woensdag 1 maart 2023

Dikbuikjes, hinkstappers en kosmokotki.

Er is natuurlijk wel altijd wat. Met de poezen.

Lies was zwanger. Eind december wisten Annet en ik dat echt zeker. Haar buik werd haast zienderogen dikker. In de breedte. Dat moest wel komen door kleine poesjes in opbouw. Omdat er al vier binnenslapers zijn kreeg Lies, die al hele dagen schuwig bij ons rondhing, een superdeluxe buitenbed. Een mand, op een tafel in de overdekte ruimte naast het huis, met isolatiespul onder de mand en een schapenvacht er overheen. Ze was er blij mee, trots op zelfs. Maar er kwamen geen poesjes, en daarna nog steeds niet. En toen werd het opeens drukker met allerlei katers. Lies was krols! En nu ben ik gek op poezen hoor, maar krolse katten zijn wat anders. Opeens werd de winterse stilte bruut doorbroken door boze keelklanken uitstotende, op Lies jagende bodybuilderkatten. Die katers zaten maar tegen elkaar aan te kokhals miauwen, urenlang. Een week lang joegen we op sex beluste katten de tuin uit. En onze brave binnenslapers bekeken het allemaal met grote, verbaasde ogen. Lies mag in haar eersteklas buitenbed blijven slapen maar we laten haar wel steriliseren. Al moeten we haar dan nog wel even vangen. Wat nog een dingetje zal blijken te zijn. 

Annet was even een paar dagen naar Nederland, en ja we hadden afgesproken dat er geen poezen meer bij zouden komen. Vier binnenslapers en twee buiteneters, het was genoeg. Maar toen was daar plots Henk. Henk kwam op een natte ochtend verfrommeld en viezig met Ollie mee gehinkstapt (we verdenken Ollie, die het met iedereen goed kan vinden ervan dat die tegen andere poezen "Kom gezellig bij mij eten, plek zat" zegt). Henk gebruikt maar drie van zijn benen. Het vierde houdt hij krampachtig omhoog. Gulzig schrokte hij twee bakjes brokje naar binnen. En nu komt hij elke dag een paar keer langs. Net als de rest laat hij de brokjes die hij wat minder lekker vindt al liggen. Maar hij heeft een erg vriendelijke en beleefde miauw. En een poes met maar drie bruikbare benen stuur je ook niet weg.

En toen kon Gijs niet meer plassen. Daar zit een heel stuk van moeilijk doen voor maar, nou ja, zo is Gijs. Onder protest ging hij mee naar de dierenarts. Een nieuwe, aardige man met beter Engels dan dat van ons. Maar dat maakte het feit dat de blaas van Gijs overvol was en dat er niets meer uit kon door een blokkade niet minder vervelend. De dierenarts gokte dat het door het water kwam. De poezen drinken kraanwater en dat water is hier vreselijk hard. De gemiddelde waterkoker houdt het hier een half jaar vol, dan is hij stuk. Er schijnen hier ook meer dan gemiddeld nierstenen voor te komen. Maar goed, Gijs kreeg een katheter. En om te zorgen dat hij dat niet lostrok kreeg hij een plastic kap om, en werd hij in een soort luier gehesen. Daar moesten we precies drie minuten om grinniken. In die drie minuten verzonnen we de bijnaam "kosmokotka" (kotka is kat). Maar daarmee was de lol wel voorbij. Een dag lang heeft Gijs geprobeerd de kap om zijn hoofd af te krijgen, hij strompelde al kapstotend overal tegenaan en voelde zich overduidelijk ernstig waardeloos. Na een dag leek zijn blaas schoon en mocht het katheter eruit. De medicijnen die hij daarna kreeg spuugde hij uit en eten vond hij ook al niet boeiend meer. Nu gaat het wel weer goed met hem maar of het echt allemaal voorbij is, ik hoop het. Maar zeker weten doe ik het nog niet. 

En zo is er altijd wel wat. Met de poezen. En met ons.

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten