"Nee, vorige week stonden we hier nog met twee truien, een fleecejack en een dikke jas in de bijtend snijdend koude wind en nu plopt de bloesem overal tevoorschijn. [...] Nou, we waren best wel een beetje gespannen voor de winter die ging komen. We kenden de verhalen van meters sneeuw en de foto van een jaar of wat terug van een legervoertuig dat vanuit de stad brood naar de onbereikbare dorpen bracht was ik ook niet echt vergeten. We zaten best wel klaar met de sneeuwschep zeg maar. [...] Welnee, het viel denk ik best wel mee. En wij waren natuurlijk ook in Nederland geen echte winter meer gewend. Winter in Den Helder is één keer een paar uur sneeuw en dat was het dan weer. [...] December was hier voornamelijk nat en zompig. Alle straten in het dorp werden modderige glijbanen en het dorp lag tijdenlang in een wolk. Toen vond ik er even niks meer aan, nee. [...] Nee, hoe dichter bij de lente hoe meer sneeuw en hoe kouder het werd. Ik denk dat het wel een keer of zes, zeven helemaal wit is geweest. Nu had ik niks met sneeuw maar dit, hier, het was wel erg mooi. Lucht en land hadden dezelfde kleur, alsof je in en tegelijkertijd op een wolk liep. Maar, meters sneeuw zijn het nooit geweest. Het was eigenlijk een instapwinter, een wenwinter. [...] Nou ja, het huis is niet zo groot en vooral boven was het erg koud. We hebben de woonkamer daarom maar naar de kamer van Gijs beneden verplaatst. Die vond dat wel gezellig. Al die poezen was trouwens ook wennen. Dat drentelt maar om je benen heen. Niemand wilde naar buiten en ze wisten ook zeker dat als Annet aan het koken was er vlees aan de zeer geëerde poezen geschonken zou worden. Bulgaarse poezen snappen niks van vegetarisch eten. Ja, Gijs wel, die eet gewoon z'n brokjes en als hij schoot kan zitten is het goed. Maar de rest, die bleef zich maar smekend om je benen wentelen. [...] Nee, er is niets bevroren. Nee, de muren beneden zijn daar te dik voor. Alleen de vloer, die werd ijskoud. In Den Helder liep ik altijd op blote voeten [...] Wat? Nee, alleen binnen natuurlijk. Maar, hier liepen we met twee paar sokken aan, en dan nog sloffen. Twee paar sokken! Ik wist niet eens dat dat kon. Ik had verdorie zelfs in bed nog sokken aan. En dat onder drie dekens. [...] Iedereen stookt hier hout. Wij niet. Het houtkacheltje is maar klein en het stinkt als de ziekte. Dus hebben we met samengeknepen billen een paar maanden gehoopt dat de stroom van onze elektrische kachels niet uit zou vallen. En verdomd, de stroom viel pas op de eerste niet-vorstdag uit. [...] Nee, het duurde hoogstens lang. Het vroor vanaf december en op een ijzig maart hadden we niet echt meer gerekend, toen waren we wel echt klaar met de kou. [...] Nee, opeens. Plof, bloesem. Nu is het warm en is iedereen buiten. Iedereen is in de tuin bezig dus doen wij ook maar alsof we weten wat we doen. De buurman rechts is er ook weer. Die maakt de tuin en het huisje klaar voor als zijn vrouw en hij hier in het weekend zijn. Nu hij hier in zijn eentje is zet hij de radio steeds aan. Dat is wennen. Na maanden stilte. Vooral ook omdat hij nogal van Bulgaarse accordeonmuziek lijkt te houden. Maar we gaan hem opvoeden hoor. Annet heeft zo'n handig draagbaar boxje voor buiten. De poezen houden al van jazz. De buurman weet het nog niet, maar hij gaat straks ook breed glimlachen bij een gierend stukje doorelkaarheentoetermuziek."
donderdag 31 maart 2022
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
En dat blog je op de dag dat we wonder boven wonder sneeuw hebben in Nederland. Hahahaha.
Een reactie posten