dinsdag 10 juni 2014

Rozen voor meneer Weller


Het leek wel een reünie. Al liet niemand dat merken, en had er maar één bloemen mee.

De kleine Indische mevrouw stond weer tegen het podium gedrukt, iets links van daar waar hij zou gaan staan zingen. Haar dochter was er ook. Links van haar de kale Nederlandse meneer. Rechts stond hij die we "voorzitter van de Paul Weller fanclub" noemen. Zijn haar zat beter dan de vorige keren, dat viel ons op. Rechts van hem de enorme, ook al kale Engelsman met wat vrienden.

D was er, met zijn zus. Maar ze stonden te ver achter ons om de afgelopen anderhalf jaar door te nemen. Dus ik weet niet of er nog iemand dood is gegaan sinds het vorige optreden.

Er was een mevrouw in een rolstoel. Haar begeleidster duwde haar tot voor het podium waar ze de hele avond schuin omhoog heeft gekeken. Vaak met haar kin leunend op haar rechterarm die weer steunde op een armleuning van de rolstoel. Schriel, aandachtig en verstild zat ze daar, tussen de meezingende mensen.

 Above the clouds, what's to be found
I have to wonder, will I be around

Er zit een lang uitgerekte uithaal in dat lied. Een die een tijd aanhoudt, ergens bij above.  Het publiek nam de uithaal over en gooiden hem terug naar het podium.

De vrouwen, of vriendinnen van de Engelsen voor ons stonden boven. Ze stonden, spreiden hun armen wijd en bewogen die op en neer, alsof ze hun meezang zo extra naar het podium wilde duwen.

Aan het eind van het lied had de vrouw in de rolstoel zich omhoog gewerkt, ze gaf een bos rozen aan Paul Weller. Hij reageerde er wat schuchter, misschien zelfs nurks op en bespotte in dezelfde zin twee "geezers" die elk liedje opschreven. Een van de twee was de voorzitter van de fanclub. Het moet niet makkelijk zijn om voorzitter te zijn.

Ik had best willen weten waarom de vrouw de rozen gaf. Maar het was te druk om bij haar in de buurt te komen, als ik het al had durven vragen natuurlijk. Zoiets is makkelijker geschreven dan gedaan.

Het was een fijn optreden, dat Paul Weller gaf in Paradiso. Niks nieuws, maar iedereen had er zin in. Na de verwachte twee toegiften volgde er nog een derde. Daarna nam Weller alsnog de bos rode rozen mee die hij eerder ergens gedachteloos had neergelegd.

Onverwacht kwam er nog een vierde toegift, toen werd het een echt feestelijke reünie. De dansende en springende mensen hebben de mevrouw in de rolstoel waarschijnlijk een benauwd moment bezorgd. Al zat ze misschien ook wel gewoon na te genieten van het beeld van een met haar bos rozen zwaaiende jeugdheld.

Geen opmerkingen: