De ovenschaal stak voor het grootste deel uit een plastic tas. In de ovenschaal lag een vis. Dat moest dan wel een karper zijn. De oude man, die op een stoel zat, stond moeizaam op, stak een kaars aan en zette die in een hoek van de ovenschaal. De vis was klaar voor de zegen.
In Palamartsa staat een kerk. Dat wisten we al jaren maar het duurde nog een hele tijd voor we hem vonden. De Sint Nicolaaskerk ligt weggestopt, bijna weggefrommeld vlak bij het riviertje dat het dorp in tweeën deelt. De bomen er omheen zijn hoog, de weg waaraan het ligt is niet meer dan een modderig pad. 153 jaar oud is de kerk. Orthodox. En daarmee stopte de kennis over de kerk. Tot vandaag.
Op 6 december wordt hier Sint Nicolaas herdacht of gevierd. Die lijkt in helemaal niets op de gezellig strenge kindervriend uit Nederland. Sint Nicolaas heeft hier te maken met vissers en zeelieden, want daar is hij de beschermheilige van. Tenminste, zo begrijp ik het.
De burgemeester vertelde vorige week dat er op 6 december een dienst was in de kerk ter ere van Sint Nicolaas. Om 9 uur 's ochtends. Omdat we alles hier na moeten kijken vond Annet een kerkelijke kalender op het internet waar bij 6 december de geheimzinnige tekst (vis toegestaan) stond.
Iets te laat, we namen toch weer een verkeerde afslag, kwamen we aan bij de kerk. In de kerk waren een man, of eigenlijk meer vrouw of 15 aanwezig. Een priester sprak in de altaarruimte met zijn rug naar de aanwezigen toe. Mensen staken kaarsen op. Omdat we dat zelf ook altijd in een kerk doen kochten we er wat bij een mevrouw die Annet naar haar naam leek te vragen. Ze schreef ze alle drie op.
De priester sprak in zijn afgescheiden ruimte een tijd door. Na een tijdje begon hij een lijst namen op te lezen. Daartussen ook de namen die Annet had verteld aan de mevrouw van de kaarsen. Hoe de man die namen gekregen had is me een raadsel. Niemand ging naar hem toe. Knappe truc. Hierna wandelde de priester de kerk in, sprak een tijd tot de aanwezigen en gaf iedereen een hand. Dat wij buitenlanders waren had hij ook al feilloos door.
Aan het eind van de dienst liep de priester naar de man met de vis in de ovenschotel. Ze spraken een tijdje. De priester las iets van een briefje dat hij uit de ovenschotel pakte. En er klonk een amen. De vis was gezegend.
In Bulgarije eten veel mensen op 6 december karper. Sint Nicolaas zou een schip met een gat in de boeg gered hebben door een karper in dat gat te duwen. De karper kun je tijdens een kerkdienst op 6 december laten zegenen. Sommigen mensen bewaren een bepaald botje van de vis. Ze begraven dat in de tuin bij hun huis. Ter bescherming tegen van alles en meer.
Ik begreep weinig van wat ik zag en hoorde in de kerk. Maar het was mooi om er binnen te zijn. We zagen er ook mensen die we nooit eerder in het dorp tegenkwamen. En de priester had een fijn stevige handdruk. Het leek me een aardige man. Al hoorden we iets later van iemand die naar de dokter moest dat hij zichzelf daar genadeloos vooraan de lange rij wachtenden plaatste.
3 opmerkingen:
Wat een heerlijk verhaal. En een deel van wat om je heen gebeurt niet begrijpen, houdt mij in ieder geval nieuwsgierig hoe het dan eigenlijk zit.
Volgend jaar is het waarschijnlijk weer 6 december, misschien weet ik dan meer van hoe het zit. Al twijfel ik daar nu al aan.
Mooier kun je het niet hebben.
Een reactie posten