zaterdag 10 mei 2025

Je zou het soms zomaar kunnen vergeten.

Er is natuurlijk altijd wel wat. Een poes die apart doet. Serieus "gedoe" met familie in Nederland. Dat er plots vijf rode alarmlichtjes in de auto branden in plaats van de gebruikelijke drie. Dat de erg late vorst er misschien voor gezorgd heeft dat we geen fruit aan de fruitbomen krijgen. Of dat er een afvalstoffenheffingsformulier moet worden ingevuld op het gemeentehuis. 

Allemaal dingen waardoor je het soms zomaar zou kunnen vergeten.

We reden naar Tabachka. Dat dorp ligt maar 50 kilometer verderop maar je doet er meer dan ruim een uur over. De weg probeert het laatste stuk succesvol een aardappelschudmachine te imiteren.

Tabachka is een leuk dorpje. Netjes. Veel huizen zijn er heel. Ze hebben er een bijna aandoenlijk beeld voor de gevallenen in de Balkanoorlogen. Al gingen we er niet daarvoor heen. We kwamen voor de Vodna grot. 

Je rijdt de auto door het dorp en zet hem net over een bruggetje langs de kant van de weg. Daarna klim je over een stijl, brokkelend onhandig maar leuk pad naar boven. 

Op het plateau staat een wegwijzer. Wanneer je naar rechts loopt kom je bij een dreigend bord uit. Het zegt tegen je dat je zonder zeer serieuze ervaring met rotsklimmen hier niet naar beneden moet gaan. Ik durfde niet eens in de buurt van dichterbij de rand te komen. Maar het uitzicht op waar de Vodna grot is is erg mooi.

We liepen, weg van het dreigende bord, in de zon bijna slenterend over het plateau. Aan het eind daarvan zakt het pad langzaam naar beneden tot het punt dat je op een richelachtig pad langs de rotswand loopt. Naast maar vooral onder ons floten zeker 100.000 vogels over dat het mooi weer was en dat ze een prachtig nest gebouwd hadden.

Op twee momenten nam mijn hoogtevrees bijna de macht over. Niet toevallig misschien waren dat de punten dat er handgrepen in de rotsen waren aangebracht. Die had ik kunnen fotograferen, die handgrepen. Maar dat ontschoot me geheel op het moment. 

De Vodna grot bleek een 50 meter brede, redelijke diepe niche in de rots te zijn. Al sinds bijna 5000 voor Christus komen er mensen. In het midden is een soort vijvertje. Al stond dat natuurlijk droog. 

Daarna liepen we terug. Er waren wat fluitende vogels bij gekomen. Ik schat dat het er nu 125.000 waren. We hoorden een harde, zware plons van iets dat in de onzichtbare rivier ergens beneden viel of sprong. Op de terugweg vonden we nog een pad dat naar weer ergens anders ging. Dat doen we een andere keer. 

Soms zou je, door allerlei opdringerige omstandigheden bijna vergeten waar het eigenlijk over gaat. Maar op het plateau boven Tabachka wisten we het weer.



  

1 opmerking:

Niek zei

Goh, dit geeft een heel ander beeld met al dat groen en die scherpe dalingen. Leuk om ook eens te zien.