Vlak naast onze tuin is een verwilderde tuin, of eigenlijk zijn het er twee. Ze horen bij twee bouwvallen. In die tuinen zat Ollie vaak. Soms, als ik terugkwam van een stukje lopen riep ik wel eens "Ollie, Ollie" en na een tijdje kwam hij dan aangehold. Vaak deed hij dan een wat pieperig miauwtje. Ollie had een kleine miauw. Hij was dan helemaal blij en liep, zich half om mijn been strengelend mee naar huis.
Ollie was de meest avontuurlijke van onze poezen. Hij kwam het verst. Te ver.
Ollie was het kind van Lenie en Steve (die eigenlijk Tigger heet) en werd zo'n beetje geboren toen wij hier kwamen wonen. Hij woonde eerst onder wat ijzeren platen die tegen het buitentoilet van onze deeltijdbuurman Petar stonden. Maar al vlug frommelde hij zich onder een hek door en was grote delen van de dag bij ons. Niet dat hij echt bij ons was, in de buurt komen mochten we eerst niet. Hoe aandoenlijk klein hij ook was, hij blies naar ons. Ollie was alleen van zijn moeder. De hele dag sjouwde hij achter haar aan, steeds op zoek naar haar staart om daar dan mee te spelen. Langzaam wende hij aan ons. En dat was maar goed ook want Lenie liet hem van de ene op de andere dag bruut in de steek.
De eerste winter sliep Ollie eerst in een soort iglo op de veranda. Maar toen het echt koud werd kwam hij op, en later in bed terecht. Och, zo'n klein poesje, helemaal onder de dekens.
Ollie was onze enige normale poes. De rest heeft allemaal afwijkingen, van autisme tot verlatingsangst. Maar Ollie was een echte, normale poes. Gek op eten, gek op kleine stukjes kaas, liefst Nederlandse kaas. Gek ook op de dieetbrokjes die Gijs krijgt. Dan liep hij weer eens quasi nonchalant naar binnen "Nee, ik ga gewoon even een beetje water drinken hoor", en dan vlug de peperdure brokjes van Gijs wegwerken.
Ollie was vaak buiten, vaak 's nachts ook. Als ik dan 's ochtends de slaapkamerdeur opendeed stond hij daar al. Helemaal enthousiast liep hij dan heel erg in de weg de trap af. En ondertussen maar kopjes geven. Nadat hij gegeten had ging hij dan slapen. Op een goeie stoel, met daarop een wollig kleedje. Uren slapen deed hij dan. Als je hem aaide begon hij luid te spinnen. Van opbeuren, knuffelen of schootzitten hield hij niet. Ollie was een stoere poes. Hij speelde ook nooit lang met een touwtje, te kinderachtig. Ollie tikte gewoon met speels gemak een vlinder uit de lucht. Ollie kon ook prachtig soepel hollen en met speels gemak een boom inlopen.
Ollie was de enige poes die het met alle andere poezen goed kon vinden. Zelfs met Gijs. Als Ollie Gijs tegenkwam draaide hij soms zijn staart om de staart van Gijs heen. En daarna vochten ze een beetje speels. Hij holde met Wim door de tuin en samen verkenden ze de tuinen naast die van ons. Maar waar Wim dan weer terugging, ging Ollie juist verder. Te ver.
Misschien zijn er wel mensen die denken dat ik, dat we, onze poezen teveel vermenselijken.
"Maar liever dat nog, dan het bord voor zijn kop van de zakenman, want daar wordt hij alleen maar slechter van".
Gisteren zag Annet Ollie om een uur of tien in de ochtend. Daarna kwam hij niet om te slapen, en ook niet om te eten. Nu was hij vaak langere tijd weg maar het is 's nachts best koud.
Annet vond Ollie vanmorgen, bij het elektriciteitshuisje aan de rand van het dorp. Doodgebeten door een hond, een vos, een jakhals, iets.
Ollie had een prachtig mooi poezenleven. Maar het duurde veel te kort.
3 opmerkingen:
Wat een wreed einde, krijg er helemaal kippenvel van.
Gelukkig heeft Ollie van de meeste levensdagen kunnen genieten en heeft vele mooie poezenplaatjes opgeleverd.
Dat jullie met plezier aan hem terug zullen denken en hierdoor het missen wat minder pijnlijk is.
Dankjewel.
Ach wat verdrietig. Jullie zullen hem missen. Hij leeft in jullie herinneringen voort.
Een reactie posten