donderdag 1 juni 2023

Vladimir Iljitsj staat in de tuin of, een dag in Sofia

Nu komen Annet en ik al jaren in Bulgarije maar in Sofia waren we nog nooit geweest. Nou ja, we kenden er vliegveldhotels, dat wel. Plekken waar altijd wel iets het niet deed. Het water, of het slot van de deur. Vrolijk werd het altijd opgelost. En als de mevrouw van de keuken hoorde dat we helemaal met de auto naar Palamartsa moesten rijden lag er vaak iets voor onderweg klaar bij het uitchecken. Maar het was tijd om eens te zien wat voor stad Sofia nu eigenlijk was. 

In Sofia wonen 1,2 miljoen mensen. Maar daar merk je verder nauwelijks iets van. Op de boulevard Vitosha, een langgerekte straat met erg veel winkels en nog meer naar eten riekende terrassen is het druk maar verder, nee. Sofia deed mij een beetje denken aan het Amsterdam van na de krakersrellen maar vlak voor het echt grote geld de stad in glibberde. Delen van de stad zijn al helemaal keurig maar sla een onduidelijke hoek om en graffiti bedekt krakende oude gebouwen. Om van her naar der te komen is er een metro. Die is vrij overzichtelijk en je kunt er gewoon een spotgoedkoop kaartje kopen bij een mevrouw in een hokje. 

Wie in Sofia is bezoekt de Alexander Nevski kathedraal. Annet en ik deden dat ook. Mooie buitenkant. De binnenkant is niet echt heel bijzonder al kun je je er wel verlustigen aan uitgeputte tourgroepen met die typerende, half lege "Waarom dacht ik dat dit een goed idee was?" blik.

Vlak tegenover de kathedraal is de National Gallery. Wij liepen er onvoorbereid naar binnen en verdronken er in de verschillende afdelingen. Erg fijn museum al is mij ook nu nog onduidelijk waarom er een afdeling met Japanse prenten was en ook de betekenis voor Bulgarije van de rij Boeddhabeelden ontgaat me nog. Helemaal bovenin hangen modernerige schilderijen. 

Ik herkende, op Christo (die van het inpakken van gebouwen) na geen enkele naam. Van Christo hangen er wat kleine, erg vroege schilderijen die mij duidelijk maakten dat het maar goed is dat hij gebouwen is gaan inpakken.

Het mooiste schilderij was, vond ik van Petar Dochev, uit 1976. Een grote, sterke maar ook erg vermoeide man. Prachtig. En het hing ook nog een beetje scheef. De linker benedenhoek leunde een ietsje op wat stopcontacten. En dan heet zo'n schilderij ook nog "De monteur". Fantastisch. Naast de monteur hangen er op de bovenverdieping nog veel meer schilderijen met dubbele betekenissen uit de communistische periode. Niet te missen.

In een park in de buurt van de National Gallery staat het enorme "Monument voor het Sovjet leger". Het werd in 1954 neergezet als dank van het Bulgaarse volk aan het Russische leger die hen bevrijdde in 1944. Een beetje hypocriet natuurlijk want Bulgarije collaboreerde tijdens de oorlog met Duitsland. De meningen over het monument zijn, op z'n zachtst gezegd verdeeld. Een paar weken geleden heeft de gemeenteraad van Sofia na jarenlange discussies eindelijk besloten dat het monument verwijderd moet worden. Maar de raad gaat daar helemaal niet over, het beeld valt onder de landelijke regering. En er is al twee jaar helemaal geen regering. Dus het beeld staat er nog wel even. Mocht het worden weggehaald dan gaat het naar het "Museum voor kunst uit de socialistische periode". 

Het "Museum voor kunst uit de socialistische periode" (het zou eerst "Museum van totalitaire kunst gaan heten) is één van de raarste musea die ik ooit bezocht. Het ligt een eind uit het centrum en elk bordje met "die kant op" ontbreekt. Een slagboom, die overigens niets met het museum te maken heeft verspert de ingang maar een vrolijke meneer die ook al fan van Marco van Basten was liet ons door. 

Het museum is voornamelijk een grote tuin met daarin beelden die ooit op pleinen stonden en nu bijna als curiositeit bekeken kunnen worden. Lenins staat er een keer of vijf, Marx en Engels zijn er. Dimitrov, de eerste communistische dictator van Bulgarije staat er naast een beeld van een koene arbeider. Van een beeld van Lenin schrik ik niet, al is dat eigenlijk raar. Maar om zomaar tegen een buste van Felix Dzerzhinsky aan te lopen vond ik op zijn minst apart. Dzerzhinsky was ooit in de Sovjet Unie hoofd van de Cheka, de geheime politie. Het aantal doden waarvoor hij (mede) verantwoordelijk is loopt in de duizenden. Nog raarder, al is dat een te klein woord was de plots opduikende buste van Jozef Stalin. Dat hoofd staat binnen en er hangt ook nog een portret van hem. Enige context, uitleg of een verhaal of wat dan ook ontbrak bij zijn hoofd en in het hele museum. Al kon je wel vrolijke koffiebekers met de afbeeldingen van Marx, Lenin en Stalin kopen in het museumwinkeltje. Maar daar moet ik waarschijnlijk niets achter zoeken.

Er is nog veel meer te zien in Sofia maar Annet en ik moesten naar de Fun Lovin' Criminals en hoewel de poezen ondertussen alweer geheel hersteld zijn van de pensionnachtmerrie is het maar de vraag of en wanneer wij nog een keer in die stad gaan komen.



2 opmerkingen:

Niek zei

Het lijkt wel alsof jullie in een andere dimensie zijn gestapt, het voelt zo onrealistisch aan. Indrukwekkend.

Anoniem zei

Soms denk ik heel even dat ik ‘het’ hier begrijp. Maar dat duurt maar heel kort. Al is dat ook weer fijn. De automatische piloot van in Nederland wonen wilden we alle 2 niet meer.