na ons bezoek aan Wadi Musa en Petra.

Nabateeërs en early Roman kings. Ja, dat laatste is een snode verwijzing naar Bob Dylan. Die won een Nobelprijs en nu zegt hij niks tegen de mensen die hem die prijs gaven. Dylan zegt u waarschijnlijk niks. En dat hij niets zegt zult u waarschijnlijk schouderophalend aanhoren. Iedereen moet doen wat hij wil lijkt uw stelregel. Zelf gok ik dat ome Bob het in uw onnadrukkelijke hotel, waar eigenlijk alleen Arabische gidsen slapen en waar het warme water het soms doet fijn zou vinden. Hij lijkt me wel een man die een baas van een hotel in shirt van Barcelona kan waarderen, zeker als die niet weet wie hij is.

Maar, bedankt weer voor alles. Het blijft erg speciaal om een dag of 10 rond te lopen en te klauteren door een zoveelste wereldwonder. En dit jaar was natuurlijk anders. Het was een soort van vorig jaar overdoen, toen mijn moeder overleed. Noem het rond maken, of afmaken, om afsluiten maar te vermijden. Het was iets dat moest. Vonden Antonia en ik.

O ja, Antonia vraagt dringend of u, stel dat er nog een volgende keer komt echt wilt zorgen dat ik geen gids meer mag regelen voor een te lange loodzware sjoktocht door kloven, ravijnen en over steile puinhellingen die een shortcut worden genoemd. We worden daar echt te oud voor. Maar, mocht u éénarmige Mahmood tegen komen, bedank hem nogmaals dat hij met ons liep en niet naar mij verwees als "die lompe olifant die van de helling struikelt en strompelt".



Maar goed, we deden dus vorig jaar nog eens over. En daarom eindigden we natuurlijk met Jebel Harun, de berg waar de broer van Mozes begraven zou zijn. Dat was een mooie dag meneer Adnan. Lang, warm en omdat er al vijf tenen zaten ingetaped best lastig. Maar het moest. Omdat we de twee vorige keren dat we er waren steeds werden gebeld, over mijn moeder.

Weet u wat mooi was? Toen we vroeg liepen, op weg naar de berg, kwam er een jongen op een paard achter ons aan gegaloppeerd, Khaled heette hij. Hij gaf me de sleutel van de tombe op de top. Dat was mooi. Sta je daar opeens met de sleutel. Van iets dat voor ons heel speciaal is. Daarna was het lang, warm, en goed. Ik kan er natuurlijk van alles van maken. Maar dat het goed was is eigenlijk genoeg. Toen we helemaal boven waren, bovenop het dak van de spierwit blinkende tombe met dat verpletterende uitzicht, god ja, dat was raar, of misschien is emotioneel eerlijker. Voor ons betekende het veel. Ja, we hebben er gehuild. Al was het lastig om de tranen van het druppelende zweet te onderscheiden.

Af is het niet meneer Adnan. Af zal het wel nooit zijn.
Maar ik werd niet gebeld. Dat kan natuurlijk ook niet meer.
Al had ik het niet raar gevonden.