Nadat we over het modderige pad naar het pas gegraven graf waren gelopen herkende ik één van de grafdelvers. Ik knikte naar de man die ik vaak als herder tegenkom aan de oostkant van het dorp. Nu, als grafdelver gaf hij iets van een onderhandse zwaai terug. Het wachten was nu op de priester.
Het was afgelopen dinsdag een mooie dag om wat over de heuvel Kalakotch te lopen. De lucht was prachtig blauw, het voorzichtig opkomende graan felgroen en er was ruimte tussen de overdreven aanwezige prikstruiken. Het was volmaakt doelloos rondlopen, alleen maar om te kijken of het kon. En ik kwam ook nog, tussen bomen verstopt, een voor mij nieuwe bron tegen, en er kwam nog water uit ook. Helemaal vrolijk daalde ik de heuvel over een modderig pad af.
Annet vertelde over de telefoon dat de moeder van Duschka, onze buurvrouw was overleden. Op maandag. Begraven gaat hier erg snel. De begrafenis zou al om half twaalf beginnen. Doordat het een paar weken terug vreselijk sneeuwde, en daarna veel regende zijn alle tractorweggetjes veranderd in een soort modderbaden. Vloekend en tierend schopte ik om de vijf stappen de opgehoopte modder onder mijn schoenen vandaan. Tegen twaalf uur was ik pas thuis. Gelukkig nemen Bulgaren een afgesproken tijd, zelfs die van een begrafenis nauwelijks serieus.
De moeder van Duschka, Kina heette ze, lag in een open kist. Buiten. Er omheen zaten wat oudere vrouwen uit de buurt. Mensen die kwamen legden drie bloemen in de kist. Iedereen kreeg een plastic zakje. Wat er in zat kon je niet zien. Toen het opeens wel tijd was werd de kist, nog steeds zonder deksel in een witte bestelbus geschoven.
Annet en ik kenden Kina nauwelijks. Ze was 91 en toen haar man tien jaar terug overleed kwamen Jordan en Duschka voor haar zorgen. Ze had een eigen kamer en als zo ons zag keek ze vaak met een licht verbaasde blik naar ons. Dan vertelde Duschka dat we de buren waren. Je kon zien dat ze dat vrijwel onmiddellijk weer vergat.
De begraafplaats van Palamartsa ligt aan de rand van het dorp, aan de "weg" naar Gagovo. Toen we er aankwamen stond Gosho, de burgemeester al te wachten. Ik voegde in gedachte "begrafenissen bijwonen" toe aan de al flinke rij van zijn werkzaamheden.
Toen de priester, die met de auto was en niet op zijn gebruikelijke Harley Davidson, er eindelijk was begon de uitvaart. De kist was nog steeds open. De priester vroeg en kreeg een vel met de namen van de moeder van de buurvrouw en wat andere gegevens en legde die in de kist. Zo wist hij voor wie hij daar eigenlijk was. Er waren gebeden, veel "voor nu en altijd" en daarna vertelde hij iets. Ik hoorde vaak de woorden benzine, Amerika en Argentinië voorbij komen. Het leek me niet dat dat iets met de moeder van Duschka te maken had maar ik kan daar geheel naast zitten. Toen de priester klaar was haalde hij het vel papier uit de kist. De twee grafdelvers legden een doek over het lichaam waarna de kist, nog steeds zonder deksel in het graf geschoven werd. Gelukkig hielp Gosho mee want anders had het nog een redelijk absurdistische scene kunnen worden. Pas in het graf werd de deksel op de kist gedaan. Buurman Jordan gaf de priester een plastic flesje. De inhoud werd over de kist gegoten. Het was wijn, dat kon je ruiken. Ongetwijfeld was het wijn die Jordan zelf gemaakt had. Er werden planken over de kist gelegd. De klei is hier zo dik en zwaar dat de kist zonder die planken er overheen meteen zou breken.
Toen we thuis waren maakten we de plastic zakjes open. Er zat een tafelkleedje in, en wat eten. Het is hier (dat heeft Annet opgezocht) gebruikelijk dat mensen die naar een begrafenis komen wat eten meekrijgen zodat je dat na de begrafenis iets op kunt eten en aan de overledene kunt denken.
Wat later aten we, een beetje tot onze eigen verbazing met Jordan, Duschka, hun dochter Kamilla, haar man Dimitr en hun kind Kalina in een restaurant in Popovo. Haast ongemerkt zijn we er hier schijnbaar een beetje bij gaan horen. Er werd gelachen om het gebit van Jordan dat te los zat om wat te zeggen en om het feit dat hij in Macedonië is geboren (dat kan ik uitleggen maar daar zijn drie blogjes voor nodig). Dimitr, die bij de luchtmacht zit vertelde hoe het was om drie jaar lang in Thessaloniki te zitten. Kalina oefende haar Engels op ons. Kamilla en Annet hadden het over oogproblemen.
Toen we terug gingen naar de auto liep Jordan wat krom, hij hield zijn hand onder op zijn rug. Hij vroeg aan welke kant mijn rugpijn eigenlijk zat. "Rechts". Bij hem zat het ook aan de rechterkant. En hoe het nu precies kwam weet ik niet maar we moesten daar alle twee om lachen. De lucht was nog steeds helblauw. En Jordan zei dat dit het leven was.
1 opmerking:
Wat een pareltje van een dag weer. En ja, dit lijkt me toch het leven.
Een reactie posten