zaterdag 28 maart 2015

Christus op krukken


En als er dan weer één voor ons probeerde te dringen, en dat gebeurde een paar maal, omdat er ruimte leek te zijn en ruimte begeerlijk is als het heel uitzinnig wordt, riep ik het weer een keer.
'Je kan daar niet heen, er staat een rolstoel!'
'Wat?'
'Er staat een rolstoel! Er is geen plek!'
De vragende blik veranderde na wat goed kijken dan in een accepterende blik en we konden weer verder waar we gebleven waren.

Underworld maakte twintig of zo jaar terug de cd Dubnobasswithmyheadman en omdat ik lang terug ooit eens van mijn fiets waaide terwijl ik naar die muziek luisterde gingen de leukste vrouw ter wereld en ik deze week naar de band kijken die het album speelde. Integraal, alsof het kunst was.

We besloten achter een rolstoel te gaan staan. Zo'n rolstoel mag helemaal vooraan staan en zo hadden we prachtig beeld, en ruimte. Want een rolstoel, daar houden mensen rekening mee.

Je kunt het alle kanten opschrijven. Woordje erbij, zinnetje net wat anders. En je koppelt uitzinnige uitgelatenheid moeiteloos aan melancholie en bespiegeling. 

Verbind het luid geschreeuwde "Lager, lager, lager" uit Born Slippy aan het beeld van een glas bier dat over de onbeweeglijke benen van de stille man in de rolstoel viel. Doe iets met de wel erg overdadige wolken vies smakende rook uit de rookmachine rechts en het wegwuiven van die rook door één van de mensen die met de meneer in de rolstoel was meegekomen. Zet verbeten bij wegwuiven. En laat hem door de rook even helemaal onzichtbaar worden. Koppel dat weer aan "I'm invisible" uit het daverend dreunende Cowgirl. Stukje ertussen over hoe ik me afvroeg hoe de regels "Here comes Christ on crutches" uit Dirty Epic op je overkomen als je je nauwelijks kunt bewegen.

Het is maar wat je opschrijft, of weglaat.

De misschien door chemische middelen benevelde niet florissant ouder geworden mevrouw die me als afzetpaal gebuikte om nog meer boven het publiek uit te komen om dan in aandoenlijk Engels naar het podium te roepen dat ze de band luvde. Dat iedereen, van voorin tot achterin bewoog, danste en sprong, zelfs de van het verhuizen stramme bibliothecarissen. Dat iedereen uitzinnig vrolijk was en straalde, zelfs de mevrouw die door een enthousiast met de armen maaiende leukste vrouw ter wereld even in het gezicht werd geraakt. Het maakte niet uit. Even lachen, een woordloos sorry en het ging weer verder.

De man in de rolstoel kende een hoop mensen, ze kwamen allemaal even bij hem langs, riepen wat in zijn oor, gaven hem een hand, kuste zijn kale hoofd. En daarna dansten ze weer weg.

Ik heb zijn gezicht niet gezien, maar soms, als de muziek iedereen nog net weer wat meer deed bewegen ging zijn rechterhand wat omhoog. Op de maat van de muziek ging die hand dan heen en weer. Bijna zeker moet hij geglimlacht hebben, bijna zeker moet hij in zijn hoofd gedanst en gesprongen hebben, en waarschijnlijk "Lager, lager, lager" hebben geroepen.

Geen opmerkingen: