We wilden naar Razgrad. Die stad ligt op een klein uur rijden. We kennen er een heel goede dierenarts en een uitgestorven opgraving. Maar er zou een vrij enorm monument zijn dat op de lijst van "25 most impressive communist monuments" staat en ik was wel weer toe aan iets enorms en onbegrijpelijks.
Maar voor de deur nog deed de auto "klonk" en meer niet. Nu bonkte de auto al een tijdje op onverwachte momenten dus helemaal onverwacht was de onbeweeglijkheid niet maar, tja, daar stonden we dan, op een veldje, in een dorp waar wel iemand is die aan auto's sleutelt maar die drinkt enorm en heeft ook nog een buitenmodel enorme en valse hond aan een ketting.
Het eerste Bulgaarse woord dat ik in één oogopslag herkende was, (fonetisch) avtomivka. Dat is een autowasplek. Daarna had ik woordbeeld bij avtocentur, een garage en bij avtotjastie, een winkel met onderdelen van auto's. Waarom al die woorden met avto beginnen terwijl het Bulgaarse woord voor auto kola is ontgaat me nog steeds maar ooit kom ik er achter. Maar, daar gaat het niet om. In Popovo (stad in de buurt, 15.000 inwoners) zijn talloze avtocenturs en even zo talloos veel avtotjastie's. Het lijkt alsof er permanent aan de helft van alle auto's wordt gesleuteld. In avtocenturs of gewoon voor het huis. De meeste auto's zijn (stok)oud en de staat van de wegen helpt ook niet echt.
Onze auto, een twintig jaar oude Volvo past dus prima in het gangbare autobeeld. Maar van die constatering gaat een auto ook niet rijden.
Taal is alles, en het gebrek aan taal ook. Annet en ik redden ons best in winkels of eenvoudige gesprekken maar om nu een garage in Popovo te bellen en hen zover te krijgen dat ze de auto komen halen, dat is nog wel een paar lessen verder.
Onze vriendelijke buurman Jordan, die ook een hard klonkende auto heeft was nergens te bekennen maar, net toen we op weg gingen naar de burgemeester die vast zou willen bellen dachten we aan Simeon. Simeon klust aan een huis tegenover ons. En omdat de eigenaren van dat huis Engels zijn heeft hij zelf ook wat van die taal opgepikt. Simeon wilde best bellen, we kenden een wat smoezelige garage met vriendelijke mensen dus die werd het (we kennen ook een blinkend moderne garage maar de mensen zijn niet aardige dus die slaan we over). Na een tijdje, waarin iedereen met iedereen belde werd duidelijk dat er een sleepwagen of hoe dat hier heet, waarschijnlijk iets met avto, zou komen.
De meneer van de sleepwagen had een stereotiep trainingspak aan en zag eruit alsof hij daar ook in sliep. Maar, hij had er zin in. De Volvo paste net, maar dan ook net op zijn auto. Annet ging mee naar de garage en werd daarna weer keurig door de sleepwagenmeneer thuis gebracht. Hij bleek ook een huis in het dorp te hebben, "Palamartsa gut!". Hij had een jaar in Duitsland gewerkt maar daar wonen, zonder vrouw en kinderen, nee, dat vond hij maar niets.
De onderdelen zijn besteld. En de auto wordt gerepareerd. Het hele gedoe was een beetje een tegenvaller al was het ook wel weer erg mooi om te zien hoe dingen hier gaan. Rommelig, met veel heen en weer gebel maar het werkt. En als er iets tegenzit zijn er hier altijd wel mensen die je helpen. Dat is misschien overal zo maar we wonen nu eenmaal hier, en niet overal.
Hoe het verder ging.
"Nee, ze belden dinsdagmiddag al om te vertellen wat er aan de hand was en wat er gedaan moest worden. Wat? Nee, een goed Engels sprekende jongen die in de onderdelenwinkel werkt die weer bij de garage hoort. Garages hebben geen voorraad, onderdelen koop je in de onderdelenwinkel en dan zet de garage het onderdeel in de auto. Maar, donderdagmiddag werd er al gebeld dat het klaar was dus vanochtend reden we met onze vaste taxichauffeur naar Popovo. Sorry? Nee, elke taxichauffeur geeft je zijn kaartje en als je belt krijg je die ene chauffeur, niet een centrale. Maar deze meneer is vriendelijk, praat niet teveel en heeft jaren in Duitsland gewerkt dus spreken we een mengelmoes van Duits, Engels en kinderbulgaars. We betaalden bij de onderdelenwinkel en daar kregen we ook nog een kalender, een aansteker en een pen dus ik denk dat ze blij met ons waren ja. Maar, de Engels sprekende jongen bracht ons met zijn auto naar de garage. Ik zat nog wat te klunzen met de veiligheidsriem in zijn auto maar die hoefde niet om hoor, welnee. In de garage lieten ze de totaal verkruimelde aandrijfas zien en wat er over was van de schokbrekers. Niet veel nee. Zo blij als een kind met de kalender, de aansteker, de pen en de gerepareerde auto reden we daarna met Leftfield schallend op feeststerkte terug naar het net geasfalteerde dorp. Wat? Nee, ik denk dat het hebben van nieuwe schokbrekers mijn kijk op de staat van de Bulgaarse wegen totaal gaat veranderen. Goed, je stuitert door de gaten nog steeds van her naar der maar je voelt er nauwelijks meer iets van. Nee, nee joh, ik ga buiten zitten. Het is hier nog net niet warm genoeg om alleen maar een tshirt aan te hebben. Veel plezier met oud/nieuw. Nee, hier hoor je geen vuurwerk. Af en toe een knal maar dat is waarschijnlijk een jager. Ik ga denk ik met de nieuwe pen op nieuwe kalender schrijven. En voor de aansteker verzin ik ook nog wel iets".