De groep Bulgaarse ME'ers keek lusteloos naar het kleine groepje anti-Euro demonstranten dat zich verzameld had bij het parlementsgebouw. De demonstranten hadden het veel te warm om te beginnen met iets wat ook maar vaag op een relletje leek. Zelfs demonstreren zat er met deze temperaturen niet in. Sommige ME'ers knikten vriendelijk toen we langs hen liepen, op weg naar ons hotel. De meesten hielden het bij staren en hittepuffen.
Het was een nog bijna Nederlandse reflex geweest, het kopen van kaartjes voor de derde dag van het Sofia Live Festival. Massive Attack, o leuk, laten we heen gaan. Pas toen ik na een hoop gevloek en getier op de ondoorgrondelijke kaartjesverkoopwebsite de kaartjes uit de printer liet komen bedacht ik me dat Annet en ik Massive Attack al eerder zagen. Ergens in 2014. En dat we het toen leuk maar niet meer dan dat vonden. Maar dat we toen niet 5 uur heen, en ook weer terug met de trein hoefden te reizen. Of een hotel moesten regelen.
Het duurde een hele tijd voor ik me realiseerde wat er nu zo raar was aan wat ik las. We aten iets, ergens buiten, voor we zouden gaan proberen het festivalterrein te vinden. Het eten was aardig, de meneer die het bracht Bulgaars nors. En pas na een minuut of vijf realiseerde ik me dat ik de, met een slordige spuitbus op een elektriciteitskastje aangebrachte woorden gewoon kon lezen omdat ze in het Nederlands waren. "Piemel" stond er, en daarna, met wat ruimte ervoor, "Staart". In het Nederlands dus. In Sofia.
Het festivalterrein, een oude wielerbaan lag langzaam maar zeker weg te koken in de zonder hitteplan functionerende vooravond. Een beveiliger controleerde me en daarna begon een volgende hetzelfde nog een keer te doen. Ik verbaasde me daar zichtbaar over. Maar dat maakte de tweede beveiliger alleen maar fanatieker, en chagrijniger.
Het festivalterrein, ach, podium hier, wc's daar, stalletjes met te dure dingetjes die je alleen maar koopt omdat het programma tegenvalt, en veel drankdingen. O, en geen schaduw natuurlijk.
Voor Massive Attack speelde iemand van wie ik dacht dat ik geen liedje kende, Michael Kiwanuka. Ik bleek erg veel liedjes van hem te kennen, al kwam dat misschien ook omdat de liedjes best wel op elkaar leken. Het publiek had er zin in. De bassist, die sprekend op Carlos Santana leek, en niet alleen wat betreft uiterlijk was boven alles uit te horen. Meneer Kiwanuka leek me een aardige man. Het optreden kwam een beetje over als "Het is zondag dan is dit Sofia" maar, het was best leuk al ben ik nu alle liedjes ook al weer vergeten.
Her en der viel er iemand om, of flauw. Door de warmte. En misschien het gedrang. Want iedereen die op het festival was leek voor het optreden van Massive Attack opeens in de eerste paar rijen voor het podium te willen gaan staan. En daar stonden wij al. In Nederland was dat ook wel, dat kleinere mensen (en heel veel mensen zijn kleiner dan ik) opeens voor je willen staan omdat ze anders niets kunnen zien. Nu ben ik niet onvriendelijk maar als je daar aan gaat beginnen sta je voor je het weet buiten, voor de deur van Paradiso. "Dan had je eerder moeten komen", wilde ik in Nederland nog wel eens zeggen. Maar die zin ken ik nog niet in het Bulgaars. Dus hield ik het maar bij vriendelijk nee schudden en bonkig blijven staan.
Massive Attack maakte ergens midden jaren negentig van de vorige eeuw een paar mooie, traag lome en soms dreigende platen. Zeker de helft van de mensen die vooraan stonden moesten toen nog geboren worden. Maar, en dat verhoogde de stemming aanzienlijk, elk liedje werd met een enorm gejuich ontvangen. Sommige bandleden waren daar zelfs zichtbaar verheugd over. Er waren geen echt verrassende liedjes, de band maakt al jaren geen nieuwe dingen meer. Oneerbiedig zou je kunnen zeggen dat ze hun eigen retro act zijn.
Maar, misschien tot mijn eigen verbazing, het was een erg goed optreden. Het geluid was fijn, af en toe mocht een liedje een enorme bak ontspoorde tyfusherrie worden, de gebruikelijke gastzangers en zangeressen waren allemaal duidelijk ouder geworden. Elizabeth Fraser (voormalig Cocteau Twin) leek verbazend veel op een gepensioneerde bibliothecaresse die vrijwilligerswerk was gaan doen maar haar stem was nog prima. Fijn optreden.
Terwijl we terugliepen naar het metrostation, met gehaaste stappen want de metro stopt al met rijden tegen 12 uur, bespraken we wat nou vonden van al de filmpjes die de band projecteerde. Annet vond het allemaal wel erg eenzijdig "de witte mens is schuldig aan al het kwaad in de wereld", en ik ben al zo cynisch dat ik m'n schouders ophaal bij het gemakzuchtige want risicoloze "Free free Palestine" geroep. Maar ook die constatering mocht de pret niet drukken.
Die pret daalde wel toen in het metrostation de kaartjesautomaten het niet deden en we terug moesten lopen. Al kwamen we daardoor wel weer langs het "anti Euro" demonstratie pleintje. Er stonden vijf of zes tentjes met slapende demonstranten. De ME was allang naar huis. Op het elektriciteitskastje stonden nog steeds de Nederlandse woorden "piemel" en "staart". En ik zal dus nooit weten waarom.